In De Standaard verschijnen dezer dagen nogal wat stukken over onze kust. Over het Duinendecreet, over het ‘gevecht van De Haan tegen de bouwpromotoren,’ over de zandopspuitingen om het strand – gezien de stijging van de zeespiegel – te verhogen en te verbreden. Ik lees ook dat de groene jongens en vooral meisjes van Natuurpunt en en van het WWF – ze heten allemaal Sarah – het liefst de ‘bebouwing landinwaarts willen terugtrekken.’ Willen ze dan de tienduizenden appartementen die er nu staan allemaal platgooien en vervangen door duinen. Ik geloof het wel. ‘De natuur,’ vinden ze, ‘moet voorrang krijgen op het toerisme.’ Liever ongerepte duinstranden met enkele honderden wandelaars en vogelspotters, dan appartementstranden met honderdduizenden toeristen. Ik sta, om verschillende redenen, aan de kant van de toeristen en de appartementbewoners.
Als kind heb ik vele vakantiemaanden doorgebracht aan onze kust, in De Panne. Mijn grootouders waren zuinig en huurden geen duur appartement op de dijk, maar een dat zich wat landinwaarts bevond, zodat we ’s morgens een half kilometertje moesten lopen om op het strand te komen, en ’s middags een half kilometertje terug voor het middagmaal, en daarna wéér een half kilometertje om naar het strand te gaan. Ik was jaloers op de kinderen die op een dijkappartement woonden. Die moesten maar twintig meter lopen om op het het strand te zijn en dan konden ze onmiddellijk beginnen met putten te graven en zandkastelen te bouwen, en, als ze nog wat verder liepen, in de zee te spartelen. Een appartement op de dijk, leek mij de hemel op aarde.
Toen ik wat ouder werd, verminderde mijn drang om putten te graven en zandkastelen te bouwen. Het zeewater vond ik meestal te koud om in te spartelen. En ook op het zand liggen zonnen trok mij niet. Je kon er een boek lezen, maar dat vond ik op zo’n strand heel ongemakkelijk. Je moest minstens een strandstoel meesleuren, en het was hoe dan ook beter om op de dijk een café op te zoeken en daar een koffie te bestellen. Je had daar een tafeltje om je boek op te leggen en dat leest veel gemakkelijker. Verder kun je af en toe eens opkijken naar de zee. Weer leek het mij dat de mensen met een appartement op de dijk in het voordeel waren. Die konden in hun appartement hun eigen koffie drinken, wat veel goedkoper was, een boek op hun eigen tafel leggen, en ook af en toe eens opkijken naar de zee.
Zoiets leek mij al lang de hemel op aarde niet meer, maar het was in elk geval gemakkelijk. Soms kwamen we bij vrienden die zo’n appartement hadden, en ik was dan een beetje jaloers. Enkele jaren geleden moest mijn broer een chirurgische ingreep ondergaan, en na de operatie revalideerde hij in de Koninklijke Villa in Oostende, met een prachtig uitzicht op zee. Weer was ik een beetje jaloers op mijn broer, ondanks zijn operatie.
Maar zijn die aaneengesloten rijen appartementsblokken van acht verdiepingen hoog dan niet lelijk? Zou het niet veel mooier zijn als onze stranden alleen bestonden uit duinen, hier en daar onderbroken door stijlvolle woningen zoals de Villa Maritza in Oostende, of de laagbouw van De Haan*, met veel huizen met witte muren en rode dakpannen? Misschien wel, maar het zou in elk geval een veel minder efficiënte benutting zijn van de dure grond, met veel duurdere kustappartementen als gevolg, zodat het bezit ervan buiten het bereik zou komen te liggen van gepensioneerde leraren, loodgieters, kinesisten en frituuruitbaters. Ook kom ik graag eens voor een dagje in De Haan, maar voor een langdurig verblijf is het mij daar te kneuterig.
Zoals altijd ben ik voorstander van het compromis. Ik vind het fijn dat er aan onze kust appartementstranden zijn, waar tienduizenden toeristen samentroepen, maar ik vind het ook fijn dat er duinenstranden zijn voor de natuurliefhebbers, voor de vogelspotters en voor de mensen die liever rechtstreeks vanaf de duinen het water inlopen. Alleen staat het mij tegen als die laatste groep ervan gaat dromen om de appartementstranden met de grond gelijk te maken. Waarom ergeren die mensen zich aan de appartementen in Oostende of Blankenberge als niemand hen tegenhoudt om naar het strand van Raverszijde of Lombardzijde te trekken. Daar is plaats genoeg, want die stranden liggen er altijd wat verlaten bij. Als de duinenliefhebbers dáár een plaatsje zoeken ligt vóór hen de zee, en achter hen de duinen. En als ze hun plaatsje heel goed uitkiezen, moeten ze de appartementsblokken links en rechts in de verte zelfs niet zien.
Ik denk dat die appartementverachters zich storen aan twee dingen. Eén, dat die appartementstranden bestáán, ook al moeten ze ze zelf niet zien, en twee, dat er mensen zijn – heel veel mensen – die aan die stranden de voorkeur geven. Die mensen zijn anders dan zijzelf. Die mensen komen naar het strand om zowel naar de zee als naar de mensen te kijken. Ze komen om in de zee te baden maar nog meer ‘pour prendre un bain d’humanité’. Het zijn de mensen die van nature de voorkeur geven aan de drukte van het strand boven de eenzaamheid van de bergen, waar men zijn God nochtans meer nabij is. Of het zijn mensen die van twee walletjes eten. Die zowel houden van de verlaten stranden in de winter – met een God die nabij is – als van de drukte van de zomer, vooral als ze de twee taferelen vanuit hun appartement op de zevende verdieping kunnen bekijken.
Ondertussen blijf ik begrip hebben voor de appartementenhater. Een estheet lijdt niet alleen als hij iets ziet wat hij lelijk vindt, hij lijdt er ook onder – zoals ik al zei – als hij weet dat iets lelijks bestáát, of althans iets wat hij lelijk vindt**. Zelfs de estheet die nooit naar de kust komt, kan lijden onder de gedachte aan lelijke appartementen, of kan genieten van de gedachte aan ongerepte duinen.
We hebben het allemaal een beetje denk ik. Veel mensen die nooit in Alaska zullen komen, vinden het toch onaanvaardbaar dat het ongerepte landschap daar zou worden ontsierd door rommelige boorinstallaties. Zelfs ik vind dat de Zuid-Pool, waar het zo vreselijk koud is en waar ik dus nooit naartoe wil, in zijn oorspronkelijke staat moet worden gelaten. Alleen al de kleurige tenten van de wetenschappers – je ziet die soms op tv – vind ik een schending van de maagdelijke ijsvlakte.
* Naast laagbouw is er nog een andere oplossing – landinwaartse hoogbouw, zoals nu gebeurt in de buurt van het Oostendse Oosterstrand. Het is de enige economische oplossing om de duinstranden enigszins te behouden. De 2500 appartementen die men nu op het Oosterstrand bouwt zouden, uitgesmeerd over dijkappartementsblokken van 8 verdiepingen alweer 2 tot 3 kilometer strand innemen. Maar ik geloof niet dat het op het Oosterstrand ooit zo druk en gezellig wordt als op bijvoorbeeld op het Oostendse Groot Strand.
** Zo vind ik dat een programma als The Masked Singer niet zou mogen bestaan, al moet ik niet kijken, en vindt Geraard Goossens dat een dionysisch evenement als Tomorrowland verboden zou moeten worden, al is er niemand die hem verplicht om er naartoe te gaan
Ik ben geen strandmens, maar ken natuurlijk wel stranden, Nederland, Denemarken, Belgie, Cote d'Azur, en andere. Wat toch opvalt aan de Belgische kust: veel bebouwing en niet fraai.
BeantwoordenVerwijderenHet zou wat minder en fraaier kunnen geweest zijn.
Niet dat men het nu moet afbreken, maar meer bijbouwen ook niet. En als iets moet afgebroken worden, doen, en niet zomaar terug opbouwen zonder eens goed te overwegen wat beter kan.
Nee, bijbouwen, dat gaat in tegen mijn neiging tot compromis. De Nederlandse kust is zeker mooier, maar voor veel typische strandtoeristen minder aantrekkelijk dan de onze.
VerwijderenAls men nog zal bijbouwen, zal het in de stijl van het Oosterstrand zijn. Ook een vorm van compromis.
Je bedoelt waarschijnlijk de Vlaamse kust ?
VerwijderenAbsoluut de Vlaamse kust. De Ardennen zijn Waals. De kust is Vlaams. En de Ring is niet Brussels.
VerwijderenSta me toe dat ik je met een gedicht verwelkom aan dit strand: Bredene-Duinen verwelkomt: www.youtube.com/watch?v=bTtBuPx3V0M
BeantwoordenVerwijderenIk sta aan de kant van de natuurmensen, inzoverre dat een gebouwvrij strand mij als wandelaar veel meer aanspreekt. Ik ga dan ook nooit naar de Belgische kust, wel naar Groede, waar echter de boenke-boenke-strandbars en de tiny houses stilaan ook de boel beginnen verpesten. De Ardennen dan maar, zolang de bouwgrage mens niet ontdekt heeft dat het compromis van een paar bomen tussen kasten van villa's, vakantieparken en de verscheping van hout richting China daar voor het grijpen ligt.
BeantwoordenVerwijderenDieter
Ik ben het met u eens dat er veel te veel bebouwing is aan de Vlaamse kustlijn. Meer duinen, met enkele goed uitgekozen strandontwikkelingen zou heel wat aangenamer zijn. Daar hoef je geen fanatieke natuurmens voor te zijn, louter wat fijnere smaak en kwaliteitsgevoel.
VerwijderenDe tijd staat aan uw kant, Dieter. Er komt hoe langer hoe meer gevoeligheid voor ongerepte natuur, die zich zal vertalen in politieke maatregelen. Alhoewel de natuurgevoeligheid altijd ongelijk verdeeld zal zijn. Hoe ging dat gedicht ook alweer?
VerwijderenNatuur is voor tevredenen of legen
En dan, wat is natuur nog in dit land
Een stukje bos, ter grootte van een krant
Een heuvel met wat villaatjes er tegen.
Het was altijd een hele discussie in de klas of Bloem de gering afmetingen van de stukjes bos nu betreurde of toejuichte.
dag aan zee
BeantwoordenVerwijderenplots is het land verdwenen
daar waar de zee begint
en de blik gevangen wordt
in golven die van elders komen
blauwgroen door een felle zon beschenen
een bonte massa loopt in parallelle lijnen
gevangen tussen water en het land
dat gulzig zeewind aan wil zuigen
en ook weer stil kan worden
als 's avonds ander licht gaat schijnen
wij lopen samen over zachte zanden
mijn hand op zoek naar jouw aanwezigheid
en luisteren naar fluisterstemmen
van spattend water in het koor van wind
bewust dat onze liefde niet zal stranden
Ik heb een hekel aan volle stranden, hoogbouw, grote steden, massa-evenementen zoals carnaval, muziekfestivals, interlandwedstrijden enzovoorts enzovoorts. Dus blijf ik daar weg, maar ik vind niet dat dat allemaal moet verboden of afgeschaft worden. Iedereen moet maar doen wat hem bevalt. Is dat nu zo moeilijk?
BeantwoordenVerwijderenZo is dat!
VerwijderenNaarmate de vrije ruimte ingenomen wordt, vereist het steeds grotere inspanningen om daar te zijn waar het bevalt. Zelf heb ik bijvoorbeeld nood aan rust. Als knalpotten, geluidsversterking en blaffende honden wat meer gereguleerd zouden worden, zou ik die rust misschien nog vinden in Vlaanderen. Nu vind ik die in de Ardennen. Voor mij gaat dat maar iemand die minder mobiel of welgesteld is, raakt daar niet zo gemakkelijk.
VerwijderenD.
Dit is één van de mooiste columns die u ooit geschreven hebt. Ze geeft perfect weer waarom mensen zo naar de zee hunkeren en waarom ze er dichtbij willen zijn.
BeantwoordenVerwijderenDaarbij hebben we met onze elf miljoen inwoners maar 66 km kust om diegenen te gerieven die daar nabij willen zijn. Het enig mogelijke is daarom hoogbouw.
Het stoort me daarom niet - hoewel ik zelf nooit of te nimmer in de mogelijkheid zal zijn om zo'n appartement aan de kust - laat staan zeezicht, te verwerven - dat dergelijke hoogbouw bestaat.
Het probleem situeert zich elders.
Binnen pakweg 20 jaar bevinden zich alle appartementsgebouwen aan de kust in - pakweg -30cm water. Het kan meer of minder zijn, maar de huidige strandafbraak - en regeneratie - kan hooguit nog tien jaar volgehouden worden vooraleer de zee haar rechten opeist. Dan worden de 'o zo dure' appartementen waardeloos.
Ik voeg daar meteen aan toe; Ik hoop van harte ongelijk te krijgen want ik wens het niemand toe.
De zee zal oprukken, zeggen de specialisten, wat we ook doen, maar niet over pakweg 20 jaar. Binnen honderd jaar zal van de huidige appartementsblokken aan zee niet veel overblijven.
Verwijderen