(1).
Ik kreeg enige tijd geleden het verwijt dat ik vaak N-VA-kopstukken ‘verdedig’. Nou ja, dat zal wel eens voorgevallen zijn, vooral toen N-VA in de federale regering zat, maar ik ga dat niet als hoofd- of bijberoep gaan doen. Ik ga Zuhal Demir niet verdedigen met haar stikstofnormen, noch Peter De Roover met zijn eis voor renteverhoging op spaarboekjes, noch Ben Weyts met zijn loonbonus voor leraren, noch Bart De Wever met zijn uitspraken over Vlaams Belang. Ik weet niets af van stikstof of landbouw, begrijp van monetaire kwesties alleen dat ze erg moeilijk zijn, ben geen voorstander van de loonbonus, en heb Bart De Wever niet nodig om te weten onder welke voorwaarden Vlaams Belang wel of niet kan deelnemen aan een regering.
(2).
Iets anders. Soms lees ik ergens in een krant of op FB dat een N-VA-kopstuk ‘gelogen heeft’. Daar schrik ik van op. Ik ben een N-VA-stemmertje en ik wil niet dat mijn kopstukken liegen. Ik ga dat dan uitzoeken en stel meestal vast dat het naar mijn maatstaven met dat liegen nogal meevalt. Als ik voldoende inspiratie heb, schrijf ik er zelfs een stukje over. Dat is niet genoeg om iemand die daar anders over denkt te overtuigen, maar waarom zou ik dat zo nodig willen? Vaak gaat het in zulke kwesties over proporties, nuances en interpretaties en daarover kun je moeilijk discussiëren.
(3).
Of nog. Ik las ergens het verwijt dat Bart De Wever aandrong op het opstellen van een canon van Vlaanderen, maar dat hij vroeger ‘toen hij nog in de oppositie zat,’ zich had uitgesproken tegen de ‘canonisering van de geschiedenis’. Ha, denk ik meteen, dat zijn twee heel verschillende zaken. Ik maak daar een snelle notitie van. Misschien zit in dat onderscheid tussen ‘canon’ en ‘canonisering’ een stukje in. Misschien ook niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten