Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

woensdag 20 november 2024

Over mijn braafheid, en andere kortjes


Ik ben braaf
      Alhoewel ik in mijn stukjes soms stekelig ben, probeer ik altijd zo braaf mogelijk te antwoorden op de tegenwerpingen die erop volgen. Ik doe dat meestal ook als die tegenwerpingen onzinnig zijn, beledigingen bevatten, bewijzen dat mijn oorspronkelijke stukje slecht gelezen werd, of - en dat is het belangrijkste - naar mijn smaak getuigen van twistzieke kwade wil. Maar als die vier voorwaarden - alweer naar mijn smaak - verenigd zijn, dan overvalt mij een zekere moedeloosheid. Onder die voorwaarden een misverstand rechtzetten zou een veel te lang en moeizaaam antwoord noodzakelijk maken, en het zou boter aan de galg zijn. Ik zwijg dan liever.

Daklozen in de vrieskou
     Waar kunnen daklozen – vaak migranten – in Brussel terecht? Een deel van hen wordt aan een woning geholpen door de humanitaire organisaties. Daarnaast voorziet Samusocial 1030 plaatsen voor noodhulp. Mensen kunnen daarvoor naar een gratis 0800-nummer bellen. ‘Maar ook daar moeten we steeds meer mensen weigeren,’ zegt de opvangorganisatie. Wat moet ik mij voorstellen bij die 1030 ‘plaatsen’? En bestaat er nog een vangnet dááronder? Zijn er verwarmde zalen met veldbedden en toiletten waar men terecht kan no questions asked? Wat mij betreft zouden die zalen zelfs een asiel-status moeten hebben, buiten het bereik van de vreemdelingenpolitie.

Politiek dilemma
     Een van de grootste dilemma’s waar een politieke partij voor geplaatst wordt, is de keuze tussen een gematigde of een radicale opstelling. Ruben Mooijman vat het mooi samen voor de partij die nu een nieuwe voorzitter moet kiezen. 

‘Groen staat voor een dilemma. Ofwel probeert het zich als een aanvaardbare beleidspartij te handhaven. Dat vereist veel compromissen en ideologische rekbaarheid, waarvoor niet noodzakelijk een electorale beloning volgt. Ofwel kiest het voor een programma op maat van de klimaatcrisis, waarvan de noodzakelijke radicaliteit waarschijnlijk slechts een beperkte groep kiezers zal aanspreken.’

     Heel mooi verwoord, en het is aan de politici om dat varkentje te wassen. Het opinievolkje van de mainstream dan wel social media mag gerust een voorkeur uitspreken voor een van de keuzes, maar het moet die voorkeur niet proberen te verkopen als een garantie op succes bij de kiezers. Het opinievolkje heeft geen skin in the game.

De revolutie van Ludo Martens
     Filosofiestudent Felix De Backer betreurt in een opiniestuk (DS 19/11) dat de linkse partijen vandaag afstand nemen van het concept ‘revolutie’. 

De taal van het verzet werd ingeruild voor een reeks veel zachtaardiger adjectieven. Zo lezen we op de website van de PVDA dat de partij zich profileert als sociaal, rechtvaardig en ‘op mensenmaat’. Willen we de revolutionaire boodschap vinden, dan moeten we terug naar de tijden van wijlen Ludo Martens. Zijn boodschap was ondubbelzinnig revolutionair … Dat betekent niet dat de PVDA terug moet keren naar de tijden van Ludo Martens – de man verheerlijkte schaamteloos het Sovjetregime van Stalin. Desondanks lijkt het mij dat we in de evolutie van het oubollige stalinisme naar het knuffelcommunisme van de 21ste eeuw toch iets verloren zijn, namelijk de notie van antikapitalistische revolutie.

     Ik ben oud genoeg, en zat ook in het juiste milieu daarvoor, om nog toespraken van Ludo Martens te hebben meegemaakt. Laat ik daarom nog eens samenvatten wat die antikapitalistische revolutie voor Ludo Martens betekende: 

  1. een militaire staatsgreep gesteund door een belangrijke minderheid van de bevolking 
  2. een integrale staatseconomie 
  3. een dictatuur die het onmogelijk maakt om langs wettelijke of democratische weg terug te keren naar het vroegere systeem.
      Ludo Martens zou natuurlijk nooit het woord ‘staatsgreep’ gebruikt hebben, noch zou hij erkend hebben dat de voorhoede en de massa’s – de twee actoren van de revolutie – samen nog altijd een numerieke minderheid vormden. Het woord militair daarentegen gebruikte hij graag, om zich te onderscheiden van de trotskistische honden die de revolutie zagen als een  succesvolle algemene staking, met wat betogingen en romantische barricades als toegift. De revolutie zou gewapend zijn, of zou niet zijn, vond Ludo. De macht kwam uit de loop van het geweer. Ik herinner mij discussies die ik als snotaap van Amada voerde met oude leden van de kommunistische partij (KP). De belangrijke vraag was gerezen op welke manier we Lenin moesten interpreteren, want dat Lenin gelijk had, leed natuurlijk geen twijfel. Ik beweerde dat Lenin een ‘gewapende’ revolutie voorstond. De KP’ers vonden dat ik Lenin vervalste. Lenin predikte volgens hen alleen maar een ‘gewelddadige’ revolutie. Nou ja, meer kon je niet verwachten van de ‘valse KP’.
        Felix De Backer raadt links aan om het revolutionair discours weer op te nemen. 

Hoe minder links de revolutie predikt, hoe meer het vervreemd geraakt van een essentiële groep: de activisten.  Zo raakte ’s lands bekendste activiste Anuna De Wever door de jaren gedesillusioneerd door de groene partijen … Als linkse partijen echt weer straatvechters als voorzitters willen [dixit van Petra De Sutter], dan moeten ze ook de taal van de straat spreken.

     Hier is De Backer het slachtoffer van de beeldspraak. Wat is een straatvechter? Wat is de taal van de straat? De straatvechter vecht niet echt, en in de taal van de straat – de Meir in Antwerpen, de Nieuwstraat in Brussel – valt het woord revolutie erg zelden. Toen de PVDA nog de taal van de revolutie sprak bleef ze, ook zonder verwijzingen naar Stalin, electorale scores behalen die zich uitdrukten in tienden van procenten. De partij oefende wel een zekere aantrekkingskracht uit op ‘gedesillusioneerde activisten’, dat wel.

De revolutie van Gerry Adams
     Amada-PVDA maakte een streng onderscheid tussen terrorisme en gerechtvaardigd massageweld. Dat belette de partij niet om met veel belangstelling de strijd van het IRA te volgen. Ik herinner mij de enthousiaste verslagen van J.C. die gesprekken had gevoerd met de leiders van Sinn Fein.
     Mijn vrouw en ik keken laatst naar Say Nothing een televisieserie over het IRA. Het mooiste vond ik de figuur van de jonge Gerry Adams. In de eerste scène waarin hij voorkomt is er ‘gerechtvaardigd massageweld’ aan de gang voor een politiekantoor. Een piepjonge Adams, met bril, das en regenjas, staat op de laadbak van een vrachtwagen instructies te geven door een megafoon. Hij is de kalmte zelf, houdt alles scherp in de gaten, verheft zijn stem niet, en articuleert duidelijk. ‘De barricades moeten hoger! Gebruik die matras! Bakstenen, flessen en kasseien in de kratten! Bommen niet tegen de muur maar op het dak! Gebruik grote snoepbokalen voor de benzinebommen, die geven grotere vlammen!’
     Ook mooi is de scène van de eerste onderhandelingen in de jaren 70 tussen het IRA en de Britse autoriteiten. De Britten vragen wat de Ierse eisen zijn. Adams steekt van wal: ‘Er is vooreerst het statuut van onze gevangenen …’ Hij wordt grof onderbroken door de grote leider die de onmiddellijke terugtrekking eist van alle Britse troepen én excuses voor de eeuwenlange bezetting. Adams houdt onmiddellijk zijn mond. Op zijn gezicht lees je de teleurstelling af over de gemiste kans, en zijn vastberadenheid om de blinde revolutionaire gehoorzaamheid niet te doorbreken.
     Of beter: op zijn gezicht lees je niets af. Het is een illustratie van het Kulesjov-effect. In een film interpreteer je een neutraal gezicht in het licht van de voorafgaande en volgende beelden. Je schrijft de acteur gevoelens en gedachten toe – honger, lust, verdriet, enzovoort – die de kijker zelf afleidt uit de context.

18 tips om Trump te overleven.
     In De Standaard vind ik de koppen meestal slechter dan de stukken eronder. Dat komt door mijn overdreven hang naar nuances. Maar met het overgenomen opiniestuk Achttien tips om de broligarchie te overleven’ had ik de tegenovergestelde ervaring. Prachtige titel, maar de tips hielden niet veel in. Leuk zinnetje over Elon Musk die van plan is de ‘kostbare grondstoffen van Mars te plunderen’. Ik zal niet opzoeken welk woord er staat in het oorspronkelijke Engels. Dat zou de grap kunnen bederven.

Joren Vermeersch en Donald Trump
     Toen Joren Vermeersch een stuk schreef met de kop Trump herstelt meritocratie dacht ik bij mijzelf: Joren, jongen, doe dat niet. De krant zal overstelpt worden met boze reacties. ‘Meester, meester, Joren heeft Trump verdedigd.’ Wie schetst mijn verbazing – ik probeer die uitdrukking elk jaar één keer te gebruiken – wie schetst mijn verbazing dus toen ik de reactie van Gunther Van Loon las (DS 20 november). Een korte brief tjokvol argumenten, niet over Trump maar over de meritocratie, met hier en daar een polemische steek. Ik ben het met geen enkele van die argumenten eens, maar dat het argumenten zijn, dat kan ik moeilijk ontkennen.

Trump en de Vlaamse pers
      Het is best mogelijk dat de verkiezing van Trump een ramp betekent voor de Amerikaanse bevolking, voor Europa, voor Oekraïne, voor het klimaat en voor de toekomst van het politiek liberalisme. Voor mij heeft de ramp ook een persoonlijker karakter. Ik ben voor mijn informatie over Trump aangewezen op De Standaard, en de vooringenomen toon van de artikels doet mij twijfelen of ik wel een evenwichtig beeld krijg aangeboden. Wat moet ik doen? Mij verdiepen in Amerikaanse bronnen van zowel linkse als rechtse signatuur, zoals ik tien jaar geleden deed? Ik had juist gehoopt dat De Standaard dat voor mij zou doen.

Trump en de Amerikaanse pers
      Een van de somberste voorspellingen aan het adres van Trump is dat hij de persvrijheid in Amerika zal afschaffen. Ik heb in de Standaard al vaak felle maar vage waarschuwingen gelezen in dat verband. Maar de krant van 19 november brengt een groot stuk van Steven De Foer waar de zaak grondiger wordt uiteengezet. Het stuk gaat over de ‘oorlog’ van Trump tegen de mainstreammedia.
     Dat oorlog klinkt mij wat té onheilspellend. Voor mijn gemoedsrust is het dan beter dat ik in het stuk de kogels, bommen granaten en landmijnen een voor een opspoor en in een lijstje verzamel. Dan kan ik elke kogel in de hand wegen, en van elke bom het gevaar inschatten. 
     Daar gaan we. Trump  ... 

  1. heeft brieven geschreven naar The New York Times en de Washington Post waarin hij ermee dreigde enorme schadevergoeding te eisen voor de rechtbank 
  2. heeft de TV-zender CBS gedagvaard 
  3. heeft gedreigd de uitzendvergunning van de twee grootste tv-zenders, ABC en NBC, in te trekken 
  4. heeft de macht om fusies van grote mediabedrijven te verhinderen 
  5. heeft Rupert Murdoch van Fox News ‘op het matje geroepen’ omdat die occasioneel pro-Harris reclamespotjes plaatste 
  6. kan de departementen Handel en Justitie inzetten om druk uit te oefenen op de pers 
  7. legt zoals Nixon een lijst aan van vijandige journalisten
     De belangrijkste bedreiging voor de persvrijheid is volgens De Foer de aanstelling van Brendan Carr tot hoofd van de Federal Communications Commission (FCC). Ook hier, een lijstje. Carr …

  1. wordt bevoegd voor het toekennen van uitzendlicenties aan plaatselijke zenders
  2. zal zich misschien niet aan zijn bevoegdheden houden 
  3. heeft Mark Zuckerberg (Meta), Tim Cook (Apple) en Satya Nadella (Microsoft) per brief gewaarschuwd dat ze op hun platformen geen standpunten mogen censureren
  4. zal aan Elon Musk (waarschijnlijk) de toestemming geven om zijn satellieten dichter bij de aarde te laten vliegen, waardoor hij sneller internet zal kunnen aanbieden dan zijn concurrenten 
  5. zal aan Elon Musk (waarschijnlijk) een federale subsidie van 885 miljoen dollar toekennen
     Het resultaat van dit alles zou kunnen zijn dat de eigenaars van de grote media aan autocensuur gaan doen en bij de volgende verkiezingen geen anti-Republikeinse reclamespotjes meer uitzenden. Een eerste voorbeeld is dat van Jeff Bezos die als eigenaar van The Washington Post de redactie verbood om een collectieve steunbetuiging aan Harris te publiceren. Dat laatste is in elk geval waar. Ik heb de brief gelezen waarin Bezos die beslissing verantwoordde. Ik vond zijn argumentatie niet slecht.

2 opmerkingen:

  1. Welvaartskinderen zoals Anuna De Wever en Felix De Backer zouden eigenlijk eens een echt historisch werk moeten lezen over een echte revolutie om te zien waartoe gewelddadige omwentelingen leiden: chaos, gewapende strijd, burgeroorlog, terechtstellingen, massamoord, hongersnood, deportaties en andere rampen waarvan vooral weerloze en arme mensen het slachtoffer zijn. Revoluties worden dikwijls ook gevolgd door een periode van tirannie en dictatuur die decennialang kan duren en meestal ook onnoemelijk veel menselijk leed meebrengt. De PVDA/PTB zal wel wachten om “de revolutie” te prediken omdat de meeste mensen daar ook niet direct voor te vinden zijn.
    Ten tijde van Ludo Martens was AMADA nog altijd zo overtuigd van het eigen grote gelijk dat ze de technieken van de islamitische takiyya niet in overweging namen. Nu zijn ze wijzer geworden. Anders gezegd: ik denk dat de huidige communisten wolven in schaapsvacht zijn en dat ze hun succes in Wallonië vooral daaraan te danken hebben. Revolutie-adepten zoals Anuna en Felix zullen waarschijnlijk ook daar geen politiek onderdak krijgen. Maar och, de gekwelde stakkerds vinden wel een of ander comfortabel plekje in de media of de politiek om hun revolutionaire ambities waar te maken. Zo veel hoger opgeleiden hebben het hun voorgedaan!
    Groeten,
    Marcus

    BeantwoordenVerwijderen