Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn
▼
donderdag 27 augustus 2020
De meeste mensen deugen (5) - Heart of Darkness
In de godgeleerdheid bestaat een onderdeel dat ‘theodicee’ heet, en waarin verklaard wordt hoe een algoede God te rijmen valt met het kwaad in de wereld. Eenzelfde probleem stelt zich voor Bregman* die min of meer uitgaat van een algoede méns. En net zoals de godgeleerden heeft Bregman na vlijtig zoeken enkele verklaringen gevonden, zoals: de goedheid van de mens mens is verborgen onder een laag vernis; of: de goede mens wordt tot het kwade gedwongen en verleid door een boosaardige elite die de maatschappij wil omvormen naar haar beeld en gelijkenis; of: de goede mens wordt in zijn jeugd misvormd door gewelddadige videogames. Over die videogames zwijg ik verder, omdat ik er genoeg verhandelingen van leerlingen over heb gelezen.
De vernistheorie kan op twee manieren worden gebruikt. Meestal zegt men dat de mens nogal meevalt als hij omringd is door het gezellige comfort van de beschaving, en als dat comfort wegvalt in crisissituaties, dat dan duisternis van het hart wordt blootgelegd: langdurige verbouwingen die eindigen in echtelijke ruzies, buren die voedsel stelen van elkaar tijdens een hongerwinter, Mister Kurtz die in de Congo Vrijstaat een wreedaardige afgod van de inboorlingen wordt. Bregman van zijn kant verzamelt voorbeelden van het tegendeel.
Maar geen van de twee reeksen voorbeelden overtuigt mij. Ik heb nooit veel gezien in de vernistheorie. Ik zie geen reden om te denken dat wat Kurtz in Congo deed beter zijn ‘ware aard’ toonde dan wat hij daarvoor in Engeland deed, of dat de solidaire Brit tijdens de oorlog authentieker was dan de individualist van de Thatcherjaren. De ‘ware aard’ van de mens is dubbelzinnig en een crisis kan nu eens het ‘goede’, en dan weer het ‘kwade’ naar boven brengen. En bij de ene mens is er wat meer van dat goede, en bij de andere wat meer van dat kwade, voilà tout.
Dan de boosaardige elite. Het bestaan daarvan zou bijvoorbeeld de oorlogsvoering kunnen verklaren. ‘Generaals, politici en ophitsers moeten alles uit de kast trekken – geweld, dwang, nepnieuws’, schrijft Bregman, om ons zover te krijgen, want ‘oorlog zit nu eenmaal niet diep in onze natuur.’ Daar is iets van aan. Maar wie bijvoorbeeld De slaapwandelaars gelezen heeft, over de Eerste Wereldoorlog (zie ook hier), krijgt sterk de indruk dat ook de elite toen helemaal geen oorlog wilde, behalve misschien de Oostenrijkse veldmaarschalk Conrad von Hötzendorf die met militaire overwinningen indruk wilde maken op zijn minnares. In Shakespeares oorlogsstuk ‘Henry V’ willen de bisschoppen oorlog om het parlement schaakmat te zetten, willen de edelen naar het slagveld om roem te vergaren en willen de kroeglopers Pistol, Nym en Bardolph naar Frankrijk om te plunderen en te stelen.
Trouwens, wie zijn die ‘elite’ of ‘machthebbers’? Over het ontstaan van de landbouwmaatschappij zegt Bregman, naar mijn smaak wat anachronistisch, dat de ‘1 procent de 99 procent ging onderdrukken’. Als hij recentere gebeurtenissen bespreekt, haalt hij aan dat er één groep was die loog en manipuleerde, met name ‘de machthebbers. De wetenschappers en de hoofdredacteuren, de gouverneurs en de politiecommissarissen.’ Met die wetenschappers en de hoofdredacteuren erbij, komen we geheid aan meer dan 1 procent, vooral omdat Bregman elders ook nog de eigenaars van een Mercedes** en de economiestudenten vermeldt.
En de ceo’s natuurlijk. Bregman citeert ‘sommige studies’ waaruit blijkt dat ‘4 tot 8 procent van de ceo’s kan worden gediagnosticeerd met een antisociale persoonlijkheidsstoornis, vergeleken met 1 procent van de gewone bevolking’. Maar hier botsen we op ook op de grens van de verklaring. Die antisociale aanleg manifesteert zich dus maar bij ‘4 tot 8 procent’ van de ‘1 procent’. Er zijn dus 92 tot 96 procent machthebbers die niet zo bijzonder asociaal zijn.
Ik ben het met Bregman eens dat macht corrumpeert, en ik ben het ook met hem eens dat de meeste mensen nogal goedgelovig zijn. ‘The Erewhonians are a meek and long-suffering people,’ schreef Samuel Buttler, ‘easily led by the nose.’ Maar hele domeinen van het menselijk gedrag verklaren vanuit de manipulatie door 0,04 tot 0,08 procent van de bevolking, ceo’s en andere ‘machthebbers’, dat gaat mij wat ver.
Ten slotte: wat is ‘goed’ en ‘kwaad’ eigenlijk? Maar die vraag hou ik voor morgen of overmorgen, waarna ik uitgeput zal neerzijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten