|
U = universele verzameling; L = ledige verzameling; V = vluchtelingen; M = meereizenden ; T = terroristen Met dank aan Marc Vanfraechem |
Ik zou niet graag, in het kader van een
opinieonderzoek, moeten antwoorden op de vraag of er, naar mijn mening, een
verband bestaat tussen de vluchtelingenstroom uit het Midden-Oosten aan de ene
kant en de terreurdreiging in Europa aan de andere kant.
’t Is ook zo’n moeilijke vraag. Ik zag
een paar keer op de sociale media de boodschap opduiken: ‘Do you not realise
these terrorist acts are what the refugees are trying to run away from?’ Dat
is een heldere redenering. De mensen die uit het Midden-Oosten naar hier komen,
zijn op de vlucht voor het terrorisme. Ergo – dat is Latijn voor ‘dus’ – het
zijn zelf geen terroristen. Met de joden die vluchtten uit nazi-Duitsland was
het net zo: daar waren ook weinig nazi’s bij. De regel lijkt wel algemeen
toepasbaar.
Daartegenover staat dat een klein aantal uitzonderingen
op de algemene regel meteen dramatische gevolgen kan hebben. Als op een
vluchtelingenstroom van één miljoen – en dat is toch de orde van grootte waarover
we spreken – als dus op een vluchtelingenstroom van één miljoen een tiende
procent wel terreurzaaiers zijn, dan
hebben we er onmiddellijk duizend bommengordeldragers en Kalasjnikovschutters bij.
En de negenennegentig komma negen procent brave vluchtelingen die bij aankomst geen terrorist zijn, daarvan kunnen enkelen dat
later nog altijd worden. Wie weet zijn zij na
enige tijd in Europa niet meer tevreden met de manier waarop zij hier ‘worden
opgevangen’. Misschien raken ze het noorden kwijt door al die mooie vrouwen op
straat, met loshangende haren en korte rokjes. Misschien lezen ze in de kranten
of horen ze op de televisie dat ze hier ‘onvoldoende kansen krijgen’. Zowel
onvoldoende kansen krijgen als voortdurend moeten horen dat je onvoldoende
kansen krijgt, zijn geen van de twee goed voor een evenwichtig gevoelsleven. En
ten slotte: misschien gaan onze brave vluchtelingen in Molenbeek wonen, krijgen ze ongure of al te vrome vrienden en komen ze op het slechte pad.
Ja, de vraag naar het verband tussen
vluchtelingen en terrorisme is een moeilijke vraag.
Goddank hebben we onze landelijke pers om
zulke moeilijke vragen te ‘duiden’. In De Morgen van 16 november bijvoorbeeld schreven
de twee hoofdredactrices An Goovaerts en Liesbeth Imbo samen een lang hoofdartikel waar, tussen alle goede raad
aan de bewindvoerders door, een heuse parel verborgen ligt. Mijn dank gaat uit
naar Marc Vanfraechem die op Facebook de aandacht trok op het stukje dat ik
hier even woordelijk aanhaal1. Zet uw bril nu maar eens op, want het is
waarachtig de moeite waard.
“Het hele Midden-Oosten wordt
dagelijks opgeschrikt door terroristische aanslagen en oorlogsmisdaden. Honderd
procent van de vluchtelingen ontvlucht dit geweld. Terroristen die met hen
meereizen zijn geen vluchtelingen. Vluchtelingen zijn dan ook geen
terroristen.”
Is
dat niet heerlijk? Het hele
Midden-Oosten. Dat gaat dus om Bahrein, Egypte, Irak, Iran, Israël, Jemen,
Jordanië, Koeweit, Libanon, Oman, Palestina, Quatar, Saoedi-Arabië, Syrië,
Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten. En in die landen worden de inwoners
dagelijks opgeschrikt door
terroristische aanslagen en oorlogsmisdaden. Ik denk dat een krant als De
Morgen daar niet dagelijks over bericht,
en ik denk vooral dat de An en Liesbeth een beetje overdrijven om hun boodschap
duidelijk te maken: het is daar in die verre, vreemde landen niet pluis. Als je
de hyperbool erbij neemt, dan kun je hen eigenlijk niet eens ongelijk geven. En
wie zich niet kan verzoenen met hyperbolen als stijlfiguur, leest beter geen
hoofdartikels in De Morgen.
Dan het volgende zinnetje. ‘Honderd procent van de vluchtelingen
ontvlucht dit geweld.’ Kijk, dat vind
ik prijzenswaardig. Je hoort en leest zo vaak stiekeme veralgemeningen waarbij
je vanzelf de honderd-procentvraag stelt. Hollanders zijn gierig! Honderd
procent van de Hollanders? Gallië werd veroverd door Caesar! Heel Gallië?
Moslims zijn onverdraagzaam! Alle moslims? Nu krijgen we voor één keer een
veralgemening die er rond voor uitkomt. Honderd procent van de vluchtelingen?
Jawel hoor, honderd procent! Daarmee is de vraag beslecht of zich onder de
vluchtelingen ook niet een paar economische exemplaren bevinden. Neen dus.
Helemaal niemand? Helemaal niemand! Toch hadden An en Liesbeth de zaken nog scherper kunnen stellen om ook onze
laatste onzekerheden weg te nemen. Wat had je gedacht van: ‘Honderd procent van
de vluchtelingen komt naar hier om redenen die honderd procent met
oorlogsgeweld te maken hebben.’ De zin is een beetje zwaar, maar daarmee is nu
zonneklaar dat alle economische, sociale of juridische overwegingen bij dat
vluchten zijn uitgesloten.
De daaropvolgende zin van An en Liesbeth
luidt: ‘Terroristen die met hen meereizen, zijn geen vluchtelingen.’ Dat is een
aanvaardbare theoretische stelling, uitgaande van een aanvaardbare definitie
van ‘vluchteling’ (op de vlucht voor geweld) en ‘terrorist’ (op zoek naar
geweld). Maar helaas, met definities win je geen oorlog. Als je de praktische
vraag stelt: ‘Zijn er onder de vluchtelingen ook terroristen?’, dan word je met
een cirkelredenering en een kluitje in het riet gestuurd. Er zijn geen
terroristen onder de vluchtelingen, want de terroristen onder de vluchtelingen
zijn geen vluchtelingen2. Tja ... Een van de terreurzaaiers in Parijs is onder de vermoedelijk
valse naam Ahmad Almuhammad vanuit Syrië, over Griekeland, Frankrijk
binnengekomen. Ja, maar dat is geen echte
vluchteling, zeggen An en Liesbeth. ’t Is waar hoor!
Alles wat we tot hiertoe hebben opgesomd
– een overdrijving, een veralgemening,
een cirkelredenering – niets daarvan verklaart het onmiskenbare plezier dat u,
lezer, en ikzelf hebben beleefd toen we het aangehaalde stukje van An en
Liesbeth lazen. Het is het laatste zinnetje dat het geheel afmaakt. De kers op
de taart. ‘Terroristen zijn … geen vluchtelingen. Vluchtelingen zijn dan ook geen terroristen’. Het
verrukkelijke dan óók moet hier
onderscheiden worden van het minder interessante dán ook. Veronderstel dat ik
zeg: ‘Als ik met pensioen ga, haal ik mijn boekbindmateriaal weer boven. Ik zal
dán ook wat vaker de hoofdartikels in
De Morgen lezen.’ Ik heb tussen dat boekbinden en die hoofdartikels geen enkel oorzakelijk
verband gelegd. Maar wanneer ik zeg: ‘Als gepensioneerde zal ik wat vaker de
hoofdartikels in De Morgen lezen. Ik zal dan
óók een plezierige oude dag beleven,’ dan leg ik zo’n oorzakelijk verband
wel. An en Liesbeth leggen met hun dan
óók een oorzakelijk verband tussen de stelling ‘dat terroristen geen
vluchtelingen zijn’ en ‘dat vluchtelingen geen terroristen zijn’. Het is alsof
je zegt: ‘Honden zijn geen katten; katten zijn dan ook geen honden.’ ‘Journalisten zijn geen ezels; ezels zijn dan ook geen journalisten.’. ‘Rechthoeken
zijn geen vierkanten; vierkanten zijn dan
ook geen rechthoeken.’ Sommige van die mededelingen zijn juist en andere
zijn fout, maar dat heeft er allemaal niets mee te maken. Bij dat dan ook moet ik
onwillekeurig glimlachen. Telkens weer.
1 Voor een meer wiskundige benadering van
het stukje van An en Liesbeth, verwijs ik naar het Facebookbericht van de immer scherpe Marc Vanfraechem die met een keurig Venndiagram klaarheid heeft geschapen in de
materie. De 'draad' die erop volgt laat zien dat de duizelingwekkende paradoxen van An en Liesbeth de specialisten nog lange tijd hoofdbrekens zullen bezorgen.
2 Het ware overigens beter geweest als de terroristen onder de vluchtelingen geen terroristen waren geweest.