zondag 16 februari 2020

Somers en Francken gefactcheckt

     In een interview met De Zondag zegt Bart Somers iets opmerkelijks: ‘Wist u dat 37 procent van onze kinderen tot 5 jaar migratieroots hebben?’
     37 procent!?
     Enkele weken geleden had Theo Franken op het vtm-nieuws gezegd dat er 50 000 gezinsherenigingen per jaar waren. Hij werd onmiddellijk gefactcheckt op vrt-nws.  Het was allemaal niet waar en overdreven, want (1) het recht op gezinsleven wordt gegarandeerd door de Europese Verklaring van de Rechten van de Mens, want (2) een deel van die gezinsherenigingen betrof kinderen die eigenlijk hier geboren waren en want (3) in bijna de helft van de gezinsherenigingen ging het om EU-burgers. En, o ja, het aantal gezinsherenigingen in 2018 bedroeg in totaal … 53 109. Het cijfer zelf was dus correct, dat wel.
     Komt er op vrt-nws nu ook een factcheck van de ‘37 procent kinderen met vreemde roots’ van Bart Somers? Zullen we daar kunnen lezen dat het allemaal niet waar is, en erg overdreven, want (1) er staat iets in de Europese Verklaring van de Rechten van de Mens – wat weet ik niet, maar er staat vast iets, want (2) een groot deel van die 37 procent kinderen met vreemde roots is geboren met de Belgische nationaliteit en want (3) veel van de ándere kinderen die niet de Belgische nationaliteit hebben, zijn EU-burgertjes. Verder, ook belangrijk, geldt die 37 procent voor België, voor Vlaanderen of alleen voor Mechelen?
     Die factcheck van Somers zijn bewering komt er, geloof ik, niet. Factcheckers zijn niet zozeer op zoek naar feitelijke fouten als wel naar ‘schadelijke’ beweringen. Dat is in elk geval wat Maarten Schenk, factchecker bij Facebook, verklaart in Humo van 14 januari. ‘Ons criterium is: we controleren die boodschappen die schadelijk kunnen zijn.’ Dat is een heel begrijpelijk criterium. Beweringen over kabouters en de Kerstman moet je niet checken, want niemand, behalve Maarten Boudry, vindt ze schadelijk.
     Het wordt allemaal moeilijker als factcheckers zich met politieke thema’s gaan bezighouden, wat ze bijna altijd doen. Wat ‘nuttig’ is en wat ‘schadelijk’ wordt dan ingekleurd langs politieke lijntjes. Als Francken beweert dat er 50 000 gezinsherenigingen per jaar zijn, ondersteunt hij daarmee zijn wetsvoorstel om  gezinshereniging voor een bepaald soort asielzoekers te beperken. Zo’n wet zou ons land minder aantrekkelijk maken voor asielzoekers. Ik vind dat een nuttige wet, maar groen-links, dat een ruime asielpolitiek voorstaat, vindt zo
’n wet schadelijk. Op die manier worden de 50 000 gezinsherenigingen van Francken voor hen een schadelijk cijfer dat moet worden gefactcheckt.
     Maar hetzelfde groen-links zal de 37 procent van Somers niet schadelijk vinden. Somers gooit dat stevige cijfer over kinderen met vreemde roots op tafel met een heel andere bedoeling dan Francken dat doet. De boodschap van Somers luidt dat migratie niet positief of negatief is, maar een realiteit. ‘37 procent’ maakt van die realiteit een onontkoombaar gegeven*. ’t Is een realiteit waar de Oude Vlamingen zich volgens Somers moeten aan aanpassen.  En ook groen-links wil graag dat die Oude Vlamingen zich flink aanpassen. Met zo’n boodschap wordt de 37 procent een nuttig cijfer waar geen factcheckende nuances bij nodig zijn.
-
     En hoe moeten de Oude Vlamingen zich aanpassen aan nieuwkomers ‘met vreemde roots’? Johan Leman heeft enige tijd geleden veel kritiek gekregen toen hij uitlegde wat dat concreet betekende – hoe je je bijvoorbeeld als homo moest aanpassen aan een moslimomgeving in Molenbeek (zie hier). Die fout zal Somers niet maken. Concreet zijn is gevaarlijk voor een politicus. Als hij de vraag krijgt van De Zondag waarom en hoe Oude Vlamingen zich moeten aanpassen, blijft hij, zoals Polly Peachum in dat bekende liedje ‘ganz allgemein’. ‘Ik bedoel daarmee niet, zegt hij, dat Vlamingen hun manier van leven moeten aanpassen. Ik bedoel daarmee dat élke mens zich voortdurend aanpast. Toen ik vader werd, heb ik mij aangepast aan mijn nieuwe rol. Toen de sociale media opkwamen, heb ik mij als politicus aangepast aan de nieuwe realiteit. Als ik nieuwe buren krijg, dan ga ik mij ook aanpassen.’
     Wat kun je daarop antwoorden? Weinig. Toen Jan geboren werd heb ik mij ook aangepast. De sociale media zijn ook van mijn leven een niet onbelangrijk deel geworden, al ben ik geen politicus. En als ik nieuwe buren krijg, en het zijn moslimfundamentalisten, met of zonder vreemde roots, dan zal ik de banden van hun auto niet kapot steken, ook al omdat ik bang ben dat zij hetzelfde zouden doen met de mijne. Ik zal, als ze hier legaal verblijven, hun deportatie eisen noch suggereren. Dat laat ik over aan Vlaams Belangers als Sam van Rooy. Maar ik zal mij aan die nieuwe buren niet ‘aanpassen’ in een van de normale betekenissen van het woord. Ik zal mij ergeren, in stilte hopen dat hun kinderen later minder fundamentalistisch zullen zijn dan hun ouders, en ondertussen elke maatregel steunen die de neutraliteit van de staat bevestigt en uitstraalt**, en elke regeling die een dam opwerpt tegen de politieke ambities van van welke godsdienst ook, maar zeker tegen die van de islam.

* Weinig Oude Vlamingen maken zich zorgen over het aantal vreemdelingen in het algemeen, waaronder heel wat Nederlanders, Fransen en Italianen. Wel maakt men zich zorgen over de groei van de moslimgemeenschap sinds duidelijk is dat fundamentalisten binnen die gemeenschap ongeveer de helft uitmaken. Het aandeel van de moslims in ons land is nu ongeveer 6 procent, en zal nog stijgen. (Zie hier). Maar als er een strikte immigratiepolitiek komt, is er weinig kans dat die ooit stijgt tot een landelijk gemiddelde van 37 procent.

** Somers vindt het niet nodig dat de staat neutraliteit uitstraalt. Hij is voorstander van een ‘andere stroming binnen het liberalisme’. Hij vindt het jammer dat het regeerakkoord stipuleert dat religieuze tekens, zoals de hoofddoek, verboden worden aan loketten en in het onderwijs. ‘Dat is voor mij de moeilijkste passage van het regeerakkoord,’ zegt hij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten