maandag 14 februari 2022

Geen dag langer ... of een maand langer?


     Ik hoorde verleden week Alexander De Croo op het VTM-nieuws verklaren dat hij het covidpasje en andere maatregelen ‘geen dag langer wou aanhouden dan nodig was.’ Die uitspraak was in zekere zin een geruststelling. Maar ze was ook niet helemaal waar. Als De Croo het meende, had hij evengoed zijn passage op VTM kunnen gebruiken om de onmiddellijke afschaffing van het pasje  aan te kondigen, waarna Frank Vandenbroucke een paar dagen kreeg om zijn verdriet te verwerken en Annelies Verlinden om één en ander in een passend koninklijk besluit te gieten. Maar die aankondiging van onmiddellijke afschaffing kwam er niet. 

     De Croo kreeg in de studio wat moeilijke vragen voorgelegd. Kon dat pasje niet meteen weg, nu gebleken was dat je met een gepatenteerd vaccinatiebewijs even besmettelijk kon zijn als zonder? Dat was waar, gaf hij toe. Maar tussen twee ongevaccineerden op café was er altijd een grotere kans op virusoverdracht dan tussen twee gevaccineerden. Ik geef op mijn beurt toe dat dàt waar is. Maar hoevéél groter is die kans? Gaat het om procentpunten of tienden van procentpunten? Ik lees dat Pedro Facon het covid-pasje wil afschaffen begin maart. Prima. Maar zal de besmettingskans tussen twee gevaccineerden en twee ongevaccineerden op café dàn wel volledig gelijk zijn?

     De kwestie is eenvoudig. De redenen die men in het verleden voor het pasje aanhaalde – bezetting van ziekenhuis- en IZ-bedden, opdrijven van de vaccinatiegraad – hebben vandaag hun betekenis verloren. Zou De Croo dan niet beter, welja, naar Peter Mijlemans luisteren? Die schreef in Het Nieuwsblad dat het in stand houden van het CST in de kaart speelde van de antivaxers die willen ‘polariseren’. Of laten we het concreet maken. Als De Croo vandaag aankondigt dat het pasje wordt afgeschaft, hebben de mensen van het ‘vrijhheidskonvooi’ geen reden meer om naar Brussel te rijden. Dan kunnen ze een andere hoofdstad uitkiezen waar het CST wel nog geldig is en waar ze dan drukke wegen en kruispunten kunnen bezetten.

    De vraag is dus: waarom dóet De Croo dat niet – het CST onmiddellijk afschaffen? Waarom moet alles nog een maand worden uitgesteld? Is het om de gevoelens van Vandenbroucke te sparen en Verlinden een paar dagen vakantie te gunnen? Maar zo braaf en goedhartig is De Croo geloof ik niet. Hij ziet er alleen zo uit. Is het omdat Molenberghs liever ‘lagere cijfers’ ziet*? Maar zelfs Molenberghs zal moeten toegeven dat ook zonder CST de cijfers zullen blijven dalen. Is het omdat De Croo bang is van een publieke opinie die liever het CST in stand wil houden? Maar de publieke opinie is ondertussen gedraaid. Als het Vlaams Belang nu, na al die maanden van voorzichtigheid, heel hard roept tegen het CST, zegt dat meer dan gelijk welke opiniepeiling over ‘wat er leeft onder de bevolking.’

    Op de facebookpagina van Pieter Laleman vond ik een interessante verklaring. Het CST enkele weken extra aanhouden, is een goede manier om de onmacht van de politieke oppositie, en vooral van N-VA, te demonstreren. Pieter drukte zich laconisch uit, waardoor ik even moest nadenken voor ik de redenering snapte. Ze komt hierop neer. N-VA was in het algemeen een koele minnaar van het CST, maar durfde indertijd niet tegen de publieke opinie inroeien. Vandaag zou de partij wel kunnen roepen tegen het CST, maar dan wordt dat geroep een voetnoot bij het geroep van het Vlaams Belang. Van die laatste partij verwacht men dat ze roept, van de eerste verwacht men dat ze iets doet. Maar rond CST kàn ze niets doen. Het CST wórdt afgeschaft, binnen een maand, niet eerder. Je kunt het parlement en het land niet op stelten zetten om een beslissing twee weken vroeger te laten ingaan. Je moet dus lijdzaam wachten en toekijken hoe de de regeringspartijen binnen een maand de eer opstrijken. Daar valt niets tegen te beginnen.

     Naast de wantrouwige uitleg van Pieter** is er nog een andere verklaring. Die sluit aan bij de oude volkswijsheid dat haastige spoed zelden goed is. Het mag allemaal niet té snel gaan. En er is, zoals dat heet, meer. Men geeft Conner Rousseau uitgelachen toen hij in de coronacontext sprak van de burgers ‘te belonen’. Maar Rousseau gaf perfect de mentaliteit weer van alle bewindslieden. Het afschaffen van de coronamaatregelen beschouwen zij als een beloning die ze aan de bevolking uitdelen. En zo’n beloning, die kan je beter wat spreiden in de tijd, om de grootst mogelijke dankbaarheid te krijgen. Dankbaarheid is immers altijd gedeeltelijk de hoop op nieuwe beloningen. Als je alle cadeaus in een keer geeft, is de dankbaarheid snel uitgewerkt. Kijk maar naar Dudley Dursley, de verwende neef van Harry Potter. Die kreeg op zijn verjaardag 36 cadeaus ineens van zijn ouders. En was hij dankbaar? Helemaal niet. 

     Zo’n schrijnende ondankbaarheid, die wil onze premier graag vermijden. Ook al moeten we dan een dag, of liever een maand, langer wachten. 



* Ook stelt zich de vraag of het laag houden van de cijfers bij de omikronvariant geen door de omstandigheden achterhaalde aanpak is. Infectioloog Van der Hulst pleitte er onlangs voor om de besmettingen sneller te laten stijgen, zodat ze later ook weer sneller dalen, en we sneller de noodzakelijke beschermende maatregelen voor de kwetsbare groepen kunnen afschaffen.

** Als we de uitleg van Pieter volgen, moeten we geloven dat politici politieke spelletjes spelen. Zouden de logici die uitspraak bij de de ‘analytische oordelen’ rekenen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten