maandag 15 april 2024

De stemtest, en andere kortjes


Stemtest
     Bart Brinckman schrijft dat de stemtest van De Standaard van ‘pedagogisch onschatbare’ waarde blijft. Om zeker te zijn dat we die eigen lof niet zouden missen, staat de boodschap zelfs in de kop. Hij verwijst ook naar Kahneman die mensen ‘als feilbare wezens’ had getypeerd, wezens ‘die zich laten leiden door irrationele motieven, gekoppeld aan weinig zelfkennis en veel zelfoverschatting.’ Op de verkiezingen toegepast wordt dat: ‘Ja, kiezers stemmen soms onbewust, met de onderbuik, op gevoel.’ Mag ik aannemen dat Brinckman zichzelf niet bij die kiezers rekent? Dat hij van zichzelf denkt dat zijn politieke sympathieën en antipathieën rationeel bepaald zijn? En dat hij de passages bij Kahneman over het verschil tussen rationeel denken en rationaliseren wat vergeten is.
    Zelf heb ik in elk geval de nodige ervaring opgedaan met stemtesten. Ik weet ongeveer welke antwoorden ik moet invullen om uit te komen bij de partij waarop ik hoe dan ook wil stemmen.

Achterstelling van mannen
     Doctoraal onderzoeker Sybren Heyndels vindt dat mannen op een aantal terreinen ‘structureel achtergesteld’ zijn. Zijn belangrijste voorbeeld is het onderwijs, waarvan de spelregels – discipline, stilzitten, zwijgen – beter passen bij de mentaliteit van meisjes dan die van jongens. Als gewezen leraar kan ik dat bevestigen. Maar ik zou de spelregels daarom niet veranderen, zoals ik de spelregels van de Amerikaanse basketbalcompetitie ook niet zou veranderen om blanke mannen betere kansen te bieden. Niet iedereen kan even goed zijn in alles; daarom moeten we nog niet van ‘achterstelling’ spreken.
     Ik leer ook iets nieuws, en wel over het tweejaarlijkse Global Gender Gap Report. Men onderzoekt voor dat rapport veertien variabelen en men gaat na of de uitkomst gelijk of ongelijk is voor mannen en voor vrouwen. Denk bijvoorbeeld aan de vertegenwoordiging van de twee genders in het hoger onderwijs. Als mannen en vrouwen het even goed doen, is het eenvoudig. Dan noemt men dat ‘gelijkheid’. Daarna wordt het moeilijker. Als mannen er beter afkomen dan vrouwen, noemt men dat ‘ongelijkheid’. Maar als vrouwen er beter afkomen dan mannen, noemt men dat ... ‘gelijkheid’. Heyndels noemt zoiets terecht een ‘selectieve blindheid in de methodologie’. 

Het regeringsrapport
     Ik denk er niet aan om het regeringsrapport van De Standaard te lezen. Alleen snel even controleren of Tinne Van der Straeten ‘heel goed’ gekregen heeft. Dat heeft ze.

Oorlog in Gaza
     Interessant artikel over Gaza waarin voor één keer de militaire, en niet alleen de humanitaire, kant van de zaak belicht wordt. Ik citeer: ‘Volgens het Israëlische leger zijn 13.000 terroristen gedood in Gaza. Dat kan een overschatting zijn; in elk geval is Hamas daarmee niet compleet vernietigd – vóór de oorlog werd het aantal strijders op 30.000 geschat.’

Cultuur 
   
 Een interview met theaterdirecteur Milo Rau. Ik lees alleen de vet afgedrukte quote: ‘In het neoliberale Vlaanderen speelt cultuur amper nog een rol van betekenis. In Duitsland en Oostenrijk is cultuur bijna even belangrijk als economie.’ Ik begin weg te dromen over Duitse en Oostenrijkse cultuurbudgetten die de helft van het Bruto Binnenlands Product bedragen. Maar Rau zal wel iets anders bedoelen.

Zee
     Ik doorloop altijd de stukken van de reeks Het uitzicht. Artiest Ruben Mardulier woont in Oostende. ‘Mijn appartement ligt met de rug tegen de dijk en is gericht naar het binnenland. Ik vind het eigenlijk heel aangenaam om de zee niet te zien, want zo moet ik bewust beslissen om het strand op te zoeken. Mocht het de hele tijd voor me liggen, dan zou ik minder behoefte hebben om buiten te komen.’
     Zó waar. Maar het is ook aangenaam om de hele tijd vanuit je appartement de zee wél te zien, al kom je dan inderdaad minder naar buiten. Ik los dat op door voor het minste het geringste naar de winkel te gaan.
 

Rood
     Een column van schrijver en dichter Hans Depelchin. ‘De meesten onder ons zeggen “rood” tegen “rood”, maar het is niet helemaal zeker dat iedereen dezelfde kleur ziet.’
     Inderdaad. Zien we hetzelfde rood? Toen ik twaalf was, stelde ik mij voor het eerst de vraag. Toen ik achttien was, las ik het antwoord bij Lenin (Empiriocriticisme en materialisme): rood was altijd hetzelfde want het ‘weerspiegelde’ 450 miljoen ethertrillingen per seconde. En toen ik tweeëndertig was, las ik bij Karel van het Reve dat het antwoord van Lenin niet terzake deed. Uit de column in De Standaard heb ik begrepen dat Patricia De Martelaere, Wittgenstein en Lacan het ook niet met zekerheid wisten. Ik zou het aan mijn FB-vriend Hugo Maes moeten vragen.

Makkelijk
     Een goede kop moet ertoe aanzetten om het stuk eronder te lezen, maar soms is een kop zo goed, dat je geen aandrang voelt om verder te lezen. Precies zo’n kop vond ik op de laatste bladzijde van DS 12/4: ‘Demir kan de elektriciteitsprijs makkelijk doen zakken.’ Makkelijk! Bij zo’n kop voel ik een glimlach over mijn gezicht komen. Ik word overspoeld door een golf van mildheid. Hoe leuk is het niet te overwegen dat er onbedorven mensen bestaan die zulke zaken niet alleen schrijven, maar ze ook menen. Zonder hen zou de wereld een hardere plek zijn.

Mannenstemrecht
     In mijn stukje Mannenstemrecht had ik een opiniestuk van Arthur Hendrikx op de korrel genomen. Hendrikx had voorgesteld om mannen hun stemrecht af te nemen en had daarvoor zijn redenen opgegeven. Maar misschien moesten we dat lezen als een grap, schreef een lezers. Ik geloof dat die lezeres gelijk heeft. Het artikel vermeldde twee keer dat het geen grap was, maar die bewering kan een onderdeel van de grap geweest zijn.
      De volgende vraag is dan: was het een goede grap? Jonathan Swift schreef ooit een satrisch stuk met de title A Modest Proposal for Preventing the Children of Poor People from Being a Burthen to Their Parents or Country, and for Making Them Beneficial to the Publick. In dat stuk stelde hij voor dat arme mensen in Ierland hun baby
s zouden verkopen als delicatessevlees voor de rijkelui. Dat was een goede, maar wrange grap. Het voorstel zelf was natuurlijk niet ernstig bedoeld, maar de motivering volgde wel een indrukwekkende logica, waar niets tegen in te brengen viel – als je tenminste de immorele premisse een keer had aanvaard. 
     In het stuk van Hendrikx, vond ik dat de logica wat minder indrukwekkend was.

Euthanasie
     De stukken over euthanasie, naar aanleiding van de opinie van CM-voorzitter Van Gorp, sla ik meestal over. Ik denk niet graag aan en over de dood. De collectivistische gedachte dat het leven ‘voltooid’ is wanneer men niet meer nuttig is, staat mij tegen. Lenin vond zelfmoord normaal voor een militant die geen bijdrage meer kon leveren aan de klassenstrijd. Ook de individualistische gedachte dat het leven zinloos wordt als men niet meer ten volle kan ‘genieten’ lijkt mij beperkt. Maar dat een mens zelf mag kiezen om het leven, waar hij niet om gevraagd heeft, te beëindigen, dat lijkt mij inderdaad wel het minste waar hij recht op heeft.
    Anderzijds heeft Van Gorp er de vergrijzingskosten bij gehaald. Dan wordt het moeilijker. Als men bijvoorbeeld begint met een leeftijdsgrens vast te leggen voor levensreddende ingrepen of voor dure medicijnen, dan krijgt men delicate dilemma’s op zijn bord. Je kunt die dilemma’s benaderen vanuit de relatie tussen hele generaties: hoeveel solidariteit wil de jonge, werkende bevolking opbrengen voor de oudere bevolking op rust. Je kunt die ook benaderen vanuit het gezin: hoeveel welstand willen kinderen inleveren om hun ouders of grootouders te laten overleven.
      Ten gronde kun je de kwestie misschien nog het beste individueel benaderen: hoeveel van wat men verdient in zijn werkende leven wil men opzij leggen voor een verzekering waarmee men later zo lang mogelijk van alle medische hulp te kan profiteren. In de Lotus Eater vertelt Somerset Maugham het verhaal van een hedonist die beslist heeft zijn hele bezit op te gebruiken tijdens zijn ‘goede jaren’ om dan zelfmoord te plegen als hij zestig is. Er zit iets huiveringwekkends in die premisse.

Zwarte Juliet
     Op vrtnws lees ik een artikel over een Londense theaterproductie van Romeo and Juliet met een zwarte hoofdrolspeelster. De kop boven het stuk luidt: ‘Hoop racistische reacties op zwarte actrice in nieuwe versie Romeo and Juliet in Londen.’ Er wordt één reactie geciteerd: ‘Juliet is een blanke vrouw. Waarom moet die rol nu gespeeld worden door een zwarte persoon? Blijf af van bestaande verhalen en verzin er nieuwe.’ Zo’n reactie is helemaal geen bewijs van racisme, eerder van nostalgie en van misschien overdreven respect voor de canon. Dat is ook de mening van professor Joossens die in het artikel geciteerd wordt.
     Ik heb zelf geen bezwaar tegen een zwarte Juliet – zeker niet in toneel, opera of ballet – wat nog altijd iets anders is dan in film. Als dat meisje als beste uit de audities kwam, waarom niet? Als ze de jambische pentameters maar onder de knie heeft. Maar ik vind, in tegenstelling tot professor Joossens, een zwarte actrice nu ook weer geen meerwaarde. De professor verwijst naar de evolutie in de Shakespeare-traditie. Dat Juliet vroeger door een jongen werd gespeeld. Zeker, zeker. We weten dat dankzij Shakespeare in Love met de verrukkelijke Gwyneth Paltrow, en Stage Beauty met de verrukkelijke Claire Danes.
     Maar als je het mij vraagt was het inderdaad een soort vooruitgang - als men in de kunst van vooruitgang kan spreken - toen men enkele decennia na Shakespeare eindelijk de vrouwenrollen door vrouwen liet spelen, en was het opnieuw een soort vooruitgang toen Zeffirelli en Luhrman de verliefde adolescenten van Shakespear door echte adolescenten lieten vertolken. Of toen, om een ander stuk te nemen, Oliver Parker ervoor koos om Othello door een zwarte acteur te laten spelen, en niet door een geschminkte blanke. Allemaal artistieke winst. Maar een zwarte Juliet betekent voor mij artistiek winst noch verlies. 

4 opmerkingen:

  1. Het grootste probleem met de stemtest is dat sommige vragen peilen naar je tevredenheid met een bepaalde maatregel. Als je vindt dat die maatregel veel te ver gaat, ben je tegen. Als je vindt dat die niet ver genoeg gaat, ook. Verder is politiek altijd een totaalpakket: je mag nog zo voor gratis X en Y zijn, als je de begroting wil doen kloppen, moet je keuzes maken. En dan is er nog het grootste euvel aan de particratie: je weet dat de partij waarvoor je stemt compromissen zal maken maar je weet niet welke. Als ik dus in 17/26 stellingen overeenstem met Vooruit maar in de coalitie gaan net mijn stellingen op de schop, dan was ik misschien beter af met een andere partij. Bij directe democratie weeg je op de meerderheid per stelling, niet per kleur.
    Wat ik in de stemtest wel eens zou willen zien is het resultaat van een "Monte Carlo"-simulatie. Vul die 35 stellingen 1000 keer willekeurig in. Krijg je dan een gelijke distributie of komen centrumpartijen er sowieso beter uit?

    Dieter

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Citaat: "Ik weet ongeveer welke antwoorden ik moet invullen om uit te komen bij de partij waarop ik hoe dan ook wil stemmen."

    Dat weten wij allemaal. Toch is het interessant om de verschillende stemtests uit te voeren vanuit een ander optiek, namelijk wat is jouw 'eerlijke' mening over het onderwerp van een vraag (niet altijd makkelijk omdat er geen mogelijkheid voor nuance is, toch doen).

    Ik kom dan zelf bij strekking uit waarvan ik wist dat ik grosso modo in paste. Doch meer interessant, de communisten van PvdA (België) staan altijd laag, en VB staat er maar net boven. PvdA en VB hebben weliswaar verschillende beweegredenen maar staan in alle stemtests laag gerangschikt. Vond het frappant dat één stemtest ook met een commentaar kwam dat ik nooit een regeringsvorming met de PvdA zou steunen, daar ging geen enkele specifieke vraag over. Bingo, ik ben tegen elke vorm van dictatuur.

    Aanrader om die verschillende stemtests vanuit eigen opvatting te doen, niet om ergens te landen. En dan naar alle resultaten, niet enkel naar de 'winnaar'.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dat racisme-argument dat telkens terugkeert als mensen bedenkingen hebben bij een ‘historische’ figuur, in dit geval bij een zwarte Juliette, heb ik altijd vreemd gevonden.
    Ik vraag me af of, ik zeg zomaar wat, een film of theaterstuk met een zwarte hitler, een blanke Obama, Martin Luther of kunta kinte, een mannelijke madame curie zowiezo een kans maken….

    BeantwoordenVerwijderen