dinsdag 6 december 2016

Castro's drogreden

De werkkampen van UMAP zouden de homoseksuelen
heropvoeden tot nuttige burgers
      Homoseksuele mensen hadden het erg moeilijk onder Fidel Castro. Homo’s konden geen goede communisten zijn,  vond de grote leider. Ze werden verklikt bij de overheid, ze werden opgepakt bij razzia’s en ze werden opgesloten in werkkampen, de zogenaamde Unidades Militares de Ayuda a la Producción (UMAP), waar ze mishandeld werden*. Later kregen ze medische behandeling – gratis, geloof ik – om weer normaal te worden, of ze werden in quarantaine geplaatst om aidsverspreiding tegen te gaan. Dat laatste schijnt overigens gewerkt te hebben. Vanaf de jaren negentig werden ze meer en meer met rust gelaten.
     Het mooie is nu dat Castro van die vervolging later zijn spijt heeft betuigd. Het was een ‘groot onrecht’ geweest, zei hij. ‘Als iemand verantwoordelijk was, dan ben ik het … We hadden vele en verschrikkelijke problemen in die tijd, problemen van leven en dood. Ik had geen tijd om mij daarmee bezig te houden. Er was de rakkettencrisis. Ik ging helemaal op in de oorlog en in de politieke strijd.’
     Ik heb lang nagedacht over die uitspraak van Castro en heb besloten dat ze in die vorm niet valt onder mijn ‘sofisme van het ondergeschikt belang’, dat door zijn buitenlandse bewonderaars werd gebruikt. Castro geeft immers vlakaf toe dat de homoseksuelenvervolging fout was**. En hij heeft gelijk als hij zegt dat de rakettencrisis, die de wereld op de rand van een atoomoorlog bracht, een belangrijker probleem was dan die zaak met de homoseksuelen. Dat hij de rakkettencrisis zelf in het leven had geroepen, doet hier in de sfeer van de zuivere logica niet ter zake.
     Maar dan stelt zich een ander probleem. Als de grote taken van de revolutie alle tijd en energie opslorpten, waarom werd het laatste restje energie dan gebruikt om homoseksuelen op te sporen en op te sluiten? Waarom kon de grote leider dan zijn toespraken niet een klein beetje inkorten door de uitvallen tegen de homoseksuelen weg te laten? Het zou hem een paar minuutjes extra hebben opgeleverd om de ‘verschrikkelijke problemen van leven of dood’ te lijf te gaan.
     Castro doet mij hier heel in de verte een beetje denken aan een succesvolle Hitler die twintig jaar na zijn overwinning bij Stalingrad toegeeft dat hij het Jodenvraagstuk fout heeft aangepakt. ‘Als iemand verantwoordelijk was, dan ben ik het … We hadden vele en verschrikkelijke problemen in die tijd. We moesten strijd voeren op twee fronten. De Russen lieten niet af, de Engelsen wilden van geen vergelijk weten, en dan kwamen de Amerikaanse plutocraten zich ook nog eens moeien. Ik had geen tijd om mij met het lot van de Joden bezig te houden.’ Maar ondertussen verzwijgt hij dat Eichmann op zijn bevel treinen inzette om Joden naar uitroeiingskampen te vervoeren, terwijl die treinen eigenlijk broodnodig waren om troepen en oorlogsmateriaal naar het front te brengen.

*Je zou de homofobie van Castro wat milder kunnen voorstellen door erop te wijzen dat in de UMAP-kampen niet alleen homoseksuelen maar ook getuigen van Jehova, rockero’s, hippies en prostituees werden opgesloten. Dat maakt de zaak van Castro er evenwel niet beter op, vind ik.

**De fout toegeven is een goede eerste stap. Toch zijn we daarmee nog ver verwijderd van het volmaakte berouw dat de catechismus ons aanraadt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten