vrijdag 3 november 2017

Hoe schrijf ik een geweldige roman?


Ayn Rand - Romanschrijfster en filosofe van het objectivisme
     Ik weet wel dat ik binnen goed twee jaar op pensioen ga, maar in het dagelijkse leven gedraag ik mij alsof ik eeuwig zal blijven lesgeven. Ik ben nog altijd aan het dubben over het omgooien van een lessenreeks, het uitwerken van een nieuw onderwerp, het verzinnen van een nieuwe opdracht. Eergisteren was ik op de boekenbeurs en ik zag een boekje liggen van Ellen Deckwitz,  Zo word je een geweldig dichter. Ik wil helemaal geen geweldig dichter worden, maar ik dacht: in zo’n boekje zal wel altijd iets staan dat ik kan gebruiken als ik ooit mijn lessen over poëzie herwerk.
     ’t Is een aardig bundeltje met wat je een beetje oubollig ‘nuttige wenken’ kunt noemen. Zoals: schaf je een notitieboekje aan om losse invallen te noteren – geen al te chic boekje, want dan ga je de lat te hoog leggen. Noteer opvallende zinnen. Wees spaarzaam met Grote Woorden. Kijk naar je omgeving met de ogen van een filmregisseur. Dat soort ‘wenken’ dus. Er staan ook dingen bij waar ik nooit aan zou hebben gedacht. Schrijf elke morgen een aantal dingetjes neer onmiddellijk na het opstaan, als je nog niet helemaal wakker bent. Je kritische vermogen – wat Selma Lagerlöf noemde: de ijzige geest van de zelfbeschouwing – loopt je inspiratie dan niet voor de voeten.
     Af en toe haalt Ellen Deckwitz voorbeelden aan om haar aanbevelingen te verduidelijken. Ze citeert daarbij zowel beroemde gedichten uit de wereldliteratuur – weliswaar vooral Nederlandse – als gedichten van haarzelf, volgens de
rechtvaardige regel van ieder de helft: één uit de wereldliteratuur, één van haarzelf, een uit de wereldliteratuur , één van haarzelf … Door die naast-elkaarplaatsing lijken háár gedichten wat bleker dan zij eigenlijk zijn.
     Op bladzijde 59 botste ik tot mijn niet geringe verbazing op een oude bekende: de Amerikaanse schrijfster Ayn Rand (1905 - 1982)*, die te onzent heel wat minder naam heeft dan in haar thuisland. ‘Rand staat bij schrijvers bekend,’ zegt Deckwitz, ‘als een van de slechtste schrijvers ter wereld, en tegelijkertijd een aardige filosoof. En bij de filosofen als een van de slechtste filosofes ter wereld, maar een okay schrijfster.’ Dat is grappig gezegd, maar is het ook waar? Ik heb iets dergelijks over Voltaire gelezen: dat juristen hem een slechte jurist vonden maar een goed geschiedsschijver, terwijl geschiedsschrijvers – enfin, je begrijpt het wel.
     Nu ben ik er vrij zeker van dat er heel wat romanschrijvers zijn die de romans van Rand maar niks vinden. Zelf heb ik ook wel eens iets beters gelezen. En filosofen die op Rands ‘objectivisme’ neerkijken moeten er ook zijn. Ik hoorde Etienne Vermeersch op de televisie ooit zeggen dat die denkstroming door niemand in de filosofie ernstig wordt genomen. Maar dát zoeken we niet. We zoeken een filosoof of een schrijver die Rand vanuit zijn eigen vakgebied onderuithaalt maar prijst om haar verdiensten op een ander vlak.
     Zo’n filosoof bestaat: Robert Nozick (1938 - 2002). Zijn essay ‘On the Randian Argument’ is om meerdere redenen opmerkelijk. Ten eerste polemiseert hij met Rand hoewel hij het ééns is met haar conclusie, namelijk dat het kapitalisme moreel kan worden gerechtvaardigd. Zijn kritiek betreft alleen de redenering. Ten tweede gebruikt hij om Rand te bekritiseren precies die redeneerprincipes die de filosofe zo na aan het hart liggen: de Aristotelische syllogistiek. Ten derde – en daar is het mij nu om te doen – gaat zijn filosofische kritiek op Rand samen met een grote literaire waardering. ‘Ik wil hier opmerken,’ schrijft Nozick, ‘dat ik haar twee grote romans boeiend, levendig, verhelderend en inspirerend vond.’
    Ellen Deckwitz heeft ons over de respons op Ayn Rand niets voorgelogen –  wat dichters anders vaak doen.


* Rand wordt aangehaald omdat ze het boek schreef The Art of Fiction. Ze geeft daarin aan beginnende schrijvers onder andere de raad om slecht geschreven boeken te lezen. Daaruit kun je leren hoe het niet moet.

2 opmerkingen:

  1. Je hebt er één gevonden, wat haar bewering inderdaad niet geheel onwaar maakt.

    Mocht je overigens ooit gedichten op muziek willen zetten, of om het een beetje oubollig te zeggen, toondichten, dan kan ik je de site van Stanza aanbevelen. Ook de liedjes van Stanza zijn erg goed, al zouden ze verbleken mochten ze zich voortdurend nevengeschikt vinden met voortbrengsels van Raymond of Boudewijn De Groot, wat ik dan ook wijselijk heb vermeden.

    http://stanzamuziek.be/2012/09/07/hoe-schrijf-ik-een-lied-1-onderdelen-en-ontstaan/

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Eén gevonden - 't is niet zo duidelijk. Boeiend, levendig, verhelderend en inspirerend zijn niet noodzakelijk literaire categorieën. Op de draad onder mijn FB-bericht staan echter nog meer voorbeelden: Simon Gelten die de romans niks vindt en de ideeën interessant, en het voorbeeld dat hij aanhaalt van Hans Achterhuis die de ideeën veracht en de romans boeiend vindt.
      Stanza ... bedankt voor de tip. Ik heb overigens een zwak voor Lennaert Nijgh - Boudewijn De Groot en Raymond van het Groenewoud.

      Verwijderen