zaterdag 31 oktober 2015

Muziek bij het eten

Saki - Meester van de Edwardiaanse satire
Händel - Meester van de Georgiaanse barok
  Als we ergens op visite gaan, kan ik me achteraf meestal niet meer herinneren wat we gegeten hebben. Ik ben niet zoals die held bij Saki – Comus Bassington denk ik, of Clovis Sangrail – die zich geen gezichten, maar wel elk ontbijt, herinnerde. Wat ik vaak wel nog weet, is welke muziek op de achtergrond speelde: bij Filip en Katrien - Brell en Brassens, bij Karel en Hilde - de dubbelconcerten van Bach, bij Geert en Maaj - een selectie van Bachcantates en later Louis Amstrong en Stan Getz, bij Dirk, die toen nog niet getrouwd was - de Concerti Grossi van Händel.
     Je kunt voor zulke achtergrondmuziek beter niet iets vocaals nemen, vind ik, en ook geen solo-instrument. Dat kan de aandacht afleiden van het tafelgesprek. Concerti grossi zijn het beste, en liefst, zoals bij Dirk, die van Händel. Die van Vivaldi zijn natuurlijk ook fijn, en er is zeker niets mis met de Brandenburgse, maar je denkt toch telkens weer: aha Vivaldi, aha de Brandenburgse. Met Händel heb ik dat niet. Zijn concerti grossi zijn zo onopvallend, zo discreet - onpersoonlijk bijna. Ze dringen zich niet op. Je begroet ze vanuit de verte, zoals je een oude bekende groet, zonder de straat over te steken.

     Het mogen trouwens ook de orgelconcerten van Händel zijn. In mijn ouderlijk huis hadden we een heel beperkte platencollectie – lichte klassiek en jazz light, en dat zijn niet mijn genres. Er was maar één plaat waar ik van hield. We hadden die van een pater gekregen die soms bij ons kwam tafelen, en dan breng je een cadeautje mee. Om die plaat zat geen hoes – misschien had de pater de plaat zelf ooit cadeau gekregen en was hij de hoes later kwijtgeraakt. Maar op die plaat stonden Händels orgelconcerten. Ik moet die honderden keren beluisterd hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten