woensdag 1 oktober 2025

Over twee quodlibet drogredenen


 Ex falso quodlibet
     In zijn meesterwerk Het geloof der kameraden schreef Karel van het Reve iets wat ik niet goed begreep. Laat men de regel van de uitgesloten derde vallen, dan is het niet moeilijk om uitgaande van door niemand betwiste feiten te bewijzen dat Karl Marx de auteur is van het bekende treurspel Hamlet, prins of Denemarken.’ Karel, zal wel gelijk hebben, dacht ik, maar hoe dat precies zat was mij niet duidelijk.
     Veel later, toen ik in het vijfde middelbaar les gaf over drogredenen, heb ik de hele geschiedenis eens uitgezocht. Er bestond een stelregel: ex falso, quodlibet. Uit het ongerijmde kun je om het even welke conclusie trekken, ook dat ik dit stukje, dat u, lezer, aan het lezen bent, door een marsmannetje heb laten schrijven, en dat Shakespeare zijn Hamlet door Marx heeft laten schrijven. Het had iets te maken met disjunctieve uitbreidingen en disjunctieve conclusies. Als je jezelf tegensprak was*, werd logisch gezien alles mogelijk. Veronderstel dat je de volgende uitspraken allebei voor waar aanneemt:

(a)   Keerbergen ligt in Brabant
(b)   Keerbergen ligt niet in Brabant

Dan kun je volgende redenering toepassen

(c)   Keerbergen ligt in Brabant óf Karl Marx is de auteur van Hamlet
(d)   Keerbergen ligt niet in Brabant
(e)   Dus Karl Marx is de auteur van Hamlet.

     De bewering (c) is in zijn geheel waar omdat het eerste deel waar is – Keerbergen ligt inderdaad in Brabant. Het volstaat dat het eerste deel (voor de óf ) waar is. Zo is ook de  de bewering 2+2=5 óf 2+2=4 waar, omdat dit keer het tweede deel (na de óf) waar is. Ook bewering (d) is waar – dat Keerbergen niet in Brabant ligt –, omdat we dat nu eenmaal zo aangenomen hebben. Dan volgt de logische conclusie.
      Men kan gemakkelijk inzien dat de redenering (c)-(d)-(e) vormelijk klopt, door ze lichtjes anders in te vullen: 

(f)    Shakespeare is de auteur van Hamlet óf Marx is de auteur van Hamlet
(g)   Shakespeare is niet de auteur van Hamlet
(h)   Dus Marx is de auteur van Hamlet

     En dan moeten we natuurlijk op de hoede zijn voor slimmeriken, doorkneed in de dialectiek, die erop wijzen dat Keerbergen op de grens met de provincie Antwerpen ligt, of dat Marx in zijn jeugd wel degelijk een treurspel geschreven heeft. Dat deden geloof ik alle scholieren in zijn tijd.

Ex gravissimo quodlibet
     Nu zou ik die mooie Latijnse uitdrukking willen gebruiken voor een informele drogreden waar ikzelf graag af en toe op terugkom. Ik heb die vroeger het Sofisme van het Ondergeschikt Belang (SOB) genoemd. Maar misschien is het beter om te spreken van het Sofisme van het Allesovertreffend Belang (SAB).  Iets is zó belangrijk dat je de gebruiker van het sofisme best niet tegenspreekt en dat hij, van zijn kant, om het even wat mag beweren, eisen of van tafel schuiven. Zou ex gravissimo quodlibet correct middeleeuws Latijn zijn?
      Ik werd aan het sofisme herinnerd toen ik de oproep van Koen Bogaert en Gert Van Hecken las om de academische vrijheid te beperken. ‘Wat betekent academische vrijheid in een wereld waar genocide zich live voor onze ogen voltrekt?’ De genocide is zó belangrijk, volgens die redenering dat academische vrijheid, een begroting in evenwicht en een gezond ontbijt ervoor moeten wijken. Nog enkele voorbeelden

  • Tijdens de oorlog aten de mensen zwart brood, dus eet je spruitjes maar op
  • Als je even denkt aan de mogelijkheid van de hel, kun je maar beter alles letterlijk geloven wat er in de bijbel staat (Pascal)
  • Laten we eerst iets doen aan de invasie van illegale migranten voor we gaan zeuren over de invasie in Oekraïne
  • Mao moest eerst het probleem van de honger oplossen voor men zich in China de luxe van politieke vrijheid kon permitteren 
  • De suikeroogst moest worden binnengehaald, dus kon men die homoseksuelen best nog even in de gevangenis laten. (Cuba in de jaren 60-70).

       Het sofisme kan in principe een stukje waarheid bevatten, als er een oorzakelijk verband kan worden aangetoond. Misschien kán de oorlog in Gaza sneller worden beëindigd als Maarten Boudry het zwijgen wordt opgelegd. Maar het lijkt mij niet waarschijnlijk. Iemand die heel knap is, kan misschien een uitleg verzinnen waarom je hongersnood beter kunt bestrijden door politieke vrijheid te beknotten, maar onderzoek schijnt het tegenovergestelde uit te wijzen: hoe meer vrijheid, hoe minder hongersnood.
     Wellicht vertrekt het sofisme van de slimme menselijke reflex om keuzes maken. We hebben beperkte middelen, we kunnen niet alles tegelijk realiseren, we moeten prioriteiten vastleggen. En de manipulator speelt dan in op dat prioriteiteninstinct om kritiek te smoren of om zijn zin te krijgen. 


* Bij het maken van informele veralgemeningen kunnen we onszelf natuurlijk wel tegenspreken als vorm van nuance. België is een vrije-markteconomie / België is geen vrije-markteconomie. Dat is evenmin een echte tegenspraak als Het lage is halfvol / het glas is halfleeg. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten