zondag 20 september 2020

Een regering zonder N-VA

      Een regering zonder N-VA is voor mij een persoonlijk drama. Of misschien zou ik beter zeggen: een regering met N-VA in de oppositie is dat. Ik leg graag uit waarom, en waarom niet.
     Het is voor mij géén kwestie van beleid. Of een regering nu centrumrechts is, met N-VA, of centrumlinks, met socialisten en groenen, ze zal ongeveer hetzelfde doen: belastingen innen, ambtenaren betalen, pensioenen uitkeren, misdadigers opsluiten, migratie regelen, Europese richtlijnen toepassen, de grootte van de bubbels vastleggen … Met een centrumrechtse regering zal het beleid 2 procent opschuiven in de richting van wat ik wenselijk acht; met een centrumlinkse regering zal het 2 procent opschuiven in de tegenovergestelde richting: samen een verschil van 4 procent. La belle affaire.
     Ook is zo’n oppositie niet noodzakelijk slecht voor de partij zelf. Ik zie allerlei voordelen in een ‘afwisseling van de wacht’, wat de Fransen l’alternance noemen, en Nozick the zigzag of politics. Het is goed dat een partij af en toe aan een regering deelneemt om wat Realpolitik in de vingers te krijgen. Het is ook goed dat een partij af en toe in de oppositie zit om zich over haar eigen principes te bezinnen, te herbronnen, bij te sturen. Partijen die te lang in de regering zitten worden grijs en saai. Nu zal De Wever niet gauw grijs en saai worden, maar de laatste verkiezingscampagne van N-VA was mij te veel een variant van ‘Samen vooruit’, ‘Goed bestuur’ en ‘We hebben een ervaren gids’. Ik las de folders van Vlaams Belang liever dan die van N-VA. De inhoud van de eerste soort ergerde mij; de inhoud van de tweede soort was vaak onbestaande.
     Maar dat heeft allemaal niets met mijn persoonlijk drama te maken. Dát betreft iets anders. Ik hou namelijk niet van oppositie. Ik heb indertijd op mijn school oppositie gevoerd tegen de directie. Ik heb daar bij wijlen van genoten, maar het was toch meestal à mon corps défendant. De directrice riep mij ooit in de lerarenkamer toe: ‘Als jij in mijn plaats stond, je hield het geen twee dagen uit.’ Ze had volkomen gelijk; ze kon alleen niet weten hoevéél gelijk ze had.
     Als ik dan in de toekomst zal horen dat N-VA dit of dat of nog iets anders aan te merken heeft op de regering, zal mijn eerste gedachte altijd zijn: doe het dan zelf als je het beter kunt. De gedachte dat ze als grootste partij die kans niet heeft gekregen, zal pas daarna bij mij komen. En mijn derde gedachte zal zijn dat die kans er pas komt als ze door nieuwe stemmenwinst en stemmenterugwinst incontournable wordt; óf als ze al haar principes – sociaal-economisch én communautair én op migratievlak – tegelijk laat varen. Dan kan ik evengoed terugkeren naar de libera … 
     Nee, dat nu ook weer niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten