dinsdag 8 september 2020

Denkfouten van Bart en Matthias

  


   
Het moet niet altijd Peter Mijlemans zijn. In Het Nieuwsblad van 7 september is het Matthias Vanderaspoilden die in een hoofdartikel N-VA en Bart De Wever de les spelt. Tegen de ‘hoofdstrekking’ van het stuk – zoals Multatuli dat noemt – heb ik niet onmiddellijk veel in te brengen. Daar zou ik eens over moeten nadenken. Aan drie kleinigheden stoor ik mij wel.
     Vanderaspoilden – ik zal moeten oefenen op die naam – beschrijft de ‘passage van Bart De Wever in de tv-studio’s.’ Ik heb die ‘passage’ niet gezien, maar volgens Matthias – dat is makkelijker, gewoon Matthias – heeft De Wever gezegd dat de paars-gele regering mislukt is door sabotage en gebrek aan loyaliteit. Dat kan. Misschien heeft De Wever daarvoor ook argumenten gegeven. Matthias weerlegt De Wever door het het tegenovergestelde te beweren: dat het eveneens de fout van De Wever zelf is dat hij ‘niet mee aan de knoppen zit’. Dat kan ook. Maar Matthias geeft er in elk geval géén argumenten voor. Dat vind ik wat gemakkelijk. Of bedoelt hij met die fout dat de N-VA onvoldoende stemmen behaald heeft in 2019? Ja, dat is waar. Ik heb uit het politiek spel van de laatste 15 maanden begrepen dat N-VA, hoeveel stemmen ze ook haalt, niet in een regering komt als ze niet incontournable is.
     Matthias schrijft ook over de boosheid van De Wever. ‘Gespeelde’ boosheid, voegt hij eraan toe. Maar hoe weet Matthias dat die boosheid gespeeld was? Ik weet wel dat politiek voor een flink stuk uit theater bestaat, maar zou het niet af en toe gebeuren dat een politicus ook echt boos is? Of dat nú het geval is, weet ik niet. Maar Matthias weet dat geloof ik ook niet.
     Verder had De Wever gezegd dat er nu een majeur probleem ontstaat omdat de federale regering een andere samenstelling heeft dan de Vlaamse. Dat noemt Matthias een ‘denkfout’. Denkfout, denkfout ... Ik lees het woord de laatste tijd vaker in commentaren, en het wordt meestal verkeerd gebruikt. Dat is ook hier het geval.  De Wever zijn opmerking over het majeur probleem is misschien wel een fout, maar daarom nog geen dénkfout. ‘Een denkfout,’ schrijft Wikipedia, ‘is een foutieve gedachtegang waarbij er een fout in de logica van de redenering zit.’ Waar is hier de fout in de logica?
     Matthias veronderstelt dat een deelregering krachtig kan optreden, onafhankelijk van de federale regering. Dat is een feitelijke analyse, juist of fout. De N-VA van haar kant schat de toestand anders in: veel bevoegdheden zijn niet voldoende gesplitst*, zodat een deelregering op belangrijke gebieden niet krachtig kan optreden, en al zeker niet als ze op een andere golflengte uitzendt en ontvangt dan de federale. Ook dat is een feitelijke analyse, juist of fout. Het is echter geen dénkfout zolang De Wever consequent redeneert vanuit de analyse van zijn eigen partij, ook al kan die analyse zelf natuurlijk denkfouten bevatten.
     Matthias mag gerust het tegenovergestelde beweren van wat N-VA beweert: dat de huidige bevoegdheidsverdeling tussen deelregeringen en federale regering optimaal is bijvoorbeeld, zodat er ook bij ongelijke samenstelling geen problemen rijzen. Ook die bewering is geen dénkfout, alhoewel ze, geloof ik, toch fout is. Natuurlijk kan een deelregering in bepaalde materies, waar de bevoegdheden wél duidelijk gesplitst zijn, zoals Onderwijs, beter of slechter functioneren. En natuurlijk kan een deelregering ook in ongunstige omstandigheden er het beste van proberen te maken. Maar wijzen op die ongunstige omstandigheden en ze een majeur probleem noemen is ondertussen geen dénkfout.
     Als toemaatje. Matthias schrijft: ‘Welke partijen federaal de lijnen uitzetten, zou voor een partij die dweept met Vlaamse onafhankelijkheid geen rol mogen spelen.’ Dat is een rare kronkel. Een partij die Vlaamse onafhankelijkheid nastreeft, zou zich volgens Matthias moeten gedragen alsof die onafhankelijkheid nu al een feit is. Is dát eigenlijk geen denkfout?

* Post scriptum. In Het Nieuwsblad van 14 september, schrijft Pieter Lesaffer in een hoofdartikel iets helemaal anders dan wat Mathias een week voordien beweerde: ons federalisme is kaduuk en onafgewerktDe bevoegdheden lopen zodanig door elkaar dat de verschillende regeringen geen andere keuze hebben dan op elkaar te leunen. 


2 opmerkingen:

  1. Mooi! ja, taal is vaak te moeilijk, ook voor hoofdartikelschrijvers...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Philippe, ge zijt veel te lief en te verdraagzaam voor de loeiers van redeneerfouten in het betoog van Mathias. Ge legt zelf wel goed uit hoe fout hij zit.

    BeantwoordenVerwijderen