woensdag 8 oktober 2025

Ramsey Nasr en het vrije woord, e.a.


Om de vredesbesprekingen in Egypte niet in de weg te lopen, zal ik ook nu weer proberen mijn toon te matigen, zelf al gaat het over Israël-Palestina.

 Ramsey Nasr en het vrije woord.
     Ramsey Nasr ontving op 4 oktober de Arkprijs voor het Vrije Woord. Daar hoort een dankwoord bij. Het was voorspelbaar dat de Palestijnse auteur zijn roots zou eren en zijn haat voor de staat Israël zou uitspreken. Dat laatste brengt ons misschien niet dichter bij een oplossing, maar wie kan het hem kwalijk nemen? Wel werd ik onaangenaam getroffen door een citaat dat ik telkens weer tegenkwam op de sociale media: ‘Als het vrije woord genocide goedpraat, ben ik tegen het vrije woord.’
      Pleitte Nasr nu voor wettelijke censuur? Ik heb ondertussen het hele dankwoord gelezen, en ik weet het nog altijd niet. Nasr geeft een fragmentarisch overzicht van het Israël-Palestina conflict in het verleden en nu. Hij doet dat naar mijn smaak op een eenzijdige manier, maar daar wil ik dit keer niets over zeggen, al was het maar omdat hij de situatie veel beter kent dan ik, die nog nooit in Gaza of op de Westbank geweest ben, en die op een kaart moet zoeken waar Hebron ligt, en Akka, Jenin, Massafer Yatta en al die andere plaatsen die hij in zijn toespraak vermeldt.
     Maar ik heb een probleem met Nasrs retoriek. De prijs die hij kreeg, beloont het ‘Vrije Woord’, en nu wou de auteur denkelijk, als dank aan de inrichters van de prijs, de kwestie van het ‘vrije woord’ als motief in zijn toespraak weven. Hij verwijt de Israëlische regering dat ze zich bezondigt aan leugens, framing, propaganda en cultuurvernieting, en dat ze dat alles doet onder het voorwendsel van het ‘vrije woord’. Maar hier worden twee verschillende zaken met elkaar verward. Leugens, framing, propaganda … enzovoort hebben natuurlijk met woorden en taal te maken. En het is gebruikelijk dat politieke vijanden elkaar verwijten dat ze woorden en taal te misbruiken. Maar het ‘vrije woord’ is iets helemaal anders.
     De verwarring begint al bij de tweede zin van de toespraak.

Wat is het vrije woord precies? We hebben er allemaal wel een beeld bij: iets met vrijheid van meningsuiting en typisch westerse waarden, het klinkt ook een tikkeltje heldhaftig. Maar wat betekent het?

      Voor Nasr zelf is het echte vrije woord niets anders dan de taal van het ‘verzet tegen het kolonialisme.’ Maar dat is een partijdige definitie. De correcte definitie is degene waar Nasr zo licht over heen gaat – ‘iets met vrijheid van meningsuiting.’ En die definitie is bovendien veel preciezer is dan Nasr door zijn formulering laat uitschijnen. Het is het recht om élke mening te uiten – tegen het kolonialisme, vóór het kolonialisme – ook als Nasr of ik die mening verachtelijk vinden. Of nog preciezer: de overheid (en sommige andere autoriteiten) mogen meningen niet verbieden. Interdit d’interdire. Zo mag de overheid Nasr niet verbieden om de Israëlische bombardementen en beschietingen ‘genocide’ te noemen, mag dezelfde overheid mij niet verbieden om die bombardementen en beschietingen géén genocide te noemen, en mag alweer dezelfde overheid Nasr niet verbieden om mij daarom medeplichtig aan genocide te verklaren. Enzovoort.
      We moeten in onze eigen landen vasthouden aan het vrije woord, zodat Nasr en ik kunnen zeggen wat we willen. Het zou een goede zaak zou zijn als het principe ook in Israël behouden blijft. En mocht er een Palestijnse staat komen, dan moeten we hopen dat er ook daar plaats voor is. 

De flotilla en de Spaanse Burgeroorlog.
     Gwendolyn Rutten zei op De Afspraak dat ze een ‘raar gevoel had bij activisten zoals Greta Thunberg die elke keer voor iets anders op straat komen.’ Het leek voor haar op ‘professioneel activisme’. Anderen zullen denken aan mensen die de ene hobby voor een andere inruilen.
      Dat rare gevoel is niet helemaal gerechtvaardigd. Activisten kunnen best oprecht door verschillende thema’s gegrepen worden. Het wordt alleen wat moeilijk als het de boegbeelden van een beweging zijn die zich omscholen, en die hun krediet van de ene rekening op de andere overschrijven, terwijl die eerste rekening nog lang niet afgesloten is. Het is alsof Jane Goodall midden de jaren zestig haar chimpansees in de steek had gelaten om voorzitster te worden van het Vietnam-tribunaal.
     Van de schrijfster Lillian Hellman zei regisseur Fred Zinneman dat ze in haar gedachten de helft van de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) voor haar rekening nam. De andere helft was voor Hemingway. Met Greta Thunberg heb ik dat ook een beetje, al wil ik de helft best tot enkele procenten terugbrengen. ‘I’m not the story,’ zegt ze bescheiden, nadat ze heeft verteld over de manier waarop ze behandeld werd in een Israëlische gevangenis*. Maar bescheiden of niet, ze moet ondertussen toch ook weten hoe de media werken.
     Trouwens, die hele flotilla waarmee Thunberg en haar strijdmakkers naar Gaza voeren, doet mij op zich ook al denken aan de Spaanse Burgeroorlog en aan de Internationale Brigades. Generaal Franco was druk doende om met zijn opstandig leger een rechtse dictatuur te vestigen, en linkse activisten van het hele Westen trokken naar Spanje om de Republikeinse regering te steunen, zoals de westerse activisten van nu in boten en bootjes naar Gaza trokken.
      Er is echter een verschil. De flotilla-actie was van symbolische aard, terwijl de activisten van de Internationale Brigades zich indertijd aanmeldden om mee te vechten in het leger. Om de vergelijking van de flotilla en de Internationale Brigades volledig te maken zouden Thunberg en Co zich moeten aanmelden bij Hamas om vanuit huizen, hospitalen en scholen op Israëlische soldaten te schieten. Thunberg en Co doen dat niet, misschien omdat ze niet durven, misschien omdat ze daarvoor te pacifistisch zijn, maar hoogstwaarschijnlijk ook omdat ze deep down wel weten dat Hamas een organisatie van schurken is die mee verantwoordelijk is voor het leed van de Palestijnse bevolking.

* Gelukkig was de gevangenis waar Thunberg werd opgesloten geen van het Franco-type.

Anti-israëlisme
     Bij de pro-Palestijnse activist Ludo De Witte vond ik een interessant woord dat ik niet kende: anti-Israëlisme.

De aanslag op een synagoge in Manchester is allicht geen antisemitische misdaad, maar een misdaad die vooral is ingegeven door wat Pascal Boniface ‘anti-Israëlisme’ noemt. Anti-Israëlisme: de agressie richt zich niet tegen Joden omdat ze Jood zijn, maar tegen Joden omdat ze met de Israëlische staat worden geïdentificeerd … Het zijn niet-gepolitiseerde mensen die zulke daden plegen … In werkelijkheid is antisemitisme een volkomen marginaal fenomeen. Het zondebok-principe dat in de periode voor de Tweede Wereldoorlog van de Joden de bron van alle kwaad maakte (antisemitisme) is vandaag vervangen door islamofobie: moslims als bron van alle kwaad.

     Voor wat De Witte en Boniface ‘anti-Israëlisme’ noemen, heb ikzelf ooit het begrip ‘emotioneel antisemitisme’ gebruikt*. ‘Politiek-emotioneel antisemitisme’ zou misschien nog beter zijn. Zowel het begrip van De Witte als dat van mij houdt in dat de haat zich in een eerste fase richt tegen de staat Israël. De vraag is hoe die haat daarna evolueert.
     Kijk, volgens De Witte hebben anti-Israëlisme – zelfs als het zich manifesteert door aanslagen op synagoges – niets met antisemitisme te maken. Dat ligt nochtans, geloof ik, psychologisch veel complexer. Wie zich laat meeslepen door haat tegen Israël kan makkelijk ten prooi vallen aan racistische haat tegen de Joden. Of dat effectief op grote schaal gebeurt, is iets wat moet worden onderzocht door sociologen. Mijn vermoeden is dat veel Palestijnen ter plekke en in het buitenland dat onderscheid tussen haat tegen de Joodse staat en haat tegen de Joden niét maken of nooit gemaakt hebben en dat het antisemitisme in die middens helemaal geen ‘volkomen marginaal fenomeen’ zijn. Onder de ‘gepolitiseerde’ buitenlandse Palestina-sympathisanten is dat wellicht anders.
     De Witte brengt in een adem de ‘islamofobie’ ter sprake, die hij meteen verkeerd definieert: ‘moslims als bron van alle kwaad.’ Wie wil mag mij gerust islamofoob noemen. Dat betekent dat ik niet hoog oploop met openbaringsreligies, dat ik van de drie ‘godsdiensten van het Boek’ de islam de minst sympathieke vind, dat ik de moeizame integratie van islamitische migranten in het Westen met bezorgdheid gadeslag, en dat ik bang ben (fobie!) voor een mogelijke opkomst van het politiek islamisme. Maar ik vind dus niet dat ‘moslims de bron zijn van alle kwaad’ zijn. Wel geloof ik dat islamofoben zoals ik goed moeten oppassen dat ze geen racistische moslimhaters wórden. Zoals antizonisten moeten oppassen dat ze geen antisemieten wórden, of het nu van de politiek-emotionele of van de racistische soort is.

* Over ‘emotioneel antisemitisme’, zie hier en uitgebreider hier, in mijn polemiek tegen Brusselmans.  

Palestina-betoging
     Op de Palestina-betoging in Amsterdam waren 250.000 mensen aanwezig. Een van hen was mijn gewaardeerde FB-vriend J.S. Op zijn FB-pagina wijdt hij enkele interessante bespiegelingen aan zijn deelname: dat nuance belangrijk is, dat teveel nuance dodelijk is, dat massamanifestaties een aangenaam collectief oceaangevoel kunnen veroorzaken. Wat dat laatste betreft moet ik hem gelijk geven. Ik heb dat in mijn activistische jeugd vaak mogen ervaren en ben er sindsdien op mijn hoede voor.
    J.S. werpt, naast politieke, ook enkele filosofische vragen op, waar ik geen antwoord op heb. Hij is niet geneigd om de bloedige Hamas-raid van 7 oktober te vergeten, maar, schrijft hij, ‘hoeveel 7 oktobers passen er in een volkerenmoord? Is deze gehele kwestie uiteindelijk niet even zeer een kwestie van [slachtoffers] téllen?’ Een heel moeilijke vraag.
     Terwijl J.S. in de betoging meeliep, werd hij bang dat toeschouwers in hem een Hamas-sympathisant zouden zien. Maar dan herpakte hij zich. 

Wat een lul ben ik soms! Zal ik gaan meedelen aan een Palestijns jongetje van zeven (de leeftijd van mijn eigen zoontje) dat zijn papa, mama en zusjes levend onder het puin begraven liggen terwijl zijn been zonder verdoving zal moeten geamputeerd worden: ‘Wees blij dat je in ieder geval niet in een moslimstaat moet leven.’

     Dat is heel treffend geformuleerd. Je kunt je als verwende Westerling moeilijk het leed van de Palestijnse jongetjes voorstellen zonder in gewetensnood te komen. Maar los daarvan moeten we allemaal hopen op een Palestijnse toekomst zónder Hamas, en zonder Israëlische bezetting. De bevolking zal beter af zijn in een gematigde moslimstaat dan in een fanatieke jihadistenstaat. Je kunt jongetjes van zeven wier papa’s, mama’s en zusjes levend onder het puin begraven werden, niet verbieden om op te groeien en later de wapens op te nemen tegen de ‘Israëlische entiteit’. Zij zullen die keuze zelf moeten maken. Maar als ze voor islamisme en wraak kiezen, is de kans niet gering dat binnen 10 jaar opnieuw papa’s, mama’s en zusjes onder het puin begraven worden.
     En laten we nu maar hopen dat de vredesbesprekingen in Egypte iets opleveren. 
   

6 opmerkingen:

  1. Om vrede te krijgen, zal eerst het narratief van 'joods kolionalisme' op de schop moeten. En Hamas dient te worden uitgeschakeld, dat spreekt vanzelf.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Veel woorden nidig bkijkbaar. En cirkelredenering en sofismen. Feit is dat Israël een bezetter is, la g voor de vreselijke aanval van Hamas reeds lang idem deedt en doet en meer gijzelaars waaronder ook kinderen opsluit en ondertussen Gaza kapot bombardeert.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Zelfs al heb ik medelijden met het Palestijnse volk en de Gazanen die fel worden belaagd door Israël, is het moeilijk om zomaar mee te huppelen met de westerse scharen pro-Palestijnse activisten. Tenzij je jezelf een zuiver geweten wilt aanmatigen, en - vooral -anderen een geweten wilt schoppen. Dat R. Nasr het ' Vrije Woord ' enkel toelaat als het in zijn ideologie past, zegt veel over zijn politiek activisme. Zijn éénzijdig geweeklaag polariseert het discours door zijn anti-semitische (anti-zionistische) ondertoon. Ik ben dat gecultiveerd gevoel van opgeklopte verontwaardiging tav van de Joodse kwestie zo beu als koude pap. Het brengt ons ook geen millimeter dichter bij een oplossing in die regio. Net als de ascapade van de Thunberg - vloot : een maat voor niets. Tenzij globale publiciteit voor hun verwaande zelfbeeld. Hun acties zijn naiëf en contra-productief. Het is tegelijk grappig en tragisch dat uitgerekend de zo verguisde Trump de juiste stappen zet naar een mogelijke vrede aldaar.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Tja, als de trump-deal pakt op één of andere manier, wat gaat dan de volgende wokething of the day moete worden. Waar gaan dan al die hamaslovers hun haatpijlen moeten op richten? Eens zien of ze blijven zeuren of israël al dan niet aan het belachelijke songfestival mag meedoen.

      Verwijderen
  4. Wat maakt het nu eigenlijk uit, een anti-semiet of een anti-zionist. Voor Israël alleszins niets. Beiden willen de ondergang van deze staat.
    Wat dit Palestijns scribentje betreft: het koloniaal tijdperk kwam ten einde in 1974.
    Ha, Ludo Dewitte, nadat hij ettelijke boeken schreef om Lumumba heilig te verklaren, buigt zich nu ook over de Palestijnse kwestie. Het ziet er niet goed uit voor de Zionistische staat.

    BeantwoordenVerwijderen