zaterdag 19 augustus 2023

#MeToo in het artistieke milieu, en andere kortjes

 


#MeToo in het artistieke milieu
     Wat is het toch dat mij in de #MeToo-beweging zon ongemakkelijk gevoel geeft? Die beweging keert zich toch tegen praktijken die ik even schandelijk vind als iedereen? Ook heb ik mij er zelf nooit schuldig aan gemaakt. Ik kreeg er weliswaar niet vaak de gelegenheid toe, maar het past hoe dan ook niet bij mijn bangelijk en weinig avontuurlijk temperament.
     Ik zag laatst op Disney+ de mooie serie Fosse/Verdon, over het leven van de briljante choreograaf Bob Fosse. De serie deed onvermijdelijk denken aan Fosses eigen biografische film All That Jazz. Zowel de film als de serie zijn een mengeling van idealisering en ontluistering, maar de serie gaat een flink stuk verder in dat laatste. Fosse is twee centimeter kleiner, is kaler, is nóg narcistischer. Ook zijn – even ademhalen – toxische omgang met vrouwen wordt in fellere kleuren geschilderd. In All That Jazz gebeurt het wel eens dat hij een danseres een betere rol geeft nadat zij met hem geslapen heeft. In Fosse/Verdon zie je dat hij danseressen een betere rol afneemt nadat ze weigeren om met hem te slapen, wat naar mijn smaak een stuk erger is, ook al komt het op hetzelfde neer, want zo’n danseres geeft dan toe.     
     Nu is Fosse op veel gebieden een klootzak. Hij bedriegt zijn vrouwen en minnaressen maar eist wel dat ze hém trouw zijn. Hij verwaarloost zijn dochter. Hij eist van zijn levenspartner dat ze alles laat vallen om hem in artistieke projecten bij te staan, maar als zij hem één keer vraagt om háár bij te staan in een artistiek project, doet hij niks. Dat is allemaal walgelijk.
     En wat doet de #MeToo-beweging? Ze haalt er één van die walgelijke praktijken uit, en geeft die een apart statuut. Zoals de katholieke kerk (en de Victorianen) in de praktijk de zonden aangaande seksualiteit een apart statuut verleenden. Dat ging zover dat tot in de generatie van mijn ouders ‘immoreel’ en ‘zedeloos’ synoniem was van ‘seksueel losbandig’.

Onweerstaanbaar grappig
     Een van de belangrijkste Duitse chemici na de Tweede Wereldoorlog was Franz Patat (1906-1982).  Patat, ik vind dat onweerstaanbaar grappig. Alle woorden voor ‘aardappel’ zijn grappig, behalve ‘aardappel’*. Het Duitse ‘Kartoffel’ is grappig – words that start with a K are funnyJe kunt er ook grappige dingen mee doen. In Culturele repressie noemt Gerard Walschap zijn jonge literaire concurrenten ‘patatten die nog minder kunnen dan Jan (Cremer) en zich nog meer inbeelden. Ik moet daar harder mee lachen dan met de maniëristische scheldpartijen van Gerrit Komrij, Jeroen Brouwers, of op een wat lager niveau, Tom Lanoye.

Échte zombies
     Op Het Nieuws beschreef Stef Wouters de tranq-verslaafden in Piladelphia als échte zombies. Hij bleef het herhalen: échte zombies. Zo, zo. Zijn ze uit de dood herrezen? Kunnen ze je besmetten door te bijten? Eten ze hersenen? ‘Echt’ is een van die woorden die in een bepaalde stijl precies het tegenovergestelde betekenen van wat ze zeggen. Mijn vader is van een andere stijl. In een autobiografisch geschrift noemt hij de manier waarop vermoeide landarbeiders zich voortbewegen ‘zombie-like’. 

Onsympathieke personages
     Jef Rademakers stoort er zich aan dat zijn geliefde Gerard Reve op dezelfde hoogte wordt geplaatst als de ‘zelfingenomen’ Harry Mulish en de ‘boosaardige’ Willem-Frederik Hermans. Rademaekers zal Mulisch en Hermans wel eens ontmoet hebben of op tv zien verschijnen. Maar is het nu het privé-karakter van de auteurs, het rolletje dat ze speelden in de media, of de toon van hun boeken die Rademakers tegenstaan? Herman Jacobs, die Mulisch een paar keer geïnterviewd heeft, vond de schrijver juist heel sympathiek. Zelf vind ik ook dat er iets onsympathieks kleeft aan de romans van Mulisch en Hermans, maar wát het juist is, weet ik niet. Dat ze vaak onsympathieke karakters diepgaand beschrijven? Misschien. Jane Austen beschrijft ook onsympathieke karakters, maar ze blijft daarbij aan de oppervlakte.

Klimaatoptimisme
     In een een stukje van 10 augustus heb ik voor de grap gewezen had op een plotse opstoot van positieve, genuanceerde en optimistische
 klimaatberichten in De Standaard. Wie schetst mijn verbazing – ik wacht al jaren op de gelegenheid om die uitdrukking eens te gebruiken – wie schetst mijn verbazing dus als Karel Verhoeven amper twee dagen later een commentaar schrijft onder de titel Hoe een voorzichtige klimaatoptimist te worden. Als ik het goed begrepen heb, is het nog altijd de bedoeling van De Standaard om mij tot een klimaatbewuste burger op te voeden, maar ze willen daarvoor een andere toon aanslaan. Zelf word ik liever niet te veel opgevoed en houd ik het meest van een berichtgeving met grote cijfers en brede context. Wat ik met ‘grote cijfers’ bedoel heb ik in andere stukjes al uitgelegd**.

Klimaatoptimisme (2)
     Het weekblad Knack heeft geloof ik de nieuwe trend van klimaatoptimisme nog niet opgepikt. Een recente kop luidde: ‘We hebben onze wereld in brand gestoken.’ Dat is De Standaard oude stijl. Toen had je titels als ‘Mensheid bedreigd door onomkeerbare gevolgen klimaatverandering’ en ‘Mensheid kan zich niet herstellen’.

* Aan de grappige dialectwoorden voor aardappel heb ik vroeger al eens een ‘kortje’ gewijd. Zie hier.

** Over grote cijfers, zie o.a. mijn stukje hier.

2 opmerkingen:

  1. Ik heb zoveel sympathie voor de zaak, dat zelfs de verder gezochte aspecten van #metoo me nog nooit hebben geërgerd. Er zijn gradaties tussen wat Weinstein, Fabre en De Pauw hebben aangericht, maar wat ze gemeen hebben is dat het misbruik op elk niveau werd toegedekt en op een of andere manier passend bij het artistiek milieu.

    Ik vind "je dochter verwaarlozen" laakbaar maar niet walgelijk. Egoïsme als artiest en het principe van wederkerigheid totaal negeren, leidt niet tot mijn sympathie of vriendschap, maar ik vind het niet walgelijk. Daarentegen vind ik je macht misbruiken, in een artistieke of andere context, om je seksuele lusten te botvieren, wél walgelijk. Bij De Pauw bleef het nog beperkt tot niet geconsumeerd stalken, bij Fabre ging het al een heel stuk verder, bij Weinstein perverteerde dat in georganiseerd kindermisbruik. BDP is eerder zielig, maar de dames voelden zich toch écht niet meer veilig, Fabre zit op het niveau "walgelijk" en Weinstein op het niveau krankzinnig misdadig.

    In elk geval ben ik milder voor Fabre als hij voor de kunst een slechte vader is of een egoïstische kloot, dan voor dat andere.

    Dieter

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. 'Je dochter verwaarlozen,' klinkt niet zo walgelijk, maar kan het wel zijn als je het concreet voor de geest haalt, als je het visualiseert. Zoals in de serie die ik aanhaal. Wellicht heeft ook de manier waarop de Katholieke kerk en de Victorianen seksueel wangedrag een aparte status verleenden te maken met het automatisme om dat gedrag te visualiseren.

      Verwijderen