De armoede van Ilja Leonard Pfeijffer
Ik heb het interview in De Morgen met Ilja Leonard Pfeijffer nog niet in zijn geheel gelezen. Maar uit een aantal fragmenten heb ik begrepen dat de auteur een voorstander is van een ‘moedige, antikapitalistische visie, die een koers uitzet in de richting van nivellering van de economische gelijkheid … en van gerichte reductie van productie en consumptie.’ Een zin vooral viel mij op:
Niet armoede is de grootste bron van ongenoegen, maar armer zijn dan anderen*.
Er blijken twee soorten socialo-communisten te bestaan. Degenen die beloven dat iedereen even rijk zal zijn, behalve de 1 %. Daar behoort de PVDA dan toe. En de anderen zijn diegenen die beloven dat iedereen even arm zal zijn. Misschien is dat eerlijker. Voor zover ik kan beoordelen behoort Pfeijffer tot de tweede strekking.
Het is op zich geen lelijk ideaal: iedereen leidt een vlijtig, arbeidzaam en sober leven, zonder onnodige luxe of lintjes als versiering. Het wordt slechts verfoeilijk als men die keuze aan iederéén, en niet alleen aan kloosterlingen of kibbutzniks, wil opleggen.
De Philippisten
Weinig mensen weten dat maar er bestond in de 16de eeuw in Duitsland een godsdienstige gemeenschap die de Philippisten werden genoemd. Het waren aanhangers van Philipp Melanchton die de kerk – c’est bien le cas de le dire – in het midden probeerde te houden tussen lutheranisme, calvinisme en katholicisme.
Gaza-oorlog
Over de Gaza-oorlog schrijf ik zo weinig mogelijk, want dan staan er lezers klaar om van mij een ‘klaar en duidelijk standpunt’ te eisen. Als ik zeg dat ik in het algemeen een twee-statenoplossing voorsta en verder niet goed op de hoogte ben van Gaza in het bijzonder, en van het buitenland in het algemeen, worden ze boos. Maar ik bén niet goed op de hoogte. In een stuk van Paul Goossens (DS 13/12) lees ik het volgende:
Onmiddellijk na 7 oktober, de dag dat Hamas 1.200 Israëli’s doodde, identificeerde het AI-programma Lavender ruim 37.000 Hamas-militanten in Gaza. Ze werden allemaal een militair doelwit en de meesten zijn ondertussen definitief uitgeschakeld.
Ik heb bij zo’n informatie heel veel vragen. Wat bedoelt men met ‘de meeste’ van die 37.000 Hamas-militanten? Zijn het er 30.000? En hoe verhoudt dat aantal zich tot het totaal van 48.000 Palestijnse slachtoffers?
Is Paul Goossens een neo-luddiet?
Het luddisme was een beweging in het 19de-eeuwse Engeland die zich keerde tegen het gebruik van machines in de industrie. Men dacht dat die machines werkloosheid zouden veroorzaken. Die gedachtegang dook daarna weer op telkens als er nieuwe technologieën werden ingevoerd, zoals nu recent met AI. En wat lees ik bij Paul Goossens (DS 13/12)?
Op een moment dat zelfs de creatiefste beroepsgroepen vrezen dat AI hun plaats innemen, en er zich nieuwe, striktere regels opdringen, gebeurt precies het omgekeerde: voor Musk en de andere nieuwe farao’s moet de turbo op AI en algoritmes.
Hoe moet ik dat nu lezen, dacht ik. Ik weet dat er een ingewikkelde discussie aan de gang is over regelgeving rond AI, en ik hoop dat niemand van mij over die kwestie een ‘klaar en duidelijk standpunt’ verwacht. Ik weet daarvan, zoals van zoveel dingen, niets af. Mocht ik er drie boeken over lezen, dan zou ik nog altijd niet genoeg weten en zou ik nog altijd geen mening durven hebben of uiten.
Maar over wat Goossens hier schrijft heb ik na enig nadenken wel een mening. Eerst dacht ik nog: Goossens bedoelt iets anders. Zijn ‘striktere regels’ zijn helemaal niet bedoeld om AI af te remmen ter vrijwaring van de tewerkstelling. De man moet iets anders bedoelen. Heeft hij geen economie gestudeerd? Hij bedoelt waarschijnlijk dat AI-computers de mensheid zou kunnen uitroeien, of als batterij gebruiken voor hún energienoden. De rest van de alinea laat echter zien dat Goossens, ondanks zijn economische studies, de technologie inderdaad tegenover de werknemers plaatst, als concurrent. ‘Algoritmes stellen geen looneisen en staken nooit,’ schrijft hij.
Nu hebben we in het verleden vastgesteld dat elke nieuwe technologie netto méér werkplaatsen gecreëerd heeft dan vernietigd. De gestegen welvaart creëert nieuwe noden en diensten. En waarschijnlijk zal het ook nu weer zo gaan, al weten we dat niet zeker. Misschien valt er voor ons mensen in de toekomst echt wel minder te werken. Dan moet onze wetgeving daarop inspelen, met formules van kortere werktijden, misschien zelfs met een onvoorwaardelijk basisinkomen. Maar niet door AI af te remmen omdat ze, stel je voor, de productiviteit zou verhogen.
Opiniebijdragen en toogpraat
Een specialist die gevraagd wordt om een opinie-bijdrage te leveren probeert zich te plooien naar het genre van de column, met een mengeling van ernst en luim. Nik Naudts (DS 13/12) is ‘architect en onderzoeker’ en stoort zich aan de manier waarop in Antwerpen wordt gebouwd. ‘Wat ontbreekt is niet alleen ruimtelijk beleid, maar ook een programmatische visie.’
Maar Naudts is niet van plan om daar een taai betoog vol vakjargon rond op te bouwen. Hij smukt zijn stuk op met een uitweiding over de ‘verkleedpartijen’ van Bart De Wever: als Romeins soldaat, als Sinterklaas, enzovoort. Hij noemt het – in een column mag men zich laten gaan – ‘retrofiele volksverlakkerij’. Het voordeel van zo’n zijsprong is dat je bijval oogst bij elke lezer die zich vanwege redenen van goede smaak of politieke overtuiging ook stoort aan de verkleedpartijen van een bepaalde politicus.
Alleen moet je in een column oppassen dat je niet in toogpraat vervalt. En dat is wat onze architect doet. In plaats van zich te verkleden zou De Wever zich beter bezig houden met een fatsoenlijke programmatische visie. Hij schrijft het een heel klein beetje anders, maar daar komt het op neer. Kijk, dát kan niet. In plaats van … zouden ze beter … ademt een vulgariteit uit die men zich alleen op café, na talrijke consumpties, kan veroorloven. In een column is dat cliché ontoelaatbaar. En het helpt niet als je de letterlijke woorden nog net kunt vermijden.
Wie als beginneling twee ergernissen – verkleedpartijen, ruimtelijke ordening – in één stukje wilt samenbrengen, maakt best helemaal geen inhoudelijk brugje tussen die twee. Een geoefend polemist kan zo’n bruggetje wel maken, maar dan kleedt hij dat in zo’n superieure stijl in dat ook een pro-BDW-lezer even moet glimlachen.
De ‘irrationele’ Milei
Wat Harold Polis beweert in zijn essay’tje Het jaar van de eekhoorn (DS 14/12), is mij uit het hart gegrepen. Het dominerende cultuurmodel dat we beleven, schrijft Polis, is dat van de Duitse Romantiek. Ik vertelde ook zoiets in de klas. Eerst legde ik uit dat de Romantiek een reactie was op de Verlichting en op het neoclassicisme, dat de stroming eind 18de eeuw ontstond in vooral Duitsland, en dan eindigde ik met de vraag, na een dramatische pauze: ‘En hoelang heeft die Romantische periode geduurd?’ En na nog een dramatische pauze gaf ik het antwoord: ‘Die Romantische periode loopt door tot vandaag.’
Ik ben het met Polis ook eens over een andere kwestie, die van wat hij het ‘morele realisme’ noemt. Polis citeert de Amerikaanse historicus Christopher Lasch die over het hedendaags cultureel narcisme schreef; ik denk aan de Amerikaanse filosoof Robert Nozick die in The Examined Life de morele principes van de realiteit – het waren er acht geloof ik – zo meeslepend beschrijft.
Waar ik Polis niet kan volgen is in zijn uitweidingen. Zo schrijft hij: ‘Niemand leest nog het hoogdravende proza van Borges.’ Ik vind het proza van Borges helemaal niet hoogdravend. Goed, dat is een detail. Maar het is vooral bij de volgende zinnen dat ik mijn wenkbrauwen heel hoog optrok. Hij heeft het over Milei die met zijn honden praat over filosofie en economie.
Er zit Zuid-Amerikaanse operette in Mileis performance, maar evenzeer de diepgewortelde overtuiging dat een flinke dosis irrationaliteit oké is. Je kunt onmogelijk alles plannen. Wie het tegendeel beweert, beknot de vrijheid die noodzakelijk is om een leven op te bouwen. Murray Rothbard [Mileis leermeester] ontwikkelde een extreme afkeer van planning, omdat de bevolking dan meer zou verwachten van de overheid. Meer verwachtingen leiden tot meer ambtenaren, vergaderingen, ministeries en koffiezetapparaten. Een opgeblazen overheidsapparaat is de grootste bedreiging van de vrijheid die nodig is om welvaart op te bouwen* … Die absurde paleo-reactionaire standpunten duiken uiteraard ook op in het geraaskal van Milei.
Het anarchokapitalisme van Milei en Rothbard wordt hier – behalve in de eerste zin – correct samengevat. Polis weet waarover hij schrijft. Zijn scheldwoord ‘paleo-reactionairen’ is trouwens een mooie variant van het etiket ‘paleo-libertariërs’ waarmee die ancaps zichzelf soms omschrijven. En dan wil ik Polis nog iets toegeven. Het is zelfs mogelijk dat de voorkeur van Milei en Rothbard voor een vrije markt ontspringt uit een onbewust of onderbewust romantisch verlangen. Alles is daar mogelijk, in die krochten van de ziel.
De suggestie echter dat Rothbard – net als Milei – ‘een flinke dosis irrationaliteit oké’ zou vinden, is dan weer meer dan onrechtvaardig. Rothbard redeneert juist zenuwslopend rationeel en consequent. Van hem is de uitspraak dat hij iedereen het recht gunt op één inconsequentie, één, en niet meer dan één. Polis lijkt ervan uit te gaan dat planning van de economie bij uitstek rationeel is. Maar dat is nog zo zeker niet. Rothbard, en diens leermeester Mises, hebben heel uitgebreid geargumenteerd dat juist die planning in laatste instantie irrationeel is. Maar het is een redenering met veel tussenstappen.
Het beste lijkt mij om de controverse rond geplande of vrije economie te scheiden van de controverse rond romantisch narcisme en moreel realisme. Misschien levert een geplande economie de beste resultaten op. Of misschien doet een vrije economie het beter. Of misschien is het samengaan van de twee het beste. Zelf denk ik, zoals de meeste gematigde libertariërs, dat de vraag niet is of er gepland moet worden maar hoe er gepland moet worden. Volgens Hayek zijn er twee soorten planning. Zoals er voor hem – soit dit en passant – ook twee soorten rationaliteit bestaan. En bij het soort rationaliteit van Mises-Rothbard had hij ernstige bedenkingen.
De genuanceerde Tom Naegels
Tom Naegels verwijst in zijn laatste column (DS 13/12) naar de moordpoging op Trump. ‘Ik herinner me,’ schrijft hij, ‘dat iedereen die ik erover sprak, in de dagen erna, van mening was dat de race nu gereden was: Trump zou zeker winnen.’ Dat was in elk geval wat ik tegen mijn vrouw zei. ‘Met die foto (die met de gebalde vuist in de perfecte cadrage) kan de man niet meer verliezen.’ Een paar weken later, schrijft Naegels, was de hele moordpoging van iconische gebeurtenis verworden tot fait divers. ’t Is waar: vandaag de dag gaat het zo. ‘Er gebeurt allerlei en niets blijft bij.’
In plaats van daarover te jeremiëren als een Oud-Testamentische profeet of zich te kastijden als een flagellant, blijft Naegels er filosofisch bij. ‘Onverschilligheid is niet hetzelfde als domheid of kwaadaardigheid. Het is ook niet hetzelfde als het actieve het kan mij niet schelen.’ Mooi gezegd. Ik wou dat ik iets geschreven was dat zo slim, zo wijs, zo genuanceerd en zo sympathiek was, al staat Naegels dan in de andere hoek van de politieke boksring.
Dat is anders geloof ik met jonge, onstuimige hemelbestormers. Die vinden het verontrustend dat er in het ándere kamp belezen, sympathieke mensen bestaan. In mijn Amada-jeugd waren politieke tegenstanders ofwel dom ofwel slecht – of allebei. Het waren ‘honden’, zei Ludo Martens, ‘des fascistes délirants’. De enige tegenstanders die we ‘eerlijk’ vonden waren die die tot ‘frontvorming’ bereid waren, of waarvan je de indruk had dat je ze vroeg of laat zou kunnen overtuigen. Ik heb één uitzondering gekend, een hooggeplaatst partijlid met veel gevoel voor humor. Hij was professor aan een universiteit en in de gang waar hij zijn kantoor had was er een andere professor die het trotskisme aanhing. ‘Ah, un type formidable celui-là, sympa, intelligent, chaleureux, tout ce que vous voulez. Mais dangereux ! Après la révolution, il faudra le mettre en tôle ! Sans tarder !’
Vandaag ben ik nóg ruimdenkender geworden dan die olijke professor. Ik vind het ondertussen de gewoonste zaak ter wereld dat er mensen bestaan die op Vlaams Belang of op PVDA stemmen en die tegelijk slimmer, wijzer, belezener, genuanceerder en sympathieker zijn dan ik. Tom Naegels lijkt de acties van het Nederlandse comité Kick Out Zwarte Piet als een bijdrage aan de strijd tegen het racisme te beschouwen. Ik vind dat niet, veeleer het tegendeel. Maar ik vind het prettig dat er in de entourage van die tuttige en onverdraagzame ketterjagers van Weg-met-Zwarte-Piet iemand rondloopt die zo slim, wijs, belezen, genuanceerd en sympathiek is Naegels. Misschien lopen er daar zelfs meer dan één van rond.
* Pfeiffer refereert wellicht aan de theorie die ontwikkeld wordt in het boek The Spirit Level. Ik wijdde er ooit een voetnoot aan (zie hier). Uiteraard bestaan er ook ecologische argumenten om voor collectieve verarming te pleiten. Verder ben ik trots op mezelf dat ik in mijn commentaartje een voor de hand liggende ad hominem heb kunnen vermijden.
** Ik heb hier een stukje weggelaten uit Polis zijn samenvatting ‘Ook vrouwenrechten of de emancipatie van minderheidsgroepen zijn [volgens de anarcho-kapitalisten] verwerpelijk, omdat ze een grotere overheid vereisen.’ Dat is een andere kwestie. Het ‘dikke’, half-libertijnse libertarisme bestrijdt álle concrete vormen van onvrijheid – ook die tussen burgers onderling; het ‘dunne’ libertarisme van de anarchokapitalisten kant zich alleen tegen onvrijheid opgelegd door de staat – de rest moeten de burgers maar onder elkaar regelen.
Leonard Pfeijffer meent blijkbaar dat armoede een relatief begrip is. Waar hij dat vandaan haalt weet ik niet, maar het bewijst vooral dat hij nooit echt ervaren heeft wat echte armoede is. Echte armoede vergalt het leven volledig en leidt tot wanhoop en miserie. De zogenoemde “armoede” van de kloosterlingen is een drogbeeld: door in het klooster te gaan wisten ze dat ze konden rekenen op de solidariteit van hun broeders en zusters en dat ze altijd een dak boven hun hoofd, kleren aan hun lijf en eten in hun maag zouden hebben. Al was het maar een beetje...iets is beter dan niets. Echte arme mensen kunnen op niets rekenen, ze staan voor een muur.
BeantwoordenVerwijderenVolgens hem moet er minder geproduceerd en minder geconsumeerd worden en iemand moet die vermindering “richten”. Wie is de “richter”? Pfeijffer misschien? Of de leiding van een of andere partij? Ergens zit er een kern van waarheid in natuurlijk: er wordt veel te veel rommel geproduceerd, vooral in China, die dan aan veel te lage prijzen gekocht wordt in het voorlopig rijke Westen. Maar is dat alleen maar de schuld van het verderfelijke kapitalisme? Ik dacht vroeger dat China een communistisch land was, maar dat blijkt nu niet waar te zijn, want een beperkt deel van de bevolking wordt daar steenrijk van het ziekelijke consumptiegedrag hier en elders in West-Europa en Noord-Amerika. Misschien is Noord-Korea dan het te volgen model? Daar is alleszins geen sprake van overdreven consumptie, vrees ik.
In het Oude Testament komen ergens tussen de zestien en de twintig profeten aan het woord en dat is voldoende geweest om heel wat mensen gedurende eeuwen stof tot nadenken te verschaffen. Vandaag heeft elk medium zijn eigen stal profeten die dan “columnisten” of “opiniemakers” genoemd worden. Pfeijffer en Goossens behoren tot deze gilde waarvan de leden gekenmerkt worden door grote zelfingenomenheid en ook een zekere voorspelbaarheid. Als je een paar van hun stukjes leest, weet je al ongeveer wat ze in de toekomst gaan schrijven. Pluspunt hiervan: je spaart tijd en moeite.
Groeten,
Marcus
Uhmmmm, ik geloof dat Gaza ondertussen oude koek is. Ik geloof niet dat zich er nog velen boos maken daarover. Israel is sinds een paar maanden in overdrive geschoten en heeft na Hamas nu ook Hezbollah uitgeschakeld in een blitzkrieg waar Von Moltke en Guderian zouden jaloers op geweest zijn. Als premie daarvoor kregen ze de val van Assad cadeau. Die val is ongeveer voor 100% op het conto van Israel te schrijven, want het was Hezbollah die Assad in het zadel hield. Op een paar dagen herleidde Israel ook de militaire ijzerwinkel van Assad tot schroot. Er valt nog weinig te recupereren voor ISIS en de Suni-opstandelingen. Met het zinken van de vloot van Assad deed Israel hetzelfde als Churchill die in veertig de Vichy-vloot in de Middellandse Zee bombardeerde en kelderde. Stel je voor dat Netanyahu naar de sullige Biden had geluisterd. Nu enkel nog de atoomprojecten van Iran bombarderen en Israel zal voor vele decennia weer veilig zijn. Zoals Dan Shiftan zegt: we have to fight from to time, but for the rest we have a good life.... . Geen good life voorlopig voor de imams in Iran, die staan daar momenteel op hun sandalen te sidderen en te beven.
BeantwoordenVerwijderenHet valt op dat de linkse antisemieten heel erg stil geworden zijn. Die anti-semietjes dachten dat ze met hun gejengel en gejammer over de palestijntjes zouden opkunnen tegen de Israelische luchtmacht. Voor het gemak viert de woke-pers nu maar de val van Assad. Niemand staat blijkbaar graag aan de kant van de verliezers. Het arrestatie-bevel van het International Cangoroo Court lijkt alle dagen meer op een grap. Frankrijk en Duitsland hebben er allang de kachel mee aangestoken. Wanneer de laffe Decroo?
Beste Philippe, ik sta wellicht ook "aan de andere kant van de boksring" dan u, maar ik vind u dus ook een sympathieke, belezen tegenstander (in tegenstelling tot het reaguursel hierboven), die me soms doet twijfelen en zelfs heel af en toe van mening doet veranderen (niet te vaak hoor! Geen illusies). Blijven schrijven graag! Jeroen
BeantwoordenVerwijderen