‘Onbegrijpelijk’
In het perscommuniqué dat Tom Waes uitgaf na zijn auto-ongeluk schrijft hij – of zijn media-adviseur – dat hij met zijn drinken-en-rijden een ‘grote een onbegrijpelijke fout’ heeft gemaakt. Sommigen vinden dat een eufemisme, ik niet. Ik heb een ander probleem. Ik stoor mij aan de sluwe combinatie van het onbepaald lidwoord met het adjectief onbegrijpelijk. Hier wordt, zonder het met zoveel woorden te zeggen, gesuggereerd dat het om een unieke gebeurtenis gaat, om een eenmalige fout; dat Waes anders nooit in dronken toestand zijn auto bestuurt. ‘Onbegrijpelijk dat hij het dit keer wel deed.’
Als ik zeg: ‘Vanmorgen maakte ik een onbegrijpelijke fout toen ik mijn tanden wilde poetsen met scheerzeep’ suggereert dat dat ik die vergissing anders nooit bega. Wil ik aangeven dat het om een herhaalde fout gaat, dan moet ik het woord onbegrijpelijk helemaal anders gebruiken. ‘Het is onbegrijpelijk dat ik mij ’s morgens zo vaak vergis tussen tandpasta en scheerzeep.’ ‘Het is onbegrijpelijk dat ik na al die jaren nog steeds …’ Of in het geval Waes : ‘Het is onbegrijpelijk dat hij ondanks alle waarschuwingen en ondanks alle BOB-campagnes nog steeds…’
Waarmee ik niet wilde suggereren – maar het toch gedaan heb – dat Waes misschien ook bij andere gelegenheden zijn promille niet nauwlettend in de gaten hield. Maar dát weet ik natuurlijk niet.
Ergernis
Ik heb als een goede stoicijn mijn ergernis onder controle, ook als de media dagenlang over het ongeluk van een BV berichten en daarbij wat steken laten vallen. Eerst werd meegedeeld dat Waes moest worden gereanimeerd. Dat was een fout, maar voor mij niet een van de veelzeggende soort; het was geen bewuste fout en ook geen Fehlleistung die een of andere onderbewuste bias aan het licht bracht. Bovendien werd ze snel en grondig rechtgezet. Dan is het voor mij al lang goed. Ook werd in de media uitgebreid bericht over oldtimers, kreukelzones en botsabsorbeerders terwijl een mogelijke alcoholintoxicatie in een kort zinnetje werd afgedaan. Akkoord, maar ik vind het normaal dat de pers over die alcohol niet aan het speculeren gaat vooraleer het onderzoek is afgerond of vooraleer een gerechtelijke vervolging is ingesteld. Verder verspreidden de mainstream media filmpjes van een dronken Tom Waes nadat die filmpjes op alternatieve media waren verschenen. Zelf zou ik liever hebben dat zulke filmpjes nergens verschenen, maar ik weet niet goed hoe ik hier het belang van privacy enerzijds en recht op informatie anderzijds moet afwegen. Ik haal dus mijn schouders op.
Anderzijds gebeurt het ook dat mijn stoïcijnse temperament het laat afweten. Zo zijn er drie zaken waar ik mij met grote regelmaat aan erger: koffiekopjes zonder inkepingen aan de onderkant*, wc-deuren in cafés, restaurants en culturele centra zonder haakje aan de binnenkant om je jas aan op te hangen, en het laatste overzichtbeeld van het weerbericht op VTM dat wel de dag- en nachttemperatuur, de bewolking en de neerslag weergeeft, maar niet de windkracht.
Eigenlijk gaat het hierom. Ik vind het in de strikte zin van het woord onbegrijpelijk dat die inkepingen, haakjes en windkrachtaanduidingen ontbreken. Er is geen enkele reden voor. Ze zijn met een heel kleine inspanning recht te zetten. Waarom doet men dat niet? Chauffeurs die graag alcohol drinken en daarna toch willen rijden, dat is daarentegen perfect begrijpelijk, en die hardleerse egoïsten op betere gedachten brengen vraagt juist een heel grote inspanning en veel wijsheid. Net zoals het in evenwicht brengen van een begroting veel inspanningen en wijsheid vraagt. Er is niets onbegrijpelijks aan politici die populariteit willen verwerven door meer uit te geven dan ze aan belastingen durven heffen. Het is bijna onbegrijpelijk dat ze soms het tegenovergestelde proberen te doen.
Zuid-Korea
Ik vond het jammer dat het VTM-nieuws op 3 december uitgebreid opende met het ongeluk van Waes, en daarna dat van Remco Evenepoel, en pas op de derde plaats, veel te snel en oppervlakkig, de bijna-staatgreep in Zuid-Korea behandelde. Ik wilde wel eens weten of er waarheid zat in de beschuldiging dat de oppositiepartij gemanipuleerd werd vanuit Noord-Korea.
De dag erna las ik in de krant dat de oppositiepartij pleit voor toenadering tot Noord-Korea, voor betere betrekkingen met China, en voor een afbouw met de bevoorrechte relatie met de VS en Japan. Het kan bijna niet anders of daar is Noord-Koreaanse manipulatie mee gemoeid. Maar het lijkt mij onwaarschijnlijk dat die op zo’n grote schaal plaatsvindt dat ze het invoeren van de krijgswet zou noodzakelijk maken.
Een gewezen communist als ik denk dan aan de jaren 50. Toen heeft de Sovjet-Unie ook de linkse oppositie in de VS beïnvloed en gebruikt, maar we weten nu dat de schaal van die beïnvloeding onvoldoende reden was om het McCarthyisme en de Second Red Scare te verantwoorden. Proportie is alles.
VB en de waarden van de Islam
Ik heb in het algemeen geen bezwaar tegen suggestief of dubbelzinnig taalgebruik. Het is onvermijdelijk, in het dagelijkse leven én in het politieke debat. Ik citeerde laatst een tweet van Sam Van Rooy: ‘Ik wil de leugen uit de wereld dat VB iedereen met migratieachtergrond of andere huidskleur het land uit wil: scherper aflijnen wie kaf is, en wie koren. Het kaf: zij die de waarden van de islam in de praktijk brengen. Maar wie Vlaming is onder de Vlamingen, kan op ons rekenen.’ Ik noemde dat toen een sluwe formulering.
Dat Van Rooy mensen opdeelt in ‘kaf’ en ‘koren’ vind ik niet erg. We doen het allemaal. Wie daar zwaar aan tilt moet eens nadenken over hoe makkelijk wij allemaal het politieke speelveld in ‘kaf en koren’ opdelen, waarbij dat ‘kaf’ voor de enen het VB, voor anderen de PVDA, voor nog anderen de PS of alle trado partijen zijn.
De belangrijkste dubbelzinnigheid bij Van Rooys tweet is die aangaande de ‘waarden van de islam’. Je zou die waarden kunnen onderverdelen in 3 categorieën. In de eerste categorie bevinden zich een reeks sympathieke waarden zoals zingeving, matigheid, fatsoen en verbondenheid. Met een beetje moeite vind je die wel in de Koran, en zie je die ook in de praktijk gebracht door moslims – daarom niet door allemaal. Niemand kan er aanstoot aan nemen. Ze kunnen zorgen voor goede wil. De categorie die daar lijnrecht tegenover staat is even eenvoudig: het gewelddadige jihadisme. Ook die ‘waarde’ vind je zonder al te veel moeite terug in de Koran. Wie ze ‘in de praktijk brengt’ hoort in de gevangenis thuis. Als de jihadist geen Belgische nationaliteit heeft, wordt hij liefst ook uitgewezen.
Het moeilijkste is de tussencategorie: de waarden die verbonden zijn met sluierdracht voor vrouwen, preuts-hypocriete seksuele moraal, ongelijke status van man en vrouw, vijandige ingesteldheid tegen het Westen, sadistische dreigementen met hellestraf, aanspraak op speciale behandeling, verbod op het luisteren naar en maken van muziek, verwerpen van de evolutieleer, ijveren voor Sharia-rechtbanken. Het zijn waarschijnlijk die waarden die Van Rooy op het oog heeft.
Als die waarden ‘in de praktijk worden gebracht’ door moslims met de Belgische nationaliteit, kun je daar als beleidspartij weinig tegen doen. Er is weinig bij dat bij wet verboden is en weinig dat je bij wet kúnt verbieden. Zou Van Rooy al die zaken wél verbieden? Sommige wel, denk ik.
Je kunt en moet natuurlijk een aantal strepen in het zand trekken, over hoofddoeken achter een loket, over zwem-, muziek-, en biologielessen op school, en over de rechtspraak die seculier en neutraal moet blijven. Je kunt als vrijdenker strijden tegen het obscurantisme. Je kunt als opiniemaker aanklagen wat je achterlijk vindt. Je kunt als journalist over die kwesties kritisch berichten. Je kunt als overheid of reclamebedrijf de aandacht trekken op positieve voorbeelden van integratie of godsdienstbeleving. En je zoekt in verband met die problematische waarden een positie tussen zelfbewustzijn, strikte regels en trotse verdraagzaamheid. Wie voor zijn mentaal welzijn de voorkeur geeft aan onverschilligheid of stille minachting, zal ik geen verwijt maken. Ik zou als schooldirecteur nooit officiële halal-voeding op het menu zetten, maar ik zou de moslimkinderen ook niet verplichten varkensvlees te eten als ze dat niet lusten. Ik heb op de kostschool in Aalbeke jarenlang schapenvlees moeten eten waar ik van walgde.
Waar Van Rooy en ik het overigens eens over zouden zijn, is de noodzaak om de problemen niet verder te laten toenemen, zoals nu gebeurt door steeds nieuwe immigratie uit moslimlanden. Ook dat is een streep in het zand, maar die ligt dichter bij de afbakening van de liberale rechtstaat.
Belastingen op meerwaarde
Ik begrijp de mensen die willen dat alle inkomsten gelijk belast worden (aan een progressief tarief): lonen, bonussen, extra-legale voordelen, huurinkomsten, dividenden op aandelen … En ik begrijp dat die mensen een waardestijging van een aandeel of ander bezit – de zogenaamde meerwaarde – ook bij de inkomsten rekenen. Zij vinden dat ‘eerlijk’ en ik respecteer die mening, zonder ze daarom te delen.
Mag ik echter even op een vervelend gevolg van die meerwaardebelasting wijzen? Een collega op school vertelde mij ooit dat er voor hem twee soorten aandelen bestaan: de aandelen die een groot dividend uitkeren, maar die amper in waarde stijgen, en andere aandelen die geen groot dividend uitkeren, maar wél in waarde stijgen. Bedrijven die een bestaande technologie uitpersen als een citroen kunnen best hoge dividenden uitbetalen onder de slogan après nous le déluge. Bedrijven die een nieuwe technologie willen ontwikkelen en uitproberen kunnen in de naaste toekomst géén grote dividenden uitkeren, maar kunnen in de verder gelegen toekomst in waarde stijgen – wat dan ook een inkomst is.
Als onze economie zo dringend aan innovatie toe is als Draghi beweert, dan moet er, geloof ik, gehoopt worden dat veel mensen aandelen kopen in bedrijven die weinig dividend uitkeren, maar wel een grote meerwaarde beloven. Als ik echter weet dat die meerwaarde flink zal worden belast, waarom zou ik dan niet voor de snelle en zekere winst kiezen van het hoge dividend? Uit idealisme? Om onze economie te redden? Dan ken je mij nog niet goed.
De ambtenarenpensioen als uitgesteld loon
In De Standaard van 5 december lees ik het stuk van Wim Winckelmans over de ambtenarenlonen en pensioenen. Daaruit blijkt dat ambtenaren meer verdienen dan werknemers, maar als je er alles bijtelt van bonussen en extralegale voordelen, is het omgekeerd. Dan verdienen ambtenaren minder:
Met een loonpakket dat 91 procent bedraagt van vergelijkbare functies in de privé verdienen de ambtenaren 4 procent minder dan wat de overheidsdienst als een marktconforme verloning beschouwt … Of die 4 procent de verschillen in pensioenbedragen verantwoordt – gemiddeld 3.381 euro per maand voor een ambtenaar, gemiddeld 1.615 euro voor een werknemer – is een politieke vraag. [Het verschil tussen het werknemers- en ambtenarenpensioen bedraagt dus volgens die cijfers 1766 euro.]
Ik begrijp niet goed hoe Winckelmans met die verhouding van 91 procent tot 100 procent uitkomt op een globaal verschil van 4 procent in marktconforme verloning. Ik zou spontaan denken dat het om een verschil van 9 procent zou gaan. Winckelmans heeft ongetwijfeld gelijk, maar voor iemand die slecht is in wiskunde – ik was mijn tijd vooruit – ontbreekt hier een schakel. Ook begrijp ik niet waarom die kwestie van het uitgestelde loon een politieke vraag zou zijn. Het is in de eerste plaats een vraag voor een wiskundige of een actuaris. Ik ben geen van beide, maar doe hieronder toch een rudimentaire poging om dat uitgestelde loon te berekenen. Ik gebruik twee verschillende scenario’s.
Scenario 1
Gemiddelde leeftijd waarop een Belg op pensioen gaat: 61 jaar
Gemiddelde levensverwachting van een 61-jarige: 25 jaar
Gemiddelde duur van het beroepsleven: 35 jaar
Scenario 2
Theoretische pensioenleeftijd in de toekomst: 67 jaar
Theoretische duur van beroepsleven: 44 jaar
Toekomstige levensverwachting van 67-jarige: 20 jaar
Als ik met die cijfers aan de slag ga, dan zou in het eerste scenario het uitgestelde loon van een statutair ambtenaar 2415 euro per maand bedragen, bovenop een gemiddeld maandloon van ± 5.000 euro. Het extra voordeel tegenover het werknemerspensioen zou maandelijks 1261 euro bedragen. In het tweede scenario bedraag het uitgestelde loon van de ambtenaar 1537 euro per maand, en het extra voordeel 803 euro, wat nog altijd heel wat meer is dan de veronderstelde loonhandicap waaronder hij zou lijden. Het gaat hier uiteraard om brutobedragen**.
Ik begrijp dat ik hier af en toe appelen met citroenen heb vergeleken en met veel zaken geen rekening heb gehouden. Maar vergis ik mij van ordegrootte? Ik vind die cijfers in elk geval interessanter dan de vakbondscijfers die ik op vrt.nws vond: Leraars dreigen tot 116000 euro pensioen te verliezen ***. Verder wil ik mij in dit debat liever afzijdig houden aangezien ik belanghebbende partij ben. Mijn eigen maandelijks inkomen bestaat uit een zelfstandigen-, een werknemers- en een ambtenarenpensioen. Dat laatste is veel groter dan de eerste twee.
Alleen nog dit. Alsmen voor bepaalde sectoren extra ambtenaren wil aantrekken, leraren voor het onderwijs bijvoorbeeld, dan doet men dat beter met een direct loonvoordeel dan met de belofte van een hoog pensioen later. Weinig 18-jaren – of 23-jarigen – kiezen een studie – of een beroep – met het oog op een hoog pensioen voor later. Voor 40-jarige zij-instromers ligt dat al enigszins anders.
* Kopjes zonder inkepingen: zie mijn stukje hier
** De belangrijkste gegevens staan hier, hier en hier. De gebruikte formules zijn 3381*25/35 = 2415, 1766*25/35 = 1261, 3381*20/44 = 1537, 1766*20/44 = 803
*** Vrt.nws zie hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten