dinsdag 10 augustus 2021

Twintig bedenkingen bij het Demarez-incident


 1.  Het vulgaire gesprekje tussen Demarez en zijn collega werd, zonder dat hij zich daarvan bewust was, uitgezonden op FB Live van Sporza. En iemand van de wellicht niet zo talrijke luisteraars heeft dat dan doorgestuurd naar de Cats. Dat dialoogje keur ik af, maar ik begrijp het. De reflex om het door te sturen naar de Cats keur ik niet af, maar ik begrijp die niet. Die speelt zich af buiten mijn moreel universum.

2. Ik ga in grote lijnen akkoord met Lorin Parys: ‘Verontwaardiging over uitspraken: volkomen terecht. Ontslag eisen: disproportioneel na excuses en non-actief.’ Gevoel voor proporties … het is het eerste artikel van mijn credo.

3. Er is één soort verontwaardiging die ik in die materie níet kan smaken: die van vrt-collega’s. Daarin volg ik Bart Schols die tweette: ‘Interesting, al die stemmen die een collega mee vierendelen voor totaal ongepaste (laat dat heel duidelijk zijn) uitspraken, maar op een redactie hun mond niet opendoen als dezelfde praat voorbijkomt.’ Zelf weet ik wel dat moraliserende hypocrisie, net als denigrerende praat, een sociale functie heeft, maar ’t is best bij allebei wat maat te houden.

4. Aangezien nuance het tweede artikel van mijn credo is: er bestaat een verschil tussen iets denken, stilletjes in je hoofd zoals de hond Samson doet, en iets luidop zeggen, zodat anderen het kunnen horen. Dat verschil is geen eenrichtingskwestie. We kunnen vreselijke dingen denken, die we niet durven zeggen. Maar vaak zijn we ook braver in wat we echt denken dan in wat we zeggen. En stouter in wat we zeggen dan in wat we doen. Grootspraak en branie is vaak niet meer dan een pose.

5. Facebookvriendin Helga Wijns formuleert die dubbelzinnige verhouding tussen ‘spreken’ en ‘echt denken’ veel concreter, in een reactie op mijn stukje: ‘Als iemand de opmerkingen die mijn man en ik tijdens een tv-avond zoal maken zou beluisteren in de veronderstelling dat we onze oprechte mening over allerlei mensen aan het debiteren zijn, dan komen we eruit als door-en-door slechte respectloze mensen zonder een greintje empathie. Ik kan me amper voorstellen dat we uitzonderingen zijn.’ Er is inderdaad weinig reden om aan te nemen dat wat we al gekscherend en op onbewaakte momenten zeggen, een juister beeld heeft van wie we zijn, dan wat we op andere momenten zeggen, en vooral doen.

6. En áls je dan iets luidop zegt, is er ook nog eens een verschil met betrekking tot waar en tegen wie je dat doet: tegen vrienden thuis, tegen kennissen op café, tegen collega’s op de werkvloer, tegen het grote publiek voor de camera of microfoon. Demarez dacht het derde te doen, en deed het vierde.

7. Dat is maar een half excuus. Natúúrlijk zou Demarez wat hij tegen zijn collega’s zei, nooit tegen de Cats zelf durven herhalen, uit lafheid, of, even waarschijnlijk, omdat hij echt niemand wil kwetsen. Maar intentie is niet het enige wat telt. Pastoor Munte stelt aan de Witte en zijn klasgenootjes de volgende vraag. ‘Daar zitten mussen in mijn kriekenboom. Ik schiet ernaar met een geweer, en ik schiet een mens dood die in de boom zat … Is dat zonde? Die het weet krijgt tien cens.’ De leerlingen antwoorden: ‘Neie, meniër pastoër.’ Maar zo eenvoudig is dat niet. Een normaal mens die, al was het per ongeluk, een mens doodschiet die in een kriekenboom zit, zal daar een groot schuldgevoel aan overhouden. Demarez begon zijn excuses met het cliché dat het ‘niet zijn bedoeling was om te kwetsen’. Als Demarez overtuigend wil zijn, zou hij beter beginnen met iets te zeggen over het schuldgevoel en de schaamte die hem kwellen sinds en omdat hij betrapt werd.

8. De verleiding is groot om Demarez nu in gedachten als een geheel en al verachtelijke, grove man weg te zetten, iemand die vrouwen in het algemeen alleen beoordeelt op hun ‘fuckability’. Ik trof het woord aan bij Facebookvriend Nick De Clippel, met de volgende wijze commentaar erbij: ‘Eigenlijk is dat [de beoordeling op fuckability] niet zo vreemd voor geseksueerde wezens. Het zou pas raar worden mocht  fuckability het énige criterium zijn waarmee mensen elkaar beoordelen. Wat mij eraan doet denken dat ik niemand, maar dan ook niemand ken, man noch vrouw, bij wie dat het geval is. Ik ken niemand die écht zo over het andere geslacht denkt.’

9. Het hierboven gebruikte Engelse woord doet mij dan weer doet denken aan de beroemde kaartscène in ‘Docteur Popaul’, die Chabrol-film uit 1972. (Zie hier, vanaf 1:23)

10. Ik heb een Amerikaanse kolonel gekend die een uitgebreid arsenaal aan licht aangebrande mopjes had. Geen enkel was erg vulgair, maar ‘vrouwonvriendelijk’ waren ze allemaal. Ik zou ze nooit verteld hebben. Die officier was in andere opzichten de hoofsheid zelve: opstaan als een vrouw de tafel verlaat, na het parkeren uit de wagen stappen om het portier voor zijn echtgenote te openen. Hij zou nooit verdragen hebben dat iemand in aanwezigheid van vrouwen het f-woord gebruikte. ‘Even if he were a five star general, I’d smack him in the face.’

11. De blooper van Demarez heeft weinig met ‘vrije meningsuiting’ te maken.  Je kunt wat hij zei moeilijk als een mening beschouwen, zoals een vulgair mopje ook geen mening is. Hoogstens zou je kunnen zeggen dat een bepaald soort vulgariteit beter gedijt in een bepaalde culturele conjunctuur.

12. Op Knack.be schreef Stijn Verbist een overigens eerder gematigd stuk (hier) waarin hij uitgebreid de persoonlijkheid van Demarez belicht. ‘Demarez’ woorden geven blijk van een achterhaaldheid die doet vermoeden dat hij tot op vandaag nog niet ten volle heeft ingezet op persoonlijke groei en ontwikkeling. Naar zichzelf leren kijken, eigen vooroordelen ontmaskeren, authentiek in verbinding treden met zichzelf, en van daaruit met de ander en vooral met wie anders is, stonden allicht nog niet op zijn programma.’ En dat leidt hij allemaal af uit die twee of drie zinnetjes ...

13. De blooper heeft trouwens vermoedelijk weinig met lesbofobie te maken. Het maken van grove suggesties over het uiterlijk van vrouwen is een barbaarse gewoonte waar de hoofse revolutie van de 12de eeuw tevergeefs een einde aan zocht te stellen. Misschien is de gewoonte zelfs door de hoofse revolutie aangezwengeld: als de etiquette vereiste dat alle vrouwen openbaar voor hun schoonheid werden geprezen, ontwikkelde de behoefte zich om daar privé enkele reserves bij te formuleren.

14. Ontwikkelde mannen kunnen hun occasionele behoefte aan barbaarse mysogynie bevredigen met verfijnder toespelingen. Woorden als ‘virago’, ‘kenau’ en ‘harpij’ hebben speciaal daarvoor in de loop der eeuwen een betekenisverandering ondergaan.

15. Heeft de kleedkamervulgariteit onder mannen een equivalent onder vrouwen? Ik weet dat niet. ‘I wonder what women talk about when men talk,’ zegt George in Who’s Afraid of Virginia Woolf. Volgens ervaringsdeskundige Erwin Van Mol kun je in de vrouwenrefter van een autofabriek evenveel schunnige praat horen als in de mannenrefter, en dan nog ‘vooral ten nadele van hun eigen sekse’ (Zie hier). Voor mannen zit hier een zekere geruststelling in: zíj zijn niet de enigen die in de fout gaan, en in de vrouwenrefter gaat het niet over hén.

16. Context nuanceert de betekenis van losse uitspraken. In ‘The Americans’ (S2/E8) nemen Russische spionnen een privé-gesprek op tussen enkele keurige, fatsoenlijke FBI-agenten. Die hebben het over een secretaresse, Martha.
- Come on, guys, Martha’s not so bad. Look, my first boss said I should hire an ugly old lady, so I’d have to be ten scotches deep before I’d touch her.
- He’d do an ugly old lady with 10 scotches?
- Ew. Maybe 10 scotches and a bag over her head. Al right men, Martha’s a good girl. Leave her alone.
De Russische spionnen knippen één en ander weg uit het gesprek en laten de opname dan horen aan Martha. De geluidsfragmenten van Demarez zullen wel niet bijgeknipt zijn, maar toch ontberen we een zekere mate van context.

17. Vulgariteit zal er altijd zijn, net als geweld, maar ’t is mooi om naar een beperking ervan te streven. Er wordt nu minder dan vroeger gevochten op café en op kermissen, en daarmee is een stuk charme van het leven verdwenen. Maar ik kan best leven zónder die charme. In de televisiereeks Mrs. Maisel zie je het typische niveau van Amerikaanse stand-up eind de jaren 50. De ene vrouwonvriendelijke mop na de andere. ‘Mijn vrouw is jaloers op ons toilet. Ja, ik zit er vaker op dan op haar.’ Ik vind het niet erg dat dat niveau van het podium naar de lockerroom verbannen is.

18. Maar ook hier dient overdrijving te worden vermeden. Er moeten in de lockerroom, of in de operatiezaal, geen camera’s komen om mogelijke vuile praat te registeren. Er moeten geen arbeidsreglementen worden opgesteld met bepalingen over vulgaire uitspraken. En er moeten voor de collega’s geen seminaries of workshops worden georganiseerd om een verfijnder soort humor aan te leren. Als je de zeden wil veranderen, doe je dat vaak best niet te snel, niet te bureaucratisch, en niet te grondig. Victoriaanse nultolerantie leidt tot een averechts effect. Naast Dr. Jekyll krijg je dan Mr. Hyde en vaak – spoiler alert! – is dat dezelfde persoon.

19. Is misogyne vulgariteit minder laakbaar als ze in geschrifte gebeurt door iemand die min of meer kan schrijven? Ik denk aan wat Herman Brusselmans schreef over Anne Teresa De Keersmaeker. Of neem Gerrit Komrij. Hij noemde feministen ‘de onwelriekende gleuvenbrigade’ en Anja Meulenbelt ‘een hoopje verwilderd hangvlees’. Hij spreekt in verband met die laatste over een ‘vagina die door de tand des tijds de vorm heeft aangenomen van een brievenbus.’ Ik herhaal mijn vraag: is zó’n vulgariteit minder laakbaar? Ik vind van wel, maar ik zou niet goed weten waarom ik dat vind.

20. En vanaf wanneer heb je met een denigrerende, seksistische uitspraak te maken? Ik meen mij te herinneren dat Arthur Koestler de vrouwen in de fascistische beweging aantrekkelijker vond dan die in de communistische beweging. Misogyne stereotypering? M.E. herhaalt af en toe dat hij als maoïst wel eens het gezelschap van trotskisten opzocht, ‘omdat de vrouwen daar mooier waren.’ Vulgair seksisme of tongue-in-cheek humor? Als je de prikkeldraad van het seksisme maar laag genoeg hangt, kan níemand er onder door kruipen. Om nogmaals Lorin Parys aan te halen: ‘Voor mij geen samenleving van perfecte mensen.’

10 opmerkingen:

  1. De 'schade' is gebeurd. Het maakt niet uit hoe en wanneer. Demarez heeft het in z'n hoofd zitten en deinst er niet voor terug het uit te spreken. Spreken, dat is wat communicatiemensen (Demarez heeft er een opleiding in) doen. Niet zo maar wat ongecontroleerd geleuter na anesthesie of trauma.

    Niets onwettig of immoreel. Wel inblik in zijn denken en voelen en uitspraken.
    Hij gedraagt zich als een dief: als niemand het weet, dan bestaat het niet. Het bestaat dus wel en gaat niet meer weg.

    Nuchter bekeken: elk modern bedrijf zou die man vragen een stap terug te zetten van zijn communicatierol. Of gewoon de deur wijzen wegens ongeschikt voor de doelstellingen van het bedrijf.

    P.S. Er zijn heel wat functies en organisaties waar een minimaal waardig gedrag, ook in het private leven, wordt gevraagd.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hoe en wanneer maakt nu net echt ontzettend veel uit.

      "Hij deinst er niet voor terug uit te spreken wat in zijn hoofd zit". Hoe durft hij, weet hij dan niet....

      Ich denke was ich will
      Und was mich beglücket,
      Doch alles in der Still
      Und wie es sich schicket.
      Mein Wunsch und Begehren
      Kann niemand verwehren.
      Es bleibet dabei:
      Die Gedanken sind frei!

      Niets onwettig of immoreel? Unia zal er zich wel mee bezighouden.

      Elk modern bedrijf? Elk bedrijf dat de dhimmitude tegenover wokeism omarmd heeft.

      De vraag komt zoals steeds uit dezelfde (minderheids)hoek.

      Of zoals VRT-Babette het stelt: "Laat Eddy en co een uur of twee zitten, zwijgen en luisteren naar iedereen op wiens hart ze vandaag getrapt hebben. Niet cancellen, opvoeden die handel." Als VRT-ster; goede herinneringen aan Mao, Babette?

      Verwijderen
    2. Wel, men zegt niet alles wat men zomaar denkt. Het denken is onvolledig, impulsief, breed, nogal eens verkeerd, en dat gooit men er zomaar niet uit, als een flapuit. Basic. Eén van de dingen die men leert op de lagere school.

      Modern bedrijf gelijkstellen met woke: de rechts politiek correcten zijn al even erg als de links politiek correcten. Demarez heeft vrijheid van spreken, en bedrijven hebben vrijheid van bedrijfsvoering.

      De vraag komt uit de minderheidshoek. Welke vraag? Ik bekijk het nuchter, en vanuit een mediabedrijf lijkt het nogal voor de hand te liggen hebben iets anders aan te bieden, zoals de schoonmaakploeg.

      Verwijderen
    3. "Wel, men zegt niet alles wat men zomaar denkt. Het denken is onvolledig, impulsief, breed, nogal eens verkeerd, en dat gooit men er zomaar niet uit, als een flapuit. Basic. Eén van de dingen die men leert op de lagere school."

      En waarom zou men de onvolledige,... zelfs "verkeerde" gedachte niet mogen uiten? Wie heeft dat beslist? Ik heb dat alvast niet geleerd op de lagere school.
      Contextueel, was het mannenpraat, off the record (dachten ze).

      "Modern bedrijf gelijkstellen met woke: de rechts politiek correcten zijn al even erg als de links politiek correcten. Demarez heeft vrijheid van spreken, en bedrijven hebben vrijheid van bedrijfsvoering"

      Uiteraard heeft zowel Demarez als het bedrijf hun vrijheid om te doen wat ze willen.
      Je kan je wel wat vragen stellen over de motivatie. Bijvoorbeeld over de hypocrisie van de grote bedrijven die op de kar van de diversiteit springen in Europa en op hun knieën gaan in de Arabische wereld en hun "moraliteit" inslikken.
      Dat rechts pc en links pc even erg zijn; er bestaan lijstjes over slachtoffers van de cancel-culture. Bekijk de verhoudingen eens goed.

      "Welke vraag?" De "cancel-vraag" uiteraard. Het gaat niet over Demarez, dat is een middel, zoals er nog zullen opduiken. Het gaat over wat er nog kan resten van een "open-society", zie ook de Molinarilezing van Storme.

      Verwijderen
    4. Dat u niet geleerd heeft zich wat om te denken voor u spreekt geloof ik niet. De simpele versie is 'spreken is zilver, zwijgen is goud', of ook 'tel tot 10 voor u spreekt'. Elk schoolkind leert dat.
      Iemand met een communicatie opleiding zoals Demarez heeft heel zeker professioneel uitgebreid geleerd over de pitfalls van communicatie.
      De moderne psychologische versie is het boek "Thinking, Fast and Slow", by Daniel Kahneman. Dat u daar niet van gehoord hebt wil ik best aannemen. Dit gaat over de mechanismen van denken, en niet alle gedachten zijn geschikt om vlug tot actie over te gaan, of vlug uitgesproken te worden.

      Over uw andere punten: wij leven in een vrije maatschappij en ieder kan vragen stellen en commentaar geven. Iedereen. Soms gaat de slinger in de ene richting, soms in de andere.
      Conclusie is dat een professionele communicator ofwel zijn vak niet beheerst, controle kwijt was, of het allemaal meent. In veel private bedrijven leidt dat tot ongeschiktheid.

      Verwijderen
  2. de hond Samsom ... Oei, die gaat er ook niet kunnen mee lachen!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Samson natuurlijk. Mijn leerlingen lachten mij ook altijd uit als ik dat verkeerd zei.

      Verwijderen
  3. Ik ben ooit eens op bezoek geweest in de Wasserijstraat in Brussel, bij de RAL, en inderdaad, de meiskes waren daar schoner dan die trienen van den AMADA.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Iedereen keurt keurig de uitspraken van Demarez mee af. Oef, het Kwaad is geprojecteerd op een externe zondebok.
    Maar, als we de woke-doctrine ernstig nemen, en er niets mis is met niet-heteroseksueel te zijn, wat heeft de man eigenlijk verkeerd gezegd?
    Hij heeft gezegd dat er maar één van de Cats heteroseksueel is. En dan?
    Ofwel is het waar. En dan? Wat is er verkeerd met homoseksueel (lesbisch) te zijn?
    Ofwel is het niet waar. En bestempelt hij een aantal Cats onterecht als homoseksueel. En dan? Is dat zo erg?

    De reacties van afkeuring duiden m.i. op de afkeuring die de afkeurders stiekem hebben op homoseksuele mensen.

    Stof tot nadenken. Ook voor u, mijnheer Clerick, als u schrijft dat u het dialoogje afkeurt.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik keur het dialoogje niet af omdat geïmpliceerd wordt dat die sportvrouwen lesbisch zijn, want dat kan inderdaad niet als een verwijt worden beschouwd. Ik geeft dat aan in mijn alinea 13. In dezelfde alinea geef ik aan waar ik mij wel aan stoor: de vulgaire woorden (een feit) én de denigrerende suggesties over het uiterlijk van vrouwen (mijn interpretatie). Maar aangezien het alleen dààrom gaat, kan ik de zaak moeilijk als een halszaak opvatten.

      Verwijderen