vrijdag 6 augustus 2021

Is de mens een zoogdier?

 


     In 1925 vond in het stadje Dayton in de Verenigde Staten het proces plaats tegen de jonge leraar John Scopes, die in zijn lessen de evolutietheorie zou hebben onderwezen. Scopes had dat proces zelf uitgelokt om op die manier te protesteren tegen de wetgeving in Tennessee die een verbod oplegde om in staatsscholen over evolutie te spreken. Scopes verloor het proces, werd veroordeeld tot een boete van 100 $ - die kwijtgescholden werd in hoger beroep –, en de wetgeving van Tennessee bleef ongewijzigd tot in 1965.
     Het was een proces dat heel de Verenigde Staten wekenlang op stelten zette. Meer dan honderd journalisten van het hele land waren afgezakt naar Dayton en schreven dagelijks lange stukken. De luidste stem onder hen was van H.L. Mencken van The Baltimore Sun*. Mencken is een erg geestig schrijver, maar zijn verslagen van het Scopes-proces vallen tegen. Je merkt amper dat hij in Dayton geweest is. Het meeste had hij ook kunnen schrijven van achter zijn bureau in Baltimore. Hij geeft negentig procent commentaar en tien procent feiten, is erg partijdig – hij betaalde mee voor de verdediging van Scopes –, hanteert kwistig de hyperbool, schrijft zijn tegenstanders de laagste motieven toe, herhaalt voortdurend wat hij al eerder geschreven heeft, en zijn belangrijkste argument is dat de plattelandsbewoners in het Zuiden allemaal achterlijke ‘yokels’ zijn  ‘trumpisten’ zou Bjorn Soenens nu zeggen. Ook verlaat Mencken voortijdig het proces omdat hij geen verdere ontwikkelingen verwacht. Dat is een fatale misrekening want de dag erna vindt de belangrijkste coup de théatre van het proces plaats: de verdediging die de advocaat van de tegenpartij als getuige oproept om hem te ondervragen over Adam en Eva en Kaïn, en de vrouw van die laatste – die niet in de Bijbel wordt vermeld.
     Mencken zit tijdens het hele proces met de moeilijkheid – die hij toegeeft – dat hij de belangrijkste argumenten van de anti-Scopes mensen valide vindt. De fundamentalisten die zich op Genesis beroepen, zijn volgens Mencken consequenter dan de modernistische protestanten die willekeurig beslissen welke zaken uit de Heilige Schrift ze aannemen en welke ze verwerpen**. Bovendien vindt Mencken dat vrije meningsuiting niet inhoudt dat een leraar zo maar alles kan vertellen in de klas. Als werknemer moet hij de richtlijnen van zijn werkgever volgen***. Dat is inderdaad een heikele kwestie. Als ik de argumenten lees die door de Hooggerechtshof van Tennessee gebruikt werden om het vonnis te handhaven, behalve de strafmaat, dan vind ik dat het Hof op alle punten gelijk had, en de verdediging van Scopes op alle punten ongelijk. (Zie hier).
     De twee partijen in het proces hadden een beroep gedaan op beroemdheden om als advocaat op te treden. De verdediging had Clarence Darrow aan haar zijde, die Leopold en Loeb – de Dutroux’s van die tijd – voor de doodstraf had behoed. De aanval op Scopes werd geleid door William Jennings Bryan, drievoudig presidentskandidaat voor de Democraten, en ondertussen afgezakt tot het niveau van een fundamentalistische predikant. Bryan zegt op een bepaald moment dat hij de uitspraak ‘de mens is een zoogdier’ onethisch vindt. Mencken zal die flater van Bryan keer op keer op keer herhalen als ultieme bewijs van de achterlijkheid van Bryan.
     Nu heeft Bryan veel achterlijke flaters begaan op het proces, maar déze kan ik nogal pruimen. Natuurlijk behoort de mens als zoogdier tot dezelfde klasse als de otter en de olifant, net zoals hij als eukarioot tot dezelfde klasse behoort als het pantoffeldiertje en het zeewier. Maar iemand die zegt dat ‘de mens geen dier is’, heeft niet noodzakelijk een uitspraak gedaan over biologie. Dat geldt tot op zekere hoogte ook voor de uitspraak dat ‘de mens geen zoogdier is’, alhoewel de nadere specificering van de diersoort er een meer technisch karakter aan geeft.
     Liefhebbers van Multatuli zullen zich het incident herinneren dat plaatsvond tussen juffrouw Laps en de familie Pieterse. Moeder Pieterse is trots op haar zoon Stoffel die zo geleerd is en vraagt hem als juffrouw Laps op bezoek komt te demonstreren wat hij nu weer in een boek gelezen heeft. ‘Juffrouw Laps,’ zegt Stoffel, ‘je bent een zoogdier.’ Het antwoord van juffrouw Laps laat zich raden: ‘Juffrouw Pieterse, je bent zelf een zoogdier en je zoon ook.’ Daarmee had ze eigenlijk de stelling van Stoffel bevestigd, maar dat besefte ze niet. Een hogere autoriteit werd erbij gehaald: meester Pennewip. Pennewip onderwerpt juffrouw Laps aan een kruisverhoor: of ze in een oesterschelp leeft, of ze kan leven in het water, of ze kieuwen heeft, of ze koud bloed heeft, of ze kuit schiet. Telkens moet juffrouw Laps ontkennend antwoorden. Dan volgt de slotvraag: ‘Kunt gij eieren leggen?’ juffrouw Laps. Ook dat kon ze niet. ‘Dan zijt gij een zoogdier, juffrouw Laps,’ luidt het verdict. Ik heb altijd gedacht dat Multatuli zich in deze scène even vrolijk maakt over juffrouw Laps als over meester Pennewip.
     Wat we bij de evolutietheorie ondertussen niet mogen vergeten, is de tijdsschaal waarop alles zich afspeelt. Wellicht hadden de ‘yokels’ en William Jennings Bryan het daar moeilijk mee. Het belang ervan kan worden geïllustreerd met een familie-anekdote die ik vaak mocht aanhoren. Mijn grootvader, de vader van mijn vader, was half Vlaming, half Amerikaan, waardoor hij zich soms eigenaardig uitdrukte. Een keer maakte hij zich zo boos op mijn vader dat hij hem voor ‘apenjong’ wou uitschelden. Maar zó zei hij het niet. Wat hij zei was: ‘Gij … gij … gij … gij zijt de zoon van een aap.’ Had hij nu nog ‘afstammeling’ gezegd …

 

* Over dat proces is een bekend toneelstuk gemaakt, Inherit the Wind, dat verschillende keren is verfilmd. In de eerste verfilming speelt Gene Kelly de rol van E.K. Hornbeck die H.L. Mencken moet voorstellen.

** Mencken bewondert het slimme truukje van de katholieken die met de onfeilbaarheid van de Paus het dilemma van de protestanten omzeilden. De paus kon op gezag van zijn goddelijke inspiratie, en niet willekeurig, beslissen welke stukken van de Bijbel onzin waren en welke niet. Aangezien de paus over Darwin nog geen uitspraak had gedaan, mochten de katholieken vrij debatteren over de zaak. Tegelijk moesten ze oppassen dat ze zich niet te radicaal uitlieten, want de paus kon later nog altijd beslissen om alsnog uitspraak terzake te doen. (Zie ook de tweede alinea in dit stukje)

*** Dezelfde discussie duikt vandaag op, mutatis mutandis, over het recht van Facebook en Twitter om op hun eigen platformen censuur uit te oefenen. Zie mijn stukjes hier en hier.

3 opmerkingen:

  1. "Wat we bij de evolutietheorie ondertussen niet mogen vergeten, is de tijdsschaal waarop alles zich afspeelt. Wellicht hadden de ‘yokels’ en William Jennings Bryan het daar moeilijk mee. "

    Is dat zo? Verder lees ik:

    "....en de wetgeving van Tennessee bleef ongewijzigd tot in 1965...."

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bij de tijdsschaal denk ik aan de miljoenen jaren waarin de evolutie zich afspeelt. Mencken schrijft: 'They couldn't grasp the concept of great spaces of time. Moreover, most of them had seen their grandfathers - and so the possibility of the fact [that they were indeed gorillas] made the shiver.

      Verwijderen
  2. Het is niet verwonderlijk dat de bijbellezende protestanten van de negentiende eeuw niet konden omgaan met de nieuwe wetenschappelijke inzichten van de negentiende eeuw. Plots werd er gesproken over miljoen jaren, terwijl men over het algemeen dacht dat Genesis ongeveer 6000 jaar geleden plaats vond. Wij hebben geleerd om min of meer te denken in miljoenen en miljarden jaren - alhoewel we ons daar ook niet veel bij kunnen voorstellen - maar in die tijd ging dat gewoon niet.

    BeantwoordenVerwijderen