woensdag 12 november 2025

De Standaard over de BBC


BBC-reportage over Trump
      De BBC heeft kort vóór de Amerikaanse verkiezingen een weinig flatterende reportage gemaakt over presidentskandidaat Donald Trump. Een beeldfragment toonde Trump die zijn aanhangers toesprak: ‘We’re gonna walk down to the Capitol and I’ll be there with you and we’ll fight and we’ll fight, we’ll fight like hell.’ Alleen was deze ene zin het resultaat van een collage van drie verschillende stukjes van de speech.   

Technisch perfect
     Technisch was de montage perfect. Een leek merkt er niets van. Je kunt veel zeggen van de BBC, maar ze hebben daar wel echte vaklui in dienst.

Rel rond gelekte nota
      Rond de collage is een rel uitgebroken. Er is een kritische interne nota gelekt van BBC-bestuurlid Michael Prescott. Twee topmensen van de BBC hebben ontslag genomen. 

Montage
   
 Dat beelden gemonteerd worden, spreekt tot de verbeelding. De leek wordt dan achterdochtig, maar als je even nadenkt, besef je dat knippen en plakken van beelden een noodzakelijk onderdeel is van televisiewerk. Die twee ontslagen doen vermoeden dat het niet om monteren maar om manipuleren ging.      

Boos
     Rechtse commentaarschrijvers, en Trump zelf, zijn boos vanwege het gemanipuleerde beeldfragment en linkse en links-liberale commentaarschrijvers zijn boos vanwege de kritiek op de BBC. Veel van mijn FB-vrienden ten slotte zijn boos omdat de linkse commentaarschrijvers boos zijn om de verkeerde reden. 

Vrolijk sarcasme
    De vrolijk-sarcastische @miraroodgroen vatte de linkse boosheid op x.com subtiel samen. ‘Terecht dat de BBC-directie aftreedt. Ze had nooit munitie aan rechts mogen geven.’

.Is de BBC neutraal?
     Is de BBC neutraal, of links-liberaal? Dat weet ik niet. In de Amerikaanse grafiek van AllSides, staat BBC News bij het centrum. Dat is in elk geval de plaats waar de zender zou willen staan. Maar of dat rond alle thema’s even goed lukt, is nog maar de vraag. 

Tegenaanval
     Peter Vandermeersch, voormalig hoofdredacteur van De Standaard gaat namens liberaal-links voluit in de tegenaanval. ‘Dat 2 topmensen van een van de belangrijkste openbare oproepen van Europa daarvoor opstappen, dat ligt niet in verhouding. Het is schokkend en zorgwekkend.’

Banale fout
     Ook noemt Peter Vandermeersch de montage een ‘relatief banale journalistieke fout’. Als hij met ‘banaal’ bedoelt dat dit soort fout dagelijks voorkomt, heeft hij misschien gelijk. Als hij bedoelt dat het om een alleenstaande fout gaat, een uitschuiver, heeft hij wellicht ongelijk. Als hij bedoelt dat de montage 
alleen duidelijkheid en geen manipulatie beoogde, tja, dan moet iedereen zelf maar uitmaken of hij dat wil geloven.

Om bestwil
     Maar misschien bedoelt Vandermeersch nog iets anders. Dat het relatief niet erg is om nieuws te manipuleren als het over een rechtspopulist gaat. Dan is het een leugentje om bestwil. Trump liegt ook, waarom zouden wij niet mogen liegen?

Opinies van De Ceulaer en Mooijmaan
     Maar niet alle links-liberale commentatoren vinden de manipulatieve montage een banale fout. Joël De Ceulaer in De Morgen vindt dat de kritiek op de vooringenomen BBC-berichtgeving ernstig moet worden genomen. Ruben Mooijman in De Standaard roept dan weer op tot solidariteit met de BBC. Dat zijn twee opiniestukken met elk een andere invalshoek en strekking. Daar heb ik geen probleem mee.

Strijdvaardige berichtgeving
     Dus, opiniestukken, dat is één ding. Maar de berichtgeving! Ruud Goossens schrijft in De Standaard op pagina 2 en 3 een lang artikel, waarin de critici van de BBC één voor één worden verdacht gemaakt. De ene heeft iets te maken gehad met Rupert Murdoch, een andere met Boris Johnson, een derde met Theresa May. En ook Nigel Farage, Geert Wilders, Tom van Grieken, Giorgia Meloni en Viktor Orban hebben er iets mee te maken. Om nog te zwijgen van Trump. Voor wie de strijdvaardige sfeer van het stuk wil proeven, volstaat de inleiding:

De vijanden van de BBC hebben bloed geroken. Na een fout in een documentaire over de Amerikaanse president slijpen Donald Trump, Nigel Farage en de Britse conservatieven de messen. ‘De vrije pers ligt onder vuur.’

Waar liep het fout met de montage?
     Erger is dat het stuk van Goossens, dat toch de belangrijkste informatie zou moeten bevatten, niet eens uitlegt wáár het in de montage fout liep. Ik citeer de volledige passage die Goossens eraan wijdt:

 Vooral een fout in een documentaire over Donald Trump, die vorig jaar werd uitgezonden, breekt de BBC-top zuur op. Daarin zat een citaat uit de speech die Trump gaf net voor de bestorming van het Amerikaanse parlement, op 6 januari 2021. Trump zei tegen zijn aanhang dat ze naar het Capitool zouden wandelen en vervolgens, zouden vechten. ‘We fight like hell.’ Alleen was dat citaat bij elkaar gemonteerd. Er zat in werkelijkheid meer dan een uur tussen deel 1 en deel 2 van zijn mededeling. Daardoor werd de indruk gewekt dat Trump heel direct had opgeroepen om meteen ten strijde te trekken. De waarheid was niet veel, maar toch wel iets, subtieler.

     Iets subtieler? Als je dus echt wilt weten wat er met de collage fout liep, moet je je informatie ergens anders halen. Op vrt.nws bijvoorbeeld. Ik citeer uit het stuk van Trees Vanhoutte:

Twee passages van die toespraak, bijna een uur uit elkaar, werden samengevoegd, waardoor het leek alsof Trump expliciet opriep tot geweld. Het fragment waarin hij opriep “vreedzaam en patriottisch te protesteren” werd ook uit de montage geknipt. Bovendien toonde de reportage onmiddellijk na de uitspraken van Trump beelden van de extreemrechtse groep Proud Boys die richting het Capitool trokken. In werkelijkheid waren ze al langer onderweg, dus niet onder directe impuls van de woorden van Trump.

De verantwoordelijkheid van Trump
     Trump draagt ongetwijfeld een deel van de verantwoordelijkheid voor de bestorming van het Capitool. Hij had de verkiezingsuitslag moeten aanvaarden, en hij had, toen de actie aan het Capitool bezig was, veel sneller moeten oproepen om ze stop te zetten. Maar blijkbaar vonden de reportagemakers van de BBC dat de werkelijkheid, om het in de woorden van Goossens te zeggen, veel te ‘subtiel’ was. Een gemakkelijker boodschap was dat Trump zijn aanhangers had opgeroepen om het Capitool te bestormen.

De hele context
      Een verdere tekortkoming in het stuk van Goossens is dat hij de misleidende montage niet plaatst in de hele context van de Trump-berichtgeving van de BBC. Ook daarvoor moet ik weer naar vrt.nws:

Volgens Prescott maakt deze misleidende reportage deel uit van een breder patroon binnen de  BBC waarin verslaggeving over Donald Trump structureel** gekleurd zou zijn. Volgens hem bood Panorama nauwelijks ruimte aan stemmen die Trump verdedigden en hij vond het ook niet kunnen dat BBC geen even kritische reportage maakte over de Democratisch presidentskandidate Kamala Harris. Prescott vindt ook dat BBC in aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen te veel focuste op thema’s die vooral voor de campagne van Harris belangrijk waren, zoals vrouwenrechten en abortus, en te weinig op immigratie en economie. 

Het bloedbad van Björn Soenens
        De verdraaiing van Trumps woorden door de BBC waren voor mij geen verrassing. Trumps woorden worden vaak verdraaid. Er zijn sterkere voorbeelden dan de BBC-montage. In september 2024 haalde VRT-journalist Björn Soenens een veel flagrantere schurkenstreek uit. Soenens zei toen:‘Trump jaagt schrik aan, hij dreigt en wint mogelijk de Amerikaanse presidentsverkiezingen.’ Dan volgde een geluidsfragment met de stem van Trump: 
If I don’t get elected, it’s gonna be a bloodbath.’
     Dat ‘bloodbath’-zinnetje uit zijn context halen was een schoolvoorbeeld van manipulatieve berichtgeving. Het volstond om de twee of drie voorafgaande zinnen te citeren om te verduidelijk wat Trump aan het zeggen was. ‘We’re gonna put a one hundred percent tariff on every single car that comes across the line. And you’re not gonna be able to sell those. If I get elected! If I don’t get elected, it’s gonna be a bloodbath.’ 
     Het ging dus om een sociaal bloedbad, wat geloof ik een typisch cliché van links is.

Het verschil tussen de Soenens-deining en de BBC-rel
     Hoe komt het dat er rond de ‘we fight’-montage van de BBC een grote rel ontstond en en er rond de ‘bloodbath’-montage van Soenens amper enige deining was – met verontwaardigde reacties op de sociale media, en een ombudsman van VRT die verklaarde dat het citaat ‘beter in context had moeten worden geplaatst’ om ‘misverstanden’ te vermijden?
      De vraag geeft aanleiding tot verschillende hypotheses. Voor de polarisatietheorie verwijs ik naar Peter Vandermeersch. Voor een milde samenzweringstheorie verwijs ik naar Ruud Goossens. Zelf denk ik aan een samenloop van omstandigheden die in Groot-Brittannië voor een schandaalsfeer hebben gezorgd en bij ons niet.
      Veronderstel dat het enigszins anders was gelopen. Soenens laat zijn montage zien op de VRT Niemand op de sociale media merkt het op, of toch niemand wiens mening er toe doet. Een bestuurslid van de VRT merkt het een jaar later wél op en vermeldt het in een interne nota. Die interne nota lekt uit en komt in handen van Het Laatste Nieuws. De krant zet het op de voorpagina. Er komt een item op het VTM-journaal. Joël de Ceulaer schrijft er in De Morgen een verontwaardigd stuk over. De Standaard zwijgt enkele dagen, en geeft daarna het woord aan Ruud Goossens. Dan zitten we al in een heel ander scenario.
      Toch denk ik dat ook in dat scenario de directeur van de VRT niet had moeten opstappen. De verontwaardiging had geen politiek verlengstuk gekregen: Vlaams Belang had stennis gemaakt, maar N-VA had zich op de vlakte gehouden om niet van Trump-sympathie verdacht te worden*. En over de neutraliteit van de vrt maakt de cynische Vlaming zich minder illusies dan een fiere Brit over die van de BBC, waardoor bij ons de verontwaardiging eerder op een gelijkmatig laag vuur suddert, in plaats van occasioneel over te koken.

Crisiscommunicatie
     Zoals te verwachten was de crisiscommunicatie van de BBC niet optimaal. Dat is ze bijna nooit in zulke omstandigheden. In de versie van Ruud Goossens heeft de BBC zich ‘helemaal in de hoek laten drummen’ toen de nota gelekt werd. ‘De beschuldigingen … werden dagenlang niet tegengesproken. Zo liep de crisis grondig uit de hand. Ook hier geef ik de voorkeur aan de informatie die ik op vrt.nws krijg. Er werd een expert bijgehaald, professor Britse cultuur Lieven Buysse:

De omroep had - zowel intern als extern - veel duidelijker, proactiever en sneller moeten communiceren. De memo die de heisa veroorzaakt heeft, ging al sinds de zomer rond.

     Pro-actieve communicatie is een goed idee, maar dat zou in dat geval ook minstens een mea culpa vereist hebben. Goossens ziet dat anders. ‘Tegenspreken’ was blijkbaar het enige wat nodig was. 

Expert
     De enige ‘expert’ die Goossens citeert is Alan Rushbridge, de ex-hoofdredacteur van The Guardian. Die Rushbridge, schrijft Goossens, is een ‘journalistiek icoon’. De man heeft in elk geval de goede smaak om de mening van Goossens te delen over de ‘hysterische BBC-criticasters.
’      Misschien was het wel slim van Goossens om zich tot een medestander te beperken. Als je er een academische expert als Lieven Buysse bij haalt, krijg je, voor je het weet, reacties als ‘De BBC blijft een instituut dat probeert neutraliteit na te streven … maar er is nog werk aan het beleid om met vermoedelijke vooringenomenheid om te gaan.’ Zo’n subtiliteit past geloof ik niet goed bij de la-lotta-continua mentaliteit van Goossens. 


* Ik ben ook wel bang om van Trump-sympathie verdacht te worden, maar ik draag gelukkig geen verantwoordelijkheid.

** Ik heb in de stukken die ik over de kwestie las, verschillende bijvoeglijke naamwoorden zien opduiken: de vooringenomenheid werd structureel, institutioneel, systemisch of systematisch. Ik zou spontaan het woord systematisch verkiezen. Joël De Ceulaer legt uit waarom de andere woorden niet noodzakelijk betekenisloos zijn, zoals ze dat zo vaak wél zijn. 

In een bijzonder leerzaam artikel in The New Statesman legt Hannah Barnes, die lang voor de BBC werkte, uit waar het onder meer misging. Een paar jaar geleden werden bij de BBC zogenaamde story teams geïnstalleerd, deelredacties die telkens voor één specifiek thema alle programma's van informatie, nieuws en invalshoeken zouden voorzien. Daardoor, het laat zich raden, ontstond over controversiële thema's een vorm van eenheidsdenken, bijna 'opgelegd' door die 'gespecialiseerde' teams. 


 

dinsdag 11 november 2025

Wilfried Martens en het generatieverschil

      Enkele weken geleden heeft de vrouw van Bart De Wever, Veerle Hegge, een boek uitgebracht. Het ging over haar ziekte. De pers was natuurlijk geïnteresseerd in de weerslag van die ziekte op de regeringsonderhandelingen. Toen ik dat las, flitste een gedachte door mijn hoofd. De zoon van Wilfried Martens! In 1978 raakte die jongen zwaargewond bij een ongeval in Spanje, net toen zijn vader bij zware regeringsonderhandelingen betrokken was.
     Het was voorspelbaar dat Marc Reynebeau ook iets over Veerle Hegge te vertellen zou hebben. Op 24 september blokletterde De Standaard: ‘Een boek dat beter had verdiend.’ Ik wist meteen dat ik dat stuk niet zou lezen. Maar mijn aandacht werd getrokken door een tussenkopje: De zoon van Wilfried Martens. Zo is dat. Reynebeau en ik behoren tot dezelfde generatie. We hebben bij wijze van spreken dezelfde dingen meegemaakt, en dat geeft toch een aanvoelen van de recente geschiedenis die latere generaties ontberen.
     Laatst stootte ik mijn hoofd aan een stukje op vrt.nws. Het dateert van 10 oktober 2013 en is geschreven door Alexander Verstraete. Alexander schrijft: ‘Wilfried Martens leidde 11 regeringen tijdens zijn politieke loopbaan. Toch was het mogelijk zijn privéleven waarmee hij het meest in de kijker liep.’ Alexander en ik behoren niét tot dezelfde generatie.

Eikels en dennenappels

     Een tante van mijn moeder vertelde mij over het droevige lot van de tot levenslange dwangarbeid veroordeelde gevangenen. Men geeft ze met opzet zwaar voedsel, zei ze, zodat ze ongezond worden en niet lang leven. En ze moeten stenen in stukjes kappen, of ander werk doen waarvan ze weten dat het volstrekt nutteloos is. Die tante had gelijk. Het is niet fijn om werk te doen waarvan je weet dat het nutteloos is.
      Vandaag, 5 november, was het prachtig weer en ik besloot voor een van de laatste keren van het haar het gras te maaien. Eigenlijk is het gras niet erg gegroeid sinds de laatste keer, maar het is bedekt met een dikke laag bladeren, en de grasmaaier zuigt die allemaal op. Ze komen dan mooi in de opvangzak terecht.
     Ondanks het mooie weer, vond ik dat grasmaaien alweer een frustrerend karwei. Dat het gras ondanks al het gemaai telkens weer opschiet, vind ik niet erg. Zo is het leven. Dat je na een rondje moet stoppen omdat de opvangzak vol is, kan ik minder goed verdragen. Ik moet dan naar het einde van de tuin om die zak leeg te maken. Maar ook daar valt mee te leven. 
     Nee, het is iets anders. Je moet weten dat we aan de rand van een bos leven met dennenbomen en eiken. Dat brengt mee dat ons grasvhet hele jaar door vol ligt met dennenappels, en in dit seizoen ook nog eens met eikels. Bij elke stap die ik zet trap ik enkele dennenappeltjes of eikels in de grond, en daarmee beschadig ik iedere keer een beetje meer wat eens een mooi, egaal grasveld was. Iedere keer dat ik het gras afmaai, zorg ik ervoor dat de volgende maaibeurt weer wat onaangenamer is door een steeds hobbeliger terrein. Iedere keer dat ik op die eikels en denneappels trap, trap ik een beetje op mijn hart.

Opa Reynebeau en de oorlogstokers

      Veel oud-strijders van links, zoals Marc Reynebeau, hebben het moeilijk met de geopolitiek. Ik ook trouwens, want geopolitiek is moeilijk. Maar bij oud-links komt daar nog iets bij. Ze willen niet zoals radicaal-links en radicaal-rechts het expansionisme van Rusland minimaliseren. Maar ze kunnen toch ook moeilijk applaudisseren voor de defensie-inspanningen van een rechtse regering.
     De oplossing van Reynebeau is dan om – als de uitdrukking mij hier is toegestaan – om in alle richtingen tegelijk te schieten. Nemen we als voorbeeld zijn stuk van 29 oktober: de regering geeft te weinig geld uit, de regering geeft te veel geld uit, de regering geeft het geld uit aan de verkeerde wapen, en verder: het noodpakket van Hadja Lahbib, de kinderachtige Mark Rutte, de Koude oorlog, het Marshall-plan, Charles de Gaulle, Kleine Brogel, het brandstofverbruik van de F-35’s, het Antwerpse haven-profitariaat.
     Als je in zoveel richtingen schiet, loopt er wel eens iets fout. Ik citeer:

 De dreiging van Moskou is reëel, zoals de Oekraïense tragedie helaas bewijst, maar hoogstwaarschijnlijk niet in de vorm van wat oorlogsstokers erover beweren, onder meer de reactionaire sponsors van Europees radicaal-rechts in de Amerikaanse regering.

     Je vraagt je af waarom Amerikaanse oorlogstokers steun zouden verlenen aan Europees radicaal-rechts dat nu net overal aanstuurt op appeasement met Rusland. 
     Reynebeau en ik hebben de tijd nog gekend dat het andersom was en dat radicaal-rechts stevig anti-Russisch was. Dat was de tijd van
 Nouvel Europe Magazine, dat daarvoor zelfs Europa-Amérique heette. Maar de tijden zijn veranderd. En dan moeten we ook onze clichés updaten, nietwaar Marc?


Een reactionair cliché van Bieke Purnelle

     Bieke Purnelle is een van de linkse columnisten die niet blij zijn met de Nederlandse verkiezingsuitslag. Het succes van de politieke midden bevalt haar niet. ‘Het midden staat voor rust en rationaliteit, alsof daar alle antwoorden te vinden zijn.’ Haar uitleg over ‘ratio in de politiek’ laat ik verder onbesproken, maar één aardig clichétje wil ik toch aanstippen: ‘Ooit was macht een middel om idealen te realiseren.Vandaag lijkt macht het ideaal zelf.’
     Vergelijkbare clichés hoor ik al 50 jaar debiteren door progressieven. We gaan ‘meer en meer’ de verkeerde richting uit, wat dus veronderstelt dat het vroeger op de een of andere manier beter was. In dit geval zou er een tijd geweest zijn dat ‘macht een middel was om idealen te realiseren’. Welke tijd zou dat geweest zijn? Hoort er een jaartal bij? Je zou gaan denken dat die progressieven eigenlijk reactionairen zijn die naar het verleden willen herstellen!
     Maar achter een cliché kan wel een gedachte schuilgaan. En dat is hier geloof ik het geval. Ik heb er even moeten over nadenken. Het zit zo. Sommige linkse partijen waren vroeger linkser dan ze nu waren. De socialisten indertijd wilden de macht grijpen om, welja, het socialisme te verwezenlijken. Maar ondertussen zijn ze ‘naar het centrum opgeschoven’, net zoals D66 dat nu deed in Nederland. Er zijn dus voor mensen van de Purnelle-strekking tijden dat het vroeger echt beter was. De socialisten waren in de tijd van Jelle Troelstra nog échte socialisten, al is dat lang geleden, en Rob Jetten was enkele jaren geleden nog een politicus die op het eerste gezicht alleen de macht wou om het klimaat te redden.
     Toen Purnelle haar zinnetje schreef over macht en idealen en het verleden dacht ze niet aan de politiek in het algemeen. Ze dacht alleen aan het links spectrum. 

maandag 10 november 2025

De cultuurstrijd van Tom Naegels

     De stukken van Tom Naegels lees ik graag. Over immigratie en de multiculturele samenleving is de afstand tussen ons groot, en toch blijft het leuk om hem ook over dat onderwerp te lezen. Als je iets leest van iemand die anders over sommige zaken denkt dan jij, ontkom je nooit aan de indruk dat je met een ander menstype te maken hebt. Maar Naegels probeert altijd elegant te schrijven, redelijk na te denken, fatsoenlijk te argumenteren, en al eens een origineel verband te leggen of een subtiele opmerking te maken. Dat zijn allemaal dingen die ik ook betracht, en dat schept een band.
    
  In kwesties van de cultuurstrijd is de kloof tussen ons trouwens niet zó breed. Met zijn stuk (DS 31/10) De cultuurstrijd kan nooit gewonnen worden kan ik het bijna helemaal eens zijn, te beginnen met de titel. We moeten er ons bij neerleggen dat het ‘een zichzelf in stand houdend conflict’ is. Alleen moeten we hopen dat de strijd niet altijd zo fanatiek zal worden gevoerd als nu. Naegels heeft geloof ik een hekel aan naïeve pleidooien voor ‘dialoog’, maar ondertussen maakt hij zelf die dialoog mogelijk door fanatieke tirades te vermijden.
     Naegels hangt zijn stuk op aan beschouwingen rond de film One Battle After Another. Wat hij schrijft lijkt op wat ik zelf over die film heb geschreven*. Leuk vind ik ook zijn volgende zin:

Voor een film die zo nadrukkelijk de vorm aanneemt van een politieke satire, is het verdomd lastig te zien waar het een satire op is.’

      Precies. Het is iets waar ik bij mijn leerlngen op hamerde: ‘Satire is spot, en je spot mét iets. Als je op het examen het woord satire gebruikt, moet je kunnen aangeven waarop het een satire is. Aan degenen die vinden dat de geheime club van elitaire fascisten in One Battle een goed symbool is voor de alliantie tussen de Maga-wapengekken met de techbro’s van Silicon Valley, antwoordt Naegels:

     De manier waarop extreemrechts wordt uitgebeeld, negeert essentiële kenmerken van de werkelijke hedendaagse variant: de humor, de ironie, de vermenging van autoritaire repressie met, paradoxaal genoeg, vrijheid en rebellie. Als je extreem-rechts tegenwoordig bezig ziet, vraag je je als antifascist de hele tijd af: ‘Maar is dit wel fascisme? Goeie vraag. Niet te verwarren met de vraag: is dit erg? En op de volgende alinea van Naegels ben ik gewoon jaloers.

 Als deze film al een satire is, dan is het een metasatire: de regisseur plaatst een karikatuur van extreemlinks, zoals rechts het zich voorstelt, tegenover een karikatuur van extreemrechts, zoals die bestaat in de nachtmerries van links. En vervolgens contrasteert hij die met het enige normale personage: de brave tiener Willa, die goed studeert, die gewoon naar de high school prom wil met haar vrienden en die van al die politiek niets moet weten.

     Nagels polemiseert vervolgens met Joren Vermeersch. Die had in een column geschreven ‘dat de cultuuroorlog in de VS voorbij is en dat links (“woke” in zijn woorden) die heeft verloren.’ Nu was de column van Vermeersch ook naar mijn smaak te triomfalistisch, maar er is een heel verschil tussen schrijven dat ‘links’ de cultuuroorlog verloren heeft, dan wel dat ‘woke’ de cultuuroorlog verloren heeft. Met ‘woke’ bedoelt men niet dat er wel eens een jongen is die zichzelf niet als jongen, maar ook niet als meisje wil zien. Maar ‘woke’ bedoelen mensen als Vermeersch en ik het sfeertje dat daarrond gecreëerd wordt, met die voornaamwoorden en die toiletten. Om van de cancel-cultuur in dat verband nog te zwijgen – zie J.K. Rowling.
      Ik moet bekennen dat zelfs ik humeurig wordt van het sfeertje. Toen televisie-journalist Boudewijn van Spilbeek in transitie was gegaan en voortaan Bo van Spilbeek heette, was mij dat volkomen, maar dan ook volkomen, onverschillig. Maar toen ik op de televisie zag hoe hij op de redactie verscheen en dat er geapplaudisseerd werd voor die metamorfose, voelde ik ergernis. Ik heb dat vaak bij applaus als het geen beloning is voor een puike prestatie.
      Naegels heeft er al meermaals op gewezen dat het progressieve kamp op meerdere vlakken de strijd gewonnen heeft. Homorechten kwamen na militante en andere druk in de tolerantie-zone terecht, en later in de volstrekte normaliteit. Ook extreem-rechts is vergeten wat ooit het probleem was. Dezelfde verschuiving is aan de hand met transgenderisme en binariteit, meent Naegels. Ik kan dat als conservatief alleen toejuichen.
      Maar tegelijk roepen de goedgekozen voorbeelden van Naegels een beeld op van een op voorhand vastgelegde ‘goede kant van de geschiedenis.’ Het beeld dat de progressieven altijd gelijk hebben, alleen hebben ze dat soms wat te vroeg. Daarmee lijkt Naegels te ontkennen dat er domeinen zijn waar tolerantie kan omslaan in ongewenste en maatschappelijk schadelijke permissiviteit. Toen ik leerling was, werd storend gedrag in de klas bestraft, later werd het getolereerd, en nog later werd het genormaliseerd. Ik heb het hier wat overdreven geformuleerd, maar het voorbeeld maakt duidelijk dat grotere tolerantie niet altijd en per definitie de gewenste richting aangeeft.
     Er is nog een sterk argument dat Naegels aanhaalt tegen het rechtse triomfalisme: 

 Voor zover er sprake is van een omslag in de VS, is die er vooral gekomen onder dwang van de regering. Universiteiten, filmstudio’s en mediabedrijven worden bedreigd met financiële en juridische repercussies als ze de voorkeuren van Trump en zijn acolieten niet uitdragen. Van een spontane culturele ommezwaai, bottom up, onder invloed van de smaak van het publiek, kun je dan bezwaarlijk spreken.

      Dat is minstens gedeeltelijk waar. En bij ons geven Vlaams Belang-leiders als Tom Vandendriessche openlijk toe dat ze ook die regeringsdwang willen gebruiken in de cultuuroorlog.
      Maar het is te eenvoudig om hier ‘dwang van de regering’ te plaatsen tegen een bottom-up invloed. Neem die filmstudio’s. Ik heb mij als rechtse jongen ook wel eens geërgerd aan het politiek-correcte gedoe van filmacteurs, maar als ik ze in een film zie, valt dat allemaal nogal mee. Veel films zijn in wezen nogal apolitiek, en zijn, in tegenstelling tot het theater bij ons, geen wapen in de strijd tussen progressieven en conservatieven. Mocht ik de ideologie van de films willen fileren – een futiele bezigheid, als je het mij vraagt –  dan zou ik wellicht vaststellen dat de meeste bij het progressieve kamp aanleunen. Maar weerspiegelt die progressieve bias de smaak van het brede publiek? Niet noodzakelijk. In die zin is de bias ook niet noodzakelijk bottom-up. Conservatieve kijkers nemen die progressieve bias erbij, als een detail, zolang er niet overdreven wordt.
  
    En trouwens: heeft die ‘dwang van de regering’ de toon van de films conservatiever gemaakt? Welnee, die opportunistische filmacteurs zijn alleen wat voorzichtiger geworden in hun uitspraken. Op de films zelf heeft dat weinig invloed. Naegels geeft hier terechte commentaar bij het voorbeeld van Yellowstone.

Vermeersch voert het succes van nieuwe series als Yellowstone aan als bewijs van de nieuwe wind. Na Trumps overwinning in november 2024 waaide er al een reeks opinie-artikels en podcasts over de wereld, die toen al de stelling verdedigden dat de Amerikaanse populaire cultuur conservatiever werd. Hét bewijs dat werd aangehaald: Yellowstone. Als er in twaalf maanden tijd geen enkele nieuwe conservatieve serie gelanceerd is, valt het met die ‘terugkeer naar de normaliteit’ wel mee.

       Ik zal zelfs meer zeggen. Ik scheef onlangs iets over de John Wayne-film McLintock (1963). Het volstaat om het vrolijke, ongecomplexeerde conservatisme van die film te vergelijken met het getormenteerde en defaitistische conservatisme van Yellowstone (2018-2024) om te begrijpen hoezeer de populaire media zijn opgeschoven in de progressieve richting. Of die verschuiving in dezelfde mate heeft plaatsgevonden in de smaak van het publiek is een andere vraag. En zoveel kan het mij niet schelen. Ik behoor in de cultuurstrijd tot het onverschillige centrum, behalve als het over multiculturalisme, woke-excessen en onderwijs gaat. 

                                                                    *** 

    Ook Naegels neigt in zijn stellingennames naar het centrum. Zowel links als rechts kun je een onderscheid maken tussen een revolutionaire aanpak en een hervormingsgezinde aanpak. Het is een discussie die een eeuw geleden diepgaand gevoerd is binnen de arbeidersbeweging en die geleid heeft tot de splitsing tussen revolutionaire communisten en hervormingsgezinde democraten. Maar de discussie blijft actueel. In een discussie op zijn FB-pagina schreef Naegels een passionele verdediging van de hervormingsgezinde strategie (zie de bijlage).
     Ik was diep onder de indruk van die verdediging. Naegels is bereid om toe te geven dat de revolutionaire analyse ‘top’ en ‘intellectueel uitdagend’ is, maar dat je je analyse beter afzwakt tot je er iets praktisch mee kunt aanvangen. Dat lijkt mij niet helemaal in de haak. Een analyse is juist of fout. Maar het probleem stelt zich voor mij niet op die manier, omdat ik de revolutionaire analyse helemaal niet ‘top’ vind.

* Mijn commentaar bij One Battle After Another, zie hier.
** Voor cultuurstrijd à la Tom Vandendriessche, zie mijn stukje hier.
*** Mijn recente commentaar bij McLintock, zie hier, in de tweede sectie van de tekst


 Bijlage: Het pleidooi van Naegels

     Andere politieke, militaire en/of maatschappelijke conflicten geraken toch ook opgelost zonder dat eerst “de economische macht van het multinationale kapitaal” gebroken werd? Nog een geluk, want je hebt geen hefbomen om dat te doen, en je hebt ook geen idee, mocht het ooit toch gebeuren, welk systeem ervoor in de plaats komt, en of dat rechtvaardiger zal zijn.
 
     Het is een ding om vast te stellen dat we inderdaad in een kapitalistisch systeem leven en dat die economische context zijn rol speelt in om het even welk vraagstuk dat je wil bespreken, het is een ander om te zeggen: om dit vraagstuk op te lossen moet eerst die context verdwijnen. Dan organiseer je je eigen machteloosheid, want die context gaat niet weg.
     Laat me twee voorbeelden geven van debatten die ik al lang volg.
      Voorbeeld 1: de bestrijding van racisme. Je kunt racisme definiëren als een set van negatieve vooroordelen, die worden opgeroepen door uiterlijke kenmerken zoals huidskleur, kledij etc, en die maken dat mensen met die kenmerken een grotere kans maken om gediscrimineerd te worden. Als je het zo definieert, kun je beginnen werken op die vooroordelen. Je kunt mensen ervan bewust maken. Je kunt discriminatie strafbaar stellen. Je kunt proberen te werken op inclusie en representatie. Op die manier hebben we zichtbare vooruitgang geboekt: de Vlaamse samenleving was in de jaren 1980 aantoonbaar racistischer dan die van vandaag. Daar kun je dan trots op zijn én er moed uit putten om verder te gaan op het ingeslagen pad.
     Wat je ook kunt doen is zeggen: die vooroordelen zijn een oppervlakte-fenomeen. Racisme is een structureel kenmerk van het neokoloniale extractieve roofkapitalisme, de ideologie die al 500 jaar lang deel uitmaakt van de Westerse psychologische en culturele dieptestructuur. Of een individu meer of minder expliciet racistische ideeën heeft is volstrekt irrelevant - iedere witte Westerling wordt geboren in die racistische structuur, hij of zij profiteert van de privileges die ze hem of haar biedt. Dit inherente, structurele racisme biedt de rechtvaardiging voor het uitzuigen en onderwerpen van de niet-witte wereld, of dat nu gebeurt door militaire bezetting zoals in Israël, door het roven van grondstoffen zoals in Congo, of door het uitbuiten van goedkope arbeidskrachten zoals in het geval van arbeidsmigratie. De enige manier waarop we het racisme kunnen bestrijden, is door het neokoloniale extractieve roofkapitalisme omver te werpen.
     Top. Intellectueel uitdagende analyse. Prikkelend en stimulerend. Enig nadeel: je hebt geen hefbomen om dat kapitalisme omver te werpen, en de hefbomen die je wél hebt om iets te verbeteren –  het “kleinere” werken aan een mentaliteitswijziging –  heb je net verbeurd verklaard. Wat doet het ertoe of Vlaanderen vandaag minder expliciet racistisch is dan vijftig jaar geleden? Dat is louter cosmetisch! Er is geen enkel verschil tussen een slaveneigenaar op een plantage in Jamaica in de 18de eeuw, en Tom Naegels.
     Tweede voorbeeld: de journalistiek.
      Je kunt journalistiek definiëren als de collectieve inspanning van daartoe opgeleide en door een gespecialiseerde organisatie betaalde professionals, gedreven door een professionele code, om op regelmatige basis verhalen over de wereld op te diepen, te onderzoeken en te verspreiden, verhalen waarvan mag worden uitgegaan dat ze 1. Waar zijn en 2. Binnen de cultuur waar de journalisten en hun publiek deel van uitmaken, gezien worden als interessant en relevant. Met die definitie in het achterhoofd kun je dan een onderscheid maken tussen betere en slechtere journalistiek, je kunt individuele journalisten bekritiseren als ze in de fout zijn gegaan (het verhaal is niet waar, of de journalist heeft zich niet aan de deontologische code gehouden, of…)
 
     Wat je ook kunt doen is zeggen: de journalistiek maakt deel uit van het internationale neokoloniale extractieve roofkapitalisme. De verhalen die journalisten vertellen, dienen enkel de belangen van de elite achter de schermen. Het systeem dat onderdrukking mogelijk maakt, wordt door de mainstream media nooit in vraag gesteld. Logisch, want de meeste grote nieuwsmerken zijn in private handen. Ze moeten dus in de eerste plaats winst maken. Ze mogen hun adverteerders niet tegen de borst stoten. Hun deontologische code, zogenaamd gebaseerd op “waarheid” en “objectiviteit”, dient enkel ter rechtvaardiging van een onderdrukkende ideologie. Geloof dus niets wat de reguliere journalistiek je vertelt. We zullen pas eerlijke journalistiek kennen als het kapitalisme omver geworpen is.
     Opnieuw, top. Intellectueel uitdagende analyse. Enig nadeel: je hebt nog steeds geen hefbomen om dat kapitalisme omver te werpen, en de hefbomen die je wél hebt om journalisten aan te sporen om hun werk beter te doen, heb je net verbeurd verklaard. Er is geen verschil meer tussen The New York Times of Fox News, tussen De Standaard of een van de Hongaarse kranten die door Orban onder het gezag van een van zijn politieke bondgenoten geplaatst zijn. Je kunt net zo goed in de “waarheid” van Donald Trump of Elon Musk geloven, want zolang het kapitalisme bestaat, is dat begrip “waarheid” toch een uitvinding van de elite.
     Bon. Ik vind in al die gevallen dat die zogenaamd “diepgaande” anti-kapitalistische systeemanalyse je dus de mogelijkheid ontneemt om reële verbeteringen na te streven, en dat ze je uiteindelijk ook verhindert om de wereld waarin je leeft, goed te begrijpen. Zo druk ben je bezig met de fundamenten te bestuderen, dat je niet meer ziet of het gebouw dat op die fundamenten gebouwd is, in esthetisch en functioneel opzicht de rol vervult die je ervan mag verwachten.



* Mijn commentaar bij One Battle After Another, zie hier.
** Voor cultuurstrijd à la Tom Vandendriessche, zie mijn stukje hier.
*** Mijn recente commentaar bij McLintock, zie hier, in de tweede sectie van de tekst


 

zondag 9 november 2025

Egalitarisme: een discussie met ChatGPT

        Hieronder antwoord op ik een tekst van ChatGPT die een tekst van mij fileert. Dat antwoord is opgesteld in de stijl van een ‘Réponse à mes détracteurs’ en valt daardoor wijdlopig uit. Mijn antwoorden op [1], [2], [3], [8] en [11] zijn nogal defensief. Maar het gaat ook over zaken die mij al langer interesseren: 

  1. het onderscheid tussen goede en een gebrekkige argumentaties; 
  2. de waarde van discussies onder leken; 
  3. een uitwerking van mijn argumentatie inzake economische herverdeling; 
  4. het nut van chatbots om je in een debat te oriënteren.
     In het algemeen ben ik in mijn antwoord te streng voor ChatGPT. Ik weet uit ondervinding dat ik nuttige informatie (en zelfs argumentatie) kan krijgen door mijn vraag op verschillende manieren te stellen, door dóór te vragen, door kritiek te geven op eerdere antwoorden en door verschillende chatbots tegelijk te gebruiken. Men moet echter zelf al redelijk goed op de hoogte zijn én kritisch nadenken om de antwoorden te kunnen evalueren en te sturen door vraagstelling. 

                                                                   ***

      Enige tijd geleden schreef ik een stukje over de miljardenbonus van Musk. Ik probeerde de naïeve gedachte te weerleggen dat de miljarden van Musk op een of andere manier onder de armen en behoeftigen konden worden verdeeld. Een FB-vriend heeft mijn tekst voorgelegd aan ChatGPT. De prompt moet ongeveer geweest zijn: ‘Weerleg alle denkfouten en misleidende redeneringen in het stukje van Clerick.’
      Zoiets moet je aan ChatGPT 
 die een echte pleaser is  geen twee keer vragen. De chatbot vond onder andere valse tegenstellingen, een compositiedrogreden, een straw man, een categoriale fout, een ad-hominem, en een ‘schaalminimalisering door individuele voorbeelden.’ Dat laatste vond ik aardig gevonden, en ik neem mij voor om die fout in de toekomst nog vaak te maken.
     In het algemeen vond ik het antwoord van ChatGPT ontgoochelend. Ik heb vroeger ChatGPT geprezen omdat zijn teksten stilistisch op een ideaal examenantwoord leken. Herhaling van de kernwoorden uit de vraag, de essentiële onderdelen van het antwoord vooraan, coherente alinea’s die beginnen met de kerngedachte, geen symbolen zoals pijlen. Mijn collega van Geschiedenis gaf een nul voor elk antwoord dat een pijl bevatte. Maar in het antwoord van ChatGPT op mijn blogje krioelt het van pijlen, en zijn de alinea’s amper begrijpelijk.
     Mijn kritiek op ChatGPT is niet inhoudelijk. Een betalende versie is ongetwijfeld in staat om een coherent rapport in elkaar te steken dat met gespecialiseerde kennis brandhout maakt van mijn blogje. Mijn ontgoocheling betreft niet ChatGPT als specialist, maar ChatGPT als leek en als polemist. Ik heb als leek een blogje geschreven, en ChatGPT slaagt er niet in als leek een goed antwoord te schrijven. En als polemist genereert hij voortdurend waarheden die weliswaar correct zijn, maar die ik nooit in twijfel heb getrokken. Hij praat naast mij heen. Die twee gebreken heeft ChatGPT trouwens gemeen met veel menselijke polemisten, leken en specialisten, zodat we kunnen zeggen dat hij ook hier voor de Türingtest geslaagd is. Met de pijlen kan hij mij zelfs overtuigen dat hij niet alleen een mens, maar ook een scholier is.

                                                                               ***

`     Misschien zou ik ChatGPT eerst op het opzet van mijn blogjes moeten wijzen. Als ik een stukje schrijf over economische herverdeling, meestal tégen economische herverdeling, dan beoog ik niet om een waterdicht pleidooi te schrijven waarbij ik eens en voor altijd álle argumenten vóór herverdeling wil weerleggen. Er zijn briljante economen die formeel uitgewerkte modellen hebben uitgewerkt ter verdediging van economische herverdeling. Ik zou die modellen met de beste wil van de wereld niet eens begrijpen. Dáárvoor had ik veel beter moeten opletten in de wiskundeles.
     Maar de meeste voorstanders van herverdeling kennen die modellen evenmin (noch de modellen die de tegenovergestelde stelling onderbouwen). Zij hebben, zoals ikzelf, veel grovere ideeën over de kwestie. En het zijn die grove ideeën die een rol spelen, zoals Julien Benda schrijft, ‘dans l’historie des hommes et non dans celle de quelques solitaires.’ Het is op dat grove niveau dat mijn gedachten wel eens afdwalen naar de kwestie van de herverdeling. En ik neem daarbij aan dat een redenering niet noodzakelijk fout is omdat ze grof is, en omgekeerd dat het moet mogelijk zijn om een grove redenering die wel fout is grofweg te weerleggen.
      Overigens houden die grove ideeën zich waarschijnlijk ook schuil in de formeel uitgewerkte modellen van de economen. Sommigen van hen zijn zelfs zo vriendelijk om die grove gedachten eruit te vissen en ze in de column te gieten, zodat die economen op hun manier meedoen aan, en zich openstellen voor, het openbare debat. Dan ben ik graag van de partij.

                                                                                 ***

     Eén ding moet ik ChatGPT nageven: hij kan mij voldoende prikkelen. Aha, die wil mijn tekst zo maar eventjes fileren. Dan doe ik hetzelfde met hem. En ik doe het zelf, in plaats van dat over te laten aan bijvoorbeeld Grok. Ik citeer en commentarieer mijn artificiële opponent. Ik heb in de ChatGPT tekst de indirecte verwijzingen naar mij vervangen door mijn naam.

 [1] Valse tegenstelling: “ondernemers zorgen voor zichzelf én voor ons”. Clerick suggereert dat rechtse mensen gelijk hebben omdat ondernemers “ons voorzien van lampen, auto’s, mobieltjes”.  Dat is een compositie-drogreden: het feit dat een individu (Musk) producten levert, betekent niet dat zijn persoonlijke verrijking noodzakelijk of moreel gerechtvaardigd is binnen dat systeem. Productie is een collectieve onderneming (werknemers, infrastructuur, subsidies, afnemers).

     Dat begint slecht. Er wordt helemaal niet verduidelijkt waar de valse tegenstelling zich bevindt. Een valse tegenstelling moet je samenvatten met ‘of’ en niet met  ‘en’. In werkelijkheid argumenteer ik juist tégen de valse tegenstelling als zou een ondernemer voor zichzelf zorgen óf een dienst zou bewijzen aan de maatschappij. Al wat ChatGPT verder schrijft is correct, maar heeft niets met mijn blogje te maken. Ik heb nergens beweerd dat persoonlijke verrijking moreel gerechtvaardigd is. Ik zou daar heel andere argumenten voor moeten voor gebruiken. 

[2] Straw man over de linkse kritiek. Clerick stelt dat zijn “FB-vriend” denkt dat herverdeling een zero-sum game is — wat een karikatuur is van egalitaire argumenten. In werkelijkheid pleiten herverdelingsdenkers (zoals Piketty of Rawls) voor dynamische herverdeling, niet voor het idee dat rijkdom van de één letterlijk “afgenomen” moet worden van de ander zonder productieve groei.

     Welnee, dat is geen straw man. Veel expliciete en impliciete herverdelers – en ik denk ook mijn FB-vriend – gaan uit van een zero-sum game. De discussies over de Belgische begroting maken dat duidelijk. Maar natuurlijk bestaan er ook ándere herverdelingsdenkers. Er zijn economen die herverdeling koppelen aan productieve groei*.  Er zijn er ook die herverdeling koppelen aan degrowth. Maar mijn stukje ging dus niet over die economen.
    Meestal beperk ik mij in blogjes over die kwestie tot de eenvoudige redenering dat productieve groei veel meer kan doen voor consumptie van de lage-inkomens dan herverdeling dat kan. Een iets ingewikkelder redenering is dat herverdeling de productieve groei kán afremmen en dus in het nadeel kán zijn van de lage inkomens. Een nog iets ingewikkelder redenering … Nee, hier stop ik.

[3] Clerick stelt dat herverdeling alleen kan via consumptiebeperking.  Dit is economisch onjuist. Herverdeling gebeurt via inkomens- en kapitaalstromen (belastingen, publieke investeringen), niet door directe beperking van consumptie. De overheid kan middelen verschuiven zonder dat elke euro letterlijk aan een andere consumptiepost wordt onttrokken.

     Hier lijdt ChatGPT aan litteralisme. Hij leest bepaalde afzonderlijke woorden zoals ‘herverdeling van consumptie’ zonder de betekenis van de redenering te vatten. Misschien maak ik het hem ook moeilijk met mijn badinerende stijl en mijn lichtzinnige voorbeelden. Maar dus: natúúrlijk gebeurt herverdeling niet rechtstreeks door in te grijpen in de consumptie, maar via belastingen en publieke uitgaven. Dat wist ik ook. Ik ben geen idioot. Wat denkt ChatGPT wel van mij?
       Omdat de bot het niet begrijpt leg ik het nog eens uit, zonder omwegen. Als je wil dat de laagste klassen meer kunnen consumeren (gezonder voedsel, betere huizen, gratis vervoer) dan moeten al die zaken extra geproduceerd worden. Bij de herverdelingspiste ga je meer van die zaken produceren, en minder luxegoederen die de superrijken consumeren – en dat komt goed uit want door hogere belastingen hebben die superrijken minder geld voor die luxegoederen. En mijn argument is nu dat die consumptie van luxegoederen relatief klein is.

[4] Ook stelt Clerick dat de consumptie van rijken “niet veel voorstelt”.   Dat klopt niet: luxegoederen, vastgoed, private jets, kunstmarkten, enz. zijn reële economische sectoren met grote kapitaalstromen.

     Dat argument is helemaal terzake, maar mijn argument wordt wel erg ingekort. Ik had geschreven dat de consumptie van de allerrijksten niet veel voorstelt vergeleken met hun bezit, vergeleken met de omzet van hun bedrijven en vergeleken met de noden van de samenleving. Maar natuurlijk is er op zichzelf beschouwd veel geld dat gaat naar decadente luxe, private jets en kunstmarkten.
      Ik heb aan mijn chatbot de cijfers opgevraagd voor de VS. De 0,1 procent rijksten bezit 14 procent van alle rijkdom, rijft 10 procent van het inkomen binnen en consumeert … 1,3 procent van alle goederen en diensten**. De reden dat ze relatief zo weinig consumeren is dat ze een groot deel van hun inkomen investeren. Van die investeringen worden zij én wij beter – behalve als ChatGPT hier weer een tegenstelling in wil zien.
      In de herverdelingslogica zouden wij bijvoorbeeld 1 procentpunt van die 1,3 procent decadente consumptie kunnen heroriënteren naar productie voor de 50 procent laagste inkomens. Die hun aandeel in de consumptie zou dan van 23 naar 24 procent gaan. Dat is niet spectaculair.***
     Met die cijfers kan ik natuurlijk geen enkele herverdeler overtuigen, maar ik kan geloof wel een en ander in perspectief plaatsen. De herverdeler kan ook naar de 1, 10, 20 of 50 procent rijksten kijken****, en daar valt natuurlijk veel meer ‘consumptie’ te herverdelen. Dit is trouwens de herverdeling die in de praktijk echt gebeurd.
     Ook zou een herverdeler het procentpunt van de superrijken niet noodzakelijk verschuiven naar de 50 procent laagste inkomens, maar bijvoorbeeld naar de 10 procent armsten*****. Dan zou dat in theorie méér dan een druppel op een hete plaat kunnen zijn. Anderzijds beperken zelfs de extreemlinksen hun voorstellen tot het ‘afsnoepen van een percentje’ – van de superrijkdom en de superinkomens wat dus tientallen keren minder is dan het procentpunt waar ik over sprak.

[5] Bovendien kan zelfs een relatief kleine consumptie-omleiding een groot sociaal effect hebben als ze efficiënt herverdeeld wordt (bv. via onderwijs of gezondheidszorg)

     Ik weet niet hoe ik die drogreden moet noemen, maar het is in elk geval een dubbele veronderstelling: dat er herverdeeld wordt én dat er efficiënt herverdeeld wordt. Het Amerikaanse lager en middelbaar onderwijs is al zo ontzettend duur per leerling, zonder noodzakelijk erg efficiënt te zijn. Het is de vraag of enkele extra miljarden dat onderwijs zouden verbeteren******.

[6] Categoriale fout. De metafoor “de rijkdom van Elon Musk bestaat uit citroenen, geen appelen” suggereert dat kapitaal niet herverdeeld kan worden. Dit is conceptueel fout: kapitaal kan via dividendbelasting, meerwaardebelasting, successierechten, enz. gedeeltelijk omgezet worden in publieke middelen die wél herverdeeldbaar zijn. Clerick verwart vorm van vermogen met onmogelijkheid van verdeling.

     Daar zit iets in. Kapitaal kán inderdaad verdeeld worden, zeker als het in ‘publieke middelen wordt omgezet.’ De staat zou een wet kunnen maken waardoor hij bij het overlijden van Musk  90 % van zijn kapitaal aanslaat als successierechten. De privé-aandelen worden dan staatsaandelen, de staat kan dan de investeringen sturen, en Clerick zegt dan: ‘Oei, communisme.’

[7] Clerick stelt dat rijke gezinnen hun vermogen niet kunnen belasten zonder hun consumptie te verminderen.  Fout: belastingen kunnen geheven worden op rendement, niet op consumptie. Vermogenden kunnen belasting betalen uit inkomsten (dividenden, rente, aandelenverkoop) zonder minder brood te eten.

     Zie hierboven wat ik schreef over het literalisme van ChatGPT. In elk geval: als men de inkomsten van de superrijken belast, blijft er minder besteedbaar inkomen over. Dan moeten ze minder consumeren of minder investeren. 

[8] Eerst beweert Clerick dat herverdeling “niet mogelijk” is, dan dat het “wel mogelijk maar triviaal” is, en uiteindelijk dat het “technisch is en daarom buiten beschouwing blijft”.

      Natuurlijk zijn sommige vormen van herverdeling onmogelijk, andere zijn per definitie triviaal, nog andere gebeuren in de praktijk op een inefficiënte manier, en nog andere zijn technisch ingewikkeld. 

[9] Inconsistentie tussen morele en economische claims … Dat is retorische uitglijder: Clerick verschuift zijn stelling telkens om kritiek te ontwijken.

      Dat is een interessante kritiek, die helaas slecht wordt uitgewerkt in de alinea die erop volgt. (Zie de alinea hierboven.) Ik heb inderdaad een reeks overtuigingen over herverdeling die niet noodzakelijk uit elkaar voortvloeien: (1) dat gedwongen herverdeling immoreel is, (2) dat ze ook immorele effecten heeft, (3) dat ze economisch inefficiënt is, (4) dat ze op een economisch inefficiënte manier gebeurt, en (5) dat de gevolgen ervan voor de armsten mogelijk triviaal of zelfs negatief zijn. Over (1) en (2) kun je moeilijk discussiëren met andersdenkenden. Om over (3) en (4) overtuigend te argumenteren moet je meer van economie afweten dan ik doe. Meestal beperk ik mij in mijn ‘claims’ tot (5), tot frustratie van mijn opponenten die graag over (1) zouden discussiëren.

[10] Misleidend beroep op Rawls en Nozick. Clerick verwijst naar deze filosofen om te suggereren dat herverdeling “abstract” is.  Maar Rawls’ theorie pleit expliciet voor herverdeling via het “difference principle”. Door ze samen te noemen met Nozick, lijkt Clerick neutraliteit te suggereren, terwijl hij in feite Rawls verkeerd representeert.

     Hier begint ChatGPT vermoeid te raken. Herverdeling is niet abstract, maar er kunnen wel abstracte discussies over worden gevoerd, zoals die tussen Rawls en Nozick. Waar zeg ik dat ik mij beroep op Nozick of Rawls? Waar ontken ik dat Rawls voor herverdeling pleit? Wiens neutraliteit suggereer ik? Waar representeer ik Rawls verkeerd?
     Mijn verwijzing naar de filosofen was overigens niet toevallig. Privé ben ik een Nozickiaan. Nozick keert zich om morele redenen tegen de hele idee van herverdeling. Je kunt hem alleen volgen als je zijn morele premissen aanvaardt en dat is iets wat je niet kunt vragen van een opponent in een discussie. Daarom ben ik in het openbaar een Rawlsiaan. Rawls redeneert vanuit de positie van de allerarmsten. Als herverdeling in hun voordeel is, is hij voor herverdeling, en als ongelijkheid in hun voordeel is, is hij voor ongelijkheid. En zoals je links-Hegelianen en rechts-Hegelianen hebt, heb je ook links-Rawlsianen en rechts-Rawlsianen. Ik behoor tot die laatste. Ik heb daarbij geen plannen om de nu bestaande herverdeling met een sloophamer te lijf te gaan, maar ik heb wel de snode intentie om zwakke argumenten voor een nóg verdere herverdeling in mijn blogjes te hekelen.

[11] Wat Clerick volledig negeert. Tesla en SpaceX zijn in belangrijke mate gebouwd op staatssteun en publieke contracten — relevant bij een discussie over herverdeling, maar genegeerd. Belastingontwijking: Grote bedrijven en miljardairs profiteren van constructies die hun effectieve belastingdruk extreem laag maken; dit is een directe herverdelingskwestie.

     Dat is waar dat ik een en ander negeer. Je kunt niet alles ter sprake brengen in een blogje. Ik weet niet of je uit de staatsteun of belastingontwijking een argument kunt puren dat Musk slechts 13 procent en niet 23 procent van de Tesla-aandelen mag bezitten. Maar ik ben het verder met ChatGPT eens. Als Musk rijk geworden is door staatssubsidies aan Tesla en Space-X, dan is die rijkdom onrechtmatig. In mijn ideale maatschappij zijn er geen subsidies. Dat belastingontwijking door superrijken moet bestreden worden vind ik ook. Door belastingen te ontwijken maken ze dat anderen meer belastingen betalen. En verder wil ik niet gaan. Hoe men die belastingontwijking moet aanpassen, beschouw ik als een ‘technische kwestie’ die ik graag buiten beschouwing laat, ook al weet ik dat ik ChatGPT daar verdriet mee doe.

[12] Democratisch argument: Ongelijkheid is niet enkel economisch, maar ook politiek problematisch. Clericks slotzin (“dan moet je de macht van de staat verminderen”) negeert de asymmetrie van invloed tussen miljardairs en gewone burgers.

     ChatGPT verknoeit het een beetje in de formulering, maar op zich is het een sterk argument. Het Democratisch argument is hét argument dat door de hedendaagse economen wordt aangehaald: van Paul De Grauwe over Piketty tot Stiglitz. Die economen vermijden de simplistische bewering dat de spaarpot van de superrijken makkelijk kan worden ingezet om de sociale noden van de samenleving op te lossen. En dát is nu net de simplistische bewering die ik bestrijd.
     De hedendaagse economen beweren iets anders. Ze vrezen dat een grote concentratie van rijkdom kan leiden tot politiek misbruik. Dat is een sterk argument, waarbij ik af en toe in mijn blogjes een bedenking bij formuleer. Een van die bedenkingen is een vraag: hoeveel miljarden moet je van de miljardairs afpakken voor je hun politieke invloed zou kunnen verminderen? Nog sterker is het argument dat ongelijkheid het sociaal weefsel van de maatschappij aantast en dat je zo’n sociaal weefsel nodig hebt voor een goed draaiende economie. Dat is zeker waar, maar zoals mijn professor Geschiedenis Lode Wils zei: voor hoeveel procent is het waar? Bijvoorbeeld: in welke mate wordt het sociaal weefsel aangetast door de ongelijkheid, en in welke mate wordt het aangetast door het gestook tegen de ongelijkheid?

                                                                                  ***

      Wat ChatGPT over mijn retorische manipulaties te zeggen heeft, glijdt van mij af. Ik laat mijn retoriek niet door niemand dicteren. En iedereen die kan lezen, mag zelf oordelen wie hier door de bocht gaat, ikzelf met mijn retoriek, of ChatGPT met zijn zonderlinge interpretatie ervan. Dat soort subtiliteiten moet je niet aan een bot toevertrouwen. Daar  is hij, in de huidige stand van zaken, te bot voor.

                                                                                   ***

     Kan ChatGPT op dit moment ingezet worden bij een gedachtewisseling tussen mensen die van mening verschillen? Op basis van bovenstaande polemiek, verwacht ik er niet veel van. De chatbots zijn interessant om in weinig tijd veel informatie te vinden, maar om argumenten te genereren, ontbreekt voorlopig de subtiliteit. En waarom zou ik de bots daarvoor gebruiken? Veronderstel dat ik een stuk lees in De Morgen van Paul De Grauwe. Zo’n stuk is helder geschreven en bevat wat ik hierboven een ‘grove’ argumentatie noemde. Het meeste van wat De Grauwe vertelt staat mij niet zo aan, en zeker zijn conclusies niet. Maar hij is een professor in de economie en ik niet. Moet ik nu aan een chatbot vragen om de denkfouten van De Grauwe op te sporen? Ik kan ongeveer raden wat de chatbot zal zeggen. De helft zal onzin zijn, en de helft kan ik, als ik de zaak een paar dagen laat bezinken, zelf ook vinden, en beter formuleren. Ik doe het voorlopig liever zo.



* Er zijn egalitaristische economen die beweren dat economische groei min of meer automatisch, of in bepaalde omstandigheden, leidt tot grotere ongelijkheid en dat die toestand dus moet worden rechtgetrokken door regulering. Er zijn zelfs economen die beweren dat herverdeling de economische groei stimuleert. Zelf ben ik redelijk bekend met de argumenten dat een kunstmatig opgelegde herverdeling de economische groei afremt. En met het argument dat laissez-faire ook een redelijke ‘herverdeling’ kan teweegbrengen. Tegenstanders van dat argument noemen dat smalend trickle down.

** De 0,1 procent met het grootste bezit valt niet helemaal samen met de 0,1 procent met het hoogste inkomen.

*** De 50 procent armsten in de VS bezit slechts 2,5 procent van de rijkdom, rijft 15 procent binnen van het inkomen en consumeert 23 procent van de goederen en diensten.

**** Je moet hierbij rekening houden met de sociale mobiliteit. De 20 % laagste inkomens, schreef Thomas Sowell indertijd, dat zijn vooral jonge mensen, aan het begin van hun beroepsloopbaan. Slechts een heel klein deel - 5 procent - blijft in die groep hangen. Een derde van die 20 % komt later zelfs bij de 20 procent grootste verdieners terecht. Ik weet niet hoe het vandaag met die sociale mobiliteit in de VS gesteld is. 

***** Een verschuiving naar de 10 procent armsten werkt typisch via uitkeringen. Hoe weinig efficiënt zo’n verschuiving is, lees je bijvoorbeeld bij Charles Murray,  Losing Ground: American Social Policy, 1950–1980. Murray pleit voor een herverdeling via een universeel basisinkomen als alternatief.

****** Misschien kan meer geld voor het onderwijs de kwaliteit zelfs verslechteren, zoals Charles Murray zo ingenieus betoogde in zijn boek In Pursuit: Of Happiness and Good Government.



Bijlage: de tekst van GPT

 

Denkfouten en misleidende redeneringen

a. Valse tegenstelling: “ondernemers zorgen voor zichzelf én voor ons”

De schrijver suggereert dat rechtse mensen gelijk heb ben omdat ondernemers “ons voorzien van lampen, auto’s, mobieltjes”.
 
 Dat is een compositie-drogreden: het feit dat een individu (Musk) producten levert, betekent niet dat zijn persoonlijke verrijking noodzakelijk of moreel gerechtvaardigd is binnen dat systeem. Productie is een collectieve onderneming (werknemers, infrastructuur, subsidies, afnemers).

b. Straw man over de linkse kritiek

Hij stelt dat zijn “FB-vriend” denkt dat herverdeling een zero-sum game is — wat een karikatuur is van egalitaire argumenten.
 In werkelijkheid pleiten herverdelingsdenkers (zoals Piketty of Rawls) voor dynamische herverdeling, niet voor het idee dat rijkdom van de één letterlijk “afgenomen” moet worden van de ander zonder productieve groei.

c. Foutieve voorstelling van herverdeling

De auteur stelt dat herverdeling alleen kan via consumptiebeperking.
 
 Dit is economisch onjuist. Herverdeling gebeurt via inkomens- en kapitaalstromen (belastingen, publieke investeringen), niet door directe beperking van consumptie. De overheid kan middelen verschuiven zonder dat elke euro letterlijk aan een andere consumptiepost wordt onttrokken.

Ook stelt hij dat de consumptie van rijken “niet veel voorstelt”.
 
 Dat klopt niet: luxegoederen, vastgoed, private jets, kunstmarkten, enz. zijn reële economische sectoren met grote kapitaalstromen. Bovendien kan zelfs een relatief kleine consumptie-omleiding een groot sociaal effect hebben als ze efficiënt herverdeeld wordt (bv. via onderwijs of gezondheidszorg).

d. Drogreden van de druppel op de hete plaat

Hij argumenteert dat het afnemen van rijkdom bij miljardairs “niets uitmaakt”, omdat hun consumptie te klein is.
 
 Klassieke drogreden van schaalminimalisering: individuele voorbeelden worden gebruikt om structurele maatregelen (zoals vermogensbelasting) te bagatelliseren. Eén kasteel opsplitsen helpt weinig, maar systematische belasting op vermogen kan miljarden opleveren — dat verschil negeert hij.

e. Categoriale fout (citroenen vs. appelen)

De metafoor “de rijkdom van Elon Musk bestaat uit citroenen, geen appelen” suggereert dat kapitaal niet herverdeeld kan worden.
 
 Dit is conceptueel fout: kapitaal kan via dividendbelasting, meerwaardebelasting, successierechten, enz. gedeeltelijk omgezet worden in publieke middelen die wél herverdeeldbaar zijn. Hij verwart vorm van vermogen met onmogelijkheid van verdeling.

f. Economische simplificatie bij de miljonairstaks

Hij stelt dat rijke gezinnen hun vermogen niet kunnen belasten zonder hun consumptie te verminderen.
 
 Fout: belastingen kunnen geheven worden op rendement, niet op consumptie. Vermogenden kunnen belasting betalen uit inkomsten (dividenden, rente, aandelenverkoop) zonder minder brood te eten.
 
 De suggestie dat een 2–3% vermogensbelasting “zinloos” zou zijn omdat de rijken “toch weinig consumeren” negeert de fiscale realiteit.

g. Inconsistentie tussen morele en economische claims

Eerst beweert hij dat herverdeling “niet mogelijk” is, dan dat het “wel mogelijk maar triviaal” is, en uiteindelijk dat het “technisch is en daarom buiten beschouwing blijft”.
 
 Dat is retorische uitglijder: hij verschuift zijn stelling telkens om kritiek te ontwijken.

h. Misleidend beroep op Rawls en Nozick

Hij verwijst naar deze filosofen om te suggereren dat herverdeling “abstract” is.
 
 Maar Rawls’ theorie pleit expliciet voor herverdeling via de “difference principle”. Door ze samen te noemen met Nozick, lijkt hij neutraliteit te suggereren, terwijl hij in feite Rawls verkeerd representeert.

 

Retorische manipulaties

Pseudo-ironische zelfrelativering: De schrijver zegt telkens “ik weet er niets van” of “misschien begrijp ik het verkeerd”, maar gebruikt dat als schild om verregaande economische en politieke claims te doen zonder bewijs.

Ad hominem-karikatuur van critici: De passage waarin hij de mogelijke reacties opsomt (“Musk is een arrogante schoft, cocaïnesnuiver...”) dient om zijn critici belachelijk te maken, niet om hun argumenten te weerleggen.

Vals evenwicht: Door Musk’s gedrag te minimaliseren (“toch niet erg voor mij of voor leefloners”), suggereert hij dat extreme ongelijkheid politiek neutraal is, wat empirisch onhoudbaar is (zie onderzoek naar ongelijkheid en democratische invloed, bv. Gilens & Page 2014).

 

Wat hij volledig negeert

Publieke subsidies: Tesla en SpaceX zijn in belangrijke mate gebouwd op staatssteun en publieke contracten — relevant bij een discussie over herverdeling, maar genegeerd.

Belastingontwijking: Grote bedrijven en miljardairs profiteren van constructies die hun effectieve belastingdruk extreem laag maken; dit is een directe herverdelingskwestie.

Democratisch argument: Ongelijkheid is niet enkel economisch, maar ook politiek problematisch. Zijn slotzin (“dan moet je de macht van de staat verminderen”) negeert de asymmetrie van invloed tussen miljardairs en gewone burgers.


PS Over de Amerikaanse ongelijkheid publiceerde De Standaard van 10 november de volgende grafiek, die vanuit een logica die wil herverdelen of die de armoede wil bestrijden, de minst relevantie is.