Sammy Mahdi en het begrotingsakkoord
Er is nu wel een begrotingsakkoord, maar wie wil kan nog altijd de betweter aan de zijlijn spelen. In De Standaard (25/11) lees ik: ‘Eind goed, al goed? Nee, want hoewel De Wever zijn begroting uiteindelijk rond kreeg, valt binnen de Arizona-coalitie commentaar op te tekenen over de methode-De Wever. ‘Waren we eind augustus al begonnen, dat was het nooit zo gelopen,’ zegt een voorzitter van een coalitiepartij? Wie is die voorzitter die het zoveel beter zou hebben gedaan? Bouchez? Rousseau? Van Peel? Prévot? Ik denk dat het Sammy Mahdi is. In dat geval wil ik hem eraan herinneren dat hij in juli en augustus rond een heel ander dossier met een een regeringscrisis dreigde. Weet Mahdi nog welk dossier dat was? Het ging om een conflict in wat men vroeger de Levant noemde.
Het begrotingsakkoord
De commentaren over het begrotingsakkoord heb ik zonder veel ergernis gelezen. De meeste analysten zijn het erover eens dat een akkoord van die ordegrootte nodig was, en dat het compromis ongeveer het best mogelijke was. Om economische en esthetische redenen had ik liever een gelijktrekking en algemene verhoging van de BTW gezien, in plaats van dat geschuif met categorieën en taksen. Ook had ik de voorkeur gegeven aan een propere indexsprong, in plaats van die ontdubbeling in centen en procenten. Mijn vrouw en ik zullen door die ontdubbeling enkele euro’s verliezen, maar dat is het niet. Ik mis meestal de morele moed om voor mijn eigenbelang op te komen.
Ik zie vooral bezwaren bij syndicaal- en radicaal-links. Hun argumenten begrijp ik. Zij hadden de begrotingsoefening graag aangegrepen om vermogens en grote inkomens te beperken om zo dichter bij hun ideaal van gelijkheid te komen. Ook maken ze zich zorgen over de langdurige werklozen van wie het aantal tegen eind 2030 van 550.000 naar 450.000 moet worden teruggebracht. In de linkse verbeelding gaat het om 100.000 doodzieke mensen die van hun bed gelicht worden om hun werk aan de lopende band te hernemen. Ik weet niet of syndicaal- of radicaal-linkse mensen openstaan voor de gedachte dat toch een zeker percentage van die langdurig zieken, eigenlijk niet zo heel ziek zijn, of dat sommigen van hen zelfs sneller zouden herstellen door aan het werk te gaan. Hoe hoog zou dat percentage dan wel zijn? 5 procent? 10 procent? 20 procent? Dat laatste is blijkbaar de inschatting van Frank Vandenbroucke.
Bij rechts zie ik dan weer het bezwaar opduiken dat er zo weinig echt bespaard wordt. Dat is een terecht verwijt, maar dit begrotingsakkoord van 9,2 miljard moet samengeteld worden met de ingrijpender saneringsoefening van 23 miljard die bij de regeringsvorming werd afgesproken. Daar waren veel regelrechte besparingen bij, zoals in de pensioenen.
Vooruit en MR hebben in aanloop van het akkoord geëist dat de koopkracht en het consumptieniveau behouden zou blijven. Dat is electoraal begrijpelijk, maar niet altijd economisch verstandig. Als er een begrotingstekort is, vormt dat een aanwijzing – geen bewijs – dat er gedurende een zekere tijd te veel geconsumeerd werd, en te weinig geproduceerd en geïnvesteerd*. Maar als de activering van een deel van de zieken en werklozen slaagt, dan hoeft er natuurlijk geen algemeen of groot koopkrachtsverlies zijn.
En de verhoogde effectentaks? Ach ja. Als ik nu 1.200.000 op een effectenrekening had staan, zou ik vanwege de verhoging niet met mijn geld naar het buitenland trekken, of 200.000 euro afhalen en in een sok stoppen, om de taks te vermijden. Ik ben er tegen on general principle, maar ik betwijfel of het investeringsklimaat er grondig door zal worden verpest.
* Er kan natuurlijk niet meer geconsumeerd worden dan er geproduceerd wordt (en werd), maar als je onvoldoende investeert in machines, gebouwen, voertuigen enzovoort treedt veroudering en slijtage op, waardoor de toekomstige productie en consumptie stilvalt.
Hendrik Vos en Oekraïne
Het denken van Hendrik Vos over Oekraïne en Europa – ik heb er vroeger al op gewezen – vertoont een tegenstrijdigheid. Hij wil aan de kant van Oekraïne staan dat zich militair verdedigt tegen Poetin, maar hij wil niet voluit de militaire versterking van Europa bepleiten.
Zijn laatste column (DS 25/11) steekt redelijk goed in elkaar. Eerst komt er een kritiek op het verraad en het wispelturige simplisme van Trump, dan een realistische inschatting van de Europese rol en dan een sluwe uitweiding over fatbikes als overgang. Die fatbikes, dat is iets voor krachtpatsers, redeneert Vos, voor lui die het moeten hebben van intimidatie en machtsvertoon, voor mensen zoals Trump. We willen als Europeanen toch die richting niet uitgaan? ‘De verleiding is groot,’ schrijft Vos, ‘als anderen op een fatbike rijden, willen wij ook onze versie.’ Maar dat is fout.
De metafoor van de fatbike verdoezelt het naïeve pacifisme, maar dat komt even aan de oppervlakte in de derde laatste alinea.
Ook in Europa hoor je het: als we met de grote jongens willen meedoen, moeten wij even brutaal worden. Het is de kromme logica van de wapenlobby: de beste remedie tegen een slechterik met een wapen is een brave jongen met een wapen. Iedereen weet hoe dat afloopt: meer wapens, meer ongelukken.
In drie zinnen stopt Vos vier fouten. De bedoeling van een versterkte defensie is niet om even brutaal te worden als Trump of Poetin, en zeker niet om aanvalsoorlogen te beginnen. Het initiatief voor een versterkte defensie komt niet – en zeker niet alleen – van de wapenlobby. Een brave jongen met een wapen is inderdaad een mogelijke remedie tegen een slechterik met een wapen – wat zou het ‘brave’ Oekraïne zonder wapen geweest zijn? En een defensieve bewapening en zelfs wapenwedloop, leidt niet altijd tot meer ongelukken, zoals de geschiedenis van de Koude Oorlog uitwijst.
Vos waarschuwt terecht voor militaire avonturen. Die lopen vaak slecht af voor degene die zich erin gooit. Poetin heeft met al zijn bravoure niets bereikt, schrijft Vos, behalve de controle over modderige velden. De Verenigde Staten hebben zich uit Vietnam en Irak moeten terugtrekken zonder hun doelstellingen te halen. Dat is een goed argument tegen militaire avonturen, maar dat is een slecht argument tegen een versterkte defensie en tegen een flinke bestelling bij de wapenlobby.
Ook op een ander punt heeft Vos gelijk. Er bestaat een betere remedie tegen een slechterik met een wapen, en dat is dat die slechterik zijn wapen zijn wapen weggooit. Heeft Vos een suggestie hoe we Rusland – in zijn ogen de slechterik – zover kunnen krijgen? Een pacifist moet altijd bereid zijn om op die moeilijke vraag te antwoorden: wat is het alternatief voor bewapening? Sommigen hebben daar een consequent en moreel hoogstaand antwoord op. Maar het antwoord van Vos is noch consequent, noch hoogstaand. Hij doet nog snel even beroep op zijn fatbike-metafoor om zijn zwakke plek te camoufleren:
Duurzame vrede wordt nooit opgebouwd door rond te crossen op een patserige fiets en evenmin door agressie te belonen [toegevingen aan Poetin] of landen te verhandelen. Dat Europa dat maar blijft benadrukken.
Benadrukken, dat is wat Europa moet doen! Misschien zelfs: stérk benadrukken. Het doet mij denken aan de film A Few Good Men. Als Poetin agressieplannen ontvouwt, zegt Europa eerst: ‘We object.’ En als dat niet helpt, zeggen we, zoals Demi Moore: ‘We strenuously object.’

"Ik mis meestal de morele moed om voor mijn eigenbelang op te komen".
BeantwoordenVerwijderenTelkens ikzelf een 'het is niet voor mij, maar....' hanteer, weet ik deep-down het wel vrijwel steeds met mij te maken heeft. Wat u hier zegt is zeer mooi.
Op 23 februari 2022 zat Hendrik Vos als expert in de studio van De Afspraak. Hij wist toen met zekerheid dat een Russische inval in Oekraïne niet zou plaats vinden. De lichten van de studio ware nauwelijks gedoofd of de Rus...
BeantwoordenVerwijderenU hebt veel geduld met de bedenkingen van de amateurische heer Vos. Aan de toog van Onder de Toren hoor ik meer gefundeerde meningen over Poetin dan van hem.