dinsdag 5 augustus 2025

De luchtdroppings, e.a.


De luchtdroppings
     Het stuk waarmee de krant vandaag opent, is anders best interessant: het plan van Netanyahu om ook de laatste 25 procent van Gaza in te nemen. We kunnen alleen hopen dat dat een diplomatieke openingszet is, maar ik ben er niet gerust in. Ik word vooral getroffen door de eerste zin van het artikel.

 De internationale gemeenschap, ook België, doet sinds vorige week met dure luchtdroppings wat de Israëlische regering nog altijd belet te doen met goedkope vrachtwagens: de uitgehongerde bevolking in Gaza in leven houden*. (DS 5/8)

     Ik heb AI moeten inschakelen om te weten te komen hoe dat nu echt zit met die vrachtwagens. Dat doe ik de laatste tijd steeds meer bij het lezen van krantenartikels over gelijk welk onderwerp. De krant wordt zoetjesaan een voorspel tot het echte werk met AI-bots. Ondertussen staat één ding vast: ik ben en blijf een enthousiast voorstanders van luchtdroppings.
      Toen ik na mijn opleiding in de Schoolcompagnie van de para’s naar de kazerne van Schaffen werd overgeplaatst, was het oorspronkelijke plan dat ik daar bij de afdeling Dispatch aan de slag zou gaan. Als extreemlinkse jongen betrouwden ze me echter niet. Misschien zou ik wel sabotage plegen. Maar ondanks die ongelukkige ervaring, blijf ik het een prachtig zicht vinden: die grote pakketten die uit het vliegtuig worden geduwd, die parachutes die opengaan. Soms zie je op tv ook beelden van mensen die triomfantelijk met een voedselpakket naar hun familie op pad zijn.
     Het is in het verleden ooit anders geweest. Een legerkolonel vertelde mij over Amerikaanse voedseldroppings in Eritrea waar op dat moment, nu twintig jaar geleden, géén hongersnood was. De mensen ter plekke sneden de zakken met voedsel open en vertrapten de inhoud, uit haat tegen het Amerikaanse imperialisme. Dat zal in Gaza niet gebeuren geloof ik. Die droppings, geografisch verspreid, lijken mij een goede manier om georganiseerde plunderaars te slim af te zijn***. Ze zijn inderdaad duur. Maar als de pro-Palestijnse partijen in de regering, Vooruit en CD&V, aandringen op méér droppings, dan zullen ze voor één keer iets goeds gedaan. 

*  Op 30/7 schreef krant zelfs terloops over de veeleer symbolische airdoppings. Op 6/8 bracht de krant eindelijk een interview met militairen die een ander geluid lieten horen: de voedseldroppings zijn méér dan symbolisch.
** Over de voedseldroppings: zie ook 
 hier.


Symbolisch asielbeleid
 
     De Standaard en Vlaams Belang zitten ongeveer op dezelfde lijn inzake het ‘strenge asielbeleid’ van de regering-De Wever. ‘Het is niets meer dan symboliek.’ 
      Minister Van Bossuyt schrapt de leeflonen voor asielzoekers, en De Standaard (5/8) heeft uitgerekend dat zoiets hoogstens enkele miljoenen aan besparing kan opleveren. Die cijfers zullen wel kloppen. Meer zelfs: het is niet duidelijk wat het meest druk zet op het staatsbudget: een laks of een streng asielbeleid. Mijn aanvoelen: een streng asielbeleid is duurder op de korte termijn, maar verzekert op lange termijn het overleven van ons economisch model.
     Bart Brinckman schrijft:

De framing – het strengste asielbeleid ooit – klinkt weinig geloofwaardig. Om enigszins een signaal van gestrengheid te geven, neemt de symboliek het over. Meer dan foto-opportuniteiten voor ministers zijn de ‘binnenkomstcontroles’ niet.

      En hij heeft gedeeltelijk gelijk. Het is symboliek en het is wat hij verder in zijn stuk ‘pestbeleid’ noemt. Acht jaar geleden zou ik onder de indruk zijn geweest van dat argument. Nu weet ik dat het om méér dan ‘foto-opportuniteiten’ gaat. En Brinckman weet het ook. In een verloren zinnetje schrijft hij: ‘De minister wil kandidaat-asielzoekers ontraden om naar België te komen.’ Precies. Dat ontraden is op dit moment het enige realistische beleid. En het werkt beter dan je zou denken. Asielzoekers (en mensensmokkelaars) zijn redelijk goed op de hoogte van de verschillende regelingen in de verschillende landen. 

Fastfood als ‘het nieuwe roken’
     De strenge maatregelen tegen roken konden redelijk goed gemotiveerd worden, vanwege de bewezen schadelijkheid van ‘meeroken.’ Maar dat kon mijn achterdocht niet wegnemen bij de steeds strengere regels. Nu schrijft Dirk Holemans (DS 5/8) een opinie ‘Fastfood is het nieuwe roken’. De overheid moet fastfood veel strenger reguleren om ons tegen onszelf te beschermen. Onze weerzin tegen staatsinmenging heeft wel een zeker belang, geeft Holemans toe, maar ze weegt niet op tegen de andere argumenten: onze vrije wil is een illusie, we worden gestuurd door het aanbod en door de reclame, en we zijn toch zo gevoelig voor verslaving. Ik denk dat een discussie tussen de heer Holemans en ikzelf heel moeizaam zou verlopen.
     Uit het stuk leer ik nog het volgende. Een professor in genetische epidemiologie heeft zijn zoon onderworpen aan een experiment. Die zoon kreeg gedurende tien dagen alleen maar Big Macs en kipnuggets te eten, met daarbij een glas cola. ‘De resultaten waren verbluffend. Tal van gezonde bacterieën waren veel minder aanwezig en het duurde meer dan twee jaar voordat zijn microbioom hersteld was.’ Ik schrik mij rot van die ‘meer dan twee jaar’ en van het fanatisme van de professor die de gezondheid van zijn zoon op het spel zette voor de wetenschap. Ook vraag ik mij af of de conclusie ondertussen door breder onderzoek is bevestigd.
       Ik keer nog eens terug naar de imaginaire discussie die ik met Holemans zou kunnen voeren. Wat zou hij kunnen zeggen waardoor ik mijn voorkeur voor vrijheid zou laten varen? Dat vrijheid een illusie is? Goed, maar het is een illusie die mij lief is. En wat zou ik van mijn kant kunnen zeggen om een bresje te slaan in zijn overtuiging? Misschien zou ik de vraag kunnen stellen die ik aan mijzelf vaak stel: wat geloof je écht? Holemans gelooft natuurlijk écht het verhaal van het microbionoom dat na tien dagen Big Macs twee jaar nodig heeft om te herstellen. Ik geloof het eigenlijk ook, en dat is maar één van mijn redenen om geen tien dagen na elkaar enkel Big Macs te eten. De laatste keer dat ik een Big Mac gegeten heb, is misschien 25 jaar geleden.
     Wat gelooft Holemans verder nog écht? Dat de gemiddelde levensduur van de bevolking zou stijgen als het voor de mensen moeilijker zou worden om aan Big Macs te geraken. Ja, ook dát geloof ik. Bij een algemene, digitaal gecontroleerde verplichting om elke dag 7.000 stappen te zetten zou de levensduur ook stijgen. Maar gelooft Holemans bijvoorbeeld écht dat de grote bereikbaarheid van de Big Macs het succes van dat soort voedsel verklaren? Veel mensen rijden juist vele kilometers om om naar een MacDonalds te gaan terwijl ze op enkele honderden meter wonen van een supermarkt die gezonde aardappelen verkoopt. ‘Je mag wel gezond willen eten,’ schrijft Holemans, ‘als dat nergens te krijgen is, blijft je vrijheid dode letter.’ Kom nou. Als je zo’n overdrijving nodig hebt, wek je de indruk dat je aan eigen argument te twijfelt.
     En dan die ‘verleiding van de 24-uursreclamemachine’. Is dat iets wat Holemans écht gelooft? Dat mensen Big Macs eten vanwege de reclame? Ik geloof dat niet, of toch maar een klein beetje, en ik meen zelfs dat zoiets wetenschappelijk kan worden onderzocht. Die reclame dient er vooral voor om te zorgen dat de klanten geen Whopper of Giant gaan eten bij de concurrentie. In Amerikaanse films zie je van die gevangenen die dromen van een Big Mac. Dat komt echt niet omdat die mensen 24 uur per dag bestookt worden met reclame.
     In plaats van drie argumenten tegen de vrijheid had Holemans er beter twee geschrapt – bereikbaarheid en reclame – en er een overgehouden: onze gevoeligheid voor verslaving. Vaak is één argument beter dan veel argumenten. Less is more. En dat argument is helemaal juist: fastfood is verslavend. Misschien zou ik in een discussie met Holemans terugvallen op een retorisch trucje. Ik zou Alexander Woollcott kunnen aanhalen die ooit moet gezegd hebben: ‘Everything I like is either illegal, immoral, or makes me fat.’ 

De Pride
     Een aantal persoonlijkheden – waaronder Bert Engelaar, Tom Lanoye, Johan Depoortere, Peter Adriaensen en mijn FB-vriend Hans Claus – hebben een manifest ondertekend over de Pride (DS 5/8). Ze vinden het geen leuke gedachte dat centrumrechtse politici aan de Pride zullen deelnemen, terwijl die een andere mening hebben dan de hunne over Israël-Palestina en over ‘het grootkapitaal van bedrijven die bang zijn voor hun winstmarge.’
      Ik verbaasde mij vooral over de volgende zin: ‘Die politici afficheren zichzelf graag als toffe peren, terwijl deze Pride niets te maken heeft met ruimdenkendheid maar met menselijkheid.’ Niet te maken met ruimdenkendheid? Ik geef graag toe dat ‘menselijkheid’ en ‘ruimdenkendheid’ niet hetzelfde zijn. Je kunt menselijk zijn en niet erg ruimdenkend. En je kunt ook ruimdenkend zijn, en niet erg menselijk. Maar het zijn toch allebei mooie waarden vind ik. 

 

2 opmerkingen:

  1. De Marshall-hulp bestond uit een 600 usdollar per europees hoofd (volgens de huidige dollarwaarde.) Daarmee heeft men Europa heropgebouwd. De Palestijnen hebben sederd 48 (toen ze de oorlog verloren die ze zelf begonnen waren)8500 usdollar gekregen per persoon. Daarmee zijn ze het meest gepamperde volk ter wereld en tegelijk het klootarmste. Je ziet, hulp perverteert alleen maar de begunstigde.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De meeste Europeanen weten wel beter dan de Hamas-propaganda uitgespuwd via de MSM. Dat een flink deel toch die propaganda zogezegd gelooft is gewoon slechte wil om niet te zeggen Israël-haat

    BeantwoordenVerwijderen