Bedrijfssubsidies
Zowel bij links als bij rechts leven een
aantal opinions chics die teruggaan op veralgemeningen, eenzijsige
voorstellingen, overdrijvingen, onbewezen speculaties en misverstanden. Sommige
daarvan worden verspreid door de mainstream media, andere moeten het
stellen met de socials. Een opinion chic van links is dat er miljarden
subsidies gaan naar de fossiele brandstoffen. Een opinion chic van
rechts is dat de top 10 % van de inkomens 50 % van de belastingen betalen en de
30 procent laagste inkomens 1 %. Dat zijn geen leugens, geloof ik, maar
misverstanden. Dat laatste, van die 10 % die 50 % van de belastingen betalen
heb ik zelf ook lang geloofd.
Een opinion chic van links dat
vandaag telkens weer opduikt is dat van de grote cadeaus die de staat doet aan
de bedrijven in de vorm van bedrijfssubsidies. 25 miljard! Dat is evenveel als
het totaalbedrag dat de bedrijven aan belastingen betalen!* De grafiek
hieronder stemt overeen met de werkelijkheid.
Die cijfers zijn correct, en laat ik daar
meteen aan toevoegen dat die bedrijfssubsidies wat mij betreft gerust mogen
worden afgeschaft. Men moet zoiets natuurlijk geleidelijk doen, dat wel, zoals men ook de
beperking van de werkloosheidsvergoedingen in de tijd geleidelijk moet
invoeren, maar dat subsidies die het ene bedrijf krijgt en het andere niet, het
economisch leven scheeftrekken is een axiomatische zekerheid.
Het misverstand zit dus niet in de
cijfers, maar in de voorstelling die een naïeve linkse zich maakt van wat er
gebeurt. Hij stelt zich voor dat er 25 miljard van ons belastingsgeld
rechtstreeks doorstroomt naar de bankrekening van de werkgever, de
aandeelhouder en de ceo. In werkelijkheid stroomt dat geld evengoed door naar
de werknemers in de vorm van lonen en naar de klanten in de vorm van verlaagde
prijzen. Het moet een knappe jongen zijn die precies kan berekenen hoeveel van
dat geld precies bij de ‘rijken’ terecht komt.
Daarnaast is er nog een misverstand
op een meer rudimentair niveau. In werkelijkheid is er helemaal geen geldstroom
van 25 miljard die van de staat naar de bedrijven stroomt. Die geldstroom –
investeringsteun, renteloze leningen … – bedraagt niet meer dan 5 miljard. De rest
bestaat uit fiscale voordelen en vooral uit een verlaging van de sociale
bijdragen van 17 miljard, de zogenaamde loonsubsidies. En als we toch de
sociale bijdragen in de vergelijking betrekken, dan krijgen we nóg een ander
beeld. De bedrijven betalen namelijk nog eens ongeveer 50 miljard aan ‘werkgeversbijdragen’**. Dan krijgen we een heel ander plaatje: een
stroom van 5 miljard aan de ene kant en een stroom van 75 miljard aan de andere
kant. De grafiek hieronder stemt óók overeen met de werkelijkheid.
Nu kan je tegen die tweede grafiek allerlei boekhoudkundige of ideologische bezwaren inbrengen. Vakbonden kunnen zeggen dat de ‘werkgeversbijdragen’ een ‘integraal’ deel van het loon uitmaken. Marxisten kunnen zeggen dat zelfs de bedrijfsbelastingen uit de ‘meerwaarde’ komen die de arbeiders voortbrengen. Een werkgever kan zeggen dat de ‘werknemersbijdrage’ die niet in de grafiek staat eigenlijk ook uit zijn bedrijfsinkomsten moeten worden betaald. Voor mij is het allemaal goed. Dan moeten de vakbonden, de marxisten en de werkgevers zelf maar hun eigen grafiek tekenen. Ik wou er alleen op wijzen dat de voorstelling van 25 miljard die van de staat naar de bedrijven vloeit niet de hele werkelijkheid weergeeft.
* Totale bedrijfsbelasting in 2024 is ongeveer 21,85 miljard. Met roerende voorheffing op bedrijfsgebouwen, verkeersbelasting op bedrijfswagens en ecotaksen lijkt 25 miljard mij een redelijke schatting.
** De ‘gewone werkgeversbijdragen lopen op tot 31 à 34 miljard. Met de ‘bijzondere loonbijdragen’ (o.a. vakantiegeld), toeslagen, boetes en achterstallige interesten lijkt 50 miljard mij ook hier een redelijke schatting.
Een voordeel van de liberale democratie is dat mensen die van mening verschillen elkaar kunnen proberen te overtuigen in plaats van elkaar de hersenen inslaan. Elkaar overtuigen is beschaafder dan elkaar de hersens inslaan. Maar helemáál beschaafd het ook weer niet. Ik las laatst op FB een oproep om naar de site van Doorbraak te surfen om daar ‘een andere stem te laten horen.’ De rechtse lezers van Doorbraak, luidt het verdict, ‘zitten ongelooflijk vast in negatieve houdingen, haat en angst.’ Men kan daar tegenin gaan door op het forum ‘duimpjes naar boven en beneden te geven en hier en daar zelf een eigen bezadigde mening te delen.’
Ik vind dat mooi, en zelfs ontroerend, maar ook wat kinderlijk. Ik zie het mezelf niet doen. Naar De Wereld Morgen surfen om daar de ‘negatieve houdingen’ wat bij te sturen. Af en toe wil ik wel iets dat op De Wereld Morgen verschijnt op mijn eigen blog door de mangel halen. Mensen die daar nieuwsgierig naar zijn, kunnen dat lezen op Clericks Weblog. Maar ik wil mijn tekstjes niet van deur tot deur colporteren.
Vroeger, ik geef het toe, was ik helemaal van het overtuigen. Maar door zulke oproepen om duimpjes en meninkjes te plaatsen op andermans medium ga ik van de weeromstuit de andere kant op. Of neem dat interview van Erwin Mortier in De Morgen (6/9/2025). Hij zegt onder andere:
Als adolescent denk je over een oceaan van tijd te beschikken. Maar ik word dit jaar 60 en zie hoe beangstigend snel de dagen en maanden verschrompelen. Je maakt strengere keuzes … Voor sommige zaken heb ik geen geduld meer. Ik treed niet meer in discussie met de Maarten Boudry’s van deze wereld … Ik besef dat ik hun dogmatisme er nooit uit zal krijgen. Ik ga daar mijn tijd niet meer aan verspillen.
Ik ben dit jaar 70 geworden en herken die drang om strengere keuzes te maken. Maar wat een onbeschaafde gedachte is dat dat men alléén discussieert of polemiseert met de Maarten Boudry’s of Erwin Mortiers van deze wereld om ze ervan te overtuigen dat je eigen meningen zijn dan de hunne.
James Watson (2)
Ik heb sinds mijn vorige stukje nog altijd het overlijdensbericht van Knack niet opgehaald waarin DNA-ontdekker James Watson een ‘miezerig mens’ wordt genoemd, maar ik heb wel de obituary in de New York Times gelezen. Wat ik las komt overeen met het idee dat ik mij van Watson gevormd had bij het lezen van de The Double Helix. De uitdrukking die al een paar dagen in mijn hoofd speelt om Watsen te typeren is ‘never boring, easily bored.’ We kennen allemaal zulke types. Als ik niet door mijn falend geheugen bedrogen wordt, heb ik de kernachtige uitdrukking zelf uitgevonden, al werd ik natuurlijk geïnspireerd door de titel van Watsons autobiografie Avoid Boring People.
Dat je je met Watson nooit verveelde, kwam onder andere omdat hij geen blad voor de mond nam. Hij zei dingen die je mag denken – vroeger toch – maar die je niet mag zeggen. Zo iemand laadt de verdenking op zich dat hij doelbewust wil provoceren, maar eigenlijk weten we niet of dat zo is. Het is misschien veeleer een roekeloze, of misbegrepen, eerlijkheid. Watson was naar het schijnt van plan, zo lees ik in de NYT, om zijn arrogante maar spannende verslag van de zoektocht naar de DNA-structuur de titel mee te geven: Honest Jim. Toenmalige lezers zouden daar ongetwijfeld een verwijzing in gezien hebben naar het succesboek Lucky Jim van Kingsley Amis.
Een passage in de obituary zette mij aan het denken:
Expressing attitudes retrograde even by the standards of the 1960s, Dr. Watson famously described Dr. Franklin as a sexually repressed spinster and an unimaginative researcher. He and Dr. Wilkins called her Rosy, a nickname she did not use, but never to her face. Ironically, Jim Watson’s memoir made Rosalind Franklin famous.
Ik vraag mij af of dat waar is – dat die seksistische typering in 1968 als retrograde werden ervaren. Er moeten bij het verschijnen van het boek tientallen recensies verschenen zijn in kranten en weekbladen. Zouden er veel geweest zijn die iets te melden hadden over de neerbuigende beschrijving van Rosalind Franklin in het boek?


'Zo iemand laadT de verdenking op zich'?
BeantwoordenVerwijderenBedankt!
Verwijderen