Journalist Patrick Van Gompel schrijft in De Morgen (9/6) dat een journalist moet proberen zich neutraal op te stellen, ook in emotioneel belanden conflicten als de Gaza-oorlog. Hij stelt daarbij ook de genocide-vraag.
Kan een verslaggever het woord genocide in de mond nemen? Ik vind van niet. Als hij dat doet, kiest hij … de kant van de Palestijnen. Ook al zijn er veel aanwijsbare feiten die de wettelijke omschrijving van genocide ondersteunen, als een verslaggever partij kiest, kan die niet meer terug. En dat is dodelijk voor de geloofwaardigheid.
Op die wettelijke omschrijving gaat Joshua Livestro dieper in (DS 6/6). Zijn conclusie:
Het gebruik van het woord genocide, hoe juridisch riskant ook, heeft een noodzakelijke rol gespeeld in het openbreken van het Europese geweten.
Volgens Livestro heeft het woord genocide dus een dubbel gebruik: een juridisch en een emotioneel. Je zou ook kunnen spreken van een letterlijke en een figuurlijke betekenis. En die figuurlijke betekenis kan een ‘noodzakelijke rol’ spelen om regeringen onder druk te zetten*.
Ik wil niet moeilijk doen over woorden, maar een dubbele betekenis waarbij men naar believen nu eens de ene en dan weer de andere kan kiezen, vind ik geen zindelijke manier om een debat te voeren. Ik gebruik ook wel eens glibberige woorden als ‘neoliberaal’ en ‘links’ in wisselende betekenissen, maar dat doe ik nooit met polemische bedoelingen.
De nadelen van rekbare begrippen zijn duidelijk. Op de achterkant van Livestro’s stuk, staat een column van Paul Goossens die laat zien wat je met wisselende betekenissen kan doen.
Ondertussen wordt alles in gereedheid gebracht om 80 procent van grondgebied verboden terrein voor de Palestijnen te maken. Zo wordt de openluchtgevangenis die Gaza destijds was, tot een concentratiekamp opgetuigd. Zo’n kamp, zo leert te veel geschiedenis, is altijd een tijdelijke halte op weg naar een bestemming zonder toekomst.
Gaza was destijds geen openluchtgevangenis in de letterlijke zin, maar ik wil Goossens graag zijn figuurlijke overdrijving gunnen. Gaza is, ondanks de dramatische toestanden, vandaag ook geen ‘concentratiekamp’ in de letterlijke zin. Maar dat is wel wat Goossens voorspelt met zijn verwijzing naar de geschiedenis. Hij gaat nog niet zo ver om bijvoorbeeld het woord ‘vernietigingskamp’ te gebruiken. Dat kan nog altijd in een volgende column. Ook op gebied van emotioneel taalgebruik bestaat er zoiets als een hellend vlak.
* Als men een emotioneel woord nodig heeft om de Gaza-oorlog te veroordelen had men beter het woord ‘slachtpartij’ gekozen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten