’k Vind
het een moeilijke kwestie. Natuurlijk is het niet erg beschaafd je druk te
maken over wat iemand anders verdient. En hoewel ik graag weet hoeveel de
postbode, de loodgieter, de friturist, de nefroloog en de bankdirecteur
betaald krijgen, zelden leiden die bedragen als ik ze verneem tot een verhoogde
bloeddruk. Maar met politici ligt dat een beetje anders. Als burgers zijn wij het die die politici betalen en dan
wil ik graag weten of we niet te veel betalen. De lezersbrievenschrijvers van Het Laatste Nieuws geloven in elk geval stellig dat er te veel betaald wordt en de politieke partijen zelf lijken daar nu ook in mee te gaan. Ze hebben allerlei
ideeën om er iets aan te doen (hier)*.
Het
liefst zijn mij de ideeën van n-va
en Open vld. Zij willen het totale aantal mandaten te verminderen.
Minder Kamerleden – van 150 naar 100 –, afschaffing van de Senaat, afschaffing
van de provinciebesturen, halvering van de mandaten in de
energie-intercommunales. Open vld wil de intercommunales zelfs
privatiseren, en als ik dat woord nog maar hoor ben ik al half overtuigd. Maar
ik wil geduldig naar de tegenargumenten luisteren.
Cd&v
heeft daar weinig tegenover te stellen. De partij wil vooral de manier van factureren bijstellen. Een
politicus die in een een intercommunale zetelt, zou voortaan moeten factureren als
‘natuurlijke persoon’ en niet als ‘managementsvennootschap’. Het voordeel hiervan voor
de burger lijkt mij erg beperkt. Die politici zouden dan misschien iets meer
belastingen moeten betalen, dat kan, of iets minder, dat kan ook. Veel verschil
zal het in elk geval niet maken. Tja, ’t is de cd&v
ook**.
Van
Sp.a-kant komen de spectaculairste voorstellen, die echter ook het minste
opbrengen. Voorzitter Crombez stelt voor om het aantal mandaten per
politicus te beperken tot drie. Prima hoor, maar zolang het totale aantal mandaten
niet vermindert, maakt dat voor de burger geen verschil. 60 000 euro
betalen aan één socialist, of telkens 20 000 euro aan drie socialisten
blijft voor mij even pijnlijk. Ook wil Crombez de vergoedingen van zijn
mandatarissen beperken tot 6 200 euro. Als ik het goed begrepen heb, gaat
de rest in de partijkas. Ook daar hebben we als burger niets aan.
Maar
heeft Crombez dan misschien gelijk in zijn principes? Moeten de vergoedingen
van politici niet vooral omlaag? Ik las jaren geleden een
stukje van Thomas Sowell die precies het tegenovergestelde voorsloeg. Die
vergoedingen moesten veel, veel hoger,
om op die manier succesvolle mensen aan te trekken uit andere beroepen. Ik was
niet overtuigd. Ik vreesde dat de succesvolle mensen uit andere beroepen toch thuis
zouden blijven. De bestaande hardwerkende, gewetensvolle en getalenteerde politici
– ze bestaan en ze zijn niet zeldzaam – zouden met Sowells plan meer verdienen, zoals het
hoort, maar dat zou ook gelden voor de vergadertijgers, de besluiteloze
praters, de zure ideologen, de fantasieloze dossierlezers, de ja-knikkers en al
degenen die uitsluitend jagen op macht, populariteit, aanzien en geld.
Ik heb
Sowells stukje laatst opnieuw gelezen en ik moet toegeven – ik had de vorige
keer iets over het hoofd gezien. Sowell wil niet alleen hogere lonen voor politici,
hij wil ook een kortere ambtsperiode, bijvoorbeeld beperkt tot één of twee
termijnen. Of dat voldoende is om de talentlozen op afstand te houden is niet
zeker. Maar ze zullen zich dan in elk geval niet duurzaam kunnen nestelen in het
systeem.
Ik kan
voor de vuist weg een aantal bezwaren tegen zo’n systeem verzinnen. Zoals: hoe
kan zo’n tijdelijke politicus zich staande houden tegen de ervaren ambtenaar? Zoals:
hoe kun je een verkozene belonen voor goede prestaties, of afstraffen voor
slechte, als hij toch niet opnieuw verkozen kan worden? Zoals: is het wel zo’n
goed idee een project te laten opstarten door één lichting bestuurders zonder
ze de kans te geven dat ook af te werken? En zal de volgende lichting wel
bereid zijn om het af te werken?
Als je
alternatieve Facebookvrienden hebt, zie je af en toe iets voorbijflitsen waar ‘basis’,
‘burger’, ‘monitor’ en ‘participatie’ een samenstelling vormen met ‘democratie’.
Enkele jaren geleden hadden we de G-1000-beweging
van David Van Reybrouck die, geloof ik, het land wou laten besturen door een
soort scholierenparlement – maar dan met grote mensen en door het lot aangeduid. Dat zou een gruwelijk systeem
geweest zijn. Maar ons systeem van beroepspolitici heeft ook zijn nadelen.
Prof. Maddens schreef daarover een
stuk in De Tijd. Hij betreurt het dat bij lijst-samenstelling steeds meer gerekruteerd
wordt uit eigen werknemers van de partij. Hij noemt het ‘een systeem van
inteelt’ dat uitdraait op een parlement van ‘politieke professionals die
hondstrouw zijn aan de partij omdat ze nergens op kunnen terugvallen.’
Dan
lijkt het systeem van Sowell een mooie tussenweg tussen de zweverige participatiedemocratie
en de incestueuze beroepspolitiek. De partijen verdwijnen niet. Links en rechts
verdwijnt niet. De politiek verdwijnt niet. Maar in plaats van een beroep wordt
zij een erezaak. Een fabrikant, een hoogleraar, een actuaris, een IT-consultant
of een schooldirecteur onderbreekt tijdelijk zijn loopbaan om zijn talent in
dienst te stellen van de res publica***. Daarna keert hij, als eertijds Cincinnatus,
terug naar zijn akker. De ene heeft tijdelijk wat meer verdiend, de andere wat
minder, maar hij heeft in elk geval genoeg verdiend om geen betaalde nevenmandaten
te moeten verzamelen. Hij is met anderen aangetreden om samen, als grote mensen,
grote problemen op te lossen.
Maar
hoe zit dat dan met de brievenschrijvers naar het Het Laatste Nieuws. Zullen die zich niet ergeren aan nog hogere
lonen voor politici? Misschien. Misschien ook niet. Weinig voetbalsupporters
storen zich aan de hoge lonen van de spelers. Maar als die spelers niet scoren,
als ze zwak verdedigen, als ze het middenveld openlaten – dan zul je die
supporters horen jouwen in het stadion. Wellicht is dat
het probleem van onze brievenschrijvers. De politici verdienen niet te veel.
Hun prestaties op het veld worden ondermaats bevonden.
* De Vlaamse regering heeft ondertussen al enkele
maatregelen genomen waarmee in de inkomens van mandatarissen gesnoeid wordt (hier).
** Verder heeft CD&V een voorstel om niet
alleen politieke mandaten maar alle openbare mandaten verplicht bekend
te laten maken. Voor de partij heeft dat een voordeel. Het valt dan minder op
dat haar leden wel een erg groot deel van de politieke mandaten bezetten. Maar
van mij mag het hoor – al die mandaten op lange lijsten. Als ik dat maar niet
moet lezen.
*** Een dergelijk politicus
zal gemakkelijker dan nu gerespecteerd worden. Een leraar wordt
tegenwoordig ook niet erg hoog aangeslagen door veel van zijn leerlingen. Maar
als hij, zoals ik, vroeger een ander beroep heeft uitgeoefend, dan heeft hij
een streepje voor. Hij kan blijkbaar nog iets anders.
(Dit stukje verscheen ook op De Bron.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten