Ik zal het antwoord van De Wever niet samenvatten, want je kunt het hier nalezen. Wat mij bezighoudt is De Wever zijn conclusie. Die luidde als volgt: De Standaard zou er beter aan doen de schrijfsels van Brinckman te plaatsen daar ‘waar ze thuishoren: op de opinie-pagina’s.’ Is dat zo? Ik geef daar les over in het vijfde jaar. ‘Het verschil tussen een bericht en een commentaar’ staat er bovenop de dia’s die ik projecteer. En met ‘commentaar bedoel ik ‘opiniestuk’.
Eerst moeten mijn leerlingen aandacht leren hebben voor de uiterlijke kenmerken van een krantenstuk. Gebruiken we die maatstaf voor het stuk van Brinckman, dan hebben we geen commentaar maar een bericht: kop én bovenkop, credit (van onze redacteur), vermelding van plaats (Brussel), een ‘lead’ als begin en ten slotte een thematische foto met onderschrift. Eén van die vijf kenmerken is niet genoeg, maar als die vijf kenmerken samenkomen, ja, dan gaat het meestal om een bericht.
Die uiterlijke kenmerken zijn natuurlijk niet alles. Anders zou mijn examen wel erg gemakkelijk zijn. Mijn leerlingen moeten ook de taal van een stuk bekijken en daar de verschillen tussen opinie en bericht herkennen. En als we de zaak vanuit de taal bekijken, dan moeten we De Wever minstens ten dele gelijk geven. Het stuk van Brinckman bevat inderdaad veel kenmerken van een opinie. We treffen aan:
- Hyperbolen*: blunderen, ongemeen felle uitval
- Ironische aanhalingstekens: de ‘geëngageerde’ voorzitter van het Antwerpse Hof
- Dode metaforen: het hazenpad kiezen
- Retorische vragen: Wat bezielde De Wever?**
- Suggestieve taal: De ontsnapping verleidde BDW tot een uithaal.
- Ongenuanceerd woordgebruik: De verantwoordelijkheid ligt volledig bij de lokale politie.
- Geen of vage bronvermelding: Waarnemers denken …
- Intentieproces: de burgermeester wilde lokaal stoken …
- Speculaties: door toeval haalde de zaak het nationale nieuws
- Vage insinuaties: … er wordt gespeculeerd over de rol van ...
- Afsluiten met een pointe: Ondanks zijn uithaal had De Wever deze week geen tijd voor een gesprek met Geens.***
Dat betekent ook weer niet dat het stuk van Brinckman losweg op de opiniepagina kan. Daarvoor bevat het toch wat te veel informatie – over wat Geens beweerd heeft, over wie nu juist verantwoordelijk is voor de transport van gevangenen, over de rol van het GEOV-team daarbij, over de onderbemanning van het Veiligheidskorps ... Dat hoort allemaal thuis in een bericht. Alleen is de informatie die ik van Brinckman krijg onvoldoende voor een lezer zoals ik.
-
Wat wordt nu precies beweerd door Geens en wat door Brinckman?
- Wat is nu juist de verantwoordelijkheid van het Veiligheidskorps in de hele zaak?
- Wat is het GEOV? Is dat een onderdeel van de politie of van Justitie?
- Hoe stond het precies met de onderbemanning omstreeks 20 juli toen de gevangenen ontsnapten?
Het artikel van Brinckman presenteert zich dus als een bericht, heeft veel taalkenmerken van een opiniestuk, en bevat minder duidelijke informatie dan kortere stukken die ergens anders gepubliceerd zijn. Maar wat moeten we daaruit besluiten? Ik ben het niet zomaar met De Wever eens dat Brinckman zo snel mogelijk moet verhuizen naar de opiniepagina. Dat is al te gemakkelijk. Die jongen kan nog groeien. Als iemand hem nu eens geduldig de verschillen uitlegde tussen een bericht en een commentaar. Misschien komt alles dan nog goed.
* De recente polemiek rond Brinckman-De Wever leverde een
aantal fraaie proeven van hyperbool op. De Wever sprak van ‘persoonlijk vendetta
tegen hem’, Karel Verhoeven, hoofdredacteur van De Standaard sprak van ‘brutaal
pestgedrag jegens zijn krant’. Het verst ging Pol Deltour van de Vlaamse
Vereniging van Journalisten (VVJ). Hij had het over een ‘krant helemaal de
afgrond in duwen’ en een ‘journalist kaltstellen’. Verder vergeleek hij De
Wever met Trump, en op het VTM-nieuws zelfs met Erdogan. Voor een nuchtere
benadering: zie Leo Neels
zijn bijdrage.
** Dit is geen zuiver voorbeeld van een retorische vraag
omdat ze past in een rijtje informatieve vragen, en er ook een antwoord op
wordt geformuleerd. De woordkeuze ‘Wat bezielde’ geeft evenwel een retorische
klank aan de vraag.
*** Wie het verschil wil proeven met een ‘informatieve’ –
zij het wat zware – afsluiter, vergelijke met het artikel in De Morgen (23.07.2017): ‘De minister wil graag opnieuw in overleg
met de Antwerpse burgemeester en de minister van Binnenlandse zaken de
verzekering van de justitiële veiligheid in de nabije toekomst bespreken’.
**** Geens beweert dat die 77 alleen gevraagd zijn, De
Wever beweert dat ze ook toegezegd zijn. Brinckman zou dat eens kunnen
uitzoeken. ’t Zou een goede oefening zijn in het schrijven van informatieve
berichten.
Dit stukje verscheen ook op http://de-bron.org/
Dit stukje verscheen ook op http://de-bron.org/