Boekenlijstjes van 2023 in DSL
Uit gemakzucht en onzekerheid maak ik zelf geen eindejaarslijstjes, maar ik lees graag die van anderen. De Standaard der Letteren heeft aan 70 literatuurliefhebbers gevraagd welk boek ze het hoogtepunt van het jaar vonden, welk boek ze iedereen cadeau willen doen en welke zin uit hun lectuur is blijven hangen. Ik heb die lijstjes twee keer gelezen.
Van het recente leesvoer citeren de literatuurliefhebbers meestal boeken en auteurs waar ik nog nooit van heb gehoord, of die ik alleen ken omdat mijn vrouw ze in huis heeft gehaald, of omdat ik een verfilming ervan gezien heb. Sally Rooney wordt een paar keer aangehaald met Intermezzo. Ik heb de televisiereeks Normal People gezien die een bewerking is van een vorig boek van haar. Bart Brinckman haalt het boek Say Nothing van Patrick Radden aan. Ook daarvan heb ik de televisieserie gezien. Brinckman noemt die serie ‘weergaloos’ en ik vond ze zelf ook heel goed. Sommige boeken ken ik van eerder verschenen recensies, zoals Lied van de profeet van Paul Lynch en Waanzin van Lionel Schriver. Ik heb toen in een vlug stukje aangegeven dat ik wellicht maar een van die twee boeken zal lezen*.
Hier en daar noteer ik een nieuwe titel voor mijn leeslijst. Ik ben daarin minder ambitieus geworden – en realistischer. Ik koop ook maar een boek tegelijk, te beginnen op mijn e-reader. Als ik het uitgelezen heb, zoek ik op mijn leeslijst naar een nieuw boek – maar de meeste titels interesseren mij ondertussen al niet meer zo erg. Rond kerstmis bestel ik van enkele van de elektronisch gelezen boeken een papieren versie als cadeau voor mijzelf – niet te veel, want als we later kleiner gaan wonen, moeten die boeken dáár een plaats vinden.
Mijn dag begon ik meestal welgezind na het lezen van de nieuwste Facebookpost van Tom Wouters. Zijn surrealistische en immer vermakelijke, in droge taal gestelde verzinsels zijn gratis: literair communisme?
Tot de linksliberale geloofspunten behoren een milde houding tegenover de woke-excessen, een soepele migratiepolitiek, een radicaal-snelle klimaattransitie, en méér Europa – met meer centrale bevoegdheden, een eigen Europees buitenlands beleid en een eigen Europese defensie. Dat laatste was vooral populair toen die defensie geen ander doel leek te hebben dan ‘los te komen van’ de Verenigde Staten.’ Maar de tijden zijn veranderd, met Trump en vooral met Poetin. Sommige linksliberalen zijn nu hun mening over een Europese defensie aan het herwerken, vooral degenen die altijd al meer links dan liberaal waren.
Vorige week riep Navo-baas Mark Rutte de Europese landen op om veel meer geld uit te geven aan defensie. Als de Verenigde Staten minder garanties bieden, zullen we zelf voor garanties moeten zorgen. België besteedt 1,3 % van het BBP uit aan defensie, terwijl de Europese landen eigenlijk 3 % zouden moeten uitgeven om bij iemand als Poetin enig respect af te dwingen
. Die redenering en die conclusie zijn niet naar de zin van Europaspecialist Hendrik Vos. We geven al ‘8 miljard’ uit. Er is geen reden tot ‘paniek’. We moeten een ‘tunnelvisie’ vermijden. We moeten ons niet als ‘preppers’ gedragen. We moeten niet vrezen dat ‘Russische grondtroepen straks met berenmuts door het land zullen marcheren.’ Rusland bekampt ons vooral ‘met behulp van Tiktok’ en het is ‘twijfelachtig of we ons daartegen kunnen verdedigen met F-35’s.’
Net als Vos geloof ik niet dat Rusland binnen de eerste vijf jaar een openlijke aanval zal uitvoeren op een Navo-land. Daar is Rusland nog niet sterk genoeg voor. Maar aan het tempo dat de Russische wapenindustrie zich nu ontwikkelt, zal dat niet lang meer duren. Omgekeerd denk ik dat wij meer dan vijf jaar zullen nodig hebben om een geloofwaardige Europese defensie uit te bouwen die Poetin of zijn opvolger voldoende afschrikt zodat de berenmutsen ons alsnog bespaard blijven.
Ik heb gisteren Poetins persconferentie gezien. Hij zei niets over Tiktok maar stelde voor om bij wijze van weddenschap zijn nieuwe raket eens uit te proberen op Kiev, en dan te zien of de Europese luchtafweer die uit de lucht kon schieten. Hij dacht van niet. ’t Was een mooi staaltje van ironie waarbij de grens tussen grap en dreigement heel vaag bleef. Stalin kon dat ook. Aan Churchill stelde hij ooit voor om alle Duitse krijgsgevangen officieren tot de rang van kapitein te fusilleren. Toen Churchill in een woedende tirade uitbarstte, zei Stalin dat het maar een grapje was. Stalin en Poetin houden je wakker met hun superieure dubbelzinnigheid.
Daarmee vergeleken zijn onze links-liberalen slaapverwekkend saai en voorspelbaar. Als ze niet willen dat een probleem stevig wordt aangepakt – terrorisme, migratie, criminaliteit, defensie – beginnen ze over iets anders, desnoods over het gevaar van overstekende everzwijnen, zoals indertijd professor Coolsaet. Vos beëindigt zijn stuk – over defensie en oorlogsdreiging – met een eigen everzwijntirade:
Het blijft belangrijk om het brede plaatje te zien en ook andere bedreigingen in kaart te brengen. Vorige week presenteerde het Europees Milieuagentschap een rapport dat aantoonde dat er in België jaarlijks 4.100 vroegtijdige sterftes zijn door fijnstof … Dat haalde amper het nieuws. Elke dag veroorzaken dronken automobilisten meer dan tien ongevallen, waarvan minstens een met doden of gewonden … Rusland is zeker een van de dreigingen. Maar laten we er goed het hoofd bij houden en in onze paniek niet in een tunnelvisie terechtkomen. Met een bunker vol bonen in blik houdt de prepper per slog van rekening het fijnstof en Tiktok niet tegen.
In de retorica staat zoiets bekend als een red herring, een rookgordijn waarmee de lezer wordt afgeleid van het eigenlijke onderwerp. Is Vos nu voor of tegen een verdubbeling van ons defensiebudget? Of vindt hij dat éérst het probleem van het fijnstof en dat van dronken automobilisten moet worden opgelost voordat we meer uitgeven aan het leger?
De literaire liefhebber die af en toe een iets ouder boek leest, komt wel eens een vermelding van syfilis tegen. De auteur van het boek is eraan overleden zoals Maupassant, Baudelaire, of Daudet, of een van de personages lijdt aan de ziekte. Er is een scène in Ibsens Poppenhuis die een moderne lezer niet kan begrijpen als hij niet op de hoogte is van syfilis en van het erfelijk karakter van die geslachtsziekte. Als ik dan in de krant een stuk zie staan over syfilis, zal ik dat altijd snel lezen. Zo bijvoorbeeld dat stuk over de Amerikaanse oorsprong van de ziekte in De Standaard (19/12). Volgens modern DNA-onderzoek staat nu ongeveer vast dat de bacterie werd meegebracht naar Europa door Columbus en zijn bemanning. Eén passage is wat onhandig.
Vandaag is syfilis een seksueel overdraagbare aandoening die goed te behandelen is met antibiotica. Maar vijfhonderd jaar geleden kon je aan de soa een fysieke of geestelijke handicap overhouden, of er zelfs aan sterven. [De zin wordt ook overgenomen onder de illustratie bij het stuk].
*De lectuur die mij tot tranen toe heeft bewogen in 2024 is het hoofdstuk ‘Bye-bye Belfast’ in Tegendraads. Daarin vertelt Lionel Shriver over hoe vriendschappen ontstonden en teloorgingen in de jaren van de Troubles.
** Mijn vlugge stukje over Lied van de profeet en Waanzin staat hier.