maandag 13 mei 2024

Het Kabouterbos: duiding bij de feiten?


      Van de groepsverkrachting van een 14-jarig meisje in het Kortrijkse Kabouterbos werd ik op de hoogte gebracht door mijn vertrouwde nieuwskanalen: De Standaard en het Nieuws van VTM. Vanuit de twee bronnen vernam ik dat de daders minderjarigen zijn van 11 tot 16 jaar oud. VTM gaf als extra informatie: ‘Alle daders zijn van Noord- en Oost-Afrikaanse afkomst.’ De Standaard gaf die informatie over de afkomst niet. Wat is het beste?
     Er is een tijd geweest dat kranten wel eens kop brachten als: ‘Marokkaanse roofovervaller geklist.’ Tegen zo’n kop kun je verschillende bezwaren inbrengen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat het irrelevant is om te weten wat de nationaliteit of herkomst van de dader is, zoals we ook de kleur van zijn haar, zijn favoriete voetbalploeg of zijn seksuele geaardheid niet moeten kennen.  Maak je er een literaire reportage van, in de stijl van In Cold Blood, dan zijn die bijzonderheden op hun plaats, maar niet in het genre van de zakelijke misdaadverslaggeving. Anderzijds is het weer niet erg zakelijk – en veeleer literair – om bepaalde bijzonderheden met opzet te verzwijgen, zoals dat detectiveverhalen de gewoonte is.
     Je zou ook kunnen zeggen dat het discriminerend is als je de Marokkaanse afkomst van een dader wél vermeldt, maar niet die van een Vlaamse dader. Maar hier speelt naast eventuele discriminatie ook een kwestie van communicatieve relevantie. Als je in een bepaalde context te veel evidente informatie geeft – ‘Vlaamse dader geklist’ – kan dat verwarrend zijn. In Vlaanderen schrijven dat de moord begaan is door een Vlaamse dader, dat heeft iets gewrongens. Hoezo een Vlaamse dader? We zijn toch in Vlaanderen! Zit hier iets meer achter? Vergelijk het met de uitspraak: ‘De daders hebben de Belgische nationaliteit.’ Je denkt onmiddellijk (en terecht) dat daar iets meer achter zit, namelijk dat de daders van allochtone afkomst zijn maar desondanks de Belgische nationaliteit hebben. Dat is allemaal niet het geval bij die ‘Marokkaanse roofovervaller’. Communicatief is die best in orde.
      Toch zou ik de afkomst van de ‘gekliste’ roofovervaller vandaag niet meer vermelden. De toevoeging is immers niet erg nuttig. Dat is anders in een opsporingsbericht waar zo’n bijzonderheid kan helpen om tot het ‘klissen’ over te gaan. En dan mag ook ‘blank’ vermeld worden als nuttige informatie. Zo bekeken is er een verschil tussen ‘Marokkaanse overvaller geklist’ en ‘Marokkaanse overvaller voortvluchtig.’
      Naast de kwestie van literair genre, communicatieve duidelijkheid, en direct nut, is er nog de kwestie van ‘duiding’. De lezer, luisteraar of kijker wil bij zo’n schokkende nieuws als een groepsverkrachting weten waaróm zoiets gebeurd is, hij wil weten of er iets aan kan worden gedaan. De pers doet dan vaak een beroep op experts en opiniemakers om mogelijke verbanden te schetsen. In De Standaardvan 10 mei waren het journalist Bart Brinckman en het jeugdcriminoloog Johan Deklerck die verbanden aanreikten, en ik las in andere kranten nog wat stukken over de kwestie. Er werd in heel veel richtingen gezocht om de collectieve verkrachting te verklaren: groepsdruk, puberteit, opstandigheid, kansarmoede, afwezige ouders, huiselijk geweld, gebrekkige seksuele opvoeding op school, porno die een ‘onderdanig vrouwbeeld’ verspreidt, sociale media die seks loskoppelen van gevoel, normverschuiving en ‘normatieve inbeelding’, en onvoltooide verschuiving ‘van een extern moreel kader naar interne ethiek’ … Sommige verklaringen werden verworpen, zoals die van aangeboren seksuele deviantie.
     En één verklaring werd door die experts niet vermeld: de migratieachtergrond van de jonge daders. Je zou nochtans denken dat die minstens een rol kán spelen. Verplaatst worden van één cultuur naar een andere heeft onvermijdelijk een zekere mate van ontworteling tot gevolg. In bekende romans als De stille kracht,  Heart of Darkness en Gangreen 1: Black Venus lees je hoe normvervaging optreedt bij blanken die in een exotische omgeving verplaatst worden. Waarom zou dat bij die Noord- en Oost-Afrikaanse jongeren geen rol kunnen spelen?
     Ook zou ik de moslimse achtergrond van Noord- en Oost-Afrikaanse jongeren niet vergeten. Ik ben geen expert terzake, maar er wordt in die kringen geloof ik toch enigszins anders aangekeken tegen seksualiteit. Meer bepaald lijkt men in die kringen een aantal evoluties niet te hebben doorgemaakt die in het Westen wel doorgang vonden. Ik heb het dan bijvoorbeeld over recente veranderingen, zoals een ontspannen kijk op ‘voorhuwelijkse betrekkingen’ van meisjes. Zelfs heel katholieke Vlaamse grootouders kijken vandaag niet meer raar op als hun kleindochters met hun ‘vriend’ gaan samenwonen, en misschien zelfs één of twee keer van vriend veranderen, alvorens te trouwen. Die losse zienswijze lijkt minder algemeen in moslimse kringen.
     Belangrijker nog is bij ons het verdwijnen van de kuisheid als vrouwelijke deugd met bijhorende privileges. Na de hoofse revolutie in de 12de euw, behoorde het in het Westen tot de beschaafde zeden dat mannen de lichamelijke integriteit van vrouwen te respecteerden … op voorwaarde dat ze tot het eigen milieu behoorden en dat ze ze ‘kuis’ waren. Die voorwaarde is bij ons grotendeels verdwenen, maar minder in de moslimgemeenschap. Egypte is naar verluidt het schrijnendste voorbeeld, met de praktijk van taharrush jinsi (seksuele belaging) en taharrush gamai (collectieve aanranding), waarbij mannen in groep een vrouw bepotelen omdat ze naar hun normen niet tot de groep van kuise vrouwen behoort die wél hun respect verdienen*. Velen zullen in dit verband ook terugdenken aan de groepsaanrandingen van 2016, tijdens de nieuwjaarsfeesten in Duitsland.
     Het is natuurlijk een grote stap van een braaf moslimgezin met een conservatieve en discriminerende seksuele moraal naar een Marokkaanse tiener die naar rapmuziek luistert en een luchtig gekleed meisje op straat voor kech uitmaakt, en het is weer een grote stap van zo’n scheldende tiener naar een groep jongeren die een meisje van 14 om beurt verkrachten. Maar ik zou er niet te gemakkelijk van uitgaan dat er helemaal géén verband is.
     Ik begrijp dat experten of commentatoren extra voorzichtig willen zijn om geen racistische vooroordelen in het leven te roepen of in stand te houden. De heel, heel grote meerderheid van Noord- en Oost-Afrikaanse jongeren doen niet aan groepsverkrachting. Maar dat geldt eveneens voor de meeste andere verklaringen. Er is ook maar een heel kleine minderheid van groepsverkrachters onder de opstandige pubers, de kansarmen, de pornokijkers, de sociale media-gebruikers, en de leerlingen die op school een gebrekkige seksuele opvoeding kregen. Toch vinden experts het legitiem om over die verbanden te speculeren – en ze hebben gelijk. Een ander plausibel verband zonder verder onderzoek uitsluiten getuigt echter niet van de wetenschappelijke openheid die van een expert mag worden verwacht.
     Alles samengenomen verkies ik de journalistieke aanpak van het vtm-nieuws in deze kwestie boven die van De Standaard. De pers moet de feiten weergeven, ook als dat tot ongewenste gevolgen als racisme kan leiden. Als een slachtoffer van politiegeweld, toevallig of niet toevallig, een zwarte man is, dan moet de pers dat ook niet verzwijgen uit angst dat daardoor rellen onstaan.
      En van experts verwacht ik dus nóg iets meer. Zij moeten de mogelijke verklaringen met een open geest benaderen. Dat heeft trouwens ook zijn belang voor de mogelijke oplossingen. Ik hoor iedereen pleiten voor méér en betere seksuele opvoeding op school. Méér, dat weet ik nog zo niet. Beter, dat is altijd een goed idee. Maar het is een delicatie materie, zeker als men opstandige pubers met een andere culturele achtergrond wil gaan ‘opvoeden’.
     Ik ben zelf een opstandige puber geweest, en heb ook wel eens opstandige pubers in mijn klas gehad. Vanuit die ervaring meen ik ongeveer te weten wat niet goed werkt: choqueren, moraliseren en dialogeren. Ik zou in een klas met veel moslim kinderen niet te uitgebreid praten over genderfluiditeit, niet te veel preken over de gelijke seksuele rechten voor meisjes, en ik zou ook geen ‘open klasgesprek over intimiteit’ aangaan met stoere jongens en onzekere meisjes. Het beste lijkt mij om die seksuele opvoeding wat droog te benaderen, en de belangrijkste morele boodschappen indirect te serveren: als implicaties, als terzijdes, als evidenties.  En dan hopen dat het werkt, dat de zaadjes opschieten, en dat de remmingen –  die op een terrein als seksualiteit onvermijdelijk zijn – opschuiven in een beschaafde richting: wat meer vrijheid voor meisjes en wat minder ‘vrijheid’ voor jongens.

   

Zie hier en hier.   

donderdag 9 mei 2024

Kernenergie, neoliberalisme, overheid

    ‘Er is geen enkel privébedrijf meer te vinden,’ schrijft Lieven Sioen (DS 6/5) ‘dat het financiële en verzekeringsrisico voor een nieuwe centrale wil dragen.’ Dat doet mij denken aan de goede oude tijd van vóór het zogenaamde neoliberalisme.    
      Voor de jaren tachtig leefde in veel kringen de gedachte dat het privé-initiatief zijn beste dagen had gehad. Voor grote en vernieuwende initiatieven had je gigantische 
concerns nodig die de grote kapitalen kon bijeenbrengen, en het grootste concern van allemaal, de staat, kon dat in laatste instantie nog het beste doen. De socialistische partijen van die tijd waren minder bezig met ‘herverdeling’ – dat was iets voor de vakbond – dan met de verschuiving van privé-initiatief naar openbaar initiatief. Op communistische studievergaderingen leerde ik dat de socialisten dan wel verraders waren, maar ze vertegenwoordigden tenminste het ‘dynamische’ kapitalisme, met veel staatstussenkomst.
     De staatstussenkomst in de economie is met het neoliberalisme niet verdwenen. De bedrijfsbelasting bleef hoog, en subsidiestroom bleef vloeien, om de tewerkstelling veilig te stellen, om ecologische activiteiten te stimuleren, en ergens bleef ook op de achtergrond de gedachte dat het zonder de overheid niet goed kwam met de technologische vernieuwing. En de redenerig – die je bijvoorbeeld bij Mazzucato terugvindt – is niet helemaal uit de lucht gegrepen. De overheid kan zich inderdaad meer risico’s veroorloven bij investeringen. Meer zelfs, de overheid kan zich ongeoorloofde risico’s veroorloven omdat ze bij verlies altijd naar belastingsgeld kan teruggrijpen.
  
    Hoe zit het dan met de kernenergie? Is dit een project waar het privé-initiatief niet goed genoeg voor is? In zekere zin wel. De belangrijkste reden is, geloof ik, de onvoorspelbaarheid van de toekomstige politieke beslissingen aangaande energie: over evoluties in het klimaatbeleid, over de veiligheidsvereisten voor kerncentrales, over de opslag van het afval, enzovoort. Een nieuwe regering met wat Groene ministers kan bijvoorbeeld en cours de route de kostprijs van het project verdubbelen met nieuwe veiligheidsvoorschriften.
 
      En waarom ook zou een privé-bedrijf geld investeren in nucleaire vernieuwing, als het risicoloos kan investeren in energievormen die – door overheidsmaatregelen – een verzekerd rendement opleveren  Indertijd konden privébedrijven wel de risico’s aan om lange-termijn investeringen te doen in zeebodemonderzoek, aanleg van boorplatforms, zoals we dat kennen van de Noorse televisieserie State of Happiness

P.S. 

Op dit blogstukje kreeg ik twee inhoudelijke reacties. De reactie van EF illustreert de eerste zin van mijn laatste alinea:

 Grote bedrijven kiezen per definitie voor de investering met het hoogste rendement en het laagste risico. Dan kom je in de energiesector snel uit bij de groene energie. De overheid geeft het belastinggeld van de werkende bevolking in de vorm van subsidies aan multinationals die deze subsidies als verdienmodel zien, en niet zozeer de zonne- en windenergie die ze ermee opwekken. Het bedrijf heeft een door de overheid gegarandeerde winst en de politici geven elkaar schouderklopjes ‘goed bezig met de groene revolutie’. Iedereen tevreden! … Behalve de belastingbetaler, die ook nog eens meer moet betalen voor zijn elektriciteit.Een van mijn klanten, een groot Europese energiebedrijf, heeft in Brussel een heel peloton lobbyisten rondlopen, voor elke energiebron: gas, diesel, wind, zon, nucleair en steenkool. Toen ze me dat vertelden, trok ik mijn wenkbrauwen op, waarop ze lachend eraan toevoegden: Il y a de l'argent à gagner partout.

Een tweede reactie kwam van K.H. en was behoorlijke kritisch. Ik geef de argumenten in een lichtjes andere volgorde.

 Kerncentrales door privé-investeringen? Nee, absoluut niet. 

  1. Welke privé-maatschappij zal willen investeren in een kerncentrale als de politiek elk moment stokken in de wielen kan steken (kernstop of zo)
  2. Een kerncentrale kost zo rond de 10-15 miljard. Er kunnen er al niet veel bedrijven of conglomeraties dat aan. 
  3. De bouw van zo’n kerncentrale duurt zon 10-15 jaar. Dat maakt het niet aanlokkelijk voor onmiddellijke return on investment, en zal dus leiden tot een hoge energieprijs wegens langdurig risico.
  4. Er moet er een enorm budget worden weggezet om het spel na afschrijving af te breken en te saneren (zon 10-20 miljard) en ik vertrouw géén privé-maatschappij met zo’n kapitaal.
  5. Een kerncentrale moet 24/7 bewaakt worden door reguliere troepen en die kunnen alléén maar geleverd worden door de staat en dan heb je twee verschillende commandostructuren en dat geeft altijd problemen.
  6. Je moet toezien dat er geen splijtstof weggeraakt om een vuile bom te bouwen en ook die controle komt aan de staat toe. Welk consortium zal dat soort betutteling toestaan ?

      Dat zijn natuurlijk stevige argumenten. Het eerste argument parafraseert wat ik in mijn eigen stukje aanhaal. De twee volgende argumenten spreken dan weer mijn betoog tegen dat privé-maatschappijen dergelijke investeringen in principe wel aankunnen.
     Eigenlijk houden de argumenten 2-6 allemaal in dat kernenergie ontzettend duur is: de bouw, de duur van de bouw, de sanering achteraf, de militaire beveiliging, de controles. Dat werpt de vraag op of die heel hoge investering ooit voldoende zal opbrengen – vergeleken met andere energievormen die even klimaatneutraal en betrouwbaar zijn. Als dat niet zo is, dan is de investering noch interessant voor een privé-firma, noch voor de staat.
     De drie laatste argumenten veronderstellen dat sommige kosten hoe dan ook aan de staat toekomen. Ik neem aan dat daarvoor best afspraken mogelijk zijn, maar het is een omstandigheid die de voordelen van een privé-investering gedeeltelijk te niet doet. 

woensdag 8 mei 2024

De doorrekening, en andere kortjes

 


N-VA en de doorrekening 
   
 ‘Op de N-VA na,’ schrijft Abbeloos in De Standaard, ‘laten alle partijen de begroting flink ontsporen, zo leert de doorrekening van het planbureau.’*
      Aangezien ik van plan ben bij de volgende verkiezingen op N-VA te stemmen, verheug ik mij over dat nieuws. Tegelijk vraag ik mij af: zou ik dan niet op N-VA stemmen, als haar programma de begroting wel liet ontsporen?
     Ach nee, ik zou waarschijnlijk toch dezelfde stem uitbrengen. Reagan liet de begroting ontsporen en toch zou ik de
 Reaganomics een goed hart toegedragen hebben, had ik in die tijd ongeveer gedacht als ik nu denk.
     Wat mij overigens aan N-VA nog beter bevalt, is dat de partij geen miraculeuze stijging van de inkomens belooft. Dat heeft ze gemeen met Open-Vld. De Vlaamse belofte-partijen bij uitstek blijken Vlaams Belang en Groen te zijn. 

De 10 procent rijksten
     In de doorrekening van de partijprogramma’s rekent men in decielen. Zo heb je het eerste deciel 
  de 10 procent laagste inkomens  en het hoogste deciel   de 10 procent hoogste inkomens –,  en alle decielen daartussen. Dat hoogste deciel heeft mij altijd geïnteresseerd als graadmeter van de ongelijkheid. Ik heb daar al verschillende keren cijfers van gegeven die elkaar tegenspreken – maar die wel in dezelfde richting gaan (zie hier en hier).
     Om het voor mijzelf overzichtelijk te houden zal ik een onderscheid maken tussen de 10 procent grootverdieners (inkomen) en de 10 procent rijksten (vermogens). De 10 procent Belgische grootverdieners ontvangen ongeveer 30 procent van alle inkomen en betalen ongeveer 50 procent van alle personenbelasting**.
      De 10 procent rijksten bezitten 55 procent van de vermogens. Daar worden, in tegenstelling tot wat men soms denkt ook allerlei belastingen op betaald. Mochten de huizen en appartementen volgend jaar in waarde dalen of stijgen, dan zou de vermogensverdeling er op papier weer anders uit zien. 

Leraren tegen de commissie der wijzen
     Ik ben geen groot voor- of tegenstander van de Commissie der Wijzen* waar de leraren tegen staken. Mijn grootste bezwaar is dat de voorgestelde maatregelen geen verbetering garanderen voor wat echt telt: de onderwijskwaliteit. Wat echt telt vind je bijvoorbeeld in het artikel van geschiedenisleraar Harry De Paepe in Doorbraak..
     Raf Feys trekt op zijn onvolprezen FB-pagina de aandacht op een heel ongelukkige passage uit het rapport van de Wijzen: 
Een van de belangrijkste tekorten van de huidige wijze waarop de opdracht van de leraar wordt bepaald, is dat haast automatisch de leraar in een strak en saai patroon terechtkomt, waarbij hij of zij elk jaar dezelfde taken krijgt.’  
     Wie zijn verdomme die experten, die directeurs en die leraren die zoiets schrijven. Wie lesgeven een ‘strak en saai patroon’ vindt, is niet uit het juiste onderwijshout gesneden. Het leraarschap is een roeping. Luc Van den Bossche, de socialistische minister van Onderwijs tussen 1992 en 1998, dacht dat hij de kern van het onderwijsprobleem ontdekt had: de carrière van de leraar was te ‘vlak’. Hij dacht dat leraren mensen waren als politici, die in termen van carrière dachten. En de huidige Wijzen volgen nog altijd datzelfde dode spoor.
    Variatie in taken, rotatie tussen taken, dynamische loopbanen … loop naar de duivel. Laat leraren les geven. Maak het beroep aantrekkelijk … voor de juiste mensen.

‘Oude witte mannen’
     De uitdrukking oude witte mannen is zeker niet, in de verste verte niet, het ergste staaltje van discriminerende haatspraak. Maar het is geloof ik het onbeschaamdste. 

Big Pharma
     Er zijn twee soorten mensen die afgeven op Big Pharma: degenen die bezwaar maken tegen medische overconsumptie en degenen die bezwaar maken tegen de grote winsten. Misschien is die medische overconsumptie wel het gevolg van het streven naar grote winsten. Maar hier wil ik alleen iets zeggen over dat laatste.
     De oorzaken van de grote winsten liggen voor de hand: er is geen normale marktwerking. De markt is verdeeld onder enkele heel grote bedrijven. De producten worden beschermd door patenten en officiële goedkeuringen. De afnemers zijn meestal niet de gebruikers, maar de instanties die de medicijnen ‘terugbetalen’: grote verzekeringsinstellingen en overheid, die met de bedrijven geheime onderhandelingen voeren.
      Mijn vraag is echter: waar gaan die winsten – na aftrek van investeringen in onderzoek – naartoe? Naar de aandeelhouders – naar het schijnt vooral pensioenfondsen? Dat kan moeilijk. In een vrije markt zijn alle aandelen ongeveer even goed, waarbij het ene hoog scoort op rendement en het andere op zekerheid. Mochten de Big Pharma-aandelen zoveel beter zijn dan andere, dan was het voor Paul D’hoore gemakkelijk om zijn jaarlijkse Grote Geldbarometer op te stellen: elk van de 10.000 euro kon dan in een farmaceutisch bedrijf worden geïnvesteerd.
     Het meest voor de hand liggende antwoord: een deel van die winsten wordt verspild. Er worden enorme budgetten voorzien voor promotie van de producten, die concurrenten ertoe aansporen om even grote budgetten te voorzien, zodat het eindresultaat gelijk blijft. En verder: exorbitante vergoedingen voor ceo’s, grote en luxueuze bureaus, overbodige administratieve functies, lonen boven het marktniveau. Ik ken een nog niet zo lang geleden afgestudeerde bio-ingenieur die twee jaar in een farmaceutisch bedrijf gewerkt heeft. Mooi salaris, wagen van de zaak, 50 dagen vakantie. ‘Ik heb geen idee,’ zegt hij, ‘wat ik daar tijdens die twee jaar gedaan heb.’

Modern Grieks en Spaans
     Ben ik nu de enige die vindt dat modern Grieks op Spaans gelijkt? Ik bedoel niet in woordenschat of grammatica, want ik ken geen Grieks. Het heeft misschien iets te maken met het beperkte aantal klinkers in de twee talen. Maar de grootste gelijkenis lijkt mij de ritmische en melodische patronen van de taal. Het valt nog het meeste op als je de stem van de omroepster hoort op de tram in Athene. Maar ik had dat gevoel ook toen ik vroeger in onze buurtwinkel mevrouw Mirkos tegen haar dochters hoorde praten.

Trein
     Als ik de trein neem als 65-plusser betaal ik maar 10 procent van de kostprijs. Maar ik ben natuurlijk ook maar een mens, en ik sakker zoals iedereen als die trein te laat is, vooral omdat ik daardoor meestal een aansluiting op een andere trein mis. Het vervelendste is het wachten op het perron. In het station zijn er soms bankjes waar je kunt neerzitten om te lezen. Helaas zijn er vandaag veel haltes zonder station, en veel stations zonder bankjes. 

De Heilige Doorn en Onze-Lieve-Heer Hemelvaart
     Mijn grootvader was koster in de Sint-Hilarius kerk te Wevelgem. Hij nam mij vaak mee in de sacristie. Daar werd in een brandkast met cijferslot de ‘Heilige Doorn’ bewaard –  een takje van de doornenkroon van Jezus. Ik zie nu voor  mijn geestesoog een verguld takje, maar ik word geloof ik misleid door een valse herinnering, waarbij het verguldsel van het schrijn bij wijze van spreken afstraalt op de inhoud ervan.
      Op Onze-Lieve-Heer Hemelvaart werd het schrijn ter aanbidding aan de gelovigen tentoongesteld. Dat gebeurde tijdens een indrukwekkende stoet die ik als kind vaak voorbij heb zien komen aan het huis van mijn tantes. Een van mijn tantes had dan de nationale driekleur uitgehangen, een statement dat met die Heilige Doorn geloof ik weinig te maken had. 
Het indrukwekkendste deel van de stoet bestond uit de Romeinse soldaten op hun boerenpaarden, en de groep mannen die zich vermomd hadden met pruiken en valse baarden. Ze riepen voortdurend: ‘Kruisig Hem! Kruisig Hem!’ Dat waren de kruiswegjoden.
    Op de parochiale websitebouwers Zacheüs lees ik dat volgens wetenschappelijk onderzoek van Rebecca van Oudenhove uit Mol ‘de kans groot is dat de doorn echt is.’ 

 

* Ik wil aan die doorrekening niet te veel belang hechten, anders maakte ik mij nu vrolijk over het begrotingstekort van CD&V (de Partij van het Slecht Bestuur) en het tewerkstellingseffect van PVDA (de Partij Van De Werkloosheid). Maar die doorrekeningen houden nooit rekening met alles, en bovendien is er een verschil tussen verkiezingsprogrammas en beleid. Maar dat de MR zo budgettair onverantwoordelijk zou zijn had ik niet verwacht.

** De precieze cijfers, die ik niet kan onthouden, zijn respectievelijk 31,16 % en 47,00 %. Zie de tabel hieronder.

*** Over de commissie der Wijzen, zie ook mijn stukje hier.




dinsdag 7 mei 2024

Randnotities bij de krant


Studentenprotest tegen Israël
     ‘Mocht ik vandaag student zijn,’ zegt Alexander De Croo, ‘dan zou de kans groot zijn dat ik ook mijn proteststem zou laten horen.’ Ik vind die uitspraak tegelijk ongeloofwaardig en niet erg sympathiek. Maar het protest in de VS intrigeert mij. Zal dat protest een even grote invloed hebben als het Vietnam-protest indertijd? Zal het de publieke opinie doen omslaan? Het beleid beïnvloeden? Ik betwijfel het. De radicalen moeten voor zoiets de steun krijgen van het progressieve establishment, en ik ben niet zeker of dat establishment dit keer zal volgen.

Importheffingen
     Tot mijn groot verdriet is iedereen vandaag voorstander van importheffingen: voor Russiche olie, voor Israëlische komkommers, voor Chinese elektrische auto’s. En als ik dan in mijn krant (DS 7/5) eindelijk een pleidooi vind tégen invoertarieven, dan komt het van een MO*-journalist. Nou ja, ik las ergens dat de oude theorie van ‘de vijand van je vijand is een vriend’ nu ook wiskundig is bewezen. Word ik op mijn oude dag nog vriendjes met het linkse MO*-magazine? 

Hendrik Vos en de migratie
      Het zijn twee verschillende argumenten die Hendrik Vos gebruikt (DS 7/5) om de migratie naar Europa te verdedigen*. Het eerste staat in de titel: ‘Europa vol? Libanon is veel voller.’ Dat is het argument van het medelijden en de zelfopoffering. Anderen zijn er slechter aan toe dan wij, dus moeten wij ons opofferingen getroosten, en in dit geval de nood van anderen lenen door migranten binnen te laten.
     Het tweede argument is een kosten-baten analyse. Vos vergelijkt de migratie met de uitbreiding van de Europese Unie, nu 20 jaar geleden. Het toetreden van de Centraal- en Oost-Europese landen tot de Europese Unie had allerlei nadelen. Vos somt ze op. Maar de Europese leiders, zegt Vos ongeveer, hadden er vertrouwen in dat de voordelen zouden doorwegen. Ook die voordelen somt Vos op. En vandaag vindt hij dat de Europese leiders er weer op moeten vertrouwen dat de toekomstige voordelen zullen doorwegen. Die voordelen somt hij niet op**.

Conservatisme
     Gelegenheidscolumniste Sanne Huysmans (DS 7/5) gelooft dat er een verband bestaat tussen je persoonlijkheid en je politieke opvattingen. Wie houdt van verandering is progressief, wie de voorkeur geeft aan het vertrouwde is conservatief. Misschien heeft ze gelijk. Ook vindt ze het eigenaardig dat conservatieven zo weinig begrip hebben voor het conservatisme van de migranten.
      Zelf ben ik conservatief genoeg – ik hou van het vertrouwde – om begrip te hebben voor dat migrantenconservatisme: over de status van de vrouw, over de plaats van de godsdienst, over groepssolidariteit versus burgerzin … Ik denk dat dat conservatisme slechts langzaam zal afsterven. En dat een verdere toename van een migrantengemeenschap die eenzelfde conservatisme deelt dat afsterven nog langzamer doet verlopen.

A.I. gebruikt voor universitaire publicaties
     Er wordt nogal veel geschreven over de inzet van A.I. door studenten en onderzoekers. Wat die laatsten betreft legt A.I.-onderzoeker Tim Brys (DS 6/5) een verband met de publicatiedruk aan de universiteiten, het fameuze publish or perish. Ik had niet de indruk dat Brys de oplossing voor het probleem gevonden had. Ook schrijft hij: ‘Er wordt een klimaat geschapen, waarin kwantiteit primeert op kwantiteit, net als in een kapitalistische vrije markt.’
    Zou de vrije markt echt zo werken? Wint men de concurrentiestrijd door zoveel mogelijk producten te maken, zonder te letten op de kwaliteit, of althans het soort kwaliteit dat de klant verwacht?

Thought-terminating clichés
     Docent filosofie Jeff Spiessens (DS 6/5) leert mij een nieuw begrip: thought-terminating clichés. Ik geloof zelfs dat die clichés kunnen bestaan uit één enkel woord. Genocide is geloof ik zo’n woord. Veel politieke scheldwoorden zijn het ook, of kunnen het zijn***.

Hogere lonen
     Alle politici beloven hogere nettolonen, maar aangezien ze zelf niets produceren****, en geld bijdrukken geen zin heeft, kunnen ze alleen maar geld van anderen verschuiven: van de werkgever naar de werknemer, van de staat naar de burger, van de uitkeringstrekker naar de werkende ... En dan moeten we er nog van uitgaan dat die verschuivingen 
‘werken, dat ze bijvoorbeeld geen neveneffecten hebben die groter zijn dan de verschuiving zelf.
     In elk geval, journalist Frederik Abbeloos (DS 4/5) bespreekt partij per partij welke verschuivingen er aan de vooravond van de verkiezingen worden voorgesteld. ‘Opvallend daarbij,’ schrijft hij, ‘is dat geen enkele partij partij lagere belastingen op het loon wil verhalen op de loontrekkenden zelf via een hogere btw. Alle partijen wezen een regelrechte broekzak-vastzak operatie af.’
     Tja, die partijen hebben ook Kahneman gelezen en weten dat een loonstijging minder plezier bezorgt dan een gelijkwaardige prijsstijging leed veroorzaakt. Ik zou het anders een aardig systeem vinden. Werken wordt beloond, consumeren wordt afgeremd, investeren wordt aangemoedigd – oppotten misschien ook.
     Wellicht is er nog een nadeel: ons indexsysteem. Met minder directe en meer indirecte belastingen blijft het netto-inkomen gelijk, maar stijgen de brutoprijzen, en daardoor wordt de spilindex sneller overschreden en moeten de brutolonen weer stijgen. Men zou dus eigenlijk de index moeten berekenen op de prijzen zonder BTW. Begin daar maar eens aan. 

     

 * Over Hendrik Vos en de migratie, zie ook mijn stukje hier.

 ** Zijn collega Ive Marx somde onlangs de voordelen van migratie wel op. Zie mijn stukje hier.

*** Over politieke scheldwoorden, zie mijn stukjes hierhier en hier.

**** Uiteraard wordt hier niet ontkend dat overheidsmaatregelen productiviteit kunnen bevorderen of tegenwerken. Dat geldt ook voor de neveneffecten van de verschuivingen die hier besproken worden. 

maandag 6 mei 2024

Memes die mij ergeren

      Wie vaak of soms op FB of op andere sociale media vertoeft, besteedt een deel van zijn tijd aan ‘scrollen’. ’t Is een bezigheid waarvan je achteraf de indruk hebt dat het tijdverlies was. Die indruk ontstaat doordat veel meer dan de helft van de boodschappen die voorbijkwamen je niet in het minst interesseren. Dat zorgt voor frustratie, en die frustratie vormt een onderdeel van het verslavend effect. De ene saaie post jaagt je voort naar de volgende saaie post, en naar de volgende, tot je weer iets tegenkomt wat de moeite is: een mooi schilderij, een knappe foto, een grappige cartoons, een interessante tekst, een leerrijke grafiek, of een meme – een genre dat ik hier heel breed en vaag definieer als een korte tekst in een markante vormgeving, meestal met een illustratie erbij. 
   
 Af en toe sla ik zo’n meme op in een apart mapje – meestal als het er een is die mijn tegenspraak opwekt. Enkele voorbeelden, met een proeve van tegenspraak.


     Deze behoort tot het subgenre van ‘vroeger was het beter’, bijvoorbeeld omdat we niet verwend werden, en we dingen moesten eten die we niet lustten. Ja, vroeger was dat zo, en het heeft een schaduw geworpen op mijn kinderjaren, want ik was een heel kieskeurige eter. Ik lustte bijvoorbeeld geen biefstuk. Mijn grootvader zei dan: je moet die jongen niet forceren, maar mijn ouders waren van strengere principes. Als ik vandaag op bezoek ga, zijn ze inschikkelijker en krijg ik kip.
     Sommigen denken dat kinderen minder kieskeurig worden als je hen laten eten wat de pot schaft. Ik geloof dat niet. Ik heb van mijn 9de tot mijn 12de op een internaat doorgebracht en daar veel afschuwelijks moeten eten: slechte aardappelen en goedkoop ingewandenvlees. Toch ben ik nog altijd kieskeurig als het op eten aankomt.


     Dit is een oproep voor een genereuzer migratiebeleid. De ondertekenaar is een Jezuïet en volgt hier getrouw de leer van Jezus. Als je die consequent probeert te volgen kom je uit bij de aansporing die Jezus richtte tot de ‘rijke jongeling’. Zo gij wilt volmaakt zijn, ga heen, verkoop wat gij hebt en geef het den armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, volg Mij. In het migratiebeleid betekent dat het openstellen van de grenzen, zonder eerst na te denken over de gevolgen. Vanuit christelijk standpunt is daar niets tegen in te brengen. Ik heb daar ooit eens stukje over geschreven (hier).


     Deze kom ik vaker tegen. Op het eerste gezicht begrijp ik het probleem niet. Die man rechts heeft toch een goed inkomen? Wie kan het nu iets schelen dat die man links meer verdient. Ik heb over deze meme al eerder iets geschreven (hier).


     Geen slechte oneliner van Raoul. Hij doet mij denken aan iets wat Frans Buyens mij ooit toevertrouwde: ‘Als Willem Elsschot gedronken had, werd hij een communist.’


     Nog een meme over het migratiebeleid. De eerste boodschap schijnt te zijn dat migratie van alle tijden is – wat zou inhouden dat je best kunt laten begaan. De voorbeelden zijn wat ongelukkig gekozen om die booschap mee te geven, omdat nogal wat van de migraties erg gewelddadig waren.
      De tweede boodschap schijnt te zijn dat Engeland – door die verleden migraties – een multi-etnisch land is. Kan het dan kwaad als daar nog enkele ethnieën bijkomen? De eerste vraag is: doet dat terzake? Die ethnische verscheidenheid heeft geleid tot een redelijke eengemaakte cultuur, die nogal verschilt van de cultuur van veel nieuwkomers. De tweede vraag is: klopt het?
      Paul Collier gaat daar uitgebreid op in: ‘Het argument ... is dat alle autochtone bevolkingen zelf heterogeen zijn, het resultaat van eerdere immigraties … Omdat Groot-Brittannië een eiland is, ligt het voor de hand dat alle autochtonen in zekere zin afstammen van migranten. Maar tot halverwege de twintigste eeuw was de bevolking opmerkelijk stabiel. Dankzij recente ontwikkelingen in DNA-onderzoek is het nu mogelijk om aan de hand van beide seksen de genetische afkomst van de bevolking tot ver in het verleden vast te stellen … Het verbazingwekkende is dat ongeveer 70 procent van de huidige bevolking van Groot-Brittannië op die manier rechtstreeks afstamt van de mensen die in preneolitische tijden het land bewoonden, dat wil zeggen eerder dan 4000 v. Chr.’* 
     De derde boodschap van de meme – expliciet dit keer – is dat we de bootvluchtelingen niet mogen haten. Daar ben ik het helemaal mee eens, al is de opgegeven reden een sofisme.


       Die uitspraak van Chomsky is onzin. ‘Het heeft geen zin om slaven te bevrijden als je ze niet ook te eten geeft.’ ‘Het geeft geen zin om burgers vrije meningsuiting toe te staan, als je ze ook niet een computer, een internetabonnement en duizend volgers bezorgt’. ‘Het geeft geen zin om bewegingsvrijheid toe te staan als je niet iedereen een auto of een elektrische fiets verschaft.’ ‘Het heeft geen zin om vrije partnerkeuze in de wet vast te leggen, als je niet iedereen zo’n partner aan de hand doet.’ In een vorig stukje geef ik ook een minder onzinnige interpretatie van Chomsky
’s uitspraak. Zie hier.


 Het genre van de inspirational quotesAls je de zaken omkeert krijg je ook 7 blunders: 
  1. werk zonder welvaart
  2. plicht zonder plezier 
  3. koppigheid zonder kennis van zaken
  4. een morele maatschappij zonder handel (homo mercator deo placare non potest) 
  5. humanitarisme zonder wetenschappelijke onderbouwing  
  6. opoffering zonder doel
  7. principes zonder politieke compromissen.
  En die blunders komen ook vaak voor.

      Deze is geloof ik sarcastisch bedoeld. Het is een meme die ik zou kunnen liken. Het vat goed samen wat liberalen en libertairen tegen het socialisme hebben. Er is niets mis met een grotere, maar met het verplicht opleggen van die grotere gelijkheid. Tegelijk vind ik het te gemakkelijk. Er staat democratic socialism. Dat betekent dat iets door een meerderheid wordt opgelegd aan een minderheid: een principe dat je niet met een meme kunt weerleggen. ’t Is iets voor overtuigden onder elkaar.



      Het subgenre van het screenshot. Alweer een meme die ik best zou kunnen liken. En hij is ook best grappig: 2018 ... 5 jaar ... en we zijn nu al in 2024.
     Het is natuurlijk altijd mogelijk dat zo
n screenshot vervalst is, maar dat zou mij in dit geval verwonderen. Overigens heeft Thunberg hier waarschijnlijk de waarheid verteld. Er zal wel ergens een klimaatwetenschapper bestaan die in 2018 verteld heeft dat de mensheid om zeep gaat als we niet in 5 jaar tijd alle fossiele brandstoffen bannen. Ook kan de voorspelling nog altijd uitkomen. Wij zijn 5 jaar verder, de mensheid is nog niet om zeep, maar misschien stevenen we daar nu regelrecht op af omdat we niet naar die klimaatwetenschapper en Greta geluisterd hebben, 5 jaar geleden.

       Het subgenre van cartoon zonder tekst, wat het moeilijk maakt om te interpreteren. Wat wordt er gesuggereerd? Dat de wereldgodsdiensten achter de schermen door een bankiersconsortium worden gemanipuleerd? Dat het aanbidden van het geld – het Gouden Kalf – ook een soort religie is? Dat geld machtiger is dan religie – l’argent domine le monde? Ik geloof geen van de drie.




     Deze is wellicht wat moeilijk leesbaar. Een leesbare versie vind je hier. De samenzweringstheorieën worden onderverdeeld in 5 categorieën, van onder naar boven:

  1. Wat echt gebeurd is: Martin Luther King bespioneerd door FBI, desinformatie door Big Oil …
  2. Onopgeloste vragen: Charles Manson gemanipuleerd door de CIA, doofpotoperatie rond moord op JFK  
  3. Zeker fout maar ongevaarlijk: Ontvoeringen door aliens, Elvis is niet dood … 
  4. Gevaarlijk voor jezelf en voor anderen: Chemtrails, opwarming van de aarde is bedrog; vervalste presidentsverkiezingen 
  5. Predikt haat en geweld tegenover minderheden: Illuminati, Deep State, Flat Earth, omvolking; cultuurmarxisme.
     Je kunt je vragen stellen over de classificatie. Waarom hoort Deep State bij de categorie Detached from Reality, en de doofpotoperatie rond de moord op JFK niet. Je zou denken dat voor zon doofpotoperatie juist heel wat Deep State nodig is. En gaan die vervalste presidentsverkiezingen alleen over wat Trump zegt over de verkiezingen van 2020 en niet over wat Michael Moore beweerde over die van 2000? Ook geloof ik graag dat Big Oil af en toe foute informatie over het klimaat heeft verspreid, maar dat zal de milieubeweging ook wel eens gedaan hebben, en dat vind ik niet op de grafiek. En wat doet dat marginale groepje Flat Earthers bij de haatpredikers?
     Het valt in het algemeen op dat linkse samenzweringstheoriën gemakkelijk bij de ongevaarlijke categorieën worden geplaatst, en rechtse samenzweringstheorieën bij de gevaarlijke theorieën. Nu zijn er ongetwijfeld meer idiote samenzweringen bij extreem-rechts, maar dat lijkt mij niet de hele verklaring. Ook geloof ik graag dat er samenzweringsversies bestaan van het klimaatscepticisme, van de omvolkingstheorie en van de kritiek op het cultuurmarxisme, maar er bestaan er ook andere versie daarvan.
     De leukste vraag is eigenlijk: is die hele Conspiracy Chart misschien zelf een samenzwering om links gedachtegoed ingang te doen vinden? 

* Overigens hebben de latere migratiegolven in Groot-Brittannië wel diepgaand de cultuur en de taal van he land beïnvloed.

zondag 5 mei 2024

Alcohol ontraden, en andere kortjes


Alcohol ontraden
     Minister Vandenbroucke zint op middelen om het gebruik van alcohol te ontraden, onder andere door in cafés anti-alcohol boodschappen verplicht te maken. Zoiets past een beetje bij zijn zure imago – zijn inborst ken ik niet. Maar dat mag me niet beletten om een mogelijke ontradingscampagne op haar merites te beoordelen.
     Het drinken van alcohol heeft voor- en nadelen. Politici bijvoorbeeld kunnen er een gedeukte reputatie aan overhouden. Meer algemeen schijnt het goedje slecht te zijn voor de gezondheid. Daar staat tegenover dat het lekker is en voor een vrolijke stemming kan zorgen. Je zou denken dat iedereen maar voor zichzelf moet uitmaken of hij liever enkele maanden langer leeft, of dagelijks enkele glaasjes drinkt.
      Een belangrijk minpunt van alcohol is de kans op verslaving. Tomeloze verslaving brengt tomeloos leed met zich mee, en ook een milde verslaving kan leed veroorzaken – al kan het bij bejaarden bijvoorbeeld ook leed verzachten. Maar slechts een beperkt deel van de aloholdrinkers wordt verslaafd. Mocht de totaalsom van het leed van de verslaafden zwaarder wegen dan de totaalsom van het plezier dat de gewone drinkers beleven, dan zou daar zelfs argument voor een alcoholverbod uit kunnen worden – welja – gedistilleerd. Maar zo’n verbod lijkt niet te werken. Men heeft dat in de Verenigde Staten ooit geprobeerd, en sindsdien is er in de vrije wereld niemand meer die zoiets te overweegt.
     Maar ontraden is niet verbieden. Bestaan er eigenlijk redelijke bezwaren tegen ontraden? Ik heb er verschillende overwogen* en er uiteindelijk maar één overgehouden: het kan voor de alcholdrinker niet leuk zijn om bij elk glas bier of glas wijn aan de grijns van Frank Vandenbroucke** te moeten denken. Ook dat moet een totaalsom aan leed opleveren.

Linkse en rechtse dystopieën
     Een linkse dystopische roman beschrijft een toekomst met een rechtse dictatuur, en een rechtse dystopische roman beschrijft een toekomst met een linkse dictatuur. In DSL (4 mei) worden er twee zo’n romans, naast elkaar, besproken. Als je de bijlage in het midden openslaat staat aan de ene kant de bespreking van Lied van de profeet van Paul Lynch, en aan de andere kant die van Waanzin van Lionel Schriver***.
 
     In het boek van Lynch heeft een rechts-populistische partij de noodtoestand afgekondigd, en in het boek van Schriver is een verbod uitgevaardigd om te spreken over verschillen in menselijke intelligentie. Uit de besprekingen leer ik dat het boek van Lynch ‘donker’ en ‘ultrazwart’ is, terwijl het boek van Shriver veel ‘humor’ bevat. De kans is dus groter dat ik het tweede zal lezen.
    De recensie van Shrivers boek legt de nadruk op absurditeit van het centrale idee. Maar is dat idee zo absurd? In het huidig onderwijsdiscours en -onderzoek bijvoorbeeld is het echt niet bon ton om over intelligentieverschillen te spreken. Het moet over verschillen in sociale afkomst gaan. Of over verschillen in interessesferen. Of over verschillen in leerstijlen.
      En verder gaat de recensie over  Shrivers gebrek aan nuance, haar hardnekkige doemdenkerij, haar ‘overgevoeligheid voor overgevoeligheid’ en haar gemis aan subtiliteit. De recensent loopt er niet in. hij heeft zich duidelijk niet in de luren laten leggen door wat hij in de laatste alinea omschrijft als haar ‘ijzersterke stilistiek’. Er is meer nodig dan humor, alliteraties en slimme woordspelingen om de recensent van het rechte pad af te brengen, al geeft hij toe dat Shriver 
vaak echt iets te zeggen heeft.
    Het is alleen jammer dat de bespreking begint met een cliché. ‘Lionel Shriver, grapt de recensent, ‘is een van die mensen die graag roept dat we tegenwoordig niks meer mogen zeggen. Om vervolgens ongehinderd te zeggen wat ze wil.’
     Dat is een leuke paradox, voor één keer, maar in
 Tegendraads had Shriver die al opgelost. Het zijn alleen (veel, maar niet alle) progressieven die zich door woke het zwijgen laten opleggen. Die mogen vandaag niets meer zeggen. Die moeten op hun tellen passen. Conservatieven en libertairen (en sommige progressieven) gaan gewoon door met te zeggen wat ze willen, ook al worden ze daarbij wel eens gehinderd. 

Opiniestukken
     Veel opiniestukken die in krant en weekblad verschijnen zijn van het soort: ‘C’est mon opinion et je la partage’, overgoten met een saus van gekleurd taalgebruik, synonieme herhaling en een opsomming van voorbeelden. Die saus moet als ersatz dienen voor een redenering. 

Vrijheid
     Vrijheid – zonder anderen te schaden – moet onbeperkt zijn (norm), maar ze is maar mogelijk (feit) als de burgers zichzelf vrijwillig beperkingen opleggen vanuit andere waarden dan die van de vrijheid zelf. 

Luiheid
     Ik heb zojuist een atelier bezocht van een schilder. Hij legde mij zijn werkwijze uit. Eerst maakt hij een schets in potlood. Als hij dan begint te schilderen is hij zo lui dat hij sterk gaat vereenvoudigen. Het resultaat is dan veel soberder én mooier dan de schets.
     Zelf was ik een leraar van het hardwerkende type, maar ik heb collega's gekend die helemaal niet hard werkten en uitstekende leraren waren, en collega's die keihard werkten en veel minder goede leraren waren.

Paul en Paulo
     Er moet een groot verschil bestaan tussen de boeken van Paul Auster en die van Paulo Coelho, en tussen de mensen die de boeken van Paul Auster dan wel die van Paulo Coelho lezen, maar zelf kan ik de auteurs niet zo goed uit elkaar houden. Van de eerste heb ik iets gelezen, over een detective die ‘Blue’ heette. En verder ging het over de heren Brown, Black en White. Ik vond het minder spannend dan Reservoir Dogswaar de mannen ook een kleurennaam hadden.
 
     Om de verwarring tussen Paul en Paulo in het vervolg niet meer te maken, heb ik de foto’s van beide heren eens goed bekeken. Paul gelijkt op een filmster en Paulo gelijkt op een pater jezuïet. 

Ergernis
     Wie zich met alle geweld aan iets wil ergeren, kan die ergernis het beste formuleren in een aforisme,   in plaats van in een column. Zoals Steven Wright: ‘The hardness of the butter is proportional to the softness of the bread.’

Een opstel van ChatGPT 
    Een beroemde scène in Prousts Recherche is die waarin de jeunes filles en fleur Albertine en Andrée het examenopstel van hun vriendin Gisèle bespreken. Gisèle had kunnen kiezen tussen twee opdrachten en had de moeilijkste gekozen: ‘Sophocles schrijft vanuit de onderwereld aan Racine om hem te troosten bij het geringe succes van zijn toneelstuk Athalie.’ Gisèle had voor haar opstel 14/20 gekregen én felicitaties van de jury. Als ik haar opstel nu had moeten quoteren had ik Gisèle eveneens gefeliciteerd, de punten voor inflatie aangepast naar 19,5/20, en mij afgevraagd of de titel haar misschien door iemand op voorhand was ingefluisterd zodat ze haar opstel door haar moeder of haar tante had laten schrijven.
     Of door ChatGPT?
      Ik heb het zojuist even uitgeprobeerd met ChatGPT en kreeg een brief vol algemene troostwoorden, die begon met Beste Jean. Gisèle had dat beter gedaan, beginnend met Mon cher ami, al was ook dat een anachronisme. Albertine dacht aan Mon cher Racine, maar de pedante Andrée vond 
– terecht – een droge Monsieur nog beter. Verder vermeldt Gisèle in haar opstel een held van het toneelstuk: Joad; ze suggereert een gelijkenis tussen de karaktertekening van Racine en en die van zijn collega Corneille; ze verwijst naar het ongewone gebruik van koorzangen; ze vermeldt de religieuze thematiek; en ze citeert verzen van Boileau – die ze door het stuk van Racine gelogenstraft acht. ‘Je zou geloven dat ze alles heeft overgeschreven,’ zegt Albertine. ‘En dan die verzen! Waar heeft ze die gepikt?’
     Al die mooie details van Gisèle ontbreken bij ChatGPT. Geen Joad, geen koorzangen, geen religieuze thematiek, geen Boileau, geen Corneille. Je zou ChatGPT natuurlijk de opdracht kunnen geven om dat allemaal in de brief te verwerken, maar dan moet je die dingen eigenlijk al weten. 
     En voor een topopstel zoals de pedante Andrée geschreven zou hebben moet je ook nog Voltaire, Deltour en Gascq-Desfossés in je ‘prompt’ vermelden. Boven alles moet je weten dat de examinator die je opstel zal lezen, gespecialiseerd is in enkele weinig bekende voorlopers van Racine, namelijk Robert Garnier en Montchrestien. ‘Door die namen alleen maar te citeren, ben je al zeker geslaagd,’ zegt Andrée.
     Overigens heeft ChatGPT wel goed de stijl van formele brieven en verhandelingen in de vingers. 

* Er zijn enkele argumenten van het hellend-vlak type tegen alcohol-ontrading te bedenken.

** Het gaat mij natuurlijk niet om Frank zelf, maar ik kon moeilijk schrijven: de grijnslach van het opgestoken vingertje.

*** Over Shriver, zie ook mijn stukje hier.