* Ik ben van nature redelijk sceptisch ingesteld, maar
als je een een pistool tegen mijn hoofd duwt en mij verplicht een grote som geld in te
zetten op een toekomstscenario, dan zou ik toch maar gokken op de gemiddelde
voorspelling van de gemiddelde klimaatexpert, ook al betrouw ik die mensen niet
helemaal.
* Het klimaatdebat zou voor leerlingen van het middelbaar
een goede oefening zijn om eufemismen en dysfemismen te leren ontdekken:
klimaatnegationisme, klimaatalarmisme, klimaatscepticisme, ecorealisme … Zelf
gebruik ik voor de groene jongens graag de lichtjes denigrerende term ‘milieumensen’,
als eerbetoon aan Multatuli’s ‘toneelmensen’ en Elsschots ‘assurantiemensen’.
* ‘Wijzen op urgentie’ klinkt positiever dan ‘alarm slaan’
maar het gaat in wezen om hetzelfde. De woordkeuze bewijst niet dat die urgentie
een feit is, noch dat dat alarm overbodig is.
* God heeft bij zijn schepping van de aarde, geloof ik, geen
ideale temperatuur vastgelegd. Twee graden meer of twee graden minder heeft
zowel voor- als nadelen. En liever twee graden meer dan twee graden minder, als
het van mij afhangt. Die afkoeling van de aarde waar geleerden in de jaren 70 mee dreigden is er gelukkig niet gekomen.
* Iets anders is de adaptatiekost. Onze geografische
spreiding, onze huizenbouw, onze landbouw … zijn ondertussen berekend op een bepaalde temperatuur. Elke verandering zal aanpassingen vragen en elke
aanpassing zal inspanningen vragen. Die inspanningen kunnen wij uitdrukken als
een percentage van het wereldinkomen. Volgens het IPCC zou dat binnen vijftig
jaar kunnen gaan om 0,2 % tot 2 % van dat wereldinkomen. Misschien is het nog
meer (hier).
* De klimaatbetogers vinden dat de regering eindelijk iets
moet dóen aan het klimaat. Maar ze vergeten geloof ik dat de regering nu al
heel veel dóet. De jonge betogers zullen dat merken als ze later een huis bouwen.
Wie een huis bouwt, betaalt gemakkelijk 25 % meer om aan allerlei milieunormen
te voldoen. Moet dat 50 % worden? Mij raakt het niet. Wij hebben al een huis en
hebben het recent nog laten isoleren.
* Die isolatiewerken hadden we overigens nooit laten
uitvoeren als ze niet tegelijk een aanzienlijke verfraaiing betekenden: mooi grijs-blauw
raamwerk in plaats van een saaie aluminiumkleur en de illusie van dikke,
stevige muren.
* Op het vtm-nieuws van vorige week leerde ik dat ik mijn
‘ecologische voetafdruk’ met 25 % kan verminderen door niet meer met het
vliegtuig te reizen. Een kwart, dat is veel, en je hoort van verschillende
zijden dat er hoge vliegtaksen moeten komen. Anderzijds is de luchtvaart van de
hele wereld goed voor maar 2 % van de CO2-uitstoot. Hoe zit het nu, vraag ik
mij af. Zal ik ooit New York nog terugzien? Op de trappen van Times Square
zitten? Spaghetti eten bij Tony’s? Een show zien op Broadway? Rondwalen in
Greenwich Village? Als ik aan die 25 % denk, raak ik in paniek. Als ik aan die
2 % denk, wordt mijn hartslag weer normaal.
* Mark Elchardus
somt in De
Morgen van 26 januari op wat een echte beperking van de
CO2-productie kan betekenen: ‘minder vrije markt, een meer sturende overheid,
strakkere regulering, zwaardere belastingen voor iedereen en minder consumptie’.
Ik geloof dat er mensen bestaan die zo’n toekomst aantrekkelijk vinden. Jan Van
Duppen noemt ze de ‘flagellanten’, naar de middeleeuwse zelfgeselaars.
* Een streng groen-links milieubeleid zou de middenklasse
en de laagste klasse elk op een verschillende manier treffen. De middenklasse
zou vooral meer belastingen en taksen moeten betalen. De laagste klasse zou
vooral een areaal van goedkope importproducten zien verdwijnen. De PVDA zou
geloof ik een oplossing vinden waarbij het hele feest door de superrijken wordt betaald.
* Antikernenergiemensen haalden vroeger vaak het veiligheidsrisico aan als argument. Dat argument zal altijd een zeker succes hebben. Ook al is de kans op een nucleaire meltdown à la Tsjernobyl bij een moderne centrale teruggebracht tot 1 op 10 miljoen jaar, er zullen altijd genoeg mensen zijn die die éne kans veel te veel vinden.
* Antikernenergiemensen haalden vroeger vaak het veiligheidsrisico aan als argument. Dat argument zal altijd een zeker succes hebben. Ook al is de kans op een nucleaire meltdown à la Tsjernobyl bij een moderne centrale teruggebracht tot 1 op 10 miljoen jaar, er zullen altijd genoeg mensen zijn die die éne kans veel te veel vinden.
* De laatste tijd hoor je de kernenergietegenstanders vooral
spreken over de hoge kostprijs van kerncentrales. Als ik in hun plaats was, zou
ik dat niet doen. Het is immers niet moeilijk zijn om dan andere studies te vinden
met andere beginvoorwaarden (aantal centrales, hoeveelheid geproduceerde
energie, levensduur, risicoberekening …) die totaal andere cijfers opleveren. Dat
wordt een moeilijke discussie. Als ik tegenstander was, zou ik blijven hameren
op de mogelijke ongelukken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten