zondag 3 maart 2024

KKK - Klein, Klimaat, Kapitalisme


     Wie Naomi Kleins Dubbelganger leest, krijgt de indruk dat ongeveer alle kommer en kwel waar hij  bij het beluisteren van het nieuws kennis van heeft genomen, voortvloeit uit de neoliberale vrije-marktlogica: het kolonialisme van het verleden, het racisme van het heden, de brutaliteit van de politie, het oppervlakkige consumentisme, de schrijnende armoede in de shadowlands, de grofheid op het internet, de aantrekkingskracht van complottheorieën, de excessen van de wellness-cultuur, de weigering om mondkapjes te dragen, het succes van illiberale partijen, de inbreuken op de privacy, de verloedering van het milieu, de onbetaalbaarheid van woningen, de triomf van het ego over de solidariteit.
      Klein beschrijft zichzelf als iemand die zoekt naar het grote verband in ‘de stortvloed van onsamenhangende feiten.’  Het vinden van dat grote verband geeft de auteur en de lezer een vorm van gemoedsrust. John Berger schreef haar dat het boek The Shockdoctrine ‘hem doordrong van een gevoel van kalmte*’. Menig marxist en ex-marxist heeft dat gevoel meegemaakt toen hij voor het eerst de leer ontdekte. Karel van het Reve schrijft dat de bekeerling het gevoel krijgt dat ‘het raadsel van ’s mensen lot op aarde nu eindelijk is opgelost.’
     Nu is Naomi Klein voor mij geen orthodoxe marxiste. Ze zou zich anders niet bezighouden met Freudiaanse benaderingen van het dubbelgangersgevoel. Ik ben nog van de oude stempel: het is Marx óf Freud. Ook overstijgt ze in sommige hoofdstukken het allesverklarende, geruststellende simplisme van het winstmotief-als-bron-van-alle-kwaad. Ik denk vooral aan het hoofdstuk over haar neurodivergente zoon en het hoofdstuk over het zionisme, waar ze meer dan ergens anders oog heeft voor de weerbarstige en veelkantige werkelijkheid. Maar voor de redenaties waarmee ze de meeste mistanden in de wereld, soms elegant, soms by hook and by crook, koppelt aan het kapitalisme en de vrije-marktlogica, daar ben ik nogal immuun voor. Die redenaties zijn mij meestal te vaag, te impressionistisch, of te vergezocht, al zijn nog zo subtiel en spitsvondig. Bij veel van de verbanden en samenhangen die Klein ziet, kan ik alleen maar het hoofd schudden en denken: ja, goed, oké, maar daar kan ik geen stukje voor mijn blog uit halen.
     Toch zijn er enkele van die antikapitalistische thema’s die ik wel serieus wil nemen: het zijn de traditionele misstanden, die geen enkele liberaal uit de weg kan gaan: (1) de uitbuiting, de lage lonen en de erbarmelijke werkomstandigheden, (2) de nakende klimaatcatastrofe, (3) de vernietiging van natuur, cultuur en cultureel erfgoed (4) de opmars van vulgair consumentisme, (5) de individualisering en de erosie van de solidariteit, (6) de economische crisissen, (7) de teloorgang van gekoesterde culturele identiteiten.
     T.W. vroeg zich in een reactie op mijn vorig stukje af of ik de ‘tekortkomingen van het mondiale kapitalisme’ misschien ‘met de mantel der liefde’ wilde bedekken. J.S. vroeg zich in een andere reactie af of ik al die misstanden misschien zie als de ‘neveneffecten van een verder geweldig systeem.’ Acht ik ze ‘zwaar overdreven?’ Denk ik dat we ‘geduld moeten uitoefenen?’  Hoop ik dat ‘vooruitgang en technologie ze mettertijd wel zullen oplossen?’ Dat zijn allemaal heel goede vragen, maar ik zou ze graag aanvullen met een andere vraag. Worden die ‘neveneffecten’ veroorzaakt, dan wel opgelost door de vrije-marktlogica? Worden ze erdoor verscherpt, dan wel gemilderd? 
     Om het politieke landschap op te delen werk ik gemakshalve vaak met de link-rechts-as, die de zaken kan verduidelijken, maar even vaak verwarring schept. De voor mij meest verhelderende opdeling is die in de driehoek liberaal-conservatief-socialistisch, waarbij iedereen per thema zijn voorkeuren bij elkaar kan sprokkelen, zoals men vroeger bij de verkiezingen ook op kandidaten van verschillende lijsten kon stemmen, het zogenaamde ‘panacheren’ dat onze geschiedenisleraar Bruno Creus zo geduldig uitlegde – alsof het mij iets kon schelen.
     Politieke discussies zijn altijd moeilijk. Als we even uitgaan van twee gesprekspartners van ongeveer gelijke verstandelijke begaafdheid, dossierkennis en intellectuele eerlijkheid, zijn er bepaalde hindernissen die met grote regelmaat terugkeren. Tussen de liberaal en de conservatief krijg je de moeilijke discussie over zingeving, attitudes en proporties. Een liberaal vindt al snel dat de conservatief te subtiel is, dat hij denkt in cirkels en spiralen, dat hij zich niet laat vastpinnen. Het overkwam de liberaal Thomas Paine toen hij de discussie aanging met de conservatief Edmund Burke. Tussen de liberaal en de socialist – die een rationalistisch uitgangspunt delen – lijkt het grootste obstakel de veelheid van thema’s. De liberaal krijgt de indruk dat de socialist voortdurend verspringt van thema, van materiële ellende naar ongelijkheid, van ongelijkheid naar klimaat, van klimaat naar mensvisie, en van mensvisie weer naar materiële ellende.
     Eigenlijk zou ik liefst eerst iets schrijven over het bestrijden van de materiële ellende, waar het kapitalisme een behoorlijke track record kan voorleggen , maar laat ik voor een keer beginnen met het klimaat en mijn stilzwijgen over die kwestie verbreken. Ik weet niets af van CO2, maar ik ga er even van uit dat de klimaatgeleerden gelijk hebben als ze zeggen dat onze CO2-uitstoot het klimaat opwarmt,  dat die opwarming schade toebrengt of zal toebrengen aan de welvaart in de wereld, en dat de vermindering van CO2-uitstoot noodzakelijk is om die schade te beperken. 
     Is het kapitalisme verantwoordelijk voor de CO2-uitstoot? Uiteraard, natuurlijk, vanzelfssprekend**, want het is het kapitalisme dat de industriële productiekrachten, om met Marx te spreken, ‘ontketend heeft’. En de welvaartsstijging 
 door de industrialisatie en de wereldmarkt  is ook nog eens mee verantwoordelijk voor de geweldige bevolkingstoename***. Volgende vraag: biedt de vrije-marktlogica op zichzelf enige waarborg dat de CO2-uitstoot vermindert? Tja, eigenlijk niet. Het is jammer, maar het is zo.
     Wat wil het geval? In een vrije markt willen ondernemers zo goedkoop mogelijk hun waren produceren en de consumenten willen zich die waren zo goedkoop mogelijk aanschaffen. Als die productie het goedkoopst verloopt mét CO2, dan zal een vrije markt de CO2-methode verkiezen. De technologie kan dat op zich niet oplossen. Je kunt er wel op vertrouwen dat de technologie CO2-vrije productiemethodes ontwikkelt, maar niet dat die productiemethodes automatisch goedkoper zullen zijn dan die mét CO2. Misschien wel in de toekomst, maar niet nu – anders waren ze al in gebruik.
     In die redenering moet de gemeenschap – de staat – tussenkomen om de energie-omslag op te leggen. Maar daarmee is de discussie niet afgelopen. Er blijven drie programma’s mogelijk. Het programma van de demagogische of goedgelovige socialist die volhoudt dat de energie-omslag kan worden gefinancierd met het geld en de winsten van de rijken. Het programma van de technocratische socialist die  gelooft in een slim plan om bepaalde productiemethodes af te remmen en andere te bevorderen, door middel van wetten, reglementen, overheidsinitiatieven, taksen, subsidies, premies enzovoort. En het programma van de liberaal die de tussenkomst van de staat wil beperken tot het vastleggen van een kader, met name door het invoeren van een algemene CO2-taks****, waarbij de producenten en consumenten dan zelf moeten uitzoeken, met gissen en missen, wat het beste alternatief is.
     Daarmee zijn bijlange na niet alle vragen beantwoord*****. Hoe snel moet de energie-omslag gebeuren bijvoorbeeld?  Ikzelf zou dat tempo niet forceren, zeker niet in de arme landen. Bij een stijgende welvaart zouden die landen, bij een snelle omslag, een te groot percentage van hun welvaart moeten opofferen. Ze kunnen een deel van de inspanning beter naar de toekomst verplaatsen. Dan kan ze betaald worden met een kleiner deel van een groter BBP.
     Ten slotte heb je nog de discussie rond
 degrowth. De gedachte doet vooruitgangsmensen gruwen, maar hier wil ik alleen even vermelden dat zelfs die zich binnen een vrije-marktlogica kan voltrekken. Het volstaat de CO2-taks, en eventueel ook de taks op ander grondstoffengebruik, héél héél hoog in te stellen. Dan is het aan de individuele producenten en consumenten om uit te zoeken op welk onderdeel van de materiële welvaart er moet worden bespaard. Ik hoop dat ik niemand op ideeën breng.

 

* De chaotische complottheorieën van QAnon maken mensen onrustig, schijnt Klein te denken. Maar als de doofpotoperaties van oliebedrijven, de machinaties van de CIA en de seksfuiven van Jeffrey Epstein netjes aan één ordelijk en ‘banaal’ motief kunnen worden toegeschreven, te weten dat van ‘winstmaximalisatie’ , dan ‘brengt dat de geest tot bedaren.’

** De socialistische industrialisatie in het Oostblok en in China heeft verhoudingsgewijs meer CO2-uitstoot veroorzaakt, maar dat doet in de gedachtegang die ik hier volg weinig terzake. 

*** Dezelfde welvaartstoename zorgt op termijn voor een verminderde groei van de wereldbevolking, maar dat is weer een andere kwestie.

**** Een pleidooi voor de CO2-taks-oplossing wordt uitgewerkt in Johan Norberg, The Capitalist Manifesto. 

***** Vanaf hier wordt de discussie technisch. Ik zal bijvoorbeeld niet op zoek gaan naar gepeerreviewde artikelen die pleiten vóór geo-engineering, zoals Klein op zoek ging naar ‘tientallen’ dergelijke artikels die pleiten tégen geo-engineering. 

7 opmerkingen:

  1. In verband met ‘de traditionele misstanden, die geen enkele liberaal uit de weg kan gaan’ vraag ik me af hoeveel van de 7 opgesomde gevallen geklaard kunnen worden door aan het liberalisme een scheut gezond nationalisme toe te voegen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik denk dat de meeste kunnen worden opgelost binnen het kader van het liberalisme (inderdaad met een scheut conservatisme en nationalisme erbij). Ook zijn er bij die als probleem overroepen zijn, of geen 'politieke' oplossing nodig hebben aangezien ze een kwestie zijn van individuele keuzes.

      Verwijderen
  2. "En de welvaartsstijging (...) is ook nog eens mee verantwoordelijk voor de geweldige bevolkingstoename": schrijft u. De stijdende welvaart is integendeel verantwoordelijk voor een demografische transitie in de geïndustraliseerde wereld. De bevolkinsexplosie in het zuiden heeft andere oorzaken. Ik denk aan de godsdiensten die de mensen vertellen dat ze moeten gaan en vermenigvuldigen. Ook familie-/clanstructuren maken dat zeker in (recente) landbouwgemeenschappen kinderrijkdom noodzakelijk is als bron van sociale zekerheid voor de oudere generaties. Door armoede en gebrek aan scholing blijven velen onwetend over gezinsnplanning en zijn ze aangewezen op wat iman of de priester bezegelt.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De welvaartstijging leidt inderdaad op termijn tot een demografische transitie, zoals ik schrijf in mijn 3de voetnoot. De bevolkingsaangroei in het Zuiden heeft toch, geloof ik, in de eerste plaats te maken met de spectaculaire daling van de kindersterfte, terwijl de logische aanpassing naar minder kinderen nemen langzamer verloopt, vanwege de redenen die u aangeeft.

      Verwijderen
    2. Terechte opmerking over kindersterfte. Maar die geeft geen verklaring voor de bevolkingsexplosie in enkel Afrika, vind ik.

      Verwijderen
    3. Ik zou denken: overal elders heeft de bevolkingsexplosie al plaats gehad, en is die ondertussen gestopt.

      Verwijderen
    4. Misschien interessant (of juist niet: bijna iedere journalist noemt zich filosoof): https://www.demorgen.be/nieuws/het-kapitalisme-is-gestoeld-op-eeuwige-groei-en-heeft-steeds-nieuwe-werkkrachten-nodig-lees-er-moeten-kinderen-gekweekt-worden~bdf12d3d/

      Verwijderen