dinsdag 25 maart 2025

David Van Reybrouck en het fascisme


      David Van Reybrouck draagt nu de titel van ‘Denker der Nederlanden’. Ik weet niet of hij die titel verdient. In zijn boek Congo heb ik slechts anderhalve bladzijde gelezen. Iets in de toon stond mij niet aan. Maar mijn vrouw die anders weinig interesse heeft voor non-fictie boeken leest, heeft het helemaal doorgelezen. Ik heb indertijd Van Reybroucks verslag gelezen over zijn audiëntie bij de paus. Ik weet nog altijd niet of dat ernstig dan wel als een soort parodie was bedoeld*. 
     Wat Van Reybrouck ongetwijfeld wel ernstig meent is zijn definitie van het fascisme. Laatst wees ik nog op de omkering van ‘alle fascisme is slecht’ naar ‘alles wat slecht is, is fascisme’. Vandaag tref ik op FB een stukje interview met Van Reybrouck aan waarin de stelling wordt geïllustreerd. Hij verwijst eerst naar de definitie van Tom Lanoye waarin fascisme gedefinieerd wordt als ‘hysterie voor mannen’. Zelfs als het niet waar is, is het leuk gevonden. Het is ook heel typisch Lanoye, die indertijd Pim Fortuyn voor ‘relnicht’ schold.
     De eigen definitie van Van Reybrouck is heel wat minder spitsvondig: 

‘emoties nemen het over van argumenten, leugens van feiten, en afspraken en instituten worden ondergeschikt gemaakt aan het individu.’ 

     Emotionele argumenten en leugens zijn inderdaad een kwalijke zaak, maar allesbehalve typisch voor ‘fascisme’. Het zijn veeleer zaken die je bij alle politieke strekkingen terugvindt, maar het best opmerkt bij je tegenstrevers. En ‘instituten die worden ondergeschikt gemaakt aan het individu’, is dat niet eerder het tegenovergestelde van fascisme. Het fascisme maakt individuen juist ondergeschikt aan instituten. Of bedoelt Van Reybrouck dat instituten worden ondergeschikt aan één individu, de leider? Dan drukt de auteur zich wel heel slecht uit.
     Ik zal toch dringend Van Reybroucks pamflet Tegen verkiezingen eens moeten lezen. Zo lang ik dat niet gedaan heb, blijf ik de grootst mogelijke weerzin koesteren tegen zijn G1000-project en de gedachte aan burgerpanels die door loting worden aangeduid. Ik moet er niet aan denken dat een idioot als ik aan zo’n panel zou deelnemen en mee advies zou moeten geven of beslissingen zou moeten nemen nopens het staatsbelang. 
     Ik geef overigens toe dat die adviezen of beslissingen niet altijd fout zouden zijn. Mocht men in de VS in 1967 een G1000-panel gehad hebben, zou dat waarschijnlijk geadviseerd hebben om de oorlog in Vietnam onvoorwaardelijk stop te zetten. Maar dat advies kon president Johnson ook krijgen van zijn slimme adviseurs als McNamara. En ik zou die G1000-mensen in elk geval niet zelf de onderhandelingen hebben laten voeren met de hardliners van Hanoi.


 

 

* Over die tekst van Van Reybrouck heb ik twee stukjes geschreven: hier en hier.

*


 

3 opmerkingen:

  1. Pauldeleener@outlook.be25 maart 2025 om 15:10

    Interessant en zoals altijd onderbouwd. Bewonderenswaardig.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De aforismen van Torfs worden door zijn critici geduid als hondenfluitjes, een in mijn ogen bijzonder neerbuigende term die kadert in het beeld van Torfs als een geniepige aanhanger van extreem-rechts. Dit beeld wordt graag opgehangen door politiek-correcte opiniemakers, die met een onvermoeibaar talent voor moedwillig onbegrip er niet in slagen in te doorgronden dat Torfs niks meer is dan een combinatie van een vrijdenker, een conservatief en een onvolmaakte katholiek. Voor ééndimensionale denkers zijn dat enkele contradicties en dimensies te veel, vandaar dat ze Torfs niet begrijpen, niet willen begrijpen, en dan maar gemakshalve klasseren als ongepast, dus extreem-rechts.

    BeantwoordenVerwijderen