woensdag 16 april 2025

De humor van Bart De Wever


     La libre Belgique heeft een mooie reeks gepubliceerd over de voorbije regeringsonderhandelingen: Les coulisses d’Arizona. De nadruk lag op de menselijke kantjes van het verhaal en dat heb ik graag. Veel is anders verlopen dan ik mij het had voorgesteld. Mooi is het staaltje blufpoker dat gespeeld wordt op 14 augustus, wanneer Bart De Wever plechtig zijn Best And Final Offer voorstelt. Vooral Bouchez en Rousseau zijn mistevreden, om tegenovergestelde redenen. 

Rousseau en Bouchez spelen een spelletje poker. De socialist blijft onbewogen, verbergt een deel van zijn gezicht in zijn handen, ellebogen op tafel. De Wever wordt ongeduldig. Bouchez springt op en neer in zijn stoel. Hij ziet dat de Vlaamse nieuwssites bijna live publiceren wat er achter gesloten deuren van de onderhandelingen gebeurt. Hij wordt er gek van. Hij barst. Hij verwijt Rousseau ‘des comportements de gamins’ en begint op te sommen wat hij alemaal slecht vindt aan de nota … Rousseau gaat rechtop zitten en kijkt De Wever aan met een blik: ‘Niet ik maar hij heeft nee gezegd.

     Schitterend gespeeld van Rousseau: eerst wat pesten en daarna zwijgen; zwijgen kan niet verbeterd worden. En dan bederft Frank Vandenbroucke helaas de meesterzet van zijn voorzitter. Om de bereidwilligheid van de socialisten te onderstrepen, in tegenstelling tot de onwil van de MR, zegt hij nu dat de supernota ‘helemaal oké’ is voor zijn partij en dat hij bereid is om ‘die 100 procent te verdedigen’. Dat was nergens voor nodig. Ten eerste had iedereen door dat hij loog, en ten tweede zou men die woorden nog vaak tegen hem gebruiken bij latere onderhandelingen toen hij allerlei punten plots niet meer ‘100 procent wou verdedigen.’
     Ik verneem verder dat de onderhandelingen grotendeels in het Frans gebeurden, waardoor De Wever veel nieuwe woorden en uitdrukkingen oppikte die hij dan graag zelf ook gebruikte. En zoals dat gaat in zulke besprekingen duiken dan onvermijdelijk enkele Nederlandse woorden waar de Franstaligen geen goed woord voor hebben. Knelpunten was zo’n woord. ‘Il reste encore quelques knelpunten.’ Bij het advocatenkantoor waar ik vroeger werkte had men een richtlijn voor de medewerkers: 
Ne pas être wereldvreemd.
      La libre raakt ook niet uitgepraat over de convivialité en de humour waarmee De Wever de conflicten wegmasseerde. Ik stel mij voor dat niet iedereen voor die humor even gevoelig was. Staat Rousseau open voor humor? Het zou mij verwonderen. De Franstaligen daarentegen konden maar niet genoeg krijgen van die onderkoelde spot waar ze minder vertrouwd mee zijn, vooral als bijtende spot gecombineerd werd met al even bijtende zelfspot. De krant schetst de discussies over het unitaire College van procureurs-generaal. Er komt uiteindelijk een compromistekst uit de bus in schabouwelijk Westratees, waarop De Wever een volledige sketch bij elkaar improviseert. Face à lui, schrijft de krant, Bouchez et Prévot pleurent de rire.
     Zelf heb ik trouwens ook moeten lachen, weliswaar zonder tranen, toen La libre het had over Sven De Neef, de jonge snaak die altijd achter De Wever aanloopt. Hij werd een éminence grise genoemd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten