vrijdag 27 oktober 2023

'Gradaties in de hiërarchie van het kwaad'


     In discussies over Israël-Palestina lopen emoties, morele principes, feitenkennis, sympathieën en politieke overtuigingen door elkaar. Het beste zou zijn om erover te zwijgen. Het heeft iets weerzinwekkends als men spreekt of schrijft over al dat onvoorstelbare leed als je er zelf niet door getroffen wordt – als je, in de woorden van Johan Depoortere, ‘achter je veilige computerscherm zit.’ Maar zwijgen zit niet in de aard van sommige mensen. In de mijne ook niet.
     Voor ons, toeschouwers van in de verte, is er één zaak die helemaal duidelijk is. Een Palestijns kind dat omkomt bij een bombardement is even grote tragedie als een Joods kind dat omkomt bij een raid. Dat zal voor veel mensen ter plaatse niet zo zijn, want wraakzucht en identificatie met de slachtoffers van eigen volk staan een rechtvaardig oordeel in de weg. Maar onder Vlamingen 
achter een veilig computerscherm ken ik niemand die op zo’n racistische manier een onderscheid maakt tussen slachtoffers.
     Andere onderscheiden worden wel gemaakt. De Israëlische schrijver David Grossman, een gezworen vijand van Netanyahu, spreekt van ‘gradaties in de hiërachie van het kwaad’. Hij zegt dat het gezond verstand en het menselijk instinct het geweld van Hamas als een evident groter kwaad zien. Ik heb dat ‘instinct’ in een vorig stukje de ‘huiver voor de wreedheid’ genoemd, en verwezen naar Oradour, Deir Yassin en My Lai. 
     Filosofe Marlies De Munck in De Standaard van vandaag gaat daar niet mee akoord. Ze begrijpt dat we psychologisch heftiger reageren ‘bij het lijf aan lijf gehalte van de moorddaden van Hamas’ dan bij ‘de hoogtechnologische bombardementen van Israël’. Dat is zo. Ik kan het vergelijken met mijn eigen angst voor messen die groter is dan die voor pistolen, of met WO I-soldaten die banger waren van een bajonet dan van een kogel. De Munck beweert nu dat die verschillende psychologische reactie verdwijnt naarmate we meer gruwelijke beelden van Palestijnse slachtoffers te zien krijgen. ‘De pure zichtbaarheid trekt de misdaden naar hetzelfde niveau van immoraliteit.’
     Daar zit iets in. Het zou inderdaad misschien helpen als de Israëlische media veel beelden zouden verspreiden van Palestijnse slachtoffers, en als de Arabische media veel beelden zouden verspreiden van Joodse slachtoffers. Misschien zouden ze dan makkelijker kunnen aanvoelen dat het bij een menselijke tragedie niet erg moreel is om een onderscheid te maken volgens de afkomst, taal, godsdienst of nationaliteit van het slachtoffer.
     Maar dat is niet de morele discussie die plaats vindt tussen ons, toeschouwers van in de verte. Wij voelen ook zonder die beelden wel aan dat een dood kind in de eerste plaats een dood kind is, en pas in de laatste plaats een Palestijn of Jood. De discussie gaat niet over gradaties in lijden, maar gradaties in zinloze of perverse wreedheid.
      Nemen we enkele scenario’s uit de eerste wereldoorlog. (1) Een Vlaamse soldaat wordt doodgeschoten door een Duitse soldaat; (2) een Vlaamse jongeman wordt opgeëist door het Duitse leger en enkele weken later zonder uitleg dood teruggebracht; (3) een Vlaamse vrouw wordt verkracht door een Duitse soldaat en daarna doodgeschoten. Het eerste had kunnen gebeuren met een grootoom van mij; het tweede is gebeurd met een andere grootoom; het derde is gebeurd op meerdere plaatsen van het land. Ik kan mij de drie situaties even goed of even slecht voor ogen halen, maar ik zie wel een gradatie in de hiërarchie van het kwaad, van (1) naar (3).
     Nee, voor wreedheid heeft de ‘zichtbaarheid’ er niet zoveel mee te maken. Er zijn in de tweede wereldoorlog mensen omgekomen door geallieerde bombardementen – mijn vader verbleef toen in het zwaar gebombardeerde Singen-am-Hohentwiel – en er zijn mensen omgekomen in vernietingskampen. Je mag foto’s van verkoolde lijken ten gevolge van een bombardement naast foto’s van uitgemergelde lijken van een vernietigingskamp leggen, de zichtbaarheid zal het morele verschil tussen bombardementen en vernietigingskampen niet verminderen.
     De vraag in hoeverre een morele beoordeling rekening moet houden met ‘intentie’, laat ik aan specialisten over, maar zeker is: bedoelingen en motivatie spelen een rol. Waarom bombarderen de Israëli’s nu al meer dan twee weken de Gaza-strook, met zoveel burgerslachtoffers ? Ik kan verschillende redenen bedenken: (1) genocide; (2) wraak; (3) demoraliseren van de burgerbevolking zodat ze Hamas niet meer steunt; (4) treffen van militaire doelen en voorbereiden van een grondoffensief tegen militaire doelen; bij dat laatste kunnen ze (4a) geen pogingen doen om burgerslachtoffers te vermijden en (4b) wél pogingen doen om burgerslachtoffers te vermijden.
     Ook hier is een morele rangorde. Zelf denk ik dat de motivatie en werkwijze een mengsel is van (2) tot en met (4b).
  Maar ik ga in de huidige mist van desinformatie aan de twee kanten niet proberen uit te maken wat het zwaarste doorweegt. 

5 opmerkingen:

  1. 1/ Israel mag zich verdedigen tegen Hamas. Israel mag niet de Gaza uitmoorden. Dit is moeilijk. Jazeker. Dat is geen verrassing. Israel heeft vele jaren geleden gekozen om een staat uit te bouwen in Palestina. Zelfs toenmalige Joodse politici zeiden toen: vandaag de Joodse staat, morgen oorlog.
    2/ Op de keper beschouwd is dit een 'goed (slecht) ouderwets' gevecht over territorium. Niet meer en niet minder, daar is niets glorieus, goddelijks of heilig aan.
    3/ Er zal een winnaar uit komen, maar vrede zal er niet komen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Eén van de bekende politici toendertijd die zich bewust was van de komende oorlogen was David Ben-Gurion.
      Wat nu storend is, is dat elke kritische analyse van Israel's beleid door sommigen wordt gelijkgesteld met anti-semitisme. Dat is het niet. Zowel de Arabische wereld als Israel hebben zich zo opgesteld dat het conflict onvermijdbaar was. Misschien was het nooit vermijdbaar.
      Zoals geschreven, een eenvoudige strijd voor territorium, zoals dat in de natuur, bij mens en dier, al duizenden jaren gebeurt. Daar is niets verhevens aan. De aard van de natuur.

      Verwijderen
    2. Ik ben het ermee eens dat al te dikwijls het woord antisemitisme valt, daar waar antizionisme eerder gepast is. Toch verschiet ik geregeld van de antisemitische ondertoon in de sociale media, in allerlei discussies. Daarbij kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat twintig eeuwen christendom zijn sporen heeft nagelaten.

      Verwijderen
    3. Antisemitisme: ik ben het met u eens dat antisemitsime - verbazend - nog steeds zo vaak voorkomt.
      Maar de situatie in Palestina/Israel gaat in essentie niet over anti-semitisme of anti-islam. Dat laatse komt ook veel voor.
      Nu wordt dat waarschijnlijk wel zo geframed. Als een hedendaagse kruistocht, zie bijvb sommige stukken op Doorbraak, en de commentaar die daarbij wordt gegeven. Onbegrijpelijk, maar het is zo.

      Verwijderen
  2. De voortzetting van mislukte 'vreedzame' diplomatie is oorlog. Dat is een historische logica bij grote aanhoudende conflicten zoals in het Midden-Oosten. Het is jammer dat in deze situatie geen redelijke en leefbare oplossing bestaat. En dan gaat het om de knikkers (territorium, water, grondstoffen, politieke, economische en militaire macht). Het is wat naïef om te verwachten dat er in de strijd tussen haatdragende, eeuwenlang onverzoenlijke partijen ineens de menselijke moraliteit een rol kan opeisen. De raid van Hamas was van een ongekende brutaliteit. Het gekwetste ego van Israel heeft het land in een wraakmodus gebracht. Nu moet de hele Gazastrook op de blaren zitten. Dit ook om militair-tactische redenen. Hamas heeft dit uitgeroepen over zichzelf en de gehele Gaza-bevolking. Je solt niet met Israel, zonder een zware prijs te betalen. De rest is filosofie.

    BeantwoordenVerwijderen