De Franse schrijver Montaigne (1533-1592) leefde in een woelige tijd. Juist daarom wou hij zijn kasteel niet versterken met wallen en grachten. Dat zou alleen maar rovers en plunderaars aantrekken, dacht hij. Toch kreeg hij ooit een keer een bende plunderaars over de vloer. Montaigne deed zich dwazer voor dan hij was – dat doet hij in zijn boeken ook –, veinsde niet door te hebben wat die vreemdelingen van plan waren, bleef vriendelijk en ferm, en uiteindelijk verlieten de rovers zijn kasteel zonder iets mee te nemen.
Op latere leeftijd werd Montaigne kouwelijk. Hij begon een mutsje te dragen, later een baret, nog later een bonnet en tenslotte een mutsje plus een dubbelgevoerde hoed. Zelf draag ik nu bij het fietsen een Fjällräven pet. En als er koude wind staat, gaan de oorkleppen naar beneden. Als het om een warm hoofd gaat, zitten Montaigne en ik op dezelfde lijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten