Hoewel ik
nogal dweepzuchtig ben aangelegd, heb ik weinig voeling met het nationalisme.
Ik krijg geen tranen in de ogen bij het horen van enig volkslied, behalve dan bij
dat van het vroegere Oost-Duitsland (hier).
Maar toen ik voor het eerst Bart De Wever de uitdrukking hoorde gebruiken van
‘de twee democratieën’, begreep ik onmiddellijk wat hij bedoelde. Hier werd loodrecht
op de kop van de spijker geklopt.
De zaak is immers eenvoudig. Er gaat elk jaar zeven miljard euro van Vlaanderen naar Wallonië in het kader van de sociale zekerheid. Dat komt omdat Wallonië een nogal socialistisch beleid voert. Zo’n beleid heeft als gevolg dat een relatief groter deel van de bevolking van uitkeringen leeft, en het geld voor die uitkeringen wordt dan door Vlaanderen bijgepast. De Vlamingen kunnen dat trekken want bij hen wordt een een wat liberaler economisch beleid gevoerd en er wordt dus wat meer rijkdom voortgebracht.
De Vlamingen geven de indruk de hele toestand redelijk stoïcijns op te vatten. Onderzoekers hebben uitgerekend dat slechts tien procent van de Vlamingen onafhankelijk wil worden van Wallonië. Dat is niet zoveel. Maar er zijn naast die tien procent nog heel wat Vlamingen die misschien geen volledige onafhankelijkheid willen, maar die er in elk geval geen bezwaar tegen hebben dat de landsdelen méér eigen verantwoordelijkheid zouden krijgen. Men spreekt soms van een Vlaamse grondstroom. Je zag en ziet die grondstroom opduiken op de meest onverwachte plaatsten, zoals in de helaas lang vergeten burgermanifesten van Guy Verhofstadt, of bij CD&V’ers die verder over niets een mening hebben.
Die Vlaamse grondstroom wordt gevoed door verschillende bijrivieren. Er is de oude taal-en-cultuurkwestie die traditionele flaminganten wakker houdt. Maar dat is lang niet het enige. Mijn broer bijvoorbeeld had nooit iets met taal, cultuur of flamingantisme te maken gehad. Toen ging hij in Brussel werken in een groot tweetalig bedrijf. Het duurde niet lang of het contact met het Waalse chauvinisme had hem al snel enig Vlaams gevoel bijgebracht. En voor mensen als ik ten slotte, mensen zonder taal, cultuur of gevoel, is er nog altijd de centenkwestie en dat socialistische blok aan ons been. Zo hebben we allemaal onze eigen redenen om enigszins Vlaams te denken.
De zaak is immers eenvoudig. Er gaat elk jaar zeven miljard euro van Vlaanderen naar Wallonië in het kader van de sociale zekerheid. Dat komt omdat Wallonië een nogal socialistisch beleid voert. Zo’n beleid heeft als gevolg dat een relatief groter deel van de bevolking van uitkeringen leeft, en het geld voor die uitkeringen wordt dan door Vlaanderen bijgepast. De Vlamingen kunnen dat trekken want bij hen wordt een een wat liberaler economisch beleid gevoerd en er wordt dus wat meer rijkdom voortgebracht.
De Vlamingen geven de indruk de hele toestand redelijk stoïcijns op te vatten. Onderzoekers hebben uitgerekend dat slechts tien procent van de Vlamingen onafhankelijk wil worden van Wallonië. Dat is niet zoveel. Maar er zijn naast die tien procent nog heel wat Vlamingen die misschien geen volledige onafhankelijkheid willen, maar die er in elk geval geen bezwaar tegen hebben dat de landsdelen méér eigen verantwoordelijkheid zouden krijgen. Men spreekt soms van een Vlaamse grondstroom. Je zag en ziet die grondstroom opduiken op de meest onverwachte plaatsten, zoals in de helaas lang vergeten burgermanifesten van Guy Verhofstadt, of bij CD&V’ers die verder over niets een mening hebben.
Die Vlaamse grondstroom wordt gevoed door verschillende bijrivieren. Er is de oude taal-en-cultuurkwestie die traditionele flaminganten wakker houdt. Maar dat is lang niet het enige. Mijn broer bijvoorbeeld had nooit iets met taal, cultuur of flamingantisme te maken gehad. Toen ging hij in Brussel werken in een groot tweetalig bedrijf. Het duurde niet lang of het contact met het Waalse chauvinisme had hem al snel enig Vlaams gevoel bijgebracht. En voor mensen als ik ten slotte, mensen zonder taal, cultuur of gevoel, is er nog altijd de centenkwestie en dat socialistische blok aan ons been. Zo hebben we allemaal onze eigen redenen om enigszins Vlaams te denken.
Bij de Walen
is het eenvoudiger. Die zijn vrij eensgezind belgicistisch, en tegen eigen verantwoordelijkheid, en dat vanwege slechts één reden: de centen. PS-man Marc
Uyttendaele, de man van Laurette Onckelinx, zei het onlangs nog in De Standaard (hier):
‘De sociale zekerheid is dé meerwaarde van het federale België voor de
Franstaligen … Geen enkele Franstalige politicus gaat beslissingen nemen die
zijn kiezers minder comfortabel laten leven … Als de sociale zekerheid springt,
en ze kan springen, moet je niet verwachten dat er nog één Franstalige [toelaat]
dat anderen iets te zeggen hebben over zijn eigen toekomst.’* Slechts één
reden: dat is duidelijk. En als die wegvalt kan de splitsing niet snel genoeg
gaan. Beter dan die PS-man kan ik het niet uitleggen.
Vóór de
verkiezingen hoorde je ook in Vlaanderen wel eens Alexander De Croo of Kristof
Calvo iets zeggen over ‘herfederalisering’. Maar de recente erg verschillende
verkiezingsuitslag in Vlaanderen en Wallonië maakt het moeilijk om dat
verhaal vol te houden. De vorming van een Vlaamse regering gaat vlot, de
vorming van een Waalse regering eveneens, maar een Belgische regering, dat
wordt véél moeilijker. Hier wordt het verhaal van de twee democratieën met
prenten geïllustreerd voor wie traag is van begrip - of van prenten houdt (hier).
Allerlei
politicologen en journalisten worden er wanhopig van. Knack (hier)
bracht een groot stuk onder de titel ‘Confederalisten voeren de hoge tonen in
het debat: waar zijn de Belgen gebleven?’ Wel, bij Het
Nieuwsblad lopen er enkele van rond. Pieter Lesaffer schrijft in een commentaar van
10 september (hier)
dat Wallonië géén andere democratie is dan Vlaanderen omdat het regeerakkoord van Di Rupo ‘zo veel gelijkenissen met de Vlaamse startnota’ vertoont. En in de krant van
de dag erop staat een groot artikel van Farid el Mabrouk onder de kop ‘Meer
gelijkenissen dan verschillen tussen politiek Vlaanderen en Wallonië’ (hier).
Daar komt onder andere politicoloog Sinardet aan het woord die zijn
gelijkenissenverhaal al in 2014 aan de man bracht (hier).**Om het overzichtelijk te houden heeft Het Nieuwsblad een lijstje gemaakt met de gelijkenissen en de verschillen tussen de Vlaamse en Waalse programma’s. Het lijstje van de gelijkenissen is langer.*** Het Vlaamse programma wil de werkgelegenheid verhogen, wil investeren in energie, mobiliteit en klimaat, wil lucht- en waterkwaliteit verbeteren en wil dat Vlaanderen tot de meest performante regio’s behoort. En nu denk je: de Walen willen natuurlijk minder werkgelegenheid, minder investeren in mobiliteit, willen slechtere lucht en slechter water en willen tot de minst performante regio’s behoren. Maar nee, de Walen willen hetzelfde als de Vlamingen: méér werkgelegenheid enzovoort. Quod erat demonstrandum.
Nou ja, er zijn ook verschillen, geeft Het Nieuwsblad toe, maar dát lijstje is korter: Franstalig België heeft weinig aandacht voor integratie en inburgering van nieuwkomers, wil gratis bussen inleggen, en wil niet investeren in wegen, want ze hebben er genoeg. En een laatste verschil: in Wallonië heeft men ‘een andere visie op de overheid’. Een andere visie op de overheid … dat is mooi gezegd.
Eigenlijk komt het hierop neer: zoeken naar gelijkenissen en verschillen is een delicate aangelegenheid. In de kleuterklas kun je de kleintjes nog vragen om twee prenten te vergelijken en zeven verschillen te zoeken. Dat heet een ‘gesloten opdracht’. Er zijn zeven verschillen, niet meer of niet minder. Maar als ik in het middelbaar twee gedichten laat vergelijken is dat een heel andere zaak. Dat is een ‘open opdracht’. De leerlingen moeten dan zoeken naar significante verschillen en gelijkenissen, want ja, de gedichten bevatten allebei letters en die letters vormen woorden, en er is veel witte ruimte aan de linker- en de rechterkant van de tekst. Maar de meeste leerlingen voelen aan dat het daar niet om gaat.
Hannah Arendt heeft indertijd een interessant boek geschreven over de gelijkenissen tussen nazisme en communisme. ’t Is een mooi voorbeeld van hoe je door vergelijken dieper kunt nadenken. Op elke bladzijde bewijst Arendt haar finesse, eerlijkheid en onderscheidingsvermogen. Ze dringt door tot de kern van het totalitarisme. Maar je kunt natuurlijk ook gemakkelijk een lijstje maken van de vele gelijkenissen tussen het Engeland van Churchill en de het Duitsland van Hitler. ’t Zou iets voor Lesaffer zijn. Er werd in de twee landen met de auto gereden, maar vaker nog gefietst. Men ging naar de cinema. Als men buitenkwam droeg men een hoed.
* ‘Niet willen dat anderen iets te zeggen hebben over je
eigen toekomst’, is dat geen redelijke definitie van het nationalisme, waarvan
Uyttendaele beweert dat het in Wallonië niet bestaat?
** Zo heeft Sinardet wetenschappelijk
vastgesteld dat Vlamingen en Walen ongeveer hetzelfde denken over ... het rookverbod. Anderzijds blijkt uit de lijstjes van Sinardet dat er meestal 5 tot 10 procentpunten verschil is tussen wat Vlamingen en Walen over bepaalde politieke kwesties denken. Zulke verschillen in procentpunten zijn geloof ik voldoende om een heel andere mentaliteit af te bakenen, en méér dan voldoende om een heel ander beleid te sturen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten