Inhoud
- 17 bedenkingen na de televisieruzie (17 februari)
- M. van MI-5 spreekt zich uit (25 februari)
- Trump - Zelenski - Geopolitiek (3 maart)
- 26 losse notities (5 maart)
- Afscheid van de geopolitiek (6 maart)
- Elchardus en de bodybags (8 maart)
- Nieuwe bedenkingen (11 maart)
- Leon De Winter en de oorlogspornografie (24 maart)
- Vier oud-strijders over de Oekraïne-berichtgeving (30 maart)
- Nieuwe bedenkingen (30 maart)
- Oorlog en overheidsinformatie (15 april)
- Vier korte notities (16 april)
17 bedenkingen na de televisieruzie (24 februari)
1. De televisieruzie
In mijn eigen FB-bubbel waren de meningen over de televisieruzie tussen Trump en Zelensky verdeeld, en niet altijd langs voorspelbare scheidingslijnen. Als Oekraïne-sympathisant vanop veilige afstand vond ik het niet fijn om de commentaren te lezen die met enthousiasme de Russische versie van het conflict overnamen. Ook betrof het een probleem dat ik niet zomaar kon relativeren. Toen de discussies over de corona-maatregelen in volle hevigheid woedden, kon ik makkelijk mijn kalmte bewaren. Het probleem was er een van beperkte duur dacht ik, de maatregelen zouden ten hoogste één of twee jaar duren. Maar het nieuwe Russische expansionisme kan iets van de lange termijn zijn dat heel Europa op een of andere manier aanbelangt.
2. Neutraliteit
Er zijn heel wat conflicten waarin je als burger en als FB-gebruiker een neutraal standpunt kunt innemen, omdat je niet goed op de hoogte bent van alles, of omdat de situatie je te dubbelzinnig voorkomt, of omdat je het moe bent om altijd maar standpunten in te nemen. Maar in het geval van Oekraïne is algehele neutraliteit moeilijk. Er zijn niveaus van neutraliteit die met elkaar in tegenspraak zijn. Je kunt bijvoorbeeld neutraal staan tegenover Poetin en Zelensky, maar dan sta je waarschijnlijk niet neutraal in de discussie over militaire steun aan Oekraïne. Je bent dan immers tégen die steun.
3. Realpolitik en morele reflexen
In buitenlandse politiek ben ik voorstander van 80 procent Realpolitik en 20 procent moraal. ‘Wantrouw je morele reflexen,’ waarschuwt Geraard Goossens op zijn FB-pagina, en hij heeft gelijk. Maar bij de inval in Oekraïne, kan ik een morele reflex van sympathie voor het slachtoffer niet helemaal wegcijferen. Die oorlog kan nog veel méér zijn, maar het is óók een kwestie van agressor tegen slachtoffer. En het Russische aanvalsleger is niet het slachtoffer. Oekraïne is het slachtoffer. Soms is het eenvoudig.
4. ‘Alles wat eraan voorafging’
En als het eenvoudig is, kun je het ook moeilijk maken.
De anti-Zelensky mensen halen aan dat de Russische aanval op Oekraïne, op 24 februari 2022, niet los mag worden gezien van ‘alles wat eraan voorafging.’ Daarbij wordt vaak Jeffey D. Sachs aangehaald als onafhankelijk expert. In een van de aangehaalde artikels somt Sachs niet minder dan 40 – veertig – cruciale datums op, van 31 januari tot 1990 tot 13 juli 2023, die bewijzen dat het Westen bereid was om Oekraïne in de Nato op te nemen. Het gaat om gesprekken, telefoontjes, conferenties, topontmoetingen, verklaringen – alles binnen de sfeer van de diplomatie.
Het meeste van wat Sachs schrijft, kan worden gecontroleerd. Het is niet dat hij feiten verzint. Hoogstens kun je zeggen dat hij ze interpreteert en selecteert, en dat hij alles weglaat wat zijn thesis tegenspreekt. Zo verzwijgt hij dat de massaprotesten in Oekraïne in 2014 niet draaiden om lidmaatschap van de Nato, maar om de economische Associatie-overeenkomst met de EU, een idee dat ik, als ik een Oekraïner was geweest, enthousiast had omarmd. Al was het alleen om de te verwachten financiële steun.
En vooral: die 40 datums van Sachs – met de tienduizenden woorden waarnaar verwezen wordt – verzinken in het niets vergeleken bij die ene dag, nu 3 jaar geleden – met de tienduizenden soldaten, tanks, kruisraketten en bombardementen.
5. Poetin vs. Zelensky
Er zijn allerlei nadelen aan om de oorlog te personaliseren tot een conflict tussen Poetin en Zelensky. Poetin heeft het eeuwig leven niet – denk aan die foto met het dekentje –, en als wijzelf ooit op een dramatischer manier met het Russische expansionisme te maken krijgen, zal dat wellicht niet meer onder hetzelfde leiderschap gebeuren. Ook mogen we aannemen dat de buitenlandse politiek niet alleen door de persoonlijkheid van een autocraat bepaald wordt, of dat nu Poetin of Trump is.
Anderzijds is het ook niet aangewezen om het Oekraïnse volk te herleiden tot Zelensky. Het Engelse volk mocht je ook niet herleiden tot Churchill, die trouwens na de oorlog onmiddellijk werd weggestemd. En daar komt bij dat Zelensky in het Westen niet bij iedereen sympathiek overkomt. Hij moet tegelijkertijd de rol van held en bedelaar spelen. Dat is geen gemakklijke combinatie. Hij moet heroïsche toespraken houden, maar ook voortdurend om meer steun vragen – en het is nooit genoeg wat hij krijgt, want het ís inderdaad nooit genoegd. Dat maakt het voor een Westerling makkelijk om zijn standpunt rond de oorlog in te kleden als ‘tegen Zelensky’ in plaats van ‘tegen Oekraïne’. En het maakt het makkelijker voor mensen als Tucker Carlson en Donald Trump om Zelensky te beledigen als ‘rat’ en ‘dictator’.
Ik zal echter zelf de personalisering aanhouden. Op die manier moet ik mijn opponenten niet verwijten dat ze ‘Russische collaborateurs’, of ‘vijanden van Oekraïne’ zijn. Als ik hen ‘anti-Zelensky’ noem, zullen ze geloof ik die kwalificatie aanvaarden.
6. Speculeren
Als het over Oekraïne gaat, zijn we veroordeeld tot speculeren, zowel over de motieven in het geding als over de mogelijke toekomstscenario’s. Neem die motieven. Een anti-Zelensky type gelooft vaak dat Poetin gedreven werd door angst voor een Westerse aanval vanuit Oekraïne, of anders door humanitaire solidariteit met de onderdrukte etnische Russen in Oost-Oekraïne. Ik geloof noch in die humanitaire solidariteit, noch in die angst voor het in zijn eigen ogen decadente Westen. Ik geloof dat Poetin met Oekraïne zijn Groot-Russisch project wilde verwezenlijken, ongeveer zoals hij dat schetste in zijn essay van 2021 ‘Over de historische eenheid van de Russen en de Oekraïners’.*
Maar het lijkt mij geen discussie waar men zijn gelijk kan bewijzen.
7. Realpolitik
Realpolitik houdt in dat men
- situaties realistisch inschat, en niet inschat op basis van wensdenken
- aanvaardt dat militaire conflicten tussen landen en blokken altijd mogelijk zijn
- altijd de belangen van het eigen land of blok nastreeft
- zich in conflicten tussen andere landen of blokken ofwel neutraal opstelt, ofwel een keuze maakt waar men voordeel uit meent te halen
- aan militaire en economische macht een groter belang hecht dan aan mooie principes – dan wel die principes slechts bovenhaalt als ze in het eigen voordeel spelen.
Realpolitik kan onmogelijk een concrete gedragslijn voorschrijven, want elke keuze kan verantwoord worden als zijnde in het belang van eigen land of blok, weze het op lange of korte termijn.
8. Realpolitik en soft power
Realpolitik werd door Mao Zedong kernachtig samengevat toen hij zei: ‘De macht komt uit de loop van een geweer.’ Maar in de internationale arena is er méér dan alleen militaire macht. Een land kan ook zijn invloedsfeer uitbreiden door zijn cultuur te promoten, door een aantrekkelijk politiek of economisch systeem als voorbeeld in de praktijk te brengen, en door een welwillende politiek van hulp en steun.
In het verleden en was het Westen beter dan Rusland in het uitspelen van soft power. Tijdens de Koude Oorlog probeerden mensen van Oost naar West te emigreren en niet omgekeerd. Na de koude oorlog zochten de ex-communistische landen zoveel mogelijk aansluiting bij de Europese Unie en de Nato, en niet bij Rusland.
Maar er is nu een tegenbeweging aan de gang. Het multiculturalisme en de permissiviteit van het Westen zorgden voor de tegenreactie van populistisch extreemrechts. Voor die laatsten is een autoritair Rusland, met een duidelijke monoculturele strekking en waar de traditionele moslims ‘hun plaats kennen’, een aantrekkelijk alternatief. Filip De Winter van VB heeft dat eerlijk toegegeven, en er later aan toegevoegd dat hij zich in Poetin vergist had.
Door die nieuwe ideologische scheidingslijn heeft Rusland een kapitaal aan soft power verworven dat kan worden ingezet op de sociale media. Veel FB-posts die het opnemen voor Rusland, lijken mij meer geïnspireerd door anti-immigratie gevoelens dan door diepe inzichten in de geopolitieke geschiedenis.
9. Realpolitik en internationale regels
Een van de mooiste doelstellingen van Realpolitik is het behoud van de vrede. Dat is helemaal een kwestie van eigenbelang, want bij een oorlog verliest in zekere zin iedereen – ook de zogenaamde overwinnaar. Eén regel is eigenlijk al voldoende om die vrede te bewaren: geen enkel land mag een ander land aanvallen; de soevereine grenzen van elk land mogen niet worden overschreden. Als iedereen zich aan die regel houdt, is er nooit meer oorlog.
Helaas, ook als je jezelf aan die regel houdt, mag je er nooit op rekenen dat anderen dat ook gaan doen. Er zijn altijd redenen om soevereine grenzen te schenden: een dictator afzetten die zijn volk onderdrukt, een burgeroorlog beëindigen, een mooie kans benutten op een preemptive strike, een oude imperiale droom verwezenlijken.
10. Geruststellende zekerheid en angst
Er kunnen twee motieven zijn om Poetin zijn zin te geven als het over Oekraïne gaat. Het eerste is dat je er gerust in bent dat Poetin ons wel zal gerust laten. ‘Wij moeten niet bang zijn van de Russen.’ Het andere motief is hieraan tegenovergesteld. ‘Als we Poetin zijn zin niet geven zal hij boos worden, op ons, en zal hij misschien kernwapens gebruiken. We moeten dus wel bang zijn van de Russen.’ Ik vraag mij af of er onder de anti-Zelenskisten mensen zijn die de twee motieven combineren: de zekerheid dat Poetin niets tegen ons zal ondernemen en de angst dat hij het wel zou kunnen doen.
11. Poetins mogelijke ambities
Aangezien we niet onder de hersenpan van Poetin kunnen kijken, kan ik alleen speculeren over zijn verdere plannen. Maar niet elke speculatie is even plausibel. Van welke territoria kunnen we aannemen dat Poetin ze in de Russische invloedssfeer wil brengen, als onderdeel van Rusland, of als autoritaire vazalstaat naar het voorbeeld van Wit-Rusland? We kunnen een onderscheid maken tussen volgende gebieden
- Het veroverde deel van Oekraïne
- Het nog niet veroverde deel van de Donbass
- West-Oekraïne
- Georgië, Moldavië, Kazachstan, Armenië, Azerbeidzjan …
- Letland, Estland, Litouwen
- Polen
- Andere Slavische broedervolkeren
- Andere ex-Oostbloklanden
- West-Europa.
De waarschijnlijkheid van de ambities vermindert, naarmate we de lijst afdalen**. Het onmiddellijke lot van de Donbass zal onderwerp zijn van de komende onderhandelingen. Als de Verenigde Staten of de Europese Gemeenschap geen garanties bieden voor de veiligheid van West-Oekraïne, zal Poetin daar ook een destabilisering op gang brengen die kan eindigen in een tweede, beter voorbereide aanval op de rest van het land.
Na (5) neemt de waarschijnlijkheid van de ambitie af, en het risico voor Poetin toe. De Baltische staten zijn immers lid van de Nato. Met een rechtstreekse aanval riskeert hij dus een open oorlog met Europa en de VS. Maar als hij eerst begint met subversie en destabilisering, en ziet dat er weinig Nato-solidariteit op gang komt, – wie wil er nu zijn zoon sturen om te sterven aan het front in Letland? – dan kan Poetin het wel wagen.
Bij Polen wordt het weer moeilijker want ook zonder Nato-steun heeft dat land een sterk leger. Maar als de Polen er alleen voor staan, waarom niet? Dan heeft Poetin eindelijk een ‘veilige grens’ te pakken. En Tsjechië en Slovakije kunnen er nog wel bij.
Zal hij daarna op zijn lauweren rusten? Misschien wel. Wat zou hij immers met West-Europa beginnen? Hij is tenslotte geen communist die wereldwijd een heilsleer wil verspreiden, maar een Groot-Rus en een Panslavist, en het is niet eens zeker of hij in dié ideologieën wel gelóóft. Misschien laat hij West-Europa, en Engeland en Frankrijk met hun kernwapens, wel gerust. En misschien ook niet.
12. Een sterke Europese defensie.
Het doel van een sterke Europese defensie is niét om Rusland militair te verslaan. Het is om Rusland militair te kúnnen verslaan en dat met zo’n duidelijk overwicht dat de tegenpartij de lust tot vechten verliest. Het doel is niét om onze zonen en kleinzonen naar Oekraïne, of Letland of Polen of het vroegere IJzeren Gordijn te sturen om te gaan vechten. Het doel is om er voor te zorgen dat onze kinderen of kleinkinderen niét moeten gaan vechten in Oekraïne, of Letland, of Polen, of aan het vroegere IJzeren Gordijn.
Of dat doel haalbaar is, weet ik niet. De Europese economie kan een veel grotere militaire macht opbouwen dan de Russische – groot genoeg om Poetin van militaire avonturen te doen afzien. Maar dan moet een deel van onze welvaartsuitgaven naar defensie worden overgeheveld.
13. Een sterke Europese defensie (2)
Sommigen geloven dat een sterk Europese leger het oorlogsgevaar doet toenemen. De ene gelooft dat Europa dat leger zou gebruiken om Rusland aan te vallen. Een andere gelooft dat een sterk Europees leger als gevolg zou hebben dat Poetin boos wordt en ons aanvalt. Nog een andere vreest dat Europa met een sterk leger meer geneigd zou zijn om bondgenoten – Letland, Polen – te gaan helpen als ze aangevallen worden.
Dat laatste is natuurlijk waar. Maar dan zou het meest logische alternatief zijn om het eigen leger zo zwak mogelijk te houden dat het zeker niemand kan helpen. Misschien is zelfs beter om het helemaal af te schaffen. Iemand?
14. Een sterke Europese defensie (3)
Bij een vergelijking van de militaire kracht van Europa en Rusland, is het niet de huidige stand van zaken die doorslaggevend is. Het gaat om de inspanningen die men in de toekomst bereid is te doen. Duitsland was een nog goeddeels ontwapend land in 1933 toen Hitler aan de macht kwam. Zes jaar waren genoeg om de situatie helemaal om te gooien.
15. Trump.
Trump heeft verleden week een X.com-bericht gepost waarin hij Zelensky een dictator noemde. Dat is wansmakelijk, maar Trump zegt zoveel. We weten nu nog altijd niet waar hij werkelijk op aanstuurt. Toen hij voor de verkiezingen zei dat hij het Oekraïense probleem in één dag zou oplossen, voorspelde dat niet veel goeds, want de gemakkelijkste manier om het. probleem op te lossen was om Poetin zijn zin te geven en de Oekraïeners, door stopzetting van de steun, te verplichten om toe te geven. Zij recente diplomatieke openingszet – dat Oekraïne gebiedsafstand moest aanvaarden én alle hoop op Nato-lidmaatschap moest opgeven – was ook verontrustend. Ik had gehoopt op een deal van gebiedsafstand in ruil voor Nato-lidmaatschap. En nu heeft hij ook nog enkele crapuleuze uitspraken gedaan over Zelensky en wil hij met Poetin onderhandelen zonder Oekraïne erbij te betrekken.
Voor Amerika zijn er aan een Oekraïense deal belangrijke geopolitieke consequenties. Toegeven aan Poetin kan een methode zijn om hem los te weken van China (en Iran), maar kan anderzijds kan China erdoor aangemoedigd worden om zelf tegen Taiwan in actie te komen. Dat moet tegen elkaar afgewogen worden. Maar ik ben er niet zeker van of Trump wel aan geopolitiek denkt. Het is makkelijker om onder de hersenpan van Poetin te kijken dan onder die van Trump***. Voorlopig moeten we het beste hopen.
16. Democratie
Fukuyama ziet in de oorlog in Oekraïne een strijd tussen democratie en autocratie. Dat Trump gemene zaak met Poetin maakt, is volgens hem een kwalijke zaak. Uiteindelijk blijven er in de werel dan maar drie autocratische blokken meer over: het Rusland van Poetin, het China van Xi en het Amerika van Trump.
Dit verdient nuancering. Geraard Goossens schreef op FB: ‘De troepen van Poetin vielen Oekraïne niet binnen omdat ze de democratie wilden bestrijden ... Het is een oorlog die wordt gevoerd in de geest van het imperium tegen het idee van de natiestaat.’
Inderdaad. Het doel van Poetin is niet in de eerste plaats om de democratie in Oekraïne af te schaffen, en het doel van de Oekraïners is niet in de eerste plaats om de democratie te verdedigen. Ze verdedigen gewoon hun land en hun kansen op welvaart. Maar Poetin kan een vijandige bevolking in Oekraïne niet onder controle krijgen zónder de democratie af te schaffen. Terwijl een Oekraïne dat zich in het Westen wil integreren er alle belang bij heeft om de democratische processen wél te respecteren.
17. Machtsblokken
De laatste decennia leek het of de tijd van de machtsblokken voorbij was. Maar nu zijn ze terug: Amerika, Rusland, China. Als de Europeanen dat willen, kan Europa ook zo’n blok worden. De kans is klein dat de Europeanen dat willen. Europeanen hebben te weinig zelfvertrouwen. De ene Europeaan zet een hoge borst op, de tweede steekt als zwaktebod een moraliserend vingertje op, en een derde lacht als een volleerde cynicus de twee anderen uit.
* Over het essay van Poetin, zie hier
** Misschien moeten de Baltische staten wat hoger op het lijstje worden gerangschikt.
*** Ik ben de enige niet die voor wie Trumps Oekraïne-politiek een raadsel is. In deze video geeft Mearsheimer – erg geliefd onder de anti-Zelenkisten – toe dat hij geen flauw idee heeft wat Trump met Oekraïne van plan is, maar dat het zeker niet op geostrategische Realpolitik lijkt.
M van MI-5 spreekt zich uit (25 februari)
Bij de anti-Zelenkisten op FB zijn er die hun Zaak heel onhandig bepleiten: slecht verteerde geschiedenisles, gebrekkige logica, geen enkel gevoel voor proporties. De slimste zet die men in dat kamp deed was filmpjes posten van experts zoals de welbespraakte Jeffrey D. Sachs en de schrandere John Mearsheimer.
Maar Sachs wil te veel overtuigen, waardoor hij mij juist minder overtuigt. Ook vind ik dat het meeste van wat hij zegt mosterd na de maaltijd is. Misschien heeft hij gelijk dat het Westen vóór 2014 niet duidelijk genoeg de Nato-poort gesloten hield voor Oekraïne. Maar dat is allemaal veranderd de dag van de inval. Had men mij vóór de annexatie van de Krim en vóór de opmars naar Kiëv gevraagd of ik voor Nato-lidmaatschap van Oekraïne was, dan zou ik wellicht ‘nee’ gezegd hebben. Maar ná de inval, kon ik onmogelijk nog twijfelen aan het nut voor Oekraïne om tot een bondgenootschap toe te treden dat bescherming kan bieden.
Voor John Mearsheimer als theoreticus heb ik het grootste respect. Uit zijn boeken heb ik veel geleerd. Maar hij beoordeelt geloof ik politici te veel naar de maatstaf van zijn theorie. Poetin gedraagt zich perfect zoals het ‘offensieve realisme’ voorschrijft. Dat lijkt Mearsheimer fijn te vinden. Maar Biden volgde het drogbeeld van het humanitaire interventionisme, dus weg ermee, en Trump is nog erger. Die lijkt zich van geostrategische belangen niet eens bewust te zijn.
Nu heb ik als vrijblijvende Zelenkist zelf ook een filmpje gevonden dat ik de moeite van het posten waard vind. Het is een BBC-interview van 19 februari meet Sir Alex Younger, die tussen 2014 en 2020 hoofd was van MI-6, een betrekking waarvan ik dacht dat ze alleen werd waargenomen door mensen die M heetten. Ik geef hieronder grote delen van het interview mee. Het volledig interview kan men hier zien.
Sir Alex: Ik denk dat we ons in een nieuw tijdperk bevinden waarin internationale betrekkingen over het algemeen niet zullen worden bepaald door regels en multilaterale instellingen. Ze zullen worden bepaald door sterke mannen en deals. Ik denk aan het Verdrag van Jalta begin 1945, waar drie sterke mannen namens de grote landen, de sterke landen, beslisten over het lot van de kleine landen. Ik denk dat dat de mentaliteit van Donald Trump is, het is zeker de mentaliteit van Poetin, en het is de mentaliteit van Xi Jinping. Het is niet de mentaliteit van Europa. Dat is de wereld waar we om een hele reeks redenen in terecht gekomen zijn en ik denk niet dat we snel teruggaan naar de wereld die we vroeger hebben gekend.
Waarom zegt u dat?
Omdat de wereld die we vroeger hebben gekend, gebaseerd was op het unipolaire moment waarop Amerika zowel de middelen als de wil had om zich over de hele wereld te laten gelden. Het creëerde wat we globalisering noemen, de internationale veiligheidsstructuur. Amerika is nu een relatief kleinere speler geworden en ook de wil om spelregels op te leggen is afgenomen. Amerika is nog steeds een wonderbaarlijk land. Wie Amerika onderschat doet dat op eigen risico. Maar het vermogen om regels aan de hele wereld op te leggen, dat is weg. Wat we nu zien, zijn deals. Wat we nu zien is een gesprek over invloedssferen. En ik denk dat wij, Europeanen, de enige mensen zijn die nog niet wakker geworden zijn in deze realiteit. En ja, en er is een toegangskaartje nodig om aan dat gesprek te mogen deelnemen, en helaas zijn onze soft power en onze waarden niet genoeg om zo’n kaartje te krijgen. Harde macht, dat is wat nu nodig is, en die verwerven is de fundamentele uitdaging voor Europa. Hoe ontwikkelen we die macht om een plaats in dit gesprek te bemachtigen?
Donald Trump heeft vandaag president Zelensky aangevallen … De aanval van Donald Trump op president Zelensky kwam er nadat de leider van Oekraïne de Amerikaanse president ervan beschuldigd had in een desinformatieruimte te leven en hij verwees specifiek naar de bewering van Trump dat de goedkeuringsclassificatie van Zelensky onder Oekraïners slechts 4 procent is.
Ik denk dat het jammer is dat dat gebeurd is. Dit incident zal Poetin aanmoedigen. Ik weet niet of Donald Trump echt het Russische verhaal (van die 4 procent) gelooft, maar ik denk dat de Rússen geloven dat hij het gelooft. Zoiets kan Trumps onderhandelingspositie aanzienlijk verzwakken. Ik heb dit zien gebeuren in Afghanistan, waar Trump de grootste toegeving deed voordat de onderhandelingen zelfs maar begonnen waren. Het is eerlijk gezegd een vreemde kijk op de ‘art of the deal’.
Kijk, Zelensky en Trump, zijn heel verschillende politici. Zelensky had volgens mij geen andere keuze dan te reageren toen hij werd beschuldigd van een gebrek aan democratische legitimiteit en Donald Trump heeft notoir lange tenen, en daardoor zijn ze in deze ruzie terechtgekomen. Ik denk niet dat we er te veel achter moeten zoeken. Deze onderhandelingen bevinden zich in een zeer vroeg stadium. Ze zullen zeer gecompliceerd zijn. Precies zoals ik had verwacht, heeft Rusland meteen het maximale eisenpakket op tafel gelegd. Misschien zijn ze daarbij zelfs te ver gegaan. Het zal heel, heel moeilijk zijn voor Trump om die situatie te doorbreken zonder dat het voor hem een abjecte vernedering wordt.
Wat bedoelt u met ‘te ver gegaan’?
Het probleem is dat Trump en Poetin het over verschillende dingen hebben. Trump denkt dat alles gaat over territorium gaat. Voorde vastgoedman die hij is gaat het om grondgebied. Hij wil Rusland grondgebied geven in ruil voor vrede. Maar in het hoofd van Poetin gaat het niet om grondgebied, het gaat om soevereiniteit. Poetin was super duidelijk toen hij deze oorlog begon. Hij zei dat het bestaan van Oekraïne als een soeverein en vrij land niet acceptabel was voor Rusland. Hij zal niet stoppen voordat Oekraïne geen land meer is. En dat is een heel ander gesprek. En trouwens, er is meer. Er wordt gesproken over de Navo
die haar aanwezigheid in Oost-Europa zou moeten beperken, en terugkeren tot de
vorige grenzen van 1997. Dat gaat wel heel ver. Ik denk niet dat het dingen zijn waar Donald Trump duidelijk over heeft nagedacht. Maar hij zit er meteen middenin. Rusland verklaarde vandaag dat ze ook na een bestand geen westerse troepen in Oekraïne zouden accepteren. Natuurlijk zeiden ze dat. Ze zijn vastbesloten dat Oekraïne in eerste instantie een onverdedigbare lap grond wordt. Maar wij zien veiligheidsgaranties als het belangrijkste onderdeel van het eindspel. Dat is het fundamenteel onoverbrugbareprobleem.
Hoe bezorgd moeten mensen zijn die vanavond kijken?
Nou, ik denk dat het als Europeaan een enorme wake-up call is. Al die rook en dat stof en dat complexe gegoochel, ik weet niet hoe het gaat eindigen. Ik weet één ding zeker, en dat is dat Europa daar uiteindelijk met meer zal ogezadeld zitten dan toen alles begon. Nu, ik wil niet overdrijven. Het Russische leger heeft slecht gepresteerd. Het zal morgen Warschau niet binnenmarcheren, maar we mogen ook niet verdoezelen dat een Russische succes in Oekraïne een enorme aanmoediging zal zijn en dat Rusland na verloop van tijd zijn capaciteiten zal heropbouwen. De reden dat we ons niet hopeloos moeten zijn, is dat we 10 keer rijker zijn als Europese Navo dan Rusland. We hebben absoluut het vermogen om de nodige militaire macht op te bouwen. Maar als we dat niet doen, dan, ja, dan komen we bij the stuff nightmares are made of. nachtmerries.
Wat vindt U dat de Britse premier tegen Donald Trump zou moeten zeggen?
Twee dingen. Allereerst moeten we ons organiseren om effect te sorteren en laten zien dat we bereid zijn een rol te spelen. De controle over onze eigen omgeving in handen nemen. Erkennen dat we onze macht moeten opbouwen en dat dat moet snel gebeuren. Donald Trump heeft niet over alkes ongelijk. We waren aan het meeliften. Europa was aan het meeliften en dat moet veranderen. En het andere is wat ik zojuist heb gezegd. Ik denk dat je Donald Trump moet uitleggen waarom het weggeven van Oekraïne als land, het weggeven van zijn soevereiniteit, een desastreuze vergissing zou zijn. Trump heeft ooit gezegd dat Poetin hier niet mag uitkomen als winnaar. Hij lijkt dat concept ooit begrepen te hebben, hoewel zijn toon ondertussen veranderd is. Hij was behoorlijk flauw in Afghanistan, ook al kon hij de fout achteraf aan Joe Biden toeschrijven. Hij gaf de troeven weg voor het spel begonnen was en dat leidde tot het fiasco. Zo'n fiasco kan hij zich niet meer veroorloven. En denk dan aan het voorbeeld dat dit zou zijn voor Xi Jinping, die naar Taiwan loert. Zo’n fiasco zou in de hersens van Xi Jinping geprint staan. Dat zijn de dingen die ik de premier zou adviseren om met Trump over te praten. Al weet ik zeker dat hij zelf veel ideeën heeft.
Heeft u er vertrouwen in dat een eerlijke en duurzame – om de woorden van Marco Rubio gisteren te citeren – regeling het resultaat zal zijn?
Nee.
Nee?
Nee. Ik denk dat het een open vraag is. Dus ik denk dat het kan, en eigenlijk heeft Trump heel behoorlijke kaarten. De Russische economie is schromelijk uit vorm en kan niet langer dan nog een jaar op deze manier worden gerund. En Poetin heeft grote verliezen geleden: achthonderdduizend doden en gewonden. Zoiets moet zelfs voor een autocraat gevolgen hebben. En het allerbelangrijkste is dat ik denk dat dit een belangrijk psychologisch moment is voor Poetin. Hij wacht al jaren op Trump als president. En als Trump uiteindelijk niet de buitenkans blijkt te zijn die de Russen verwachten, hebben ze geen plan B. Er is hier dus nog goede kaarten op tafel. En ik denk dat het stevig in het geest van Donald Trump kan worden verankerd dat vrij rest-Oekraïne het doel van de onderhandeling moet zijn. Dat kan hij krijgen. Als dat gebeurt, komt het goed. Ik bedoel, het is een wake-up call, we moeten ons organiseren om effect te sorteren. Het is een enorme tragedie voor mensen die achter de bevroren frontlinie zullen achterblijven, maar daar moeten we mee leven. Maar als het erom gaat om koste wat het kost een deal te bekomen, gelijk dewelke, dan denk ik dat dat een groot probleem is.
Trump, Zelensky en de Derde Wereldoorlog (3 maart)
De televisieruzie* tussen Trump, Vance en Zelensky heeft op mij een grote indruk gemaakt. De zaak houdt mij al dagen bezig. Emotioneel overheerst de droefheid. Trumps zo vaak aangekondigde oplossing-in-een-dag bleek er in te bestaan om al Poetins eisen te aanvaarden en Oekraïne onder druk te zetten om hetzelfde te doen. Ik had altijd gevreesd dat dát Trumps agenda was; ik had altijd gehoopt dat hij een andere had.
Daarnaast heb ik mij zoals velen geërgerd aan de brutaliteit van Trump, maar daar zijn we aan gewend. Na een lange tirade van Trump, vraagt Zelensky: ‘Can I answer?’ En Trump snauwt: ‘No, no. You’ve done a lot of talking.’ Ik veronderstel dat we allemaal wel eens met dat soort bullebak-in-een-machtspositie te maken hebben gehad.
Ook voelde ik medelijden met Zelensky. Zodra Trump, hierbij geholpen door Vance, beslist had om van de persconferentie een soort verkiezingsdebat te maken, was het duidelijk dat de Oekraïense president niet kón winnen. Het was een duel met ongelijke wapens. Trump is een TV-entertainer, hij speelde op eigen terrein, hij mocht zeggen wat hij wou, en hij had een geduchte wingman in de persoon van Vance. Zelensky daarentegen spreekt slecht Engels, hij bevond zich op vreemde bodem, hij moest op zijn woorden letten, en hij stond er alleen voor.
Maar dát was niet zijn grootste handicap. Zijn grootste handicap was zijn directe en emotionele betrokkenheid bij het gespreksonderwerp. Voor Trump en Vance daarentegen is het allemaal ver-van-mijn-bed. Vance had tijdens de verkiezingscampagne verklaard. ‘I don’t really care what happens to Ukraine one way or the other.’** Ik ken dat verschil tussen directe betrokkenheid en ver-van-mijn-bed heel goed. Toen ik nog leraar was, kon ik op vergaderingen met de directie redelijk goed en vriendelijk ruzie maken over algemene kwesties. Maar als er op de vakgroep Nederlands beslissingen werden genomen die een bedreiging inhielden voor mijn eigen manier van lesgeven, verkrampte ik. Ik kon dan alleen nog kiezen tussen somber stilzwijgen en boze verwijten.
Zo’n debat als dat van Trump en Zelensky kan ik niet aankijken zonder mijn aandacht eenzijdig te richten op de fouten van mijn kampioen – in dit geval Zelensky. Hij had niet mogen meegaan in de diplomatie-voor-de-camera’s, hij had Trump slechts twee keer mogen tegenspreken en geen tien keer, hij had de discipline moeten hebben om zich op voorhand enkele uren in Trumps mindset te verplaatsen, hij had op voorhand een aantal diplomatieke formules moeten instuderen, hij had moeten oefenen met een debat coach of een sparring sparring, hij had geen radicale uitspraken mogen doen over het verwerpen van een territoriaal compromis, hij had niet op het onbestaande sentiment van Trump mogen inwerken door hem gruwelfoto’s te laten zien, hij had niets positiefs mogen suggereren over Biden en Europa, hij had Vance niet mogen vragen of hij al in Oekraïne geweest was, enzovoort. Ik was voortdurend tegen het scherm aan het roepen: ‘Zelensky, wat doe je nu? Bijt op je tong, gast!’ Een beetje zoals ik vanop de zijlijn van het voetbalveld riep: ‘Jan, wat doe je nu?’
*
Maar met al die emoties kom ik nergens. Laat ik de zaak daarom eens nuchter bekijken. De mislukking van de bijeenkomst werd niet veroorzaakt door de brutaliteit van Trump en de onhandigheid van Zelensky. En zelfs niet door de frustraties van de beide partijen. Zelenski was gefrustreerd toen hij hoorde hoe Trump ongeveer alles leek te geloven wat Poetin hem vertelde. Trump was gefrustreerd dat Zelenski hem onvoldoende loofde als de Grote Dealmaker. De mislukking werd niet alleen veroorzaakt door karaktereigenschappen en frustraties, maar door een niet te overbruggen kloof in doelstellingen. Zelensky en Trump wilden allebei een grondstoffendeal, maar Zelenski wou er een mét garanties tegen Russische agressie, en Trump wou er één zonder. Trump had de deal niet écht nodig; voor Zelenski waren de garanties van levensbelang.
De verschillende kijk van Trump en Zelenski op de grondstoffendeal hangt samen met hun verschillende kijk op de oorlog. Oppervlakkig gezien ziet dat verschil er zo uit. Trump concentreert zich op de toekomst, op een pragmatische aanpak en op een onmiddellijk oplossing. Zelenski concentreert zich op het verleden, op een rechtvaardige regeling en op een duurzame vrede.
Maar dat is slechts de oppervlakte. Mocht het niets meer dan dat zijn, dan koos ik gezien mijn sympathie voor Realpolitik misschien partij voor Trump. Maar het is veel meer dan dat, zeker als we het als Europeanen bekijken. Het gaat om … het voorkomen van Wereldoorlog III. Ik citeer enkele cruciale, lichtjes aangepaste fragmenten uit het debat:
Trump: (tegen Zelenski):
- ‘You’re gambling with World War Three.’
- (tegen CNN-journalist, over de mogelijke Russische agressie in de toekomst): I don’t thing that’s going to happen. If [I thought] that were going to happen, I wouldn’t make a deal.
- (tegen een andere journalist, over de mogelijkheid dat Poetin een vredesbestand zou breken): ‘They broke it with Biden, because Biden, they didn’t respect him. They didn’t respect Biden. They respect me.
Zelenski:
- ‘We really defend Europe today … If we don’t stand firm, Russia will go further to Baltics and to Poland, by the way, but first to the Baltics. It’s understandable for them, because they’ve been republics of the USSR, and Putin wants to bring them back to his empire … and when goes there, you will have to fight, you American soldiers, it doesn’t matter if you have an ocean or not, your soldiers will have to fight.***
We zien hier twee tegenovergestelde meningen over een mogelijke Derde Wereldoorlog. Trump ziet een onmiddellijk gevaar. Als hij niet zelf de kans krijgt om een Oekraïne-compromis te bewerkstelligen, zal Poetin bereid zijn een Derde Wereldoorlog te riskeren, liever dan zich uit Oekraïne terug te trekken. Maar dezelfde Poetin zal zich braaf aan een afgesloten compromis houden uit respect voor Trump. Dat is driemaal fout. Het is tegenstrijdig om te geloven dat Poetin een Wereldoorlog zou riskeren om de Donbass te krijgen, maar niet om heel Oekraïne in te palmen. Het getuigt van zelfoverschatting als Trump denkt dat hij door Poetin ‘gerespecteerd’ wordt. En het staat haaks op de militaire realiteit dat Rusland op dit moment in staat zou zijn om een Derde Wereldoorlog zelfs maar te beginnen.
Zelenski van zijn kant ziet het gevaar voor een wereldoorlog op langere termijn. Poetin heeft een stappenplan. Eerst zijn positie consolideren in Oost-Oekraïne, zonder veiligheidsgaranties voor West-Oekraïne. Dan gebruik maken van een rustpauze om zijn militaire macht verder uit te bouwen. Dan de verovering van West-Oekraïne. Dan de verovering van het vroegere Sovjet-imperium.
Mogen we hopen dat de Russische ambities daar eindigen? In zekere zin wil. Poetin wil zijn troepen niet laten paraderen op de Grote Markt van Brussel of langs de grachten van Amsterdam. Hij wil West-Europa niet ‘bezetten’. Maar Napoleon wilde Rusland en Engeland ook niet ‘bezetten’. Zoals Hitler eigenlijk ook niet zo geïnteresseerd was in het ‘bezetten’ van België, Nederland en de rest van West-Europa. Hij had eigenlijk liever Engeland te vriend gehouden om zich helemaal te wijden aan zijn ‘Drang nach Osten’. De hele Blitzkrieg was in de eerste plaats een voorzorgsmaatregel om niet in de rug aangevallen te worden tegen zijn Russische veldtocht.
Het is een vergelijkbare Russische ‘voorzorgsmaatregel’ die Europa in een Wereldoorlog kan betrekken. Veel oorlogen ontstaan als reactie op een ‘perceived threat’. Als Poetin of zijn opvolger plannen maken om het Russische rijk of het Sovjet-imperium te herstellen, dan méet hij er wel rekening mee houden dat Europa zou kúnnen tussenkomen om de aangevallen landen te steunen, of dat gevaar nu reëel is of niet. Dan is de verleiding groot om die mogelijke bron van steun op voorhand uit te schakelen. Dat zou in zo’n geval niet met ‘boots on the ground’ zijn, maar met drones, cyberaanvallen en strategische bombardementen. Die verleiding is des te groter, als de militaire macht van Europa op dat moment zo zwak is dat er geen krachtige reactie moet worden verwacht****.
Ondertussen heeft Trump ook een deel van het gelijk. Er moet inderdaad zo snel mogelijk een vredesbestand komen in Oekraïne alleen al om het dagelijkse bloedvergieten te stoppen. Hij heeft gelijk dat er een compromis moet komen waarbij Oekraïne een deel van haar territorium opgeeft – ook Zelensky zal wel begrijpen dat het niet anders kan – al mag hij dat voor de camera’s niet toegeven. En Trump heeft misschien zelfs gelijk dat zo’n compromis best afgerond wordt zonder formele betrokkenheid van de Oekraïense leiders. Dan moeten ze hun akkoord niet geven aan het vernederende territoriumverlies.
Maar één ding is nóg belangrijker: dat West-Oekraïne garanties krijgt tegen een nieuwe aanval binnen een paar jaar. Waar die garanties uit bestaan, dat moeten de diplomaten uitmaken, maar het minimum is dat een Europese vredesmacht ter plekke het bestand handhaaft. Ik kan ongeveer raden welke bezwaren Poetin tegen zo’n vredesmacht heeft. Maar er staat te veel op het spel. Geheel Oekraïne inlijven is in de panslavische ideologie van Poetin de eerste logische stap in zijn expansionistisch avontuur – het is bij dié stap dat hij moet worden gestopt*****.
Trump noemde Zelensky iemand die ‘speelt’ met Wereldoorlog III. In werkelijkheid is het Poetin die speelt en hij is een een veel betere speler dan Trump. Zo’n speler mag niet te véél winnen. Er is niets dat hem meer aanvuurt dan een ‘winning streak’ – eerst Oost-Oekraïne, dan West-Oekraïne, enzovoort.
Ik wil, uit voorzichtigheid, geen ‘vernederde’ Poetin. Maar ik wil zeker geen Poetin in een ‘winning mood’.
* Het volledige gesprek kan hier worden bekeken. Een volledige – zij het niet altijd nauwkeurige – transcriptie staat hier.
** Ik vind het waarschijnlijk dat Europa in een oorlog betrokken wordt als niet tijdig een versterkte defensie wordt uitgebouwd. Of de VS daarbij betrokken worden, hangt van veel factoren af, zoals de ontwikkeling van de Amerikaans-Chinese rivaliteit.
*** Bron: ‘JD Vance gets his long-awaited moment to admonish Ukraine’s Zelenskyy’. AP News. February 28, 2025. Retrieved March 1, 2025.‘JD Vance gets his long-awaited moment to admonish Ukraine’s Zelenskyy’. AP News. February 28, 2025. Retrieved March 1, 2025.
.**** Minister Van Peteghem vat het krachtig samen: ‘Liever nu de Navo-doelen halen dan straks oorlog met Poetin.’
***** Of de verovering van West-Oekraïne ook chronologische de eerste stap is, weet ik natuurlijk niet. Een eerste hoofdstuk met militaire provocaties in de Baltische staten ligt misschien meer voor de hand.
26 losse notities over Oekraïne, Rusland, Europa en de VS (5 maart)
Op het VTM-nieuws werd herhaaldelijk gezegd dat Zelensky nu ‘door het stof ging’ voor Trump. Ik vind dat geen mooie uitdrukking. Maar verder heeft Zelensky gelijk. Ego opzij zetten. Aanvaarden wat je niet kunt veranderen. Trump een bestand laten afspreken met Poetin. En zelf: West-Oekraïne heropbouwen, aansluiten bij de EU, corruptie bestrijden, leger versterken met Europese hulp, bevriende vredesmacht uitnodigen om bestand te bewaken.
Hieronder heb ik nog wat notities verzameld over het buitenlandse beleid van Trump. Ik probeer mijzelf niet te vaak te herhalen, me te houden aan wat plausibel lijkt, en geen gespecialiseerde kennis voor te wenden die ik niet heb.
1. Het schoolrapport van Trump
Een gezonde buitenlandse politiek bestaat uit 20 procent moreel fatsoen en 80 procent slim nationaal egoïsme. Iedereen heeft tijdens de televisieruzie met Zelensky gezien dat Trump catastrofaal gezakt is voor zijn eerste examen. Ik denk dat hij voor het tweede examen niet veel beter scoort.
2. Zonder elevisiecamera’s
Zou de bespreking tussen Trump en Zelensky anders verlopen zijn als er geen televisiecamera’s bij waren? Ik betwijfel het. Misschien had Zelensky zich onder vier ogen realistischer opgestelde over een territoriaal compromis, maar Trump zie ik achter vier deuren in dezelfde rol van bullebak spelen.
3. Vooropgezette mening
Hoe je de ruzie tussen Trump-Vance en Zelenski bekijkt, hangt grotendeels af van hoe je op voorhand dacht over de oorlog en de ruziënde protagonisten. Je had al een vooropgezette mening, en die werd nu bevestigd. Zelenkisten zagen twee bullebakken, Trump en Vance, die een spelletje bad cop/bad cop speelden, anti-Zelenkisten zagen een ondankbare hond die zijn gastheer provoceerde, en neutralisten zagen iets van allebei
. Zouden er eigenlijk mensen zijn die door de televisie-ruzie van mening veranderd zijn? Ik las een interessant commentaartje van een zekere Michael Cyssel Wee op Facebook. Dié was van mening veranderd. Vóór de televisie-ruzie had hij begrip voor Trumps aanpak; nu denkt hij dat Trump een kinderlijke visie heeft op geopolitiek*.
4. JD Vance
Zoals veel conservatief-liberalen had ik een positief vooroordeel jegens JD Vance. Wat hij daar in Munich zei bijvoorbeeld, was niet allemáál onzin. Hij is loyaal aan Trump, maar als hij later zelf president wil worden is dat de enige manier om daar te geraken. Wie aan politiek doet, moet zijn handen durven vuil maken.
Maar de smerige manier waarop hij uitviel tegen Zelensky zal ik niet snel vergeten. En nu lees ik op Doorbraak een interview met politicoloog Patrick Deneen die verklaart dat Vance als uiteindelijke doel heeft zowel het progressieve als het conservatieve liberalisme in de VS uit te roeien. Oei.
5. Trump als de anti-Biden
Het was bijna zielig hoe Trump in zijn gesprek met Zelensky voor de ogen van de hele wereld bleef doorzeuren over Biden. Trumps voornaamste drijfveer lijkt erin te bestaan om zoveel mogelijk het tegenovergestelde van Biden te doen. Maar hij had dat inzake Oekraïne op twee manieren kunnen doen. Biden gaf militaire steun aan het land. Trump wil die steun nu opzeggen. Maar hij had ook die kunnen verviervoudigen om zo Poetin tot een heel ánder vredesakkoord te brengen, met weliswaar territoriale toegevingen van Oekraïne, maar ook met sterke veiligheidsgaranties.
6. Telefoontjes
De televisieopname van Trump en Zelensky was natuurlijk belangwekkend, maar nog belangwekkender zou een audio-opname zijn van een telefoongesprek tussen Trump en Poetin. Ik durf wedden dat het de helft van de tijd over Biden gaat. ‘Hahaha, wat was Biden een dommerik, hé Vladimir?’ ‘Je hebt gelijk, Donald, het was een demente idioot. En zijn zoon was corrupt.’ ‘Blij, dat je dat zegt, Vladimir. In mijn eigen land zijn er nog altijd idioten die dat niet willen geloven. De media …’ ‘Dat probleem heb ik niet, Donald. Maar Biden was een stomme sukkel. En slecht. Hoe die de verkiezingen van jou gestolen heeft!’ ‘Precies Vladimir, was dat niet gebeurd, dan had je Oekraïne nooit moeten binnenvallen. ’t Is allemaal de schuld van Biden.’
7. Hitler en Hácha
Even moest ik bij het gesprek tussen Trump en Zelensky denken aan dat van Hitler en de Tsjecho-Slovaakse president Emil Hácha in 1939. Daar zijn helaas geen beelden van, maar we weten goed wat er gebeurd is. Hitler ging als een razende te keer om Hácha te laten instemmen met de bezetting van Bohemen en Moravië. Hácha viel flauw, vermoedelijk door een hartaanval, en toen hij weer bij kwam, tekende hij de deal.
In de vergelijking komt Trump er goed uit. Hij dreigde niet dat hij Kiëv zou bombarderen, alleen dat hij zijn steun zou intrekken. Ook Zelensky komt er goed uit. Hij viel niet flauw en bood weerwerk.
8. Geruststellende woorden
Als Trump vindt dat Europa helemaal alleen de veiligheid van Oekraïne moet garanderen, zonder de VS, dan is dat zo. ’t Is jammer, want Poetin is niet zo bang van een Europese veiligheidsgarantie. Hij gelooft dat die vooral bij woorden zal blijven. Die Amerikanen, denkt hij, die durven er nogal eens op uit te trekken, ‘from the Halls of Montezuma to the shores of Tripoli.’
Maar dat was vóór Trump. Het enige dat Oekraïne van déze Amerikaanse administratie kan verwachten zijn blijkbaar geruststellende woorden. Trump heeft van Poetin de belofte gekregen dat West-Oekraïne, zonder de Donbass, zal worden gerustgelaten. ‘They’re not coming back,’ zei hij tegen Zelensky. Je vraag je af: als hij dat zo zeker is, waarom wil hij dan geen garantie op militaire steun geven voor het geval dat Poetin zijn belofte niet nakomt?
9. Zakenman-pacifist
Trump sprak herhaaldelijk over de talloze nutteloze slachtoffers die dagelijks vielen aan de twee kanten. Hij is, geloof ik, een echte pacifist, maar dan in de slechtste zin van het woord. Oorlog beschouwt hij als ‘bad for business’. Dat is de goeie kant van zijn pacifisme. De slechte kant is dat hij verondertelt dat de hele wereld zo denkt. Maar de Oekraïeners denken niet zo. En wat veel erger is: Poetin denkt niet zo. En wie zegt dat Xi Jinping zo denkt?
10. Rustpauze-pacifist
Sinds zijn mislukte opmars naar Kiëv, zit Poetin vast in een stellingenoorlog. Zolang Oekraïne door het Westen gesteund wordt, kan hij die niet winnen – ook al maakt hij soms ten koste van grote verliezen enkele kilometers winst. Hij heeft dus, net als Oekraïne, alle belang bij een vredesbestand. Dát is de aard van zijn zeer tijdelijke pacifisme. Maar Poetin wil vooral een heel bepaald sóórt vredesbestand: een dat hem de beste kansen heeft om, na een rustpauze, geheel Oekraïne in handen te krijgen. Hij heeft geduldig drie jaar gewacht tot Trump weer president werd. Hij gokte erop dat Trump, in tegenstelling tot hijzelf, geen geduld zou hebben, en om het even welk vredesbestand zou aanvaarden, als het maar snel ging.
11. Appeasement
De diplomatie van het Westen – ik zal dat begrip nog niet meteen begraven – moet erop gericht zijn om een Derde Wereldoorlog op middellange termijn te vermijden. Een van de methodes is appeasement: een tegenstander gedeeltelijk zijn zin geven in ruil voor een vredesakkoord.
Die politiek heeft een slechte naam omdat die zo slecht gewerkt heeft met Hitler. Men gaf hem Sudentenland in ruil voor de belofte dat hij geen verdere oorlog zou voeren. Achteraf gezien heeft Hitler zich niet aan het akkoord gehouden, maar dat kon men in 1938 niet weten. Wat men wel kon weten is dat Hitler een onbetrouwbare ploert was, zoals men vandaag kan weten dat Poetin een onbetrouwbare ploert is.
Een Oekraïens territoriaal compromis is een vorm van appeasement. Het is zoals Trump het noemt een deal. En bij zo’n deal, is de kans groot dat Poetin het bestand gebruikt als adempauze, om zijn militaire macht te versterken. Maar de appeasement kan door Oekraïne en Europa op dezelfde manier worden gebruikt: als adempauze om militaire macht op te bouwen. Dan moet dat niet noodzakelijk in een katastrofe eindigen. Het kan ook tot wederzijdse afschrikking en vrede leiden.
12. Isolationisme
In de persconferentie met Zelensky refereerde Trump aan de presidenten Washington en Lincoln. Hij zei al lachend dat hij een veel betere president was dan die twee, en maakte daarbij een relativerend grapje dat er nu weer mensen zouden zijn die die uitspraak au sérieux zouden nemen. Maar de president waar hij het meeste op gelijkt is James Monroe, die voorstelde om de buitenlandse politiek volledig af te stemmen op het eigen continent. Vergelijk dat met Trumps interesse voor Canada, Mexico, Panama en Groenland, en zijn desinteresse voor Europa (– en Taiwan?)
Het isolationisme als Amerikaanse buitenlandse politiek is al verschillende keren uitgeprobeerd, en het werd telkens onder druk van de omstandigheden weer verlaten. Zelensky verwees daarnaar toen hij zei dat de VS zich nu wel beschermd voelen door een ‘nice big ocean’ maar dat ze die toch zullen moeten oversteken mocht Rusland zijn expansie verderzetten.
13. Simplistisch
Trump, zoals wel meer politici, spreekt in simplistische slagzinnen. Daar is niets mis mee, dat is politiek. De vraag is nu: zit daar iets meer achter, achter dat simplisme? Is het een onderdeel van een sluwe lange-termijnstrategie? Zijn die slagzinnen een beknopte samenvatting van een subtiele redenering die de president zelf of zijn slimme medewerkers hebben uitgedacht? We moeten er in het geval van Trump rekening mee houden achter dat simplisme niets meer steekt dan wat we zien. Wraakzucht, zelfoverschatting, gevoeligheid voor vleierij, kortzichtig cynisme, en een real estate-visie op de wereld.
14. De Navo en wishful thinking
Sommige commentatoren beweren dat de Navo nu defintief begraven is. Anderen beweren dat de Navo nog lang niet dood is. Aan beide kanten wordt een grote rol gespeeld door wishfull thinking. Mijn eigen wens is dat de Navo blijft voortbestaan, maar dat is geen garantie dat dat ook gebeurt.
15. Artikel 5
Trump heeft geen belang bij het ‘opblazen van de Navo’. De Navo garandeert dat de Europeanen hun wapens grotendeels bestellen in de VS. Waar hij volgens velen van af wil is artikel 5, dat hem verplicht om een aangevallen bondgenoot ter hulp te schieten.
Een dergelijke bepaling houdt inderdaad een risico in. Het was zo’n bepaling waardoor Engeland en Frankrijk verplicht waren om Hitler de oorlog te verklaren nadat die Polen was binnengevallen. Maar zónder die bepaling was de oorlog tussen West-Europa en Duitsland er ook gekomen.
De meeste historici zullen je vertellen dat de Sovjet-Unie door artikel 5 werd afgeschrikt van militaire avonturen in Europa. Door artikel 5 werd de Koude Oorlog geen Warme Oorlog. En in een milde bui wil ik eraan toevoegen dat ook het ook het vergelijkbare ‘artikel 5’ van het Warschau-pakt dezelfde rol heeft gespeeld
16. Committed
Het hoopvolste dat Trump tijdens de televisie-ruzie heeft gezegd, was dat hij committed bleef jegens Polen en de Baltische staten. Hopelijk begrijpt hij toch iets van de gevaren waardoor die landen bedreigd worden. Begrijpen zou al iets zijn. Of het hem iets kan schelen is weer iets anders.
17. Koloniale grondstoffendeal
Ik heb geen mening over de grondstoffendeal tussen Oekraïne en de VS. Ik heb begrepen dat de VS de deal niet aan gewone marktvoorwaarden willen afsluiten, maar dat er een extra winst moest inzitten als een soort terugbetaling voor de hulp die ze aan Oekraïne hebben gegeven. Een buitenlandse mogendheid die grondstoffen exploiteert aan bijzondere voorwaarden, dat riekt naar kolonialisme. De Oekraïense schrijver Andrej Koerkov schrijft daarover: ‘Trump wil ons land degraderen tot een kolonie van de VS. En toch. Als dat de keuze is, dan leven de Oekraïners nog liever in een Amerikaanse kolonie dan in een Russische.’
Dan rijst de vraag: Kan de grondstoffendeal beletten dat Oekraïne tegelijk een Amerikaanse en een Russische kolonie wordt? Trump zegt dat het loutere feit van Amerikaanse bedrijvigheid in West-Oekraïne ‘some guarantee’ inhoudt tegen verdere Russische agressie. De redenering is dat Rusland geen aanval zou wagen op West-Oekraïne als daar Amerikaanse firma’s aan het werk zijn. Maar dat is een heel zwakke garantie. Het volstaat dat Poetin ervoor zorgt dat bij een eventuele aanval geen Amerikaanse installaties getroffen worden.
18. De nieuwe 19de eeuw
Men verwijt Trump dat hij redeneert in 19-eeuwse termen van machtsblokken, invloedssferen en grondstoffen. Dat verwijt is naast de kwestie. Joren Vermeersch schrijft in De Standaard (3 maart) dat we ons geostrategisch weer in de 19de eeuw bevinden. De tijd van economische globalisering is voorbij, de tijd dat landsgrenzen niet van tel waren, dat men grondstoffen kocht en verkocht aan marktprijzen, en dat schepen en vliegtuigen ongehinderd elke plaats van de wereld konden bereiken. De nieuwe wereld is de oude wereld, met ‘imperialisme, en met gewapende competitie om grondstoffen, handelsroutes en land.’
Ik hoop dat de globalisering ooit terugkomt, maar ik maak mij geen illusies over de onmiddellijke toekomst. Zolang China en Rusland imperialisme boven globalisme verkiezen, moet de rest van de wereld daar conclusies uit trekken. Naar het zich laat aanzien trekt Trump die conclusies hoogst onvolledig. Hij leeft in zijn fantasiewereld. Hij denkt dat hij die kan samenstellen uit de kenmerken die hij leuk vindt. Hij ondermijnt het globalisme van de laatste dertig jaar met zijn protectionisme en zijn tarieven, maar hij lijkt de militaire gevolgen niet ernstig te nemen. Ik kan niet in zijn hoofd kijken, maar geostrategisch leeft Trump volgens mij niet genoeg in de 19de eeuw.
En even terzijde: is de hele Oekraïense oorlog eigenlijk iets anders dan een conflict tussen 19de-eeuws nationalisme en 19de-eeuws streven naar een Groot Rijk?
19. Bondgenootschappen
Michaël Ignatieff vat de geopolitieke visie van Trump als volgt samen: ‘Een wereld die herverkaveld is in invloedssferen: een Chinese in Oost-Azië, een Russische in Eurazië en een Amerikaanse in het westelijk halfrond, van Groenland tot Chili**’ waarbij de ‘Amerikaanse belangen herleid zijn tot een harde, verdedigbare kern.’
Bij Ignatieffs stelling laat zich het volgende opmerken. Ten eerste: in tegenstelling tot wat ik in de vorige paragraaf veronderstelde, zou Trump hier wel met militaire verdedigbaarheid rekening houden. Ten tweede: er wordt van uitgegaan dat geheel Europa uiteindelijk een onderdeel wordt van de Russische invloedssfeer, wat voorbarig is. Ten derde: als er drie machtsblokken zijn, vergelijkbaar met Orwells wereld in 1984, dan mag je een dynamiek verwachten van oorlog en wisselende bondgenootschappen.
20. Bondgenootschappen (2)
De Trumpiaanse diplomatie bestaat volgens sommigen uit het doorbreken van het bondgenootschap Rusland-China, met als uiteindelijke doel om een bondgenootschap VS-Rusland te vormen dat het hoofd kan bieden aan China. Dit lijkt op het eerste gezicht op Realpolitik. Maar zelfs binnen de Realpolitik moet rekening wordedn gehouden met waarden, ideologieën en instituties. China en Rusland hebben territoriaal tegenstrijdige belangen maar hebben hun autoritaire systeem gemeen. Dat schept een band. De VS en Europa hebben, als Trump zijn tarieven vergeet, economisch gelijklopende belangen, en ze delen in grote lijnen de waarden van een liberaal-democratische markteconomie.
Ik wil daar niet over moraliseren, maar ‘t is één van de redenen om het transatlantisme niet te snel af te schrijven.
21. China-VS-Rusland-Europa
Een militair conflict tussen de VS en China is waarschijnlijker dan een tussen West-Europa en Rusland. Daar zijn de meeste experten het over eens. De vraag is nu of Europa in zo’n Amerikaans-Chinees conflict kan worden meegesleurd. Die kans is het grootst als er op dat moment een bondgenootschap bestaat tussen China en een toekomstig Groot-Rusland-met-vazalstaten. De toestand zou dan vergelijkbaar zijn met het bondgenootschap dat in de Tweede Wereldoorlog bestond tussen Duitsland en Japan. Die twee landen kwamen overeen om elk in hun eigen omgeving de hegemonie na te streven. In het nieuwe scenario zou China dan Zuid-Oost-Azië veroveren, en Groot-Rusland zou het stuk van Europa veroverendat het dan nog niet onder controle heeft.
22. Taiwan
Zoals iedereen denk ik dat de Amerikaanse aandacht zich van Europa naar Azië verplaatst. Geostrategisch is dat een normale evolutie. Een aantal comentatoren concludeerden daaruit dat Trump tegenover Poetin wel eens een ferme positie kon innemen over Oekraïne, om duidelijk te maken dat de VS ook een ferme positie zal innemen als China een poging doet om Taiwan militair te annexeren. Die commentatoren waren fout.
Vandaag stel ik mij een heel andere vraag. Is iemand als Trump wel bereid om Taiwan te verdedigen? Staat hij wel open voor geostrategische redeneringen? Of gelooft hij dat de toekomstige strijd tussen de machtsblokken alleen met tarieven zal worden uitgevochten? Dat is een kortzichtige redenering, want juist een tarievenoorlog kan een echte oorlog dichterbij brengen. Bastiat schreef: «Si les marchandises ne traversent pas les frontières, les soldats le feront».
23. Nieuw Europees evenwicht
In De Standaard van 5 maart staat een slecht uitgewerkt, maar bijzonder informatief interview met Velina Tchakarova, gewezen directeur van het Oostenrijkse Instituut voor Europese en Veiligheidsvraagstukken. Moskou wil volgens haar ‘laten zien wie militaire spierballen heeft en wie ze wil gebruiken. ‘Moskou denkt alleen in termen van militaire middelen,’ voegt ze eraan toe.
Niet alles wat Tchakarova zegt, is reden tot alarm. Rusland wil weliswaar heel Oekraïne veroveren, zegt ze, maar dat is een plan voor binnen ‘acht, tien, twaalf jaar.’ Acht, tien, twaalf jaar, dat biedt Europa meer ademruimte dan ik had gehoopt. Ook is Rusland ‘niet van plan om Frankrijk en Duitsland’ aan te vallen. Fijn, dan zal ons land ook wel gespaard blijven. En verder gelooft Tchakarova dat Rusland bereid zal zijn haar de bevroren tegoeden te gebruiken voor de Oekraïense wederopbouw.
In die wederopbouw met Russisch geld ben ik echter niet helemaal gerust. Kan Rusland daar geen economische invloed uithalen? En over het ‘nieuwe evenwicht’ dat Rusland in Europa nastreeft, ben ik nog minder gerust. Volgens Tchakarova wil Rusland ‘de terugtrekking van de Navo naar de grenzen van 1997’. Met dan aan de andere kant een nieuw soort Warschau-pakt, neem ik aan.
Je kunt nu zeggen dat het eerste Warschau-pakt ons uiteindelijk met rust heeft gelaten. ‘Frankrijk en Duitsland’ werden niet binnengevallen, en ons land ook niet. Maar dát was in een tijd van een ondubbelzinnig Amerikaans engagement tegenover Europa.
24. Welke defensie?
Het extra geld voor defensie zou gaan naar meer personeel, betere training, meer munitie, meer F-35’s, betere luchtafweerraketten, en een extra fregat. Zelf ken ik daar niets van maar ik hoop vooral op beveiliging van computersystemen, defensieve en offensieve AI, en drones-drones-drones.
25. Radicaal-links
De radicaal-linkse Ludo De Witte is ontgoocheld. Hij schrijft dat er ‘progressieve mensen zijn die nu voluit Zelensky omarmen en de facto Theo Francken beginnen achterna te lopen.’ Met dat laatste bedoelt hij dat er progressieve mensen zijn die het belang van een sterke defensie inzien.
De radicaal-linkse PVDA-sympathisant professor Dumolyn pakt het op zijn FB-pagina anders aan. Hij reikt de hand aan die progressieve mensen die meer defensie willen. Geen pacifisme! Militaire weerbaarheid, ook en vooral tegen de VS! Algemene legerdienst! Een volksleger! Nationalisering van de wapenindustrie, onder democratische controle.
Dat is de meer de oude stijl, waar ik nostalgisch bij word.
26. Salami-taktiek
Een essentieel element van collectieve veiligheid is de bereidheid om te riposteren op een provocatie. Anders kan een vijand zijn interventies geleidelijk aan opvoeren tot het te laat is om nog te reageren. Oud-kolonel Roger Housen vertelde op het VTM-nieuws van 4 maart zijn nachtmerrie scenario: 20.000 Russische soldaten die zich aan een toeristisch uitstapje wagen even over de grens van Letland. Moet je dan reageren? Het dilemma wordt prachtig uitgelegd in de eerste aflevering van Yes Prime Minister***.
* Voor de tekst van Michael Cyssel Wee: zie hier.
** Hoe zo'n eengemaakt Amerikaans continent er moet uitzien met een muur tussen de VS en Mexico, begrijp ik niet goed.
*** Voor de aflevering van Yes Prime Minister. Zie hier, vanaf 7:03.
Afscheid van de geopolitiek 6 maart
Ik draag sinds kort een hoorapparaat. Het grote verschil met vroeger is dat ik nu ’s morgens geritsel hoor als ik de bladzijden van de krant omsla. En die bladzijden staan dezer dagen vol met geopolitieke analyses. Op de sociale media is het van hetzelfde laken een pak. Een primair reagerende sanguinicus zoals ik kan dan moeilijk zijn gedachten tot iets anders bepalen. Wel krijg ik de indruk dat ik over die materie stilletjesaan alles heb doorgedacht waar ik met mijn beperkte achtergrond en voorzichtige natuur toe in staat ben. Ik denk dat ik wel vanzelf zal stilvallen.
Mijn FB-vriend Geraard Goossens is wat ongeduldiger. Hij is het geopolitieke gedoe nu al beu. Hij verlangt naar Parijs-Roubaix, zodat hij kan zeggen: ‘Zwijgt, ’t is koers.’ Tegen mij kon hij geen slechter argument gebruiken.
Toch blijf ik geloven dat, met of zonder koers, mijn oprispingen schaarser zullen worden. Ik zie mij vanaf nu vooral nog reageren op ‘metaniveau’ – zoals mijn vroegere directrice dat uitdrukte. Als ik bij mijn opponenten een non-sequitur tegenkom bijvoorbeeld, zoals een feitelijke opsomming van diplomatieke intriges als verantwoording voor de inval in Oekraïene. Of leuke tegenstrijdigheden, zoals bij degenen die in burgeroorlog in de Donbass (vóór 2022) alleen plaatselijke Oekraïense krachten aan het werk zagen, en in de Maidan-revolutie alleen CIA-agenten.
De radicaal-linkse gewezen VRT-journalist Walter Zinzen deelt de mening van Trump dat de vrede in Oekraïne het snelst tot stand zal komen als zoveel mogelijk aan de Russische eisen wordt toegegeven. Hij vindt het heel verkeerd dat Europese leiders troepen willen sturen om een vredesbestand te bewaken.
‘Dat de Russen keer op keer herhalen dat Europese soldaten op Oekraïense grond voor hen onaanvaardbaar zijn, negeren ze.’
Welja, laten we vooral, in naam van de Realpolitik neem ik aan, geen enkele Russische eis negeren. Vooral niet als ze die ‘keer op keer herhalen’.
Leuk is Zinzens vergelijking met Chamberlain, die hij graag ‘in ere wil herstellen’. Trump speelt volgens hem in Oekraïne een vergelijkbare rol als Chamberlain. ‘Maar de motieven van Chamberlain waren eerbaar, die van Trump zijn dat niet.’ Dat is wel heel snel schakelen tussen Realpolitik en moralisme.
Clichés kunnen een bepaalde ervaring of a priori waarheid aardig samenvatten, maar ze bieden nooit een antwoord op wat je nu juist moet dóen.
Strength for peace is een heel aardige slagzin, en in een onzekere wereld is het een gouden regel. Maar je weet daarmee nog altijd niet hoeveel procent van je BBP naar defensie moet gaan, en nog minder hoe het moet worden besteed. Toen het Sovjetimperium uit elkaar viel en we ‘het einde van de geschiedenis’ beleefden, was het logisch om de Europese legeruitgaven te verminderen. Nu de VS zich van Europa afkeren, is het logisch om die legeruitgaven te vermeerderen – vraag mij niet met hoeveel.
Een gevaarlijker slogan is Peace with honour. Je kunt er een conflict nodeloos lang mee rekken. En eer lijkt een wel heel irrationeel begrip om mee aan politiek te doen. Toch heeft het ook een rationele rol. De uitstraling dat een land of bondgenootschap zich, zelfs bij afwezigheid van een youth bulge, niet tot ‘lafheid zal verlagen’, heeft een effect van afschrikking en kan één van de gewichten zijn in de balans van het machtsevenwicht.
De gevaarlijkste slogan is die van een rechtvaardige vrede. In de Oekraïense context is die onmogelijk. Een billijke vrede met een fighting chance op overleven voor West-Oekraïne is het hoogst haalbare.
Wie voor verregaande Oekraïense en Westerse toegevingen pleit is een Putin lover, en wie voor een grotere defensie-inspanning pleit is een oorlogshitser. Blijkens haar laatste stuk in De Standaard (6/3) behoort Doornaert tot de oorlogshitsers. Eén stukje vind ikzelf alvast snedig geformuleerd. ‘Staten zijn het terrein van het recht. Buiten hun grenzen is de wereld nog altijd het terrein van de macht.’
’t Is de stelling die Leopold Schwarzschild in 1945 ontwikkelde in zijn boekje Primer of the Coming World. Mijn leerlingen moesten daar een hoofdstukje uit samenvatten, als oefening.
Ach, oorlog … oorlog … Als we de oorlogshitsers niet te veel aan het woord laten, hopen sommigen, zal het nog wel meevallen. Toch even een tweet meegeven van de Chinese ambassade in de VS. ‘If war is what the U.S. wants, be it a tariff war, a trade war or any other type of war, we’re ready to fight till the end. – March 4, 2025.’
Al bij al ben ik nu, op mijn 69ste, optimistischer over de vrede in de wereld dan toen ik 21 was. Midden de jaren 70 was ik lid van Amada-PVDA. Die partij was communistisch van strekking, maar ook erg tegen de Sovjet-Unie die het communisme ‘verraden’ had.
Het was binnen de partij een geloofspunt dat een Russische aanvalsoorlog onvermijdelijk was geworden. Met de gemeenteraadsverkiezingen was onze belangrijkste eis dat er in elke gemeente een atoomschuilkelder zou worden gebouwd. Ik herinner mij een celvergadering waarop een dissident lid de mening verkondigde dat een Russische aanval weliswaar héél, héél waarschijnlijk was – hij leerde ondertussen Russisch – maar dat de oorlog nu ook weer niet onvermijdelijk was. Wij, de andere celleden, praatten op hem in. Néé, néé, niet heel, heel waarschijnlijk. Onvermijdelijk! Had de kameraad het laatste nummer van Pékin Information niet gelezen?
In 1976 was dat allemaal anders. Toen stuurde de partij mij naar het regiment para-commando, zodat ik later mijn mannetje zou kunnen staan in de komende ‘volksoorlog’ tegen de sociaal-imperialisten.
In mijn jonge jaren legde ik de oorlog in Vietnam uit als een Amerikaanse poging om goedkoop aan bauxiet te geraken. Later begreep ik dat de zaken ingewikkelder in elkaar zaten. Ik heb vaak moeten lachen met de neiging om militaire conflicten te herleiden tot een strijd om grondstoffen. Je kunt over het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog lezen in De slaapwandelaars. Daar staat heel weinig in over grondstoffen. De VS heeft oorlog gevoerd in Irak om Sadam Hoessein te verdrijven. De petroleumcontracten zijn daarna niet naar Amerikaanse firma’s gegaan. Dat was geen ramp. De Amerikanen kochten en verkochten, zoals iedereen, petroleum aan marktvoorwaarden. Leve de globale economie.
Maar de globale economie lijkt voorlopig opgeschort. En er bestaat een reeks grondstoffen die zeldzaam zijn, en die essentieel zijn in een hoogtechnologische economie. In een wereld van rivaliserende machtsblokken is het even belangrijk om ervoor te zorgen dat je eigen blok die grondstoffen krijgt, als dat een ander blok ze niet krijgt. Je moet denken aan het universum van Dune, waar gevochten wordt om de controle over de voorraden spice die je alleen vindt op de woestijnplaneet Arrakis. In elk geval, als het op grondstoffen aankomt heeft een mogelijk EU-machtsblok een slechte startpositie.
Ondertussen wil het er bij mij nog altijd niet in dat de oorlog in Oekraïne wezenlijk een oorlog om grondstoffen is.
En als het in Oekraïne niet in de eerste plaats om grondstoffen gaat, waar gaat het dan wel over? Eén FB-vriend ziet de oorlog in Oekraïne als ‘een internationaal conflict tussen de Navo en Rusland’. Een andere FB-vriend, de reeds vermelde Geraard Goossens, ziet een oorlog ‘die wordt gevoerd in de geest van het imperium tegen het idee van de natiestaat.’ De twee omschrijvingen hoeven elkaar niet uit te sluiten, maar ik vind de tweede beter omdat ze meer recht doet aan het Oekraïnse perspectief, én aan de ongelijksoortige drijfveren van respectievelijk Rusland en de Navo.
Het eenvoudigste perspectief is dat van de Oekraïners: die vechten als nationalisten voor de integriteit en de toekomstmogelijkheden van hun land. Bij Rusland is er een revival van panslavisme, naast de wens om zich geostrategisch sterker op te stellen tegen het Westen.
Bij de Navo ligt het ingewikkelder. Ik zou een onderscheid maken tussen de EU en de VS. Bij de EU speelt een mengeling van humanitair interventionisme, een zekere folie des grandeurs, en de angst dat het Russische ambities verder zou reiken dan Oekraïne. Bij de Verenigde Staten onder Biden speelde hetzelfde humanitair interventionisme gemengd met een residuele reflex van de Amerikanen om zich met Europese zaken te moeien. De talrijke artikels en toespraken van Jeffrey D. Sachs die nu op de sociale media verspreid worden, doen niet veel meer dan die residuele reflex met een reeks weinig zwaarwegende feiten illustreren.
Trump wordt door velen beschouwd als de doodgraver van het atlantisme. ‘De VS zijn nu de vijand van het Westen,’ schreef Martin Wolf van de Financial Times. Maar de groeiende Amerikaanse desinteresse voor Europa was al even aan de gang vóór Trump op het toneel verscheen. Zulke verschuivingen worden in laatste instantie niet bepaald door de Democratische of Republikeinse signatuur van de president. G-G, een Amerikaan met veel ervaring in de diplomatie en een gewezen Republikein – nu Democraat, vertelde mij vijftien jaar geleden al: ‘Europe is in for a lot of trouble in the future, possibly even a war, and you will be on your own. This time there will be no cavalry coming across the ocean to save you.’
Dit betekent niet dat het atlantisme geen toekomst heeft. Dat Europa voordeel haalt uit zo’n bondgenootschap is duidelijk, maar ook de VS kan in de toekomst geostrategisch belang hebben samenwerking, op voorwaarde dat Europa iets te bieden heeft. De EU heeft op dit ogenblik niet zoveel te bieden, maar dat kan veranderen. Voorwaarden daarvoor zijn: een geïntegreerde en gedereguleerde markt, een sterke en geïntegreerde defensie, een strikt immigratiebeleid en een eensgezind buitenlands beleid afgestemd op Realpolitik. Onder die voorwaarden kan een nieuw bondgenootschap ontstaan tussen liberaal-democratische vrije-markt blokken. De kans is groot dat die liberale democratie zowel in de VS als in de EU een aantal populistische trekken zal vertonen, maar het verschil met de autocratische blokken van Rusland en China zal altijd groot zal blijven.
Elchardus, Oekraïne en de body bags 8 maart
Een veel interessantere dissidente stem komt van Marc Elchardus. Die gaat niet uit van de goede wil van de Russen en de kwade wil van Europa, maar van de nuchtere mentaliteit. Een vredesbestand is niet mogelijk zonder wederzijdste toegevingen. Rusland zal nooit het veroverde gebied prijsgeven, noch toestaan dat Oekraïne lid wordt van de Navo of van de EU. In West-Europa is slechts een klein deel van de bevolking bereid om zijn leven te geven voor de verdediging van het eigen land, laat staan van dat van het verre Oekraïne.
Daarom stelt Elchardus een ander compromis voor: een neutraal Oekraïne
Een neutraal Oekraïne, zoals Finland dat was na de Tweede Wereldoorlog. Niet ontwapend zoals Poetin wenst, daarentegen hyperbewapend als een bijzonder stekelig stekelvarken. Een neutraal Oekraïne dat door een gezamenlijke inspanning van Oekraïne en de Europese landen bewapend wordt met de meest effectieve defensieve wapensystemen, en dat de garantie krijgt te kunnen rekenen op de economie en de wapenindustrie van de Europese landen als zijn neutraliteit wordt bedreigd. Dat veronderstelt dat we niet enkel budget vrijmaken, maar onze defensie-industrie stimuleren en op dat doel afstemmen. Het zou ook betekenen dat Oekraïne niet toetreedt tot de EU. Dat lidmaatschap is ten gevolge van de defensieverplichtingen voorzien in het Verdrag van Lissabon, niet compatibel met neutraliteit.
Dit lijkt op het eerste gezicht een realistisch voorstel met alleen voordelen. Het is een oplossing die in het verleden gewerkt heeft – met Finland. De garantie voor Oekraïne wordt niet gegarandeerd door een papieren Verdrag van Lissabon, maar door wapens. En we moeten geen 200.000 Europese soldaten naar Oekraïne sturen die riskeren te worden meegesleurd in een – zij het plaatselijke – oorlog. Toch heeft het voorstel iets van een gemakkelijkheidsoplossing, vooral in zijn motivatie. Ik zet enkele bezwaren op een rijtje.
Elchardus stelt terecht dat vrede maar mogelijk zal zijn als er wederzijdse toegevingen komen. Het is duidelijk wat in dit voorstel de toegevingen van Oekraïne zijn: afstand van gebied, afzien van Navo-lidmaatschap, niet-toetreding tot de EU. En wat zijn de toegevingen van Rusland? Afzien van de ‘demilitarisering van Oekraïne.’ Ik zondig hier misschien tegen de noodzakelijke nuchterheid, maar dat Rusland zelfs eerst eens ‘demilitariseert’.
Ook terecht is de verwijzing van Elchardus naar het pacifisme van West-Europa, een continent zonder groot reservoir aan testosteronrijke jongemannen – en de testosteronrijke jongemannen die het heeft zijn opgegroeid in in een wereld waar veiligheid en vrede vanzelfsprekend zijn. Europa is geen continent dat kan omgaan met bodybags die terugkeren van het Oekraïense slagveld.
Aan de andere kant heeft ook Rusland een oudere bevolking. De oorlog wordt niet gevoerd door dienstplichtigen, maar door betaalde soldaten van achtergebleven gebieden – en Noord-Koreanen. Poetin heeft zijn stedelijke bevolking keer op keer moeten verzekeren dat er géén algemene mobilisatie kwam. Ook de Russen van vandaag zijn niet erg bereid om hun kinderen op te offeren. ‘The Russians love their children too.’ ’t Is onvoldoende om voor Europa een eeuwige vrede te garanderen, maar het is toch iets.
En trouwens, een Europese vredesmacht in Oekraïne zou evenmin een beroep moeten doen op ‘onze’ kinderen, maar alleen op beroepssoldaten. Ik ken zo’n beroepssoldaat die een groot voorstander is van de pacifistische lijn in Oekraïne. ‘Wil jij je zoon naar dat land sturen?’ vraagt hij uitdagend. Maar hij voegt eraan toe: ‘Voor mij is het geen probleem. Het is mijn beroep. Ik heb ervoor gekozen.’
Daar komt nog bij. Elchardus schrijft:
Het aantal militairen nodig om effectief af te schrikken en bij een schending te riposteren, situeert zich al snel tussen de honderd- en tweehonderdduizend. Het risico is reëel dat de Europese landen veel jonge mensen naar het slagveld moeten sturen en dat moeten blijven doen, ook als de bodybags terugkeren.
Hier wordt te snel overgestapt van een vredesmissie naar een slachtveld. Als Europa nu 200.000 soldaten naar Oekraïne stuurt, dan is de kans dat ze de eerste vijf jaar moeten vechten, heel, heel klein. Ook Rusland is uitgeput en heeft behoefte aan een rustpauze. Een Europese vredesmacht zou in de eerste plaats moeten voorkomen dat er kleinschalige infiltraties gebeuren (ook van Oekraïense kant trouwens), infiltraties die ‘de vlam levendig houden’ tot de volgende volgende bosbrand over de hele lijn opflakkert.
En tenslotte. Met de weigering om een vredesmacht naar Oekraïne te sturen, wordt het probleem hoogstens verplaatst. Wat doen we als Rusland, in plaats van in Oekraïne, militaire actie onderneemt tegen een van de Baltische staten. De kans dat dat op kortere termijn gebeurt is waarschijnlijker dan een nieuwe grootschalige invasie in Oekraïne. En zo’n Baltische staat móeten we – contractueel, om het zo maar eens te zeggen – militair gaan verdedigen, als Navo-lid en als lid van de EU. Als we niet bereid zijn soldaten te sturen naar Oekraïne, waar de kans op echte confrontatie voorlopig klein is, zijn we dan bereid om soldaten te sturen naar een gebied waar de confrontatie op dat moment al uitgebroken is? Zal Europa dán bodybags kunnen verteren?
Begrijp mij niet verkeerd, het voorstel van Elchardus heeft zijn sterke punten – en dat is een van de problemen. Poetin zal zowel materiële als symbolische overwinningen willen behalen. Zoveel mogelijk grondgebied in de wacht slepen is een materiële overwinning; een ‘neutrale’ status voor Oekraïne is een belangrijke symbolische overwinning. Het is een kwestie van eer.
Maar als die neutrale status wordt ingevuld zoals Elchardus dat ziet – met doorgedreven bewapening van Oekraïne door het Westen – dan is de overwinning alléén symbolisch. Misschien heeft Poetin dan wel liever een vredesmacht, met naast Europese soldaten enkele eenheden uit andere continenten. Die kunnen dan tenminste ook mogelijke Oekraïense ultranationalisten tegenhouden die het bestand niet respecteren.
De diplomatieke onderhandelingen zullen moeilijk zijn, Trump heeft al een en ander verknoeid vóór de onderhandelingen begonnen zijn, ook door het stoppen van militaire steun. Westerse diplomaten zullen meerdere oplossingen achter de hand moeten houden. Poetin is een zelfverzekerde pokerspeler en hij heeft zijn gezicht mee voor het spel. En bij poker is bluf een belangrijk element. De Europeanen zullen bij de onderhandelingen moeten bluffen, moeten doen alsof ze bodybags kan verteren, ook al is dat niet zo. De beste manier om body bags te vermijden is doen alsof die body bags je niet afschrikken. Poetin zal weten dat we doen alsof, maar hij is nú niet in de beste positie om zelf zijn kaarten op tafel te leggen. Het is beter om nú te bluffen, en dan te zorgen dat we binnen vijf of tien jaar de beste kaarten hebben.
Ik zou maar snel met die herbewapening beginnen, al heb ik ook de de post van Gwendolyn Rutten op X gelezen en het interview met haar in Het Laatste Nieuws. ‘We moeten de kalmte bewaren’, ‘meer wapens’ is niet de enige oplossing, er is nood aan ‘meer optimisme en minder doemdenken’, en ‘we mogen de diplomatie niet weggooien.’ Als Gwendolyn in 2019 premier was geworden, had Poetin het niet in zijn hoofd gehaald om Oekraïne binnen te vallen. Of is die sneer te goedkoop? Je wordt geloof ik een beetje onbarmartig als je een stuk van Rutten leest onmiddellijk nadat je een doordacht, origineel, beredeneerd stuk van Elchardus gelezen hebt.
Nou ja, misschien bedoelt Rutten wel hetzelfde als Elchardus: dat Europa geen troepen moet zenden om het vredesbestand te bewaken. Had ze dát gezegd, dat had ze tenminste iets gezegd.
* Over het pseudorealisme van bijvoorbeeld Tom Sauer bijvoorbeeld heb ik eerder al een stukje geschreven: zie hier.
Nieuwe bedenkingen en reacties (11 maart)
Enkele dagen geleden schreef ik ‘Afscheid van de geopolitiek’. Ik zou daar ondertussen beter een vraagzin van maken. ‘Voor wanneer het afscheid van de geopolitiek?’
1. ‘Overmorgen’ als stropop-drogreden
De anti-defensie mensen hebben één goed argument. PVDA-leider Jos D’Haese verwoordt het scherp. Het is allemaal ‘bangmakerij’, zegt hij. ‘Is er echt iemand die denkt dat Poetin overmorgen op de markt van Brussel zal staan.’ Hij verwoordt daarmee wat de meeste West-Europeanen – ikzelf ook – geloven. We zijn niet écht bang van de Russen, en we laten ons ook niet bang maken. We geloven niet dat Rusland ‘overmorgen’ Europa aanvalt en bezet. We gaan niet, zoals in Coronatijden, snel extra toiletpapier hamsteren.
Het is in de eerste plaats door onze emoties en onze verbeelding dat een mogelijke oorlog buiten onze horizon valt. Wij Europeanen kunnen ons niet voorstellen dat er na 80 jaar vrede er weer oorlog zou komen in ónze streken. Oorlog is iets voor op televisie. Ook kunnen wij ons niet meer voorstellen dat enig land nog denkt aan zoiets waanzinnigs als gebiedsuitbreiding. Onze eigen landen denken al lang niet meer zo.
Dat zijn twee slechte redenen om er gerust in te zijn. Maar er is een derde – rationele – reden die ook D’Haese aanhaalt: we weten dat Rusland, al zo’n moeite heeft gehad om in drie jaar tijd 20 procent van Oekraïne te veroveren. Zo’n land kan op dit moment geen oorlog aan tegen Europa. Waarom dan die 800 miljard extra aan Europese defensie spenderen?
Maar het is een stropop-argument. Ongeveer niemand – Ursula Von der Leyen noch Marc Rutten, Macron noch Starmer, Francken noch Meloni – beweren dat Poetin ons overmorgen zal aanvallen. Niemand van hen is met zijn of haar verrekijker de horizon aan het afspeuren om te zien of de Russen er al aankomen, zoals op die tekening van ZAK.
Als ónze veiligheid, die van België, Nederland, Frankrijk enzovoort wordt bedreigd, dan is dat hoogstens op middellange termijn. De communicatie van de EU- en de Navo-leiders daarover – vooral die van Marc Rutten met zijn ‘oorlogsmentaliteit’ – is dubbelzinnig. Spreken over onmiddellijk gevaar zou een leugen zijn. Spreken over de middellange termijn zou de urgentie om nú inspanningen te doen ondermijnen. De truc die dan wordt bovengehaald is om in vage termen te spreken. Marc Van Ranst deed dat ook tijdens de corona-crisis: zo vaag mogelijk communiceren. De keren dat hij het niet deed, zoals over mondkapjes, moest hij zijn woorden inslikken.
2. Oekraïne, Corona en de ‘echte waarheid’
Eigenaardig hoeveel mensen een vergelijking maken tussen de Oekraïne-crisis en de corona-crisis: Joël De Ceulaer, Mattias De Smet, Gwendolyn Rutten. En nu ook Clerick.
Er zijn ook wel gelijkenissen. Tijdens de corona-crisis waren de berichtgeving en opiniëring koren op de molen van het beleid, er heerste simplisme en eenzijdigheid, ongemakkelijke feiten en cijfers kregen weinig aandacht, dissidente stemmen werden geweerd uit het debat. Met de Oekraïne-oorlog zagen we, in mindere mate hetzelfde gebeuren. Wie herinnert zich nog de optimistische berichten over het Lente-offensief?
Het is alleen jammer dat ook een ander scenario zich herhaalt. Op de sociale media zijn er weer velen die geloven dat je de mainstream berichtgeving en opiniëring slechts moest omdraaien om de echte waarheid te kennen.
3. De buitenlandse agenda van de Trump-administratie
De historicus Nial Fergusson vermoedt dat er in de Trump-administratie drie strekkingen zijn. Ze gaan alle drie uit van dezelfde vaststelling, namelijk dat er een gemeenschappelijke vijand is: de as China--Rusland--Iran--Noord-Korea.
De eerste strekking is die van de atlantisten. Die willen die as van autoritaire staten bestrijden door een alliantie van bevriende naties, o.a. in Europa. De tweede strekking is die van de opportunisten. Die willen de vijand verzwakken door bijvoorbeeld Rusland ‘los te weken’ uit de as. En de derde strekking is die van de pacifisten. Die hopen de vijandigheid van de as te milderen door toegevingen.*
Als dat zo is, denk ik dat Trump instinctief tot de pacifisten behoort. Maar zijn politiek kan ook omgekeerd werken. Als zijn shock and awe-tactiek werkt, en Europa gaat van de weeromstuit een eigen geloofwaardige defensie uitbouwen, dan wordt het transatlisme weer een strategisch interessante keuze, met twéé sterke blokken.
4. Leon de Winter
Auteur en columnist Leon De Winter interpreteert de Trumpiaanse politiek volgens het opportunistische schema. In een recente column** ziet hij in Trumps houding tegenover Oekraïne en poging om Rusland tot een bondgenootschap te bewegen en Iran te verzwakken. Dat is een realistische interpretatie, zonder waardeoordeel. Ze kan best juist zijn. De Winter neemt als Europeaan het Amerikaans perspectief over. Good for him. Even goede vrienden.
Maar waarom begint De Winter ook nog eens de aanvalsoorlog van Poetin te rechtvaardigen. ‘Poetin voelde zich gedwongen meedogenloos in te grijpen.’ Hoezo ‘gedwongen’? Poetin moest ‘zijn eigen ondergang, en die van Rusland, voorkomen.’ Hoezo, de ‘ondergang van Rusland voorkomen’? Op welke manier waren Oekraïne, de Navo en de EU in 2022 bezig om de ondergang van Rusland te bewerkstelligen?
5. Trump als smeerlap
Trump was bijzonder cynisch over de verhevigde Russische aanvallen op Oekraïne. Een journalist vroeg hem of die niet gevolg waren van zijn beslissing om de steun aan Oekraïne op te schorten. Trump antwoordde:
“I actually think he’s doing what anybody else would do. I think he’s, I think he wants to get it stopped and settled, and I think he’s hitting them harder than he’s been hitting them. And I think probably anybody in that position would be doing that right now.”
Eén verklaring van zo’n uitspraak is dat Trump een grote smeerlap is. Een andere verklaring, die de eerste niet uitsluit, is dat hij wil laten zién dat hij een grote smeerlap is. Dat hij Poetin als smeerlap evenaart. In een heel optimistische bui hoop ik nog altijd dat Trump met een mad dog-strategie niet alleen Europa en Oekraïne wil intimideren, maar ook Poetin.
6. Defensie en klimaat
Er zijn nogal wat gelijkenissen tussen het dossier van defensie-investeringen en en dat van klimaatinvesteringen. In beide gevallen wordt geïnvesteerd om een ramp te voorkomen die zich op een wat langere termijn kan voordoen. In beide gevallen heb je een onmiddellijk welvaartsverlies. Dat welvaartsverlies door defensie-uitgaven is makkelijk te berekenen in procent van het BBP – het welvaartsverlies door een ecologisch gemotiveerde energietransitie is moeilijker berekenbaar, maar waarschijnlijk veel hoger.
Er zijn nóg gelijkenissen. In beide gevallen zijn beleidskeuzes afhankelijk van speculatie over wat de toekomst brengen zal. In beide gevallen zijn de basismechanismen duidelijk – bijv. CO2 zorgt voor klimaatontregeling, sterke defensie zorgt voor afschrikking – maar tegelijk zijn de proporties onduidelijk. En in beide gevallen zijn er alarmisten en sceptici. Bij het soort radicaal-rechts dat op de sociale media actief is, zijn er veel die in allebei de kwesties een sceptisch of zelfs negationistisch standpunt innemen.
Zelf ben ik van het centrum voor wat het klimaat betreft en van het alarmisme voor wat defensie betreft. Dat eerste komt voor uit mijn veronderstelling dat de klimaatramp zich per definitie geleidelijk voltrekt***. Ons appartement in Oostende zal niet op één dag plots in zee verdwijnen. Er is dus nog tijd om geleidelijk aan te zoeken naar optimale oplossingen en evenwichten. Maar een oorlog barst los als een abrupte schokgolf, ook al is die jaren in de maak. Zelfs als we er vanuit gaan dat West-Europa de eerste tien of vijftien jaar geen militaire aanval moet verwachten, moeten we er rekening mee houden dat het opbouwen van een geloofwaardige defensie – met voldoende afschrikking – ook tien tot vijftien jaar duurt.
Het zijn, ik geef het toe, nogal eenvoudige a priori redeneringen. Maar veel verder kom je niet als leek, zo zonder gespecialiseerde kennis van klimatologie of geostrategie. En mét klimatologie en geostrategie kun je de redeneringen geloof ik niet waterdicht bevestigen of ontkennen.
7. Bieke Purnelle
Door Oekraïne moet ik het nu soms eens zijn met mensen die mij anders helemaal niet liggen. Zo iemand is Bieke Purnelle. In haar column in De Standaard (7/3) noemt ze Zelensky ‘een frontsoldaat van het complexe democratische Westen.’ Het is wat hoogdravend geformuleerd, maar ik deel de mening.
Alleen is het weer zo’n betoog dat geschreven is voor wie al overtuigd is. Een defensie-expert had in Het Laatste Nieuws verklaard dat Zelensky ‘toch een beetje inhalig overkwam.’ Daarover maakt Purnelle zich boos. Hoe durft die specialist zoiets zeggen? Maar die specialist had helemáál niet gezegd dat Zelensky inhalig wás – alleen dat hij een beetje zo óverkomt. Dat is gewoon waar. Je moet maar eens luisteren naar wat mensen zeggen in de kappersstoel of aan aan toog. Purnelle zou voor dié mensen moeten schrijven.
Waar ik het haar helemaal niet kan volgen is haar pleidooi voor een minder neutrale, en meer geëngageerde journalistiek. De ontmoeting tussen Trump en Zelensky werd in sommige kranten omschreven als ‘ruzie’. Dat mag niet van Purnelle. ‘Ruzie is het woord dat je gebruikt om vooral geen standpunt in te nemen.’
Maar moeten journalisten dan altijd standpunten innemen? Purnelle schrijft dat journalisten, te midden van de leugens en geschreeuw, niet alleen ‘extra zorgvuldigheid en een ruimer perspectief’ moeten bieden, maar vooral ‘meer ernstig engagement’. Ik vind de eerste twee al heel wat.
8. Poetin ‘existentieel bedreigd’
Pacifisten hebben vaak de neiging om het eigen kamp verwerpelijke, en het andere kamp eerbare bedoelingen toe te schrijven. Soms doen ze dat redelijk genuanceerd. Op Antiwar.com bijvoorbeeld nemen ze een tekst over van John Mearsheimer:
The well-entrenched conventional wisdom in the West is that President Putin invaded Ukraine to conquer that country and make it part of a Greater Russia. Then, he would move on and conquer other countries in eastern Europe. The counter-argument, which enjoys little support in the West, is that Putin was mainly motivated to invade by the threat of Ukraine joining NATO and becoming a Western bulwark on Russia’s border. For him and other Russian elites, Ukraine in NATO was an existential threat.
De conventional wisdom zegt dat Poetin één voor één de landen van Oost-Europa wil veroveren. Het counter-argument zegt dat Rusland zich existentieel bedreigd voelde door mogelijke Navo-aanwezigheid in Oekraïne. Mearsheimer verdedigt het ‘counter-argument’ met een interpretatie van de onderhandelingen van april 2022.
Ik wil er hier alleen op wijzen dat de conventional wisdom en het counter-argument elkaar niet hoeven tegen te spreken. Het is best mogelijk dat Poetin zich existentieel bedreigd voelde door mogelijke Navo-aanwezigheid in Oekraïne. En wie zegt dat hij zich niet existentieel bedreigd voelt door Navo-aanwezigheid in de Baltische staten en in Polen, en in al die andere landen van Oost- en West-Europa.
Ik heb uit Mearsheimers boeken begrepen dat landen zich altijd existentieel bedreigd voelen. Ze zijn altijd bang dat zij in hun voortbestaan worden bedreigd. Maar, onder ons, als er één politieke macht was waar Poetin zich niet bedreigd door hoefde te voelen, dan was dat het ‘decadente’ Europa waar Amerika zich al decennia aan het uit terugtrekken is. De laatste Amerikaanse interventie in Europa was die in Kosovo en die was meer een gevolg van humanitaire arrogantie dan van geopolitieke overwegingen.
9. Tegenstrijdig?
Pro-defensie-mensen krijgen het verwijt dat ze tegenstrijdige beweringen doen. Ze willen Zelensky blijven steunen, omdat Rusland ‘economisch op instorten staat’, maar tegelijk willen ze een sterke defensie omdat Rusland ‘ons militair zou bedreigen’.
De waarheid is dat de Russische economie heel zwak is in BBP-termen, en nog zwakker in de creatie van echte welvaart, maar dat ze anderzijds op een robuuste basis van grondstoffenverkoop berust. Mearsheimer heeft overigens uitgebreid geargumenteerd dat in een militair conflict niet zozeer het BBP-cijfer van belang is, maar het vermogen om een groot deel van het economisch potentieel aan militaire productie te wijden.
* Het interview met Nial Fergusson staat hier.
** De column van Leon de Winter staat hier.
*** Ik hecht niet veel geloof aan de klimaatscenario’s met een plots catastrofe, zoals in de film The Day After Tomorrow en in de conferenties van Nic Balthazar. Over het klimaatalarmisme van die laatste schreef ik enkele jaren geleden een stukje. Zie hier.
Leon De Winter en de oorlogspornografie (24 maart)
Laatst heeft De Winter weer een column geschreven over Oekraïne, Rusland en het oorlogsgevaar*. Hij heeft gelezen dat in Nederland één op vijf mensen de kans groot acht dat we binnen vijf jaar in een kernoorlog zitten. Ik zou tot die meerderheid van vier of vijf mensen behoren die die kans niet groot achten. Ik doe nog altijd aan langetermijnsparen, en overweeg een renovatie overweeg van ons appartement zodat we ‘binnen tien jaar’ de chauffageleidingen niet moeten vernieuwen. Nu ik erover nadenk, die één op vijf die op een vragenformulier de kans op een kernoorlog wél groot acht, zullen ook wel aan langetermijnsparen doen, renovatiewerken laten uitvoeren, en hun iets oudere kinderen naar de hogeschool of universiteit sturen. Ik denk dat het met die oorlogsangst nogal meevalt. Zelfs in de jaren ’50 en ’60 toen iederéén dacht dat een kernoorlog elk moment kon uitbreken, viel het nog mee. Hier en daar had je iemand die emigreerde naar Congo of naar Zuid-Afrika omdat het daar veiliger was, maar dat waren uitzonderingen. Boudewijn de Groot zong in die tijd dat hij met ‘alle andere baarden op de bom te wachten lag’ maar dat ‘die maar niet wilde vallen.’
Nu, een beetje oorlogsangst voel ik ook wel. Volgens mij komt dat door de massale invasie in Oekraïne die ik niet had verwacht. Dat was toch iets anders vond ik dan de Krim of Tsjetsjenië. Die eerste oorlog was bijna geruisloos, en die tweede voelde aan als een kwestie van plaatselijke wreedheden. Maar de televisiebeelden van de tankkolonne die oprukte naar Kiëv, dat was andere koek. Volgens De Winter echter laten we ons vooral bang maken door angstpornografen: gepensioneerde militairen die ‘eindelijk de kans krijgen om hun kennis en ervaring te etaleren’, gewichtig doende politici die ‘vol zichtbare verrukking mee mogen praten over zulke ontzagwekkende dingen als oorlog’, en ten slotte: eurocraten die ‘oorlog zoeken om de EU te veranderen in een eenheidsstaat … met een Europees leger.’**
De eerste twee categorieën – de militairen en de politici – worden neergezet in enkele fraaie alinea’s. De typering is boosaardig en raak. Wie gezagsdragers ijdelheid verwijt, heeft bijna altijd gelijk. En dat de eurocraten ‘oorlog zoeken’ mag overdreven zijn – het was Poetin die oorlog begón – het is natuurlijk waar dat ze het conflict proberen aan te grijpen om een Europese eenheidsstaat dichterbij te brengen. En dan is de vraag: is dat erg? Het antwoord is, in een tijd van rivaliserende machtsblokken, genuanceerd.
De Europese landen hebben in hun onderlinge betrekkingen de militaire rivaliteit achter de rug gelaten. Even leek het erop dat de rest van de wereld zou volgen – dat de geschiedenis als histoire des batailles afgelopen was. Maar achteraf gezien zijn we te optimistisch geweest. Daarom kan Europa beter zelf een machtsblok worden dan een speelbal te zijn van andere machtsblokken. Van zo’n machtsblok is een eengemaakte vrijhandelszone de basis en een gemeenschappelijk leger het sluitstuk.
Als conservatief liberaal ben ik een grote voorstander van subsidiariteit. Macht moeten zoveel mogelijk worden gedecentraliseerd en veel beslissingen moeten aan de staten toekomen, en niet aan een Europese superstaat. Sociale rechten, onderwijs, homorechten, migrantenrechten, culturele identiteit, milieubescherming, verhouding tussen wetgevende en juridische macht, de organisatie van verkiezingen, kwesties van regionale autonomie, voor mijn part zelfs de budgettaire discipline. Maar sommige materies overstijgen door hun aard de plaatselijke grenzen: klimaat, asielmigratie en defensie.
Conservatieven hebben terechte kritiek op de manier waarop die kwesties – vooral asielmigratie – werden aangepakt. Men heeft toegelaten dat asiel een kanaal werd voor massa-migratie. Maar dat lag niet alleen of vooral aan het Europees beslissingsniveau. Wat op het Europese niveau gebeurde, weerspiegelde – in versterkte vorm – de voorkeuren van de nationale politici die zich gedragen voelden door electorale meerderheden in eigen land. En die meerderheden weerspiegelden op hun beurt wat gedurende decennia de communis opinio was binnen het aanzienlijke progressieve volksdeel. Daar komt gelukkig verandering in. Ongeduldige conservatieven moeten er zich bij neerleggen dat een koerswijzing voor asiel zich grotendeels binnen het trage, weerbarstige Europese kader zal moeten plaatsvinden. Kort gezegd: het falende Europese beleid inzake asiel en klimaat is een reden om dát beleid om te buigen, niet om een sterke en eengemaakte Europese defensie tegen te houden.
De Winter heeft, naast zijn afkeer van de Europese eenheidsstaat, een sluitende logische redenering om een versterkte Europese defensie af te wijzen: ze is niet nodig. Die redenering gaat als volgt: het Russissche leger is zwak en zal nooit durven oorlog te voeren tegen een sterker Europa. We moeten ons afvragen, schrijft De Winter
of Poetin na het Oekraïense avontuur echt een volgend bloedig avontuur zoekt … Mag ik zeggen dat ik dat onzin vind? Tussen vrede en oorlog is in het geval van een Russische aanval op een Navo-lid geen escalatie mogelijk. Wanneer de Russen aanvallen, zullen zij direct en met alles wat zij hebb8n aanvallen. Met wat geschermutsel schieten zij niets op aangezien de Navo ook zonder Amerika beter bewapend is, dus als de Russen aanvallen zullen zij dat met atoomwapens doen om een smadelijke conventionele oorlog te voorkomen, met als gevolg dat binnen enkele minuten alle prachtige Russische steden net zo in de as liggen als Rome en Parijs en Londen, met dank aan Franse en Britse kernwapens.
Het is van een dwingende logica. Mocht Rusland agressie overwegen, dan kan dat alleen met een conventionele oorlog of een kernoorlog. Een conventionele oorlog is onmogelijk omdat Europa (‘de Navo zonder Amerika’) beter bewapend is. Een kernoorlog is onmogelijk omdat Rusland dan op zijn beurt zou worden vernietigd door de Engelse en Franse kernmacht. In de twee gevallen zou Rusland ‘zelfmoord plegen’ en het zal dus niet gebeuren.
Dat is helder geformuleerd. De logica is dwingend. Daar tegenover staat dat alle veronderstellingen erg dubieus zijn. Ze berusten, zoals alles in de geopolitiek, op speculatie. Of Rusland nog zin zal hebben in een ‘volgend bloedig avontuur’, zal er onder andere van afhangen hoe de oorlog in Oekraïne zal aflopen. Die afloop kan ik in elk geval niet voorspellen. Of Europa beter bewapend (en gevechtsklaar) is dan Rusland weet ik ook al niet. Ik heb in mijn jeugd, in de jaren ’70, vele uren verspild aan het doorploegen van rapporten van het International Institute for Strategic Studies (IISS) en van het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI) om te weten te komen wie van beide, Navo of Warschau-pak beter op een oorlog was voorbereid. Ik heb vooral onthouden dat het een heel moeilijke zaak was, en dat het erop aankwam geen appelen met citroenen te vergelijken. De Winter laat verstaan dat Rusland geen nucleaire first strike capacity heeft waarmee het de Engelse en Franse kernmacht kan uitschakelen voor die kan terugslaan. Niemand weet of dat waar is.
Ten slotte veegt De Winter de meest waarschijnlijke Russische openingszet nogal laconiek van tafel: ‘met wat geschermmutsel schieten zij niets op’. Maar dat is juist het scenario dat de meeste strategen juist wél het waarschijnlijkste vinden: een conflict dat begint als hybride oorlog, met desinformatie, cyberhacking, sabotage, opgestookt relletjes, vermomde infiltranten, enzovoort**. Niemand kan voorspellen of en hoe zo’n hybride oorlog zich kan ontwikkelen tot een plaatselijke of full scale conventionele oorlog. Niemand kan voorspellen hoe Europa zal reageren. En niemand kan met zekerheid voorspellen dat zo’n conflict, zoals De Winter aanneemt, zou eindigen met een ‘smadelijke’ Russische nederlaag.
Er kunnen verschillende redenen zijn om de Europese defensie niét te versterken. Een ervan is dat daarmee de Russen geprovoceerd worden om zelf verder hun economie te militariseren. We moeten hopen dat dat bezwaar in de toekomst kan worden bezworen met diplomatieke oplossingen. Een andere reden is dat de Russen geen kwade bedoelingen koesteren. Dat is niet de reden die De Winter aangeeft. Hij schrijft: ‘Ik vertrouw Poetin voor geen meter.’ Zijn reden is dat Rusland zo zwak is dat we er niet bang van moeten zijn. Dát is zeker geen absurde veronderstelling. Maar het blijft een veronderstelling, waarover experts het niet eens zijn. John Mearsheimer, die in anti-Zelenski-kringen populair is vanwege zijn Oekraïne-standpunt, behoort tot diegenen die vinden dat men Rusland als militair machtsblok best niet onderschat.
De Winter heeft gelijk als hij zegt dat we niet ál te bang moeten zijn. Hij heeft ook gelijk met zijn bewering dat de kans op een grote conventionele of nucleaire oorlog met Rusland redelijk klein is. Maar het is een kleine kans op een grote catastrofe. En dat is juist de reden om een goede verzekeringspolis te kiezen. Je moet je niet verzekeren tegen de mogelijkheid dat je vaatwas defect is. Dat is verloren geld. Maar je moet je verzekeren voor die ene keer dat je een peperdure chirurgische ingreep moet ondergaan. Daarbij komt dat defensie een verzekeringspolis van een heel speciale soort is. De polis geeft je niet alleen de middelen om op een catastrofe te reageren, hij zorgt er vooral voor dat de kans op een catastrofe vermindert. Als Europa een polis kiest met een stevige defensie vermindert de kans op een Russische agressie, geheel volgens de logica van De Winter.
Men kan hier tegen inbrengen dat een verzekeringspolis ook het moral hazard doet toenemen. Door je te verzekeren tegen een ski-ongeval, ga je je roekelozer gedragen en loop je meer kans om een ski-ongeval te hebben. Zou je die redenering ook kunnen toepassen op Europa? Dat Europa met een sterker leger in de verleiding zou komen om Rusland aan te vallen? Ik kom die stelling wel eens tegen bij radicaal-rechtse en radicaal-linkse FB-vrienden.
Ik geloof er niet veel van. De expansie van Europa naar het Oosten is een vreedzaam proces geweest, zonder inzet van militaire middelen. Europa is een pacifistisch continent geworden. Het zal al moeilijk zijn om de Europeanen zo ver te brengen dat ze zich eventueel willen verdédigen. Maar dat Ursula von der Leyen, in navolging van Napoleon en Hitler, Rusland zou binnenvallen, dát geloof ik dus niet. De verschrikkingen van de Russische Winter zijn te diep in ons collectieve geheugen doorgedrongen.
* De column van De Winter staat hier.
** Ik interpreteer de column van Leon De Winter als een impliciet pleidooi tegen een versterkte defensie, hoewel hij dat nergens expressis verbis schrijft. Over een van de vorige Oekraïne-stukjes van De Winter heb ik hier iets geschreven.
*** Daar komt bij dat het geschermutsel zoals De Winter dat noemt succesvol is geweest op de Krim en gedeeltelijk in de Donbass, terwijl de frontale aanval op Kiev een mislukking werd.
4 oud-strijders over de Oekraïne-berichtgeving (30 maart)
Veel van mijn radicaal-rechtse FB-vrienden hebben op hun pagina de volledige open brief van Walter Zinzen, Johan Depoortere, Dirk Tieleman en Ng Sauw Tjhoi gedeeld, brief waarin ze de huidige VRT-berichtgeving over Oekraïne op de korrel nemen. Die openheid van geest bij mijn radicaal-rechtse vrienden kan ik alleen bewonderen want van huis uit zouden ze heel argwanend moeten staan tegen die MSM-journalisten, gepensioneerd of niet, waarvan er minstens drie radicaal-links zijn. Zelf heb ik die openheid veel minder. Als ik bij de tegenstrever toevallig een standpunt terugvind dat ik deel, begin ik de tekst te lezen en te herlezen, en ik kom slechts tot rust als ik gevonden heb dat die tegenstrever weliswaar mijn standpunt deelt maar dat doet voor heel verkeerde redenen.
In het geval van deze open brief deel ik het standpunt van de vier journalisten helemaal niet, en de verleiding is dan groot om een aantal goedkope polemische trucjes boven te halen. De vier journalisten – waarom is Polspoel er niet bij? – noemen zichzelf ‘oud-strijders van de nieuwsdiensten op de openbare oproep’ en ze zijn ‘verbijsterd’ over de eenzijdige berichtgeving van jonge snaken die nu op het scherm komen. Het meest voor de hand liggende trucje is om meteen een ‘tu quoque’ toe te passen. Hebben die journalisten zich niet zelf, in hun tijd, aan enige eenzijdigheid bezondigd? Daar moeten toch voorbeelden van te vinden zijn. De namenlijst biedt ook mogelijkheden om argumenten ‘ad personam’ te gebruiken. Ng Sauw Thoj stond geloof ik op de verkiezingslijst van de PVDA. Moeten we van zo iemand ‘lessen krijgen’ – zoals dat heet – in evenwichtige berichtgeving?
Ook met het what-about-argument zou ik iets kunnen beginnen. Depoortere heeft de mond vol van vrede, maar bij de slachting aangericht door Hamas op 7 oktober was hij een van de weinigen die daar openlijk sympathiek tegenover stond. Hij sprak van ‘Palestijnse strijders die Israël zijn binnengedrongen’. Je mocht dat niet afkeuren want dan had je ‘niets begrepen van het antikoloniale verzet.’ De mooiste zin vond ik deze: ‘Het is niet aan goed doorvoede witte intellectuelen om achter hun veilige computerscherm te dicteren hoe de strijd moet worden gevoerd.’*
Maar goed. Ik acht mij boven deze goedkope polemische trucs verheven, en zal mij beperken tot de inhoud van de tekst**. Dan moet ik vooreerst opmerken dat die inhoud vaak pietluttig is. Zo moet men volgens de vier oudstrijders niet spreken over het ‘defensiebudget’ maar over het ‘militair’ budget. Ach, ach. Als men aan de Poetin-versteher- en nu ook Trump-versteher – Tom Sauer ‘verwijt’ dat hij actief is binnen de vredesorganisatie Pax Christi, moet men ook Poetin-criticus Jonathan Holslag ‘verwijten’ dat hij reserve-officier is.’ Alweer: ach, ach.
Ernstiger is de kritiek dat men een woord als ‘oorlogsdreiging’ niet ijdel mag gebruiken, want daarmee wordt de ‘oorlogshysterie’ aangewakkerd. Zelf vind ik dat het met de oorlogsdreiging voor landen als België, Nederland en Frankrijk, best meevalt. De gegarandeerde vrede van de laatste dertig jaar zijn we kwijt. We zijn teruggekeerd naar de toestand van de jaren 70-80, maar we moeten niet vergeten dat het toen ook goed is afgelopen. Wellicht loopt het nu ook goed af. Maar dat de oorlogsdreiging nu hoger ligt dan 15 jaar geleden, dat is gewoon waar, en het mag gezegd worden.
En is er vandaag echt sprake ‘oorlogshysterie’ op televisie, zoals er indertijd een covid-hysterie heerste, met een dagelijkse barometer over de bezetting van de ziekenhuizen? Professor Mattias Desmet – die toen ook zijn stem liet horen – spreekt nu zelfs van ‘oorlogseuforie’. Naar mijn smaak valt het nogal mee, maar ik begrijp dat sommige mensen vinden dat alleen al het uitspreken van het woord ‘oorlog’ het oorlogsgevaar dichterbij brengt. Of misschien is het nog anders. Sommige mensen reageren erg negatief op het voorstel om, na een vredesverdrag, Europese soldaten naar Oekraïne te sturen die een verdere Russische agressie kunnen ontraden. Dat zou voor hen de ‘oorlogsdreiging’ doen toenemen. Blijkbaar zien die mensen geen oorlogsdreiging vanuit Rusland maar wel oorlogsdreiging vanuit het Westen. Is dat ook de achterliggende redenering van de oudstrijders?
In elk geval, het startpunt van hun open brief is een logisch misbaksel.
‘We vragen ons af waar het evenwicht gebleven is in jullie berichtgeving tussen voorstanders van almaar meer bewapening voor België en Europa, en voorstanders van vreedzame, diplomatieke oplossingen.’
Maar er bestaat helemaal geen tegenstelling tussen aan de ene kant voorstander zijn van meer bewapening en aan de andere kant voorstander zijn van vreedzame, diplomatieke oplossingen. Je kunt best voorstander zijn van allebei. Zelf ben ik er een groot voorstander van om bewapening aan diplomatie te koppelen.
De Navo heeft indertijd diplomatiek geblunderd, beweren de oud-strijders. Dat is best mogelijk. Poetin van zijn kant heeft met zijn invasie in Oekraïne veel diplomatie aan flarden geschoten. Dat is niet alleen mogelijk; het is een zekerheid. Ik zie daar echter geen reden in om de diplomatie te laten vallen. Men moet altijd de diplomatie betrachten, al is het nog zo moeilijk. Maar men kan die diplomatie ook betrachten mét een sterke defensie achter de hand. Ik denk zelfs dat het met een tegenstrever als Poetin béter is als we het zo aanleggen. En zodra de kans zich voordoet moet die worden aangegrepen worden om aan beide kanten te ontwapenen. Eénzijdig ontwapenen daarentegen, in ruil voor diplomatieke garanties, dat zou ik niet doen. Oekraïne heeft dat gedaan toen het zijn kernwapens opgaf in ruil voor een Russische garantie om het land nooit aan te vallen. En zie nu.
*
Laat ik als intermezzo toegeven dat de oudstrijders ook een aantal redelijke opmerkingen maken, bijvoorbeeld als ze aandringen op veelstemmigheid in duidingsprogramma’s.
[Het gebrek aan evenwicht] blijkt vooral – maar niet uitsluitend – in de debatten die we in Terzake en De afspraak mogen aanschouwen. Voorstanders van herbewapening, meestal (gewezen) militairen, krijgen ongelimiteerd en zonder kritische vragen de gelegenheid hun mening ongezouten te verkondigen. Mensen met een andere mening worden hoogst zelden uitgenodigd.
Het beleid van de Europese landen was er een om Oekraïne wapens te leveren waarmee het zich kon verdedigen. De meerderheid van de opiniemakers vond dat terecht, en die meerderheid kwam bijvoorbeeld ook ruimschoots aan bod op de opiniepagina’s van De Standaard. En daarnaast waren er, zoals het hoort in een democratie, dissidenten, die heel wat minder vaak aan bod kwamen. We zagen hetzelfde gebeuren rond de Covid-maatregelen. Vinden de de oud-strijders nu dat die dissidenten even vaak aan bod moeten komen in praatprogramma’s als de gezagsgetrouwen? Dat is een onredelijke eis, ook al sta ik zelf wel eens aan de kant van de dissidenten. Maar ik begrijp het wel. Als je vindt dat die dissidenten gelijk hebben, en de gezagsgetrouwen niet, dan is het normaal dat je de dissidenten graag wat meer op het scherm ziet verschijnen. En bij ontstentenis daarvan, dat je open brieven publiceert, of op de sociale media filmpjes deelt van Jeffrey Sachs.
Er is nog een tweede opmerking van de oudstrijders waar iets inzit. Ze stellen dat de VRT meer aandacht moet besteden aan de historische achtergrond van het conflict. Dat is altijd een goed idee, zelfs als het niet de hoogste kijkcijfers garandeert. De oud-strijders geven zelf een aantal suggesties van wat in die historische duiding aan bod zou kunnen komen: het gaat om allerlei diplomatieke blunders en gebroken beloftes van de Navo die volgens hen onderbelicht blijven***. Ik vind ook dat die diplomatieke blunders en gebroken beloftes aan bod moeten komen in een historisch programma. Ik geloof tegelijkertijd dat ze vrij licht zullen wegen als je ze afzet tegen de praktijken van Poetin in dezelfde periode.
*
Behalve die twee opmerkingen – ondervertegenwoordiging dissidenten, historische achtergrond – heeft de open brief niet veel te bieden. Bij één passage kreeg ik een visioen:
‘Zelden of nooit wordt de kernvraag gesteld: betekenen meer vliegtuigen, tanks, drones en raketten inderdaad ook meer veiligheid voor de burger? Veilighe2d van de burgers betekent ook dat Brusselaars de metro kunnen nemen zonder het risico te lopen doodgeschoten te worden door drugscriminelen. Verhogen meer F35-bommenwerpers dit soort veiligheid? En wat met de gevolgen van de klimaatcrisis, waarover geen enkele politicus zich nog zorgen schijnt te maken? Waarom stellen jullie die vragen nooit aan Theo Francken, de minister van Oorlog, die om de haverklap in jullie studio’s zit?’
Ik zie het voor mij. Walter Zinzen stopt Theo Francken een microfoon onder de neus en stelt de kernvraag. ‘Meneer de minister, verhogen de F35-bommenwerpers de veiligheid in de Brusselse metro?’ Francken zegt iets over de Nato-afspraken. Zinzen probeert opnieuw. ‘Meneer de minister, kunnen de F35-bommenwepers ingezet worden tegen drugscriminelen?’ Francken zegt iets over de Stealth-technologie en iets over de Baltische staten. Zinzen laat niet af. ‘Meneer de minister, als de F35-bommenwerpers niets bijdragen aan de veiligheid in de metro en aan de strijd tegen de drugscriminelen, kunnen ze dan misschien bijdragen aan de strijd tegen de klimaatopwarming?’ Francken is wanhopig en zegt iets in het Engels. – Eerlijk gezegd, ik ben blij dat de nieuwe generatie journalisten die stijl achter zich heeft gelaten.
Bijzonder demagogisch in de open brief is het gegoochel met cijfers.
‘Ons militaire budget bedraagt 7,9 miljard euro. Hoezo onderfinanciering?’
Alsof je uit dat blote cijfer kunt afleiden of dat budget ondergefinancierd is of niet! Wie kritiek wil geven op de 2-à-3 procentnorm van de Navo, kan echt wel betere argumenten vinden.
‘Tussen 2017 en 2024 verdubbelde ons militaire budget.’
Die verdubbeling in absolute cijfers lijkt spectaculairder dan ze is. In 2017 bereikte ons defensiebudget het absolute dieptepunt van 0,88 % van het BBP. In 2024 is het 1,17 %. Dat is nog lang geen verdubbeling. Ook is een vergelijking op korte periodes altijd gevaarlijk. In een vorig stukje vergeleek ik het defensiebudget van 1976, het jaar van mijn legerdienst, met dat van 2024. Dat gaf een heel ander beeld****.
Het absolute dieptepunt van het gegoochel met cijfers komt eraan als de oudstrijders de geringe Belgische defensie-uitgave willen relativeren.
‘Waarom nemen jullie klakkeloos de bewering over dat België de slechtste NAVO-leerling van de klas is …? Vergeten wordt dat België wat deze uitgaven betreft in absolute cijfers op de veertiende plaats komt in de rangorde van de 31 NAVO-landen, dat is halverwege het peloton en niet aan de staart.’
België is de slechtste leerlingen van de Navo-klas omdat het 1,2 % van het BBP besteedt aan defensie – pardon – militaire uitgaven. Dat is het inderdaad ongeveer de slechtste rapport van de klas. Hoe kinderachtig is het niet om dat BBP-procent te vervangen door een absoluut cijfer? Natúúrlijk geeft België meer uit dan Luxemburg en Montenegro, landen met 0,6 miljoen inwoners. De enige manier om fatsoenlijk te vergelijken is om de defensie-uitgaven te vergelijken met het BBP van het land, volgens het aloude solidariteitsbeginsel dat ‘de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.’ En dan komt bijvoorbeeld Spanje ook slecht uit de vergelijking, al geeft het in absolute cijfers 21 miljard uit aan defensie, bijna drie keer zoveel als België. Maar het percentage van het BBP is ongeveer even laag en schommelt rond 1,2 %.
De oud-strijders lijken te pleiten voor meer nuchterheid en objectiviteit in de journalistiek.
‘Een basisprincipe van de journalistiek is dat je een verhaal moet checken en dubbelchecken en het langs alle kanten belichten. Pas dan kan je de waarheid achterhalen.’
Als je de open brief leest, krijg je de indruk dat hun ideaal veeleer dat is van de ‘geëngageerde’ en ‘verontwaardigde’ journalistiek. Een journalistiek die militairen slechts aan het woord laat om te illustreren hoe verkeerd hun standpunten zijn. Een journalistiek die zichzelf enkel ‘kritisch’ noemt als het verhaal voldoende anti-Westers is. Een journalistiek die de ene keer voor ‘rechtvaardige’ oplossingen pleit (in Palestina), en de andere keer voor ‘realistische’ oplossingen (in Oekraïne). De lezer die de open brief gelezen heeft, mag zelf oordelen of ik hier een ongeoorloofd intentieproces voer.
Consensus en dissidentie
Over Oekraïne en defensie lijkt er in grote lijnen een consensus te bestaan tussen gezag, pers en publieke opinie. Vooral radicaal-rechts, radicaal-links en Gwendolyn Rutten plaatsen zich daarbuiten en laten dissidente geluiden horen. Zo’n consensus is overigens niet in steen gebeiteld. In de VS zaten bij het begin van de Vietnam-oorlog het gezag, de pers en de publieke opinie ook op dezelfde lijn. Daarna keerde de pers zich tegen het gezag. ‘I lost Walter Conkrite,’ zei Johnson. En nog later keerde ook de publieke opinie zich tegen het gezag.
In een democratie kun je zoiets niet echt sturen. Vandaag is in Europa zowel het gezag, de pers als de publieke opinie erg kritisch voor Trump en voor Poetin. Ik vind het normaal dat die ‘consensus’ weerspiegeld wordt in opiniestukken, duidingsprogramma’s en analyses. Alleen mag de berichtgeving wat nauwkeuriger en wat feitelijker. Af en toe een dissident geluid over Trump en desnoods over Poetin zou geen kwaad kunnen, dat is waar.
* Johan Depoortere over de Hamas-raid, zie mijn stukje hier. En kijk eens hoe voorbeeldig ik zwijg over de lovende woorden die Dirk Tieleman indertijd over had voor de Ayatollah Khomeini.
** De aandachtige lezer betrapt mij hier, en in de vorige voetnoot, op een ander trucje: de praeteritio
*** Over de Navo-expansie waar de oudstrijders over schrijven. De historicus en districtsburgemeester Paul Cordy plaatst dagelijks een leerrijk en onderhoudend stukje geschiedenis op zijn FB-pagina. Gisteren had hij het over de uitbreiding van de Navo met Estland, Letland, Litouwen, Slovenië, Slovakije, Roemenië en Bulgarije. Dat was toen juist 21 jaar geleden. Zie hier.
**** Over de evolutie van het Belgische defensiebudget, zie mijn stukje hier. Ik ga daarin ook in op de kwestie van de ‘veiligheid in de Brusselse metro.’
***** De stelling van het agressieve Europa had heel misschien enige geloofwaardigheid toen West-Europa nog een hecht blok vormde met de VS.
Nieuwe bedenkingen (30 maart)
Consensus en dissidentie
Over Oekraïne en defensie lijkt er in grote lijnen een consensus te bestaan tussen gezag, pers en publieke opinie. Vooral radicaal-rechts, radicaal-links en Gwendolyn Rutten plaatsen zich daarbuiten en laten dissidente geluiden horen. Zo’n consensus is overigens niet in steen gebeiteld. In de VS zaten bij het begin van de Vietnam-oorlog het gezag, de pers en de publieke opinie ook op dezelfde lijn. Daarna keerde de pers zich tegen het gezag. ‘I lost Walter Conkrite,’ zei Johnson. En nog later keerde ook de publieke opinie zich tegen het gezag.
In een democratie kun je zoiets niet echt sturen. Vandaag is in Europa zowel het gezag, de pers als de publieke opinie erg kritisch voor Trump en voor Poetin. Ik vind het normaal dat die ‘consensus’ weerspiegeld wordt in opiniestukken, duidingsprogramma’s en analyses. Alleen mag de berichtgeving wat nauwkeuriger en wat feitelijker. Af en toe een dissident geluid over Trump en desnoods over Poetin zou geen kwaad kunnen, dat is waar.
Leren schieten op school
Ik heb het zelf niet gezien maar er op De afspraak is een militair instructeur opgevoerd die schietoefeningen op school een goed idee vond. Wie dat ‘oorlogshysterie’ wil noemen, zal ik niet tegenspreken. Uit de film If (1968) heb ik onthouden dat zulke militaire oefeningen vroeger gangbaar waren in Engelse public schools. De eindscène van de film laat zien waarom je met die schietoefeningen op school voorzichtig moet zijn.
Onuitgesproken stellingen tegen versterkte defensie
In het defensiedebat zie je aan beide kanten overdrijvingen, drogredenen en onuitgesproken stellingen opduiken. Die stellingen kunnen van morele of speculatieve aard zijn. Ik probeer hier een lijstje op te stellen van mogelijke basisstellingen van de anti-defensiemensen.
Moreel
- Wij zijn niet verantwoordelijk voor wat zich in de buurlanden van Rusland (Oekraïne, Baltische staten, Moldavië, vroegere Oostbloklanden).
- Het is beter om voor Rusland te capituleren dan om een oorlog, en erger nog, een kernoorlog te voeren. Capitulatie is, vergeleken met een oorlog, het minste kwaad. Deze morele stelling kan met speculatieve redenen aangevuld, bijvoorbeeld over het aantal slachtoffers dat een oorlog met zich mee zou kunnen brengen. Experts kunnen hiervan een plausibele grooteorde voorspellen
Speculatie over feiten
- Rusland heeft niet de wil om Europese landen aan te vallen
- Rusland heeft niet de mogelijkheden om Europese landen aan te vallen of te veroveren of te bezetten en zal die ook niet hebben binnen afzienbare toekomst
- Hoe meer toegevingen de Russen krijgen, hoe minder agressief ze zich zullen opstellen
- Hoe zwakker de Europese defensie, hoe minder Rusland zich bedreigd zal voelen, en hoe minder agressief het land zich zal opstellen
- Europa is minstens even agressief tegen Rusland*****
- Diplomatie zal betere kansen op vrede creëren dan een sterke defensie.
Over de morele redenen kan men moeilijk discussiëren omdat mensen verschillende waarden koesteren. Over de speculatieve redenen kan men moeilijk discussiëren omdat het ingewikkelde kwesties betreft en omdat er gradaties meespelen. Veel stellingen zijn niet helemáál juist of helemáál fout. Zelf denk ik dat de vijf eerste stellingen ‘veeleer fout’ zijn. Bij de zesde stelling is het eenvoudigste antwoord – zie ook hierboven – dat een sterke defensie en een handige diplomatie elkaar niet moeten uitsluiten.
Zijn er onder mijn lezers anti-defensiemensen die vinden dat ik een basisstelling over het hoofd heb gezien? Welke? De meeste argumenten die ik tegenkom zijn ondersteunende redenen om een van de basisstellingen aan te hangen.
Het doel van een leger
De rol van een leger is om 1) aan te vallen; 2) te verdedigen; 3) af te schrikken zodat aanval en verdediging niet nodig zijn. Dat is in het algemeen gesproken. Vandaag interesseert ons echter de rol die een Europees leger zou kunnen spelen. Wat zijn de waarschijnlijkste scenario’s? Welke rol maakt het meeste kans om realiteit te worden. Ik schat: 1) aanval: 0 %, 2) verdediging 30 %, 3) afschrikking 70 %.
‘Dan is het oorlog’
Als er een vredesbestand komt tussen Oekraïne en Rusland, willen de Europese landen enkele tienduizenden soldaten naar Oekraïne als geruststelling, om de vrede te garanderen. Rusland reageert met dreigende taal: ‘Dan is het oorlog met de Navo.’ Waarom eigenlijk? Als Rusland niet van plan is om de rest van Oekraïne binnen te vallen, waarom zijn ze dan tegen die Europese troepen? Denken ze misschien dat dat de Fransen en de Belgen van daaruit Rusland zullen binnenvallen? Van de Amerikanen zou ik zoiets nog kunnen geloven. Maar van de Europeanen?
Het zal het laatste stuk van Paul Goossens niet zijn waarin hij zijn ongenoegen neerschrijft over een verhoogd defensiebudget. (DS 28/3). Hij besluit:
Niemand betwist dat De Wever de grootste levende denker over het confederalisme van de Antwerpse randgemeenten is. Maar als hij zijn licht laat schijnen over oorlog en vrede, stopt het denken bij een Latijnse oneliner die onveranderlijk tot dezelfde conclusie leidt: meer wapens …
Het hele stuk is stemmingmakerij in de marge, zonder argumenten. Ik bezondig mij daar ook graag aan, in een korte commentaartje. Maar in een stuk van duizend woorden over een ernstig onderwerp wil je ook al eens graag een argument aantreffen.
Oorlog en overheidsinformatie (15 april)
Het is niet de taak van de overheid om de burgers van degelijke informatie te voorzien en voor desinformatie te behoeden. De journalisten kunnen dat zelf. Als een krant verkeerde informatie geeft, kan een andere krant dat rechtzetten. Als een burger op de sociale media desinformatie verspreidt, kunnen anderen burgers dat aanklagen en zelf de juiste informatie verspreiden. Er is een soort vrije concurrentie tussen kranten en sociale media-gebruikers en dat zou moeten volstaan.
Een interview in De Standaard met Andri Ljoebka verplicht mij om na te denken over mogelijke uitzonderingen. Ljoebka is een Oekraïense schrijver die aan crowdfunding doet om het Oekraïense leger te versterken. Hij vertelt over de journalistiek in zijn land:
In Oekraïne betaalt niemand nog voor nieuws op papier. Alles gebeurt online, maar ook daar krijgt ernstige journalistiek het almaar moeilijker. De regering-Trump heeft immers USAID opgedoekt. De Amerikaanse hulporganisatie hield verschillende onafhankelijke websites die aan onderzoeksjournalistiek deden boven water. De sites die leven van snel en ongecontroleerd nieuws worden nu weer invloedrijker. Dat betekent dat Russische propaganda het makkelijker krijgt.
De Amerikaanse overheid steunde dus tot voor kort journalistieke sites in Oekraïne. In principe zouden die sites zich moeten kunnen redden zonder die overheidssteun, als er vraag is naar degelijke informatie. Maar als die ongesubsidieerde sites moeten concurreren met sites die wél door Russische worden gesubsidieerd, is er dan nog sprake van eerlijke concurrentie? En moet die eerlijke concurrentie dan tot stand komen door subsidies aan de ene kant in balans te brengen door subsidies aan de andere kant?
Leuk is in elk geval dat een idealistisch jongmens als Ljoebka tegelijk zo realistisch is en zo vrij van illusies. Hij zegt onomwonden dat Oekraïne alleen kan hopen op een ‘onrechtvaardige vrede’. En verder: ‘Elke uitkomst is een overwinning voor Rusland … De Oekraïeners zijn erg bescheiden geworden in hun verwachtingen.’ De Russische overwinning en de onrechtvaardige vrede zullen erop neer komen dat de bezette gebieden verloren gaan. De Westerse diplomatie en het Oekraïense leger zullen ervoor moeten zorgen dat er niet méér verloren gaat.
Vier korte notities (16/4)
Oekraïne en Gaza
Een verschil tussen de oorlog in Oekraïne en in Gaza is het volgende. Als Rusland zich uit Oekraïne terugtrekt, is het conflict opgelost. Als Israël zich uit Gaza terugtrekt, is het conflict niet opgelost.
Vredesmacht in Oekraïne: dilemma
Worden er na een vredesbestand Europese troepen naar Oekraïne gestuurd om de vrede te bewaken? Die vraag heeft veel van het dilemma-type you’re damned if you don’t and you’re damned if you do. Dit is zoals Dominique Minten (DS 11/4) de zaak samenvat:
De aanwezigheid van Europese soldaten op Oekraïens grondgebied moet maken dat Vladimir Poetin het niet in zijn hoofd haalt een eventueel vredesbestand aan flarden te schieten. Bijna niemand gelooft dat hij zich aan een akkoord zal houden. Hij zal de Europese vredesmacht uitdagen. En dan is de vraag: hoe zal die reageren? Als ze niet meteen hard terugslaat, is Europa zijn militaire geloofwaardigheid – en die is al niet groot – voorgoed kwijt.
Als Europa dus geen troepen stuurt naar Oekraïne, zal Rusland een bestand ‘aan flarden schieten’ en als Europa wél troepen stuurt, ook. Mocht dat waar zijn, dan kunnen we beter de raad van Elchardus volgen: geen troepen sturen, maar méér wapens. En zo snel mogelijk een leger uitbouwen dat wél militair geloofwaardig is en waarvan de aanwezigheid wél de vrede zou kunnen doen respecteren.
Trump over de ‘Oekraïense agressie’
Het is de Amerikaanse president toevertrouwd om in heel weinig woorden heel veel onwaarheid te stoppen. Over Zelensky zei hij: ‘Je begint geen oorlog tegen iemand die twintig keer groter is om vervolgens …’ Om te beginnen is Rusland misschien 20 keer groter van oppervlakte, maar slechts 3 keer groter van bewoners, en militair is het verschil nog kleiner. Ook is Oekraïne de oorlog niet begonnen. Ik zal niet uitzoeken wie in de Donbass het eerste schot heeft gelost, maar dat schot werd in elk geval afgevuurd op Oekraïens, en niet op Russisch, grondgebied.
Laten we voor een keer redelijk zijn, en Trump niet op zijn letterlijke uitspraak afrekenen, maar kijken wat hij bedoelt. Wat hij bedoelt is dat Oekraïne de oorlog ‘geprovoceerd’ heeft door Rusland zijn zin niet te geven. Oekraïne heeft Rusland ‘uitgedaagd.’ Mocht er ooit een oorlog komen tussen de VS en Canada – ik denk niet dat dat gaat gebeuren – dan zal Trump, volgens die logica ook kunnen zeggen dat Canada de oorlog ‘begonnen’ is tegen een twintig keer sterker land.
Corruptie in Oekraïne
Paul Cliteur deelt op zijn FB-pagina een schreeuwerige krantenkop uit De Telegraaf. ‘Oekraïens onderzoek: corruptie schadelijker dan Russische invasie.’ Ik zou zo’n kop nooit delen. Ten eerste vraag ik mij af hoe men dat kan onderzoeken. Het doet mij denken aan degenen die indertijd beweerden dat de maatregelen tegen covid economisch minder waren dan ‘de ziekte zelf’. Hoe wisten ze dat? Ten tweede wil ik op mijn FB-pagina Poetin ‘niet in de kaart spelen.’ Ik stel met enige verbazing vast dat ik niet immuun ben voor die opportunistische overweging. Mijn derde bedenking is eenvoudiger: hoeveel kans is er dat Oekraïne als vazalstaat van Rusland minder corrupt zou worden? Geen enkel. Je kunt geen land knechten zonder corruptie.
Marine Le Pen mag zich niet kandidaat stellen in 2027. Op een moment dat een recente peiling haar bij de eerste rond 34% gaf.
BeantwoordenVerwijderenWat is daarmee opgelost? Het zal het RN waarschijnlijk meer sympathie opleveren.