Nu we minder kunnen rekenen op de Amerikanen van Trump moeten de Europese landen zelf meer uitgeven aan defensie. Hoe kun je daar eigenlijk tegen zijn? Het beste tegenargument is het radicale en eenzijdige pacifisme. Je wilt als land liever niet bezet worden, maar mogelijk bloedvergieten vind je een te zware prijs om zo’n bezetting te voorkomen. Beter is alles in te zetten op diplomatie, en als dat niet helpt, dan maar capituleren. In die filosofie moet er zo weinig mogelijk worden uitgegeven voor defensie. Is het in ons land slechts 1,2 procent van het BBP? Prima, het mag gerust zakken naar 0,6 procent of nog minder. Ik stel het hier wat karikaturaal voor, ik ben het er niet mee eens, maar eigenlijk is het een degelijk argument ‘ten gronde’ – waar ik hier verder niet op inga.
Er bestaan ook minder degelijk argumenten. Enkele ervan vind je verspreid over een opiniestuk van Joris Van Cauter in De Standaard (18/3). Wat mij om te beginnen al tegenstaat is het rookgordijn van absolute en relatieve cijfers. De Europese defensie-uitgaven zijn in 2024 ‘al’ gestegen met 18 procent. België heeft ‘al’ 8 miljard euro uit. Wel ja, en 8 miljard is 1,2 procent van het BBP, de Navo-norm was 2 procent, en die norm wordt opgetrokken tot 3 procent. Een stijging van 18 procent per jaar stelt dus niets voor. We moeten een stijging hebben van 150 procent. Of wie van kleine cijfers houdt: van 1,8 procentpunt.
Het stuk staat onder de erg onredelijke kop ‘We hebben niets om voor te vechten.’ Dat woordje ‘niets’ wil ik de auteur niet kwalijk nemen. Sommige eindredacteurs houden van hyperbolische koppen. Maar er zijn andere zinnetjes die ik hem wel aanreken. Zoals: ‘De aankoop van nog eens 20 of 30 F35-gevechtsvliegtuigen verandert niets aan door drugsgeweld onveilig geworden steden.’ Als leraar was ik heel mild bij het verbeteren van opstellen, maar onder zo’n zin zou ik toch een kronkellijntje hebben getrokken.
Ik vertelde mijn leerlingen dat je argumenten kon herkennen omdat je er het woordje ‘want’ voor kon plaatsen. Als ik dat met de tekst van Van Cauter doe, krijg ik het volgende. We moeten ons niet inspannen voor de 2/3-procentnorm
want
- Navo-verklaringen wegen ondraaglijk licht en worden gemakkelijk weer ingetrokken
- De defensie van sommige Navo-landen is niet gericht tegen Rusland maar tegen een ander Navo-land (Griekenland/Turkije)
- Er moet al zoveel worden bespaard en het was al zo moeilijk om daar een akkoord over te bereiken
- De verhoging van het defensiebudget stond niet in de verkiezingsprogramma’s
- Ons land wil de 2/3-procentnorm halen om redenen van internationaal prestige
- Angst is een slechte raadgever; geen paniek
- Andere uitgaven dan die voor defensie leiden ook tot stabiliteit, vrede en nationale veiligheid
- Men wil vooral de wapen-industrie doen draaien
- Belangrijker dan hoogte van het Defensie-budget is de manier waarop dat budget wordt besteed
- Men zou beter meer middelen geven aan justitie
- De weerbaarheid van een bevolking meet je niet aan zijn defensie-uitgaven (Zwitserland)
- We hebben niets om voor te vechten.
Argumenten (1) tot (7) laat ik hier onbesproken*. Over het achtste argument – ‘de wapenindustrie’ – wil ik graag iets kwijt omdat we het de komende tijd nog vaak zullen horen en lezen. De suggestie zal meestal zijn dat het ‘grootkapitaal’ aanstuurt op bewapening om meer winsten te kunnen maken. Terwijl het overgrote deel van het geld natuurlijk niet naar de kapitalisten zal gaan maar naar de werknemers die rechtstreeks of onrechtstreeks in die sector zijn tewerkgesteld.
Het omgekeerde argument – ik zeg het niet graag – is trouwens ook demagogisch: dat een hoger defensiebudget goed zou zijn voor de werkgelegenheid. Dat komt hoogstens neer op het vergulden van een bittere pil. Geld uitgeven aan wapens betekent altijd welvaartsverlies. Er is minder geld over voor leuke dingen. De werkgelegenheid in de wapensector komt ten koste van werkgelegenheid in een andere, leukere sector.
Het negende argument is demagogie van een veel hogere orde. Het is namelijk wáár. Van Cauter:
‘Dat het leger al na drie dagen met stenen zou moeten gooien, zegt misschien meer over hoe dat budget wordt besteed dan over de nood om het te verhogen.’
Dat is dus helemaal waar. De juiste besteding van het budget is belangrijker dan de hoogte ervan. En een besteding die bedisseld wordt tussen generaals, industriële lobby’s en politici, zonder marktdiscipline, kan moeilijk optimaal zijn. Aan de andere kant zal een besteding die wordt uitgewerkt door Joris Van Cauter, Philippe Clerick, de columnisten van De Standaard en De Morgen, en een speciaal daartoe opgerichte Facebook-groep evenmin optimaal zijn.
Natuurlijk moeten we oppassen dat we ons niet bewapenen voor de vorige oorlog. We hebben wellicht minder vliegtuigen nodig en meer drones, minder infanteristen en meer informatici, minder tanks en meer servers, minder geschut en meer munitie, minder bommenwerpers en meer manschappen, minder nationale middelen en meer Europese integratie. Maar een evenwichtige defensie zal ongeveer alles nodig hebben: vliegtuigen én drones én infanteristen én informatici. Hoe je dat zonder verhoogd budget klaarspeelt is mij een raadsel. Zelfs integratie van de Europese legers zal geld kósten voor het geld opbrengt.
Van Cauter is advocaat en haalt er in zijn tiende argument ook Justitie bij.
‘De overheid slaagt er niet om de veiligheid en eigendom van haar eigen bevolking te beschermen … In geen ander land wordt men zo vaak geconfronteerd met vandalisme, misbruik en diefstal. Er is, vooral in Brussel, sprake van een absoluut probleem van straffeloosheid. Het hof van beroep van Brussel heeft aangekondigd dat het genoodzaakt is zittingen op te schorten …**
’t Is een redelijk zuiver voorbeeld van whataboutery. You say we don’t spend enough on Defense? And what about the saftey in our streets?
De verleiding is groot om hier langs mijn neus op te merken dat ook de wantoestanden binnen Justitie ‘misschien meer zeggen over hoe het budget wordt besteed dan over de nood het te verhogen.’ Ik ben het met Van Cauter eens dat er iets moet worden gedaan aan de straffeloosheid, maar hebben we daartoe meer magistraten nodig – of bijvoorbeeld meer politie-agenten?
Als leek kan ik natuurlijk niet oordelen over de precieze hoogte van de benodigde budgetten, en nog minder over de besteding ervan. Maar misschien zegt de evolutie van de cijfers wel iets. In 1976, het jaar dat ik bij de paracommando’s diende, besteedde ons land 3,09 procent van het BBP aan defensie. Nu is dat nog 1,2 procent. Dat is een flinke daling. Voor Justitie daarentegen was het budget in 1976 niet meer dan 0,12 procent van het budget, nu is dat 0,22 procent. Dat is een flinke stijging.
Waar Van Cauter mij overviel, was met zijn elfde argument, dat over de weerbaarheid van Zwitserland
Zwitserland, geen Navo-lid, besteedt 0,7 procent van zijn BBP, veel minder dan België, aan defensie. Nochtans is de weerbaarheid van de Zwitsers veel hoger dan die van de Belgen. Er is een overheid die voorziet in haar kerntaken en een bevolking die in ruil daarvoor een groot engagement vertoont, ook militair.
Daar moest ik even over nadenken. Kunnen we die 0,7 procent ook niet in ons land als norm aannemen, en in alle landen van Europa? Ik heb maar een vage voorstelling van de Zwitserse defensie: burgers die een beperkte dienstplicht vervullen en die daarna hun geweer naar huis mogen meenemen, een land- en luchtmacht zonder zeemacht, een buitenlandse politiek van neutraliteit … Het lijkt mij inderdaad mogelijk om zoiets met 0,7 procent van het BBP te bekostigen. En ook van zo’n defensie gaat een zekere afschrikking uit: voor vreemde bezettingstroepen is het geen prettige gedachte dat je vanuit elk raam kunt worden beschoten.
Je kan het ook omgekeerd bekijken. Zou die 0,7 procent genoeg zijn voor landen als Polen, Finland, Letland, Estland, Litouwen? Ik denk het niet. Die landen hebben een veel sterker leger nodig, plus de verzekering dat er in Europa nog andere landen zijn die ook een sterk leger hebben, die niet neutraal zijn, en wier samenwerking en onderlinge solidariteit voor een globale afschrikking – en garantie op vrede – zorgt. De lange Europese vrede na de Tweede Wereldoorlog is zeker ook teweeggebracht door de afschrikking die uitging van de Navo en het Warschau-pakt, machtsblokken met een defensieve én offensieve slagkracht***. Neutrale landen als Zwitserland hebben van die vrede geprofiteerd, zonder er zelf toe bij te dragen. Good for them. Maar het is geen aanpak die kan worden veralgemeend.
Overigens is ‘weerbaarheid’ niet hetzelfde als defensie-capaciteit. Die weerbaarheid – het ‘militair engagement’ van de bevolking – kun je enigszins aflezen uit peilingen naar het percentage burgers dat bereid is om voor hun land te vechten****. In België is dat 19 procent, en in Zwitserland is het 40 procent. Dat is een heel verschil. Maar ligt dat alleen aan de manier waarop de Zwitserse overheid haar ‘kerntaken’ waarneemt? In Frankrijk is 28 procent van de inwoners bereid om hun land te verdedigen. Ik heb nochtans niet de indruk heb dat de bevolking daar zo veel tevredener is over de ‘kerntaken’ dan in België.
Mentaliteitsverschillen verklaren is een heikele zaak. In een antwoord op Joris Van Cauter geeft Mia Doornaert een veel complexere verklaring voor de defensie-bereidheid van een bevolking (DS 20/9). Een ervan is de historisch neutrale status van een land. Een andere is de protestantse traditie. Nog een andere is de economische vooruitgang. En nog een andere is de burgerzin die opbloeit in
‘landen die zich niet schamen voor de eigen identiteit, alle culturen verheerlijken behalve de autochtone, en geweld tolereren of zelfs goedpraten als het van de ‘juiste groepen komt’.
Zo wordt de defensie-discussie een domein waarop iedereen zijn stokpaardje kan berijden. Voor Van Cauter wordt dat de subsidiëring van Justitie, en voor Doornaert wordt het de strijd tegen woke.
Daarmee is ook het laatste argument van Van Cauter min of meer beantwoord. In zijn extreme vorm ‘We hebben niets om voor te vechten’ is het een zoveelste waardeloos Nirvana-argument. Allerlei kritiek wordt in stelling gebracht om te bewijzen dat onze samenleving verre van ideaal is. Alleen een ideale maatschappij; een paradijs op aarde, is de moeite van het verdedigen waard, en niet de hellhole waarmee we volgens Trump en Van Cauter opgescheept zitten. Maar ons land is noch een hellhole noch een paradijs.
Toch zit er een waardevolle kern in het argument. Die wordt duidelijk als je de stelling in een voorzichtige interrogatieve vorm formuleert. Wat is er nodig om onze samenleving te verbeteren, zodat burgers ze de moeite waard vinden om te verdedigen?
’t Is een zinvolle vraag en in een democratie zijn de meningen verdeeld over het antwoord. Dat van mij luidt anders dan dat van Van Cauter, en dat van Van Cauter anders dan dat van Mia Doornaert. Ik zou niet wachten tot we eindelijk het definitieve antwoord gevonden hebben voor we het budget van defensie met enkele procentpunten optrekken.
* Argument (5) – ‘we doen het om het prestige’ – is een procès d’intention. Met argument (6) – ‘geen paniek’ – zakken we naar het niveau van Gwendolyn Rutten. Argument (7) is waar: in het licht van een toenemend oorlogsgevaar moeten een reeks maatregelen worden getroffen die niet binnen het defensie-budget vallen. Het zijn maatregelen met een prijskaartje, maatregelen die indruisen tegen mijn economisch-liberale overtuiging: gesubsidieerde decentralisatie van de energieproductie, o.a. met windmolens en zonnepanelen (en kleine kerncentrales), meer zelfvoorzienende landbouw met invoertarieven en subsidiëring, subsidiëring en bescherming van de ‘maakindustrie’. Zonder ‘maakindustrie’ is er geen basis om de productie zo nodig te militariseren. Een autofabriek kun je ombouwen tot een wapenfabriek. Een kapsalon, modezaak of restaurant lenen zich niet tot dergelijke reconversie.
** Van Cauter schrijft ook: ‘Grote ondernemingen doen al langer geen beroep meer op de ondernemingsrechtbank van Brussel, maar laten hun geschillen beslechten door private arbiters.’ Van Cauter vind dat blijkbaar een vorm van klassenjustitie. Zelf vind ik het prachtige besparing, waardoor Justitie meer middelen heeft om vandalisme en misdaad te bestrijden.
*** Een defensieve slagkracht is onvoldoende om af te schrikken. Daarvoor is ook een offensieve slagkracht nodig, die hopelijk nooit moet worden ingezet. Een grootmacht die zeker weet dat ze zich bij een militaire tegenslag binnen de eigen veilige grenzen kan terugtrekken, zal gemakkelijker tot steeds nieuwe avonturen geneigd zijn. Kijk naar de buitenlandse interventies van de VS. De vrees echter voor een tegenoffensief op haar eigen grondgebied, zoals Duitsland en Japan overkomen is, blijft de best mogelijke afschrikking om er niet aan te beginnen.
**** Het percentage van de bevolking dat volgens opinie-onderzoek bereid is het land te verdedigen verschilt van land tot land. Dit zijn de Europese percentages:
Nederland 15 %; Duitsland 18 %; België 19 %; Italië 20 %; Spanje 22 %; Slovenië 22 %; Oostenrijk 22 %; Tsjechië 23 %; Bulgarije 25 %; Engelan 26 %; Portugal 28 %; Frankrijk 28 %; Slovakije 30 %; Moldavië 30 %; Montenegro 32 %; Wit-Rusland 32 %; Lithouwen 35 %; Ierland 38 %; Macedonië 38 %; Roemenië 38 %; Denemarken 38 %; Zwitserland 40 %; Estland 40 %; Letland 42 %; Polen 48 %; Hongarije 48 %; Kroatië 50 %; Albanië 50 %; Griekenland 54 %; Bosnië-Herzegovina 55 %; Zweden 55 %; Rusland 58 %; Noorwegen 58 %; Oekraïne 62 %; Turkije 73 %; Finland 74 %
Veiligheid, lichamelijk en materieel, is wel wat defensie en justitie gemeen hebben, als doel. Er woedt jihad, nu, op het grondgebied. Maar de overheid wil en kan niets doen om de autochtoonse bevolking te beschermen. Dus: eerst de militaire problemen die ervm nu al zijn oplossen. Dan Oekraine, Georgie, ... gaan veroveren. djl
BeantwoordenVerwijderen"De overheid slaagt er niet om de veiligheid en eigendom van haar eigen bevolking te beschermen … In geen ander land wordt men zo vaak geconfronteerd met vandalisme, misbruik en diefstal. Er is, vooral in Brussel, sprake van een absoluut probleem van straffeloosheid. Het hof van beroep van Brussel heeft aangekondigd dat het genoodzaakt is zittingen op te schorten …** "
BeantwoordenVerwijderenEen argument dat zó uit de MAGA-campagne komt. Als Trump dit aanhaalt schreewt CNN, de morgen, de standaard & cie : "fascist, gevaar voor de democratie!"". Als een element als Van Cauter dit argument hanteert is het voor dezelfde MSM OK voor de democratie.
"We hebben niets om voor te vechten"
BeantwoordenVerwijderenIs het niet juist dit wat Israël zo sterk maakt? Ze hebben iets o"m voor te vechten nl een paradijs dat ze zelf gecreëerd hebben temidden van de barbarij. Het geboortecijfer onder de israëlis is dan ook merkelijk hoger dan in andere westerse landen. Zoals Dan Shiftan zegt: "We have a good life here, but from time to time, we have to fight somewhat...". Europeanen schijnen niet te beseffen dat ze heel hebben om voor te vechten. "The strange death of Europe"...
De ervaring heeft me geleerd dat mensen iets pas naar waarde schatten als ze het verloren hebben.
VerwijderenHet klopt dat de Israeli's iets hebben om voor te vechten. Maar ook wie een imaginair paradijs nastreeft, zoals de Gazanen bijvoorbeeld, hebben iets om voor te vechten. Hun geboortecijfers zijn ook enorm hoog.
VerwijderenDat we heel veel hebben dat het verdedigen waard is, dat is ook mijn gevoel. Vandaar dat de titel 'We hebben niets om voor te vechten' mij zo tegenstond.
Dag Filippe. Ik vind je gezeur wat efficiënte missen. Vooral bezig met jouw ego, en tot voor kort dat van je vader. Ik werk sinds enkele maanden met asielzoekers. Die graag en goed Nederlands leren. Mooie mensen die ons elitaire universitairen tot wat meet bescheidenheid kunnen brengen.
BeantwoordenVerwijderenAlle bewondering voor je werk. Ik ben er zeker van dat het iets goeds zal opleveren. Mijn egoïsme, ja, daar zeg je wat.
Verwijderen