Meestal wordt tsjeverij in verband gebracht met een zekere mate van valsheid, maar het lijkt mij onrechtvaardig om die slechte eigenschap op één politieke partij te betrekken. Zelf spelen we, als het zo uitkomt, allemaal wel eens vals, spreken we met dubbele tong, en planten we een figuurlijk mes in de rug van een collega, en bij politici – van álle partijen – zie je het wat vaker. Ja, politici zijn soms vals – ’t mag met een krijtje aan de balk hoor.
En het voortdurende gekuip van CD&V dan in de regering? Met één voet in de regering en met de andere voet in de oppositie? Altijd maar schieten op N-VA-ministers waarmee ze samen in de coalitie zitten? Is dat geen tsjeverij? Ja, misschien, maar ‘t is ook een verstandige politiek. CD&V kan N-VA jennen zoveel ze wil, bij de volgende regeringsvorming kunnen de vlaams-nationalen niet zonder de christendemocraten. Het omgekeerde geldt niet. De christendemocraten kunnen best een regering vormen zonder vlaams-nationalen, maar met groenen en socialisten in de plaats. En, mocht dat niet genoeg zijn, de geheime code om de liberalen erbij te krijgen is 1-2-3-4. ’t Is in die omstandigheden eigenlijk onbegrijpelijk dat CD&V niet nog meer inspanningen doet om N-VA op stang te jagen.
Zelf denk ik bij tsjeverij aan iets anders – aan iets wat men vaak als ‘schijnheiligheid’ omschrijft. Het gaat mij niet om de vuile streek, maar om het verbaasd-onschuldige gezicht dat men opzet bij het uitvoeren van die streek. Ik zie het niet bij de nijdige Eric Van Rompuy en ik zie het niet bij de schriele Wouter Beke. Ik zie het zelfs niet bij Kris Peeters, ook al lacht die de laatste tijd een beetje als een niet helemaal oprechte oude tante, of, zoals mijn Facebookvriend Ed Van Gasse met meer precisie schreef, als Robin Williams in Mrs. Doubtfire.
Onlangs zag ik iets op de Facebookpagina van Mark Van de Voorde dat er mij wél vaagjes aan deed denken. Mark heeft een christelijke en christendemocratische achtergrond. Hij was perschef van het bisdom van Brugge, hoofdredacteur van het Parochieblad, adviseur van Yves Leterme en medewerker van Herman Van Rompuy. Op zijn Facebookpagina bepleit hij een plaatsje voor de godsdienst in de publieke ruimte, belicht hij vluchtelingenproblematiek en immigratie vanuit de evangelische waarden, en maakt hij vergelijkingen tussen N-VA en het nazisme van de jaren dertig. En onlangs postte hij een spotprent van Marec over Pol Van den Driessche, ook van de N-VA, met een naar mijn smaak wat tsjeverige commentaar.
Die spotprent is erg grappig. Een goed herkenbare Pol heeft een argeloze jongedame achterwaarts benaderd, zijn kruis tegen haar billen geduwd, en, met zijn armen onder haar oksels gestoken, betast hij haar borsten. ‘t Is grappiger als je het ziet. Er staat een tekst bij ‘En zie je van Brugge, zet je van achter*’. Met die tekst wordt verwezen naar de Waals-Brusselse partij ‘Islam’ die voorstelt om vrouwen achteraan te laten plaatsnemen op bus en tram, zodat ze veilig zijn voor ongewenste aanrakingen. En dat Pol vroeger al eens een vrouw ongewenst aanraakte is goed gedocumenteerd. Hij heeft het zelf toegegeven.
Je kunt nu zeggen dat die spotprent misplaatst is. Dat de handtastelijkheden van Pol tot het verleden behoren. Dat hij daarvoor zijn publieke excuses heeft aangeboden. Dat er geen nieuwe feiten zijn. Dat er geen verband is tussen Pol en die ‘Islam’-partij. Dat van de ‘Islam’-partij naar dat liedje over de Bruggelingen die zich ‘van achter moeten zetten’ slechts een heel dun, kronkelend, flauwgeel verbindingslijntje loopt. Maar zulke dunne, kronkelende verbindingslijntjes zijn nu net waar het bij spotprenten om gaat. Als ik een politiek ongebonden tekenaar was, en ik was op hetzelfde idee gekomen, ik had de tekening ook gemaakt. En als ik, zoals Mark, een negatief oordeel had over N-VA, ik zou de tekening misschien ook posten. Elk beetje schade dat die partij daardoor zou lijden, zou ik dan mooi meegenomen vinden.
Maar goed, ik werd dus vooral getroffen door de commentaar die Mark bij de tekening plaatste. Mark zegt dat hij het ‘niet kon laten om dit te delen omdat het iets aantoont over de politieke campagne. Als een partij uit alles garen wil spinnen, krijgt ze wel eens de klos in haar gezicht.’ Dat van dat garen en die klos is een mooi spreekwoord dat ik niet kende en dat naar de textielnijverheid verwijst. Als je vezels – van wol, vlas of katoen – in elkaar wil draaien tot een stevige draad, kun je die draad best vergaren rond een sneldraaiende klos en dan kan het gebeuren dat die klos losspringt en in je gezicht terechtkomt. Het spreekwoord betekent dus dat wie overal voordeel uit wil halen (‘garen spinnen’) ook wel eens een weerbots vangt (‘klos in het gezicht’). Een klos in je gezicht krijgen, is ongeveer hetzelfde als een boomerang in je gezicht krijgen.
Mark ziet in de afbeelding van Pol Van den Driessche een terugslag die N-VA moet ondergaan omdat de partij zo fel gereageerd heeft op het ‘Islam’-voorstel van gescheiden plaatsen op bus en tram. Ik interpreteer dat anders. Ik zie wel het verband tussen Pol en het ‘Islam’-voorstel maar ik zie geen verband met de N-VA-reactie op dat voorstel. Het was niet Pol die de N-VA-reactie verwoordde. Ook stond N-VA niet alleen met haar reactie. Andere partijen als CD&V, Open-VLD en Groen hebben ook fel gereageerd. Maar over verbanden en voorbeelden kun je blijven discussiëren. Ik vind de verwikkelingen rond Tom Meeuws een veel beter voorbeeld van een terugspringende klos, maar als Mark het voorbeeld van Pol beter vindt, is dat zijn goed recht.
Het gaat mij trouwens meer om het vervolg van de commentaar. Mark beweert dat hij de tekening plaatste om iets te zeggen over ‘de moraal van het verhaal’ en alvast niet omdat hij ‘de humor van de cartoon zelf goed zou vinden.’ En hij herhaalt daarna nog verschillende keren dat hijzelf de tekening niet humoristisch vindt. Mark moet daar niet om lachen, om zulke tekeningen.
Er doemt bij mij een beeld op van twee, nou ja, tsjeven op de trein die samen een boekje met pornografisch fotomateriaal doorbladeren. ‘Kijk hier,’ zegt de een, ‘schandalig.’ ‘Kijk daar,’ antwoordt de ander, ‘nog erger.’ ‘En zeggen dat je zulke boekjes overal vrij kunt kopen,’ zegt de ene weer. En zo gaat dat maar door, bladzijde, na bladzijde, na bladzijde, na bladzijde.**
*Het lied gaat verder als volgt: ‘Ge moet van voren in de reke niet gaan staan.’ In vertaling: ‘En ben je van Brugge, neem dan plaats achteraan / Je moet vooraan in de rij niet gaan staan.’ ’t Is grappiger als je het liedje ook echt zingt.
**Ed van Gasse reageerde op mijn Facebook-pagina met volgende anekdote: ‘Toen ik een jaar of dertien was, leende ik aan een
klasgenoot (de latere kunstschilder Paul Morez) een erotisch tijdschrijft uit
(De Lach, als je het nu zou zien, kan je je ogen niet geloven, zo flauw en
onschuldig). Dat zat verscholen in een plakboek over de Beatles. Beide werden
geconfisceerd door onze leraar Latijn die toen ook waarnemend prefect was. Hij
ontbood mijn moeder om haar de levieten te lezen over haar seksueel
geobsedeerde zoon. Mijn moeder vertelde me later dat hij tijdens het gesprek de
hele tijd door heen en weer zat te bladeren in het euvele boekje, alle tieten
geringschattend monsterend terwijl hij alsmaar bleef zeggen: “Kijk, dat doet
mij nu als volwassen man allemaal niets, zie. Kijk, kijk.” Ik denk dat dit voor
mijn moeder toch een beetje een #metoo moment was.’
Zulke beschouwingen tref je niet aan in zelfs zogeheten kwaliteitskranten, om in te lijsten werkelijk! Grondig en to the point!
BeantwoordenVerwijderen"Mark zegt dat hij het ‘niet kon laten om dit te delen omdat het iets aantoont over de politieke campagne. Als een partij uit alles garen wil spinnen, krijgt ze wel eens de klos in haar gezicht.’" Tja, ik dacht hier krijgen we een kritische eerder intellectuele observatie van de eigen kant, maar integendeel het werd op een andere politieke partij gericht. Wat nogmaals aantoont dat met ideologisch bevangen mensen het moeilijk te communiceren is. Feiten hebben voor hen weinig belang.
BeantwoordenVerwijderen