Erg veel van geschiedenis afweten, moet
een zware last zijn om te dragen. Je krijgt voortdurend te maken met mensen die
geen geschiedenis kennen, die het onderscheid niet kunnen maken tussen Karel de
Grote en Keizer Karel en die niet goed kunnen inschatten of Napoleon nu voor of
na de Franse revolutie kwam. En die mensen rijden ook allemaal met de auto.
Zeker als er een historische film op
de televisie is, moet de geschiedkundig gevormde op zijn tanden bijten. Die
ridderhelm, zucht hij dan, werd pas twee eeuwen later gedragen. Kijk, en die Homerische
Grieken beréden hun paarden niet, maar spanden ze in voor hun strijdwagens. En,
nee hoor, de Romeinen rond de tijd van Christus hadden geen galeislaven, dat was
iets van veel later, bij de Genuezen. En,
ach, dacht je nu echt dat zo’n kasteel van de Tudors iedere week gereinigd werd
met een industriële stofzuiger? Allemaal fout, fout, fout. Het ergste is nog wanneer
een Hollywoodse sandalenfilms van de jaren 60 wordt uitgezonden. Zelfs de kleur
van de bomen, de lucht en de zee zit daar fout.
Gelukkig weet ík niet zoveel van
geschiedenis af, maar zelfs het kleine beetje dát ik weet, kan mij al flink wat
ergernis bezorgen. Laatst waren we in Sint-Petersburg. Op allerlei pleinen en
straten lopen daar mannen en vrouwen rond die beweren dat ze Peter de Grote en
Catharina de Tweede zijn, en tegen een kleine vergoeding zijn ze bereid te
poseren voor een foto. Je kan ook op die foto als je dat wil.
Ik heb daar wel tien keer een
opmerking over gemaakt tegen mijn zoon. Die Catherina was gekleed in een
Marie-Antoinette-pakje; dat kon er nog mee door. Die twee leefden grofweg in
dezelfde tijd. Maar Peter was gekleed als Marie-Antoinettes man, en dat is er toch
minstens driekwart eeuw naast. Een 17de-eeuwer is geen 18de-eeuwer. En dat
voor iemand die zoals Peter zóveel belang hechtte aan kleren dat hij aan zijn
onderdanen de lengte van hun jassen voorschreef.
Ik weet toevallig, of denk te weten,
hoe dat vestimentair anachronisme kan worden verklaard. Die Petersburgse mannen
en vrouwen lopen natuurlijk niet altijd rond in die historische kleren. In het
gewone leven dragen ze gewoon een hemd en een spijkerbroek zoals u en ik. Die
historische kostuums huren of kopen ze in een carnavalswinkel. En die winkels
hebben nu eenmaal hiaten in hun assortiment. Je vindt er gemakkelijk de
Marie-Antoinettemode, maar Engelse Restoration bijvoorbeeld, of Regency en Franse
Empire, zijn veel moeilijker te pakken te krijgen.
Enkele jaren geleden had ik met mijn
klas afgesproken dat we ons voor de 100-dagenviering zouden kleden naar de mode
van het Jane Austen-tijdperk. De carnavalwinkels in de buurt werden grondig
doorzocht en de meisjes vonden al gauw wat ze zochten, of anders hadden ze een
moeder of grootmoeder die handig was met naald en draad. Maar voor de jongens
was het een heel andere zaak. In Huis Baeyens vond ik voor mijzelf een vest,
broek en jas die min of meer voor Regency konden doorgaan, maar ik had geloof
ik het laatste exemplaar te pakken. Voor de leerlingen bleef niets anders over
dan een Biedermeierjas, -vest en broek aan te trekken. Ach, goed genoeg, vond ik.
Dat Biedermeierkleren ook in Russische
carnavalswinkels gemakkelijk te vinden zijn, blijkt overigens uit het volgende.
Vanuit Petersburg maakten we een uitstapje naar Tsarskoje Tselo. Er is daar een
mooi park en een mooi paleis en ook kun je er het lyceum bezoeken waar Poesjkin
school gelopen heeft, al is die school niet goed aangeduid en moet je even
zoeken. We liepen wat door de straten en al gauw zagen we een Catharina de Tweede
en een Peter de Grote paraderen, op hun laat achttiende-eeuws. Maar wie was dat
heertje dat naast hen liep, met zijn uitwaaierende haardos, zijn donkere
geklede jas en zijn korte hoge hoed? ’t Was warempel Poesjkin. Zijn Biedermeier
outfit paste hem prima. En historisch viel er niets op aan te merken.
* Mijn andere stukjes over Sint-Petersburg vind je hier1,
hier2,
hier3 en hier4.
Selo = dorp. царское село dus. tselo wordt цело geschreven :-) Leuk artikel.
BeantwoordenVerwijderen