vrijdag 19 mei 2023

Ik word 68


 
   Met mijn verjaardag, in mei dan nog, word ik eindelijk wat ik altijd had willen zijn: een mei 68’er, een soixant-huitard. Ik ben namelijk een paar jaar te laat geboren waardoor ik de barricades van 55 jaar geleden net gemist heb. In 68 zat ik nog in het eerste middelbaar en ik wist van toeten noch blazen. Maar vanaf het derde middelbaar hoorde ik van vriendjes welke interessante dingen er allemaal gebeurden in de wereld buiten de schoolmuren De Parijse studenten waren nog altijd rumoerig in Parijs, en in Leuven was het niet veel beter. De liberale filosoof Raymond Aron was in Leuven komen spreken en hij werd zo hard uitgefloten dat hij had gezegd: ‘C’est pire ici qu’à Paris.’ Ik hoorde het verhaal van een vriendje, en die had het weer gehoord van één van de fluiters. Die fluiter, moet je weten, was een 68’er, een marxist en een maoist, zoals zovelen in die tijd.
     Een direct gevolg van mei ’68 voor mij persoonlijk was dat ik ook marxist en maoïst werd, en dat gedurende 15 jaar gebleven ben. Dat is één ding. Maar mei 68 heeft voor mij - en voor iedereen eigenlijk - veel meer betekend dan die excentrieke omweg. Mei 68 was veel meer dan straatprotest en maoïstische folklore. Het was het begin van een generatiewissel.  Een jonge generatie, die het anders wou doen, begon aan haar ‘lange mars door de instellingen*. Boven alles was het, ik vind dat zelf niet uit, een keerpunt in de gezagsverhoudingen**. Vroeger werden kinderen bang gemaakt met de politie die je zou komen halen als je stout was, of met Zwarte Piet, maar nu zijn er jaar na jaar geen stoute kinderen meer. We moeten niet bang meer zijn voor een uitbrander van de politieagent, of van de papa, de juf, de meester, de leraar, de directeur, de sergeant, de treinconducteur, de professor, of de baas. Er worden minder uitbranders gegeven dan vroeger, en voor iemand die bang is van uitbranders, zoals ik, is dat goed nieuws. Een baas of een professor die vandaag te veel uitbranders geeft, wordt aangeklaagd wegens grensoverschrijdend gedrag. Het gezag heeft vandaag een minzaam gezicht gekregen en wordt met de voornaam aangesproken.
     Daar staat iets vervelends tegenover. Het hoofdelijke gezag is vervangen door een collectief gezag, de schooldirecteur is vervangen door een schooldirectieteam, de inspecteur is vervangen door een doorlichtingsteam, het goede of slechte humeur van de gezagdrager is vervangen door reglementen en procedures, en het ergste: over alles wordt vergaderd***. Soms denk ik dat men in mei 68 het vergaderen heeft uitgevonden en dat het zich nadien verspreid heeft naar alle instanties waar men de schijn van inspraak en participatie wil hoog houden, hoe vermoeiend dat ook is. En soms is het nóg erger en wordt die inspraak en participatie ook nog eens serieus bedoeld. Dan word je als individu niet verpletterd door het gezag boven je, maar door een meerderheid van je gelijken – ik wil het woord vakvergadering hier niet uitspreken. De mei-68’ers beweerden dat ze de structuren gingen veranderen. Ze hebben vooral veel structuren in het leven geroepen.  
    Dat is nog niet alles. Niet alleen de vorm van het gezag is veranderd, ook de domeinen waarop het gezag wordt uitgeoefend is dat. Vroeger besliste de directeur van een school dat leraren geen jeans mochten dragen en dat leraressen kousen moesten dragen omdat, zoals een van hen zei: ‘’t iên biên ‘’t àànder nie ies’, maar eenmaal in de klas was de leraar schipper naast God, als hij zijn leerlingen maar onder controle hield en fatsoenlijke examens maakte. Vandaag wordt met gesofistikeerde software gecontroleerd of die leraar het pedagogisch project van de scholengemeenschap wel uitvoert. Vroeger bestond een leerplan uit enkele A4’tjes met een opsomming van wat de leerlingen voor het examen moesten kennen, nu bestaat het uit een uitgebreide pedagogische handleiding, en een opsomming van wat de leerlingen voor het examen niet moeten kennen. Vroeger kwam een nieuwe leraar op school aan en werd hem kortaf meegedeeld waar en wanneer hij aan wie les moest geven. Nu moet hij, naast het lesgeven, een ‘begeleidingsparcours’ van twee jaar ondergaan.
     Je zou het ook zo kunnen zeggen: het gezag is vandaag minder streng dan vóór 68, soms gemoedelijker, soms democratischer, altijd bureaucratischer, en helaas … ook altijd totalitairder – en dat in meer dan één betekenis. De eerste betekenis heb ik zojuist aangehaald: de controle strekt zich uit over domeinen die vroeger aan het soevereine individu werden overgelaten. Dat is in elk geval mijn ervaring in het onderwijs geweest. 
     De tweede betekenis van het totalitarisme betreft de graad van tolerantie in de maatschappij. Rond mei ’68 begon een periode van grote tolerantie voor afwijkend gedrag op gebied van seksualiteit, kledij, levenstijl, levensopvatting, uitgavepatroon, enzovoort. Vroeger werd op die zaken scherp toegezien door de pastoor, de roddeltantes, de buren en de vooraanstaande burgers van het dorp. Een man die zich gek kleedde, of lang haar had, of rare ideeën verkondigde, of zijn vrouw bedroog, of vulgaire praat uitsloeg, of een auto kocht die te duur was voor zijn stand en inkomen, die werd op afstand gehouden. Na mei ’68 echter brak een tijdperk aan van vrijheid-blijheid, wat voor velen van ons het leven veel gemakkelijker heeft gemaakt****.
     Ik zal wel niet de eerste zijn die opmerkt dat de evolutie nu in omgekeerde richting verloopt en dat de radicaal-groene ideologie, de politieke correctheid en de woke-beweging een nieuw tijdperk van intolerantie inluiden. Oud-linksen betreuren dat. Ze zien in die bewegingen de ontkenning van alles waarvoor in mei ’68 op de barricaden werd geklommen. Maar de radicaal-groenen, de politiek-correcten en de wokers zijn aan de andere kant zelf ook erfgenamen van ’68 omdat hun nieuwe intolerantie geen beroep doet op de pastoor, de roddeltantes en de buren, maar op instituten en structuren: wetten, reglementen, richtlijnen, comités, vergaderingen, rechtbanken, en in zekere zin ook de media.
     Ik zie dat allemaal met lede ogen aan. Misschien is dat omdat ik een nu een oude reactionair ben. Misschien is het omdat ik nu 68 ben. 

     

 

* De uitdrukking ‘lange mars door de instellingen,’ naar het voorbeeld van Mao’s militaire lange mars, was een modieuze uitdrukking die ik voor het eerst hoorde op een vergadering van het Jong-Davidsfonds van Menen. Het suggereert een bewuste strategie, maar was in werkelijkheid grotendeels een spontane evolutie. Er moesten nu eenmaal mensen zijn om in de bestaande instellingen de oude garde op te volgen die op pensioen ging. En wie anders kon de oude garde opvolgen dan het jonge volkje van ’68? 

** Mei ’68 was, naast een keerpunt in de gezagsverhoudingen, ook een triomf van het egalitaire discours, dat vroeger alleen kenmerkend was voor de socialisten en communisten, en ook bij dezen niet op alle domeinen. ’68 viel ook samen met de doorbraak van de  zogenaamde ‘consumptiemaatschappij’, die in de plaats kwam van de maatschappij van werken-en-sparen-voor-later. Hans-Herman Hoppe zou zo’n morele ommekeer als een toename van time preference omschrijven.

*** Er zijn natuurlijk meer redenen voor de moderne vergaderinflatie, maar de cultuur van actiecomités en zogenaamde ‘volksvergaderingen’, naar communistisch model, moet daar een van zijn. Veel jonge twintigers deden daar de ervaringen op die ze later in toepassing zouden brengen in het onderwijs, de ngo’s, de cultuursector, de administratie, en delen van het bedrijfsleven. 

**** Die tolerante sfeer leidde ook, beweert Steven Pinker, tot meer misdaad.

4 opmerkingen:

  1. Tegenwoordig moet ook ALLES gedocumenteerd worden zodat eindeloze analyses, beoordelingen en veroordelingen gebaseerd kunnen worden op die documentatie. Dit is een gevolg van de brede verspreiding van de MBA (Master of Business Administration) mentaliteit.

    De documentatie dient ook als voer voor eindeloos vergaderen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Papier omwille van het papier. En het wordt volgens mij nog erger als alles gedigitaliseerd wordt, met elektronische agenda's die aan leerplandoelstellingen gekoppeld worden, enzovoort.

      Verwijderen
  2. HDW: Marcuse sprak al in de jaren '60 zaliger van "tolerante intolerantie en intolerante tolerantie"

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik ben niet zo gek op Marcuses begrip van 'repressieve tolerantie'. Tolerantie is tolerantie, en of het effect 'systeembevestigend' is of niet, interesseert mij minder.

      Verwijderen