zondag 7 mei 2023

Karel heeft echt bestaan

Karel en de Russische dissident Amalrik.

    
 Karel heeft echt bestaan en ik heb hem twee keer gezien*. De eerste keer was ik achttien jaar. Op een middelbare school in Roeslare werd een debat georganiseerd over de voor- en nadelen van het communisme. Het pannel bestond uit de communistische dichter Marc Braet, de trotskist François Vercammen, de Vlaams-nationalist Vic Vanbrantegem, de slavist Karel van het Reve, en een uitgeweken dissident – Dimitri Panin geloof ik.
     Wat de heren en kameraden vooraan vertelden, interesseerde mij niet erg. Panin zei dat de Russen soms tot kannibalisme overgingen om te overleven, Van Brantegem zei dat er minstens hongersnood was, Van het Reve zei dat er minstens ravitailleringsproblemen waren, waarop Braet antwoordde dat het probleem in Rusland niet honger en ondervoeding was, maar obesitas van te veel eten. Vercammen vond dat het debat over iets anders moest gaan dan altijd maar over dat eten.
     Ik wachtte ongeduldig mijn kans af om vanuit de zaal een paar ‘kritische vragen’ te stellen. Tijdens het vragenuurtje sprong ik recht. Waarom leuterde men maar door over Rusland terwijl iedereen wist dat het echte communistische voorbeeld al lang China was? En waarom had men voor het debat de échte communisten van Amada niet uitgenodigd? Toen ik die laatste vraag stelde, zag ik een valse lach verschijnen op het gezicht van Vercammen. De vuile trotskist!
     Karel heeft op die avond ongetwijfeld zijn theorie uiteengezet over het Grote Siberische Gat waarin volgens hem de meeste Russische producten terechtkwamen, aangezien die producten toch érgens terecht moesten komen, en het was in elk geval niet bij de consument. De ironie was aan mij niet besteed. Hij sprak ook wat stiller dan de anderen en bovendien was het mij niet duidelijk wat hij daar kwam doen. De andere sprekers waren ten minste militanten, vijanden weliswaar, maar militanten. Wij behoorden tot dezelfde wereld. Karel niet. Hij bestond wel, maar was niet van deze wereld – van onze wereld, bedoel ik.
     De tweede keer was twintig jaar later. Ik ‘kende’ Karel ondertussen. Er werd ergens in Antwerpen een Elsschot-avond georganiseerd en Karel zou van de partij zijn. Mijn vrouw en ik zaten op de tweede rij, want ik wist uit ervaring dat Karel wat stiller sprak. Naast ons zat een Spaanse vriendin die geen woord Nederlands begreep, maar meegekomen was omdat zij mij zo vaak had horen oreren over Elsschot en Karel. Ze vroeg voor de zekerheid nog eens wie van de twee het was die zou spreken.
     De vragen werden gesteld door Frans Boenders en hij had aan Karel geen gemakkelijke klant. Karel beantwoordde elke vraag met een sneer en had de lachers op zijn hand. Was Elsschot geen gespleten figuur, wou Boenders weten, half rebel en half burgerman? Ja, wat is een burgerman? antwoordde Karel. Was er iets fout aan geld verdienen om een talrijk gezin te onderhouden? Had Elsschot misschien in Antwerpen moeten rondlopen met een rode jas aan en met een hoge hoed op? 
     Mijn Spaanse vriendin lachtte hartelijk mee met de rest. Mijn vrouw kreeg medelijden met Boenders. ‘Hij kan hem niet aan,’ zuchtte ze.  Zelf aarzelde ik of ik na afloop op Karel toe moest stappen om hem iets te zeggen. I’m your biggest fan, of zoiets. Maar ik heb het niet gedaan. Karel was immers ook niet op Nabokov toegestapt toen hij hem had horen spreken. 

     

* Mijn andere Karel-stukjes staan hier, hier, hier, hier,  hier.

4 opmerkingen:

  1. Welke van de 3 biografieën is volgens jou de beste? Groet, Flor.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Van Verrips herinner ik mij niet veel meer. (Ik dacht dat jij die gelezen had). Ik geloof dat zijn waarde vooral was dat hij uit minder bekende teksten citeerde, die ondertussen in het Verzameld Werk zijn opgenomen.
      Holman vind ik heel leuk, maar 't is allemaal is erg fragmentarisch.
      De laatste zal wel de beste zijn. Groet, Philippe.

      Verwijderen
  2. Ik herinner me nog het snerend liedje uit mijn collegetijd "A me da gewetn, a me da gedoan", waar uiteraard "Amada" ipv "A me da" bedoeld werd.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Iedereen die nog het Amada-krantje aan de fabriekspoort verkocht heeft, kent dat liedje, want het werd wel eens gezongen door de arbeiders die ons daar zagen staan.

      Verwijderen