De lege brooddoos
’s Middags zie je in de buurt van onze Delhaize tientallen kinderen rondlopen met belegde broodjes die ze er net hebben gekocht. Er is daar een technische school in de buurt. ‘Dat zijn er ook met een lege brooddoos,’ zegt mijn vrouw als ze dat ziet. Ik lach dan even, al is een lege of slecht gevulde brooddoos niets om mee te lachen. Arme gezinnen hebben vaak niet genoeg geld voor gezonde voeding. Bovendien komen arme mensen in een financiële tunnelvisie terecht waardoor zij minder goede budgettaire keuzes maken en wel eens een grote zak chips kopen in plaats van een brood. In de Colruyt kosten die allebei 1,99 euro. In elk geval, minister Crevits heeft 150.000 euro vrijgemaakt om te onderzoeken hoe groot het brooddozenprobleem is en of gratis gezonde schoolmaaltijden er de beste oplossing voor zijn. Algemene cijfers zijn er nog niet.
Waar wel algemene cijfers over bestaan, dat is het aantal kinderen in het vierde leerjaar dat zegt bijna elke dag met honger op school aan te komen. Schrik niet beste lezer: 43 procent*! Dat zijn natuurlijk niet allemaal armen. Veel van die kinderen hebben geloof ik juist géén honger als ze opstaan of als ze het huis verlaten. Pas onderweg en op school begint hun maag te grommen. Toen ik in het eerste en het tweede leerjaar zat, hadden mijn ouders de grootste moeite om mij ’s morgens aan het eten te krijgen. ‘Philippe eet!’ herhaalde mijn moeder dan tientallen keren. In het West-Vlaams ‘Philippe èt!’ Het werd een tijdje mijn bijnaam thuis: Philippette. Als mijn grootvader erbij was, verminderde de druk. ‘Je moet die jongen niet dwingen om te eten,’ zei hij. Toen mijn zoon naar school ging, was het ook een onmenselijk karwei om hem aan het eten te krijgen vóór hij naar school vertrok.
Op de school waar ik les gaf, pakte men de zaak als volgt aan. De leerlingen konden ’s morgens voor de les naar het cafetaria om daar een koffiekoek of een donut te kopen. Er werden ook yoghurtjes en vers fruit aangeboden geloof ik, maar die hadden minder succes. En als een leerling in mijn les vroeg of hij iets mochten eten, gaf ik meestal de toestemming.
Naar boven schoppen
De filosoof Ignaas Devisch stelde zich onlangs de vraag hoe we onze ‘buikgevoelens’ kunnen sturen. Hoe kunnen we het mooie laten voorgaan op het lelijke? We hebben daar volgens hem een aantal regels voor nodig. En hij citeert er een van de veel te vroeg gestorven dichter Stijn de Paepe. ‘Als je een forum hebt, moet je nooit naar beneden schoppen, alleen naar boven.’ Ik vind dat geen goede regel. Hij doet mij teveel denken aan Raoul Hedebouw die in de Reuzegom-zaak het forum van de kamer gebruikte om te schoppen naar ‘de zonen van de bankiers, de zonen van de zakenlui, de zonen van de rechters die klaargestoomd worden om hard te kunnen zijn tegen de volkse lagen van onze samenleving.’ Joren Vandermeersch, die de toespraak vanop de publiekstribune volgde, moest daarbij denken aan de Franse revolutionair Marat.
Verontwaardigd over een ander vonnis
Op Vrt.nws van 23 mei lees ik dat de uitbater en de zaakvoerder van café Picasso in Leuven zes maanden effectieve gevangenisstraf hebben gekregen voor het projecteren van racistische en xenofobe memes op het televisiescherm. Er waren klachten gekomen van PVDA-leden – wier namen ik niet ken en die ik anders toch niet openbaar zou maken – over tekstjes als Liever koeien in de wei, dan nog een asielzoeker erbij en My generation had Wonder Woman, you generation has Wonder if it’s a woman. Ik vraag mij af of Tom Naegels die laatste uitspraak ook ‘geestig, snel, bijna cartoonesk’ zou noemen, en bovendien ‘symbolen, die niet per se letterlijk gemeend zijn’?
Naast die lichtzinnige vraag over Naegels heb ik een andere ernstige vraag: is dat vonnis rechtvaardig? Ik vind van niet. Het zal juridisch wel goed onderbouwd zijn. Het volgt wellicht de letter en de geest van de antiracismewet. En de zwaarte van de straf is verantwoord omdat de veroordeelden een strafregister hebben vanwege eerdere feiten. Er valt de rechter dus waarschijnlijk niets te verwijten. De fout zit bij de wetgever.
Wetten die de vrije meningsuiting aan banden leggen, moeten verdwijnen. Ik heb begrip voor het geestelijke leed van de PVDA-leden die zulke memes zien, zoals ik begrip heb voor het geestelijke leed dat brave Amerikanen in de jaren 60 werd aangedaan door de schunnige satire van Lenny Bruce. Was Bruce een hoogstaander en grappiger mens dan de twee cafémensen van Leuven? Dat zou wel eens kunnen. Maar dat heeft er niets mee te maken. Vocht hij voor een betere zaak? Misschien. Met de tweede meme heb ik geen affiniteit, want ik vind het flauw om transgenders uit te lachen. Maar die eerste meme … wat mij betreft mag het asielbeleid inderdaad grondig worden hervormd.
Ik zou er, wanneer ik dat laatste standpunt bepleit, de koeien niet bij betrekken, ook niet als ik een verband wil leggen met de stikstofkwestie, of als ik ze nodig heb voor het rijmwoord ‘wei’– zoals ik indertijd op manifestaties riep Tik tak, Pontiac, Vandenboeynants is een zak, terwijl die horloges niets te maken hadden met de toenmalige minister van Landsverdediging. De beleefdheidsregel is eenvoudig. Je mag nooit spreken over mensen en dieren in één zin, want dan denkt men onmiddellijk dat je mensen wil gelijkstellen aan dieren. Het zou mij trouwens niet verwonderen dat dat ook de bedoeling was van de twee Leuvense cafémensen. Dan nog moet je hen hun gal laten spuwen.
Marat
Marat … Kent iemand van mijn lezers de films van Abel Gance, Napoléon (1927), en de gesonoriseerde versie ervan Napoléon Bonaparte (1935). Marat wordt gespeeld door Antonin Artaud, die ik anders alleen ken van de literatuurgeschiedenis. De man van het ‘théâtre de la cruauté’, waarbij je ‘cruauté’ niet zomaar door ‘wreedheid’ mocht vertalen. Je moest meer denken aan het woord ‘cru’. Ik heb altijd gedacht dat het toneelwerk van Artaud niet veel voorstelde, maar zijn vertolking van Marat is subliem. Zijn ongeduldige energie, zijn abrupte bewegingen, zijn wantrouwige blik, zijn grimmassen, zijn schelle stem. Mijn lievelingsscène is die waarin Robespierre, Danton en Marat vergaderen in een achterafkamertje. Danton oreert alsof hij voor een volle zaal staat. ‘La révolution est à nous. Je veux …’ Robespierre onderbreekt hem. ‘Il ne faut pas dire « Je veux », Danton, il faut dire « la nation veut ».’ En er volgt een discussie of de koning nu recht geeft op een proces of niet. Marat kan het niet meer aanhoren en stoot een reeks kreten uit, met stijgende intonatie, onderbroken door korte pauzes: ‘La révolution … est entré à Paris … par la porte de la faim … elle n’en sortira … que rassassiée.’
Antonin Artaud als Marat |
Van links naar rechts: Marat, Danton, Robespierre |
* Ter vergelijking: 35 procent van de kinderen geeft aan dat ze zich niet uitgeslapen voelen als ze op school aankomen, wat, denk ik, voor het leerproces veel schadelijker is.
Een paar bedenkingen:
BeantwoordenVerwijderen* bij interessante lessen had ik nooit last van een hongergevoel. Tenzij naar meer uitdieping van de les...
* We moeten intellectueel eerlijk zijn: wie XX heeft op chromosoom 23 is een vrouw, wie XY heeft een man, er zijn een paar goed gedocumenteerde genetische afwijkingen, en de rest zit in de hersenen inzoverre aanwezig. En hersenen zijn beïnvloedbaar door massahysterie....
* Hoe kan een vrije maatschappij bestaan zonder absolute vrijheid van meningsuiting en vereniging ? Het antwoord op negationisme, racisme, discriminatie op basis van domme criteria moet debat, argumentatie, satire, belachelijkmaking zijn.... maar geen wetten
* Vinden we Raoul binnenkort in z'n bad ?