woensdag 27 december 2023

Thibaut Courtois, en andere kortjes


Thibaut Courtois: Het Journaal
 
   
 Vorige week dinsdag waren mijn vrouw en ik rustig naar het VTM-nieuws aan het kijken, met één oog op ons mobieltje. Plots kreeg ik het ene na het andere Facebook-bericht binnen over Thibaut Courtois. Het VRT-journaal was ermee geopend, bijna een kwartier lang. Men vond dat het te lang duurde, wat mij een redelijk bezwaar leek. Men vond dat zoiets in het Sport-item thuishoorde, wat mij ook een redelijk bezwaar leek. Men vond dat het de aandacht werd afleidde van de echte problemen, wat mij … ach nee.
     Ik vroeg aan mijn vrouw of ze ook zulke reacties binnenkreeg. ‘Neen,’ zei ze. ‘Mijn vrienden zeuren niet zo.’ ‘Dat komt omdat ze allemaal naar VTM kijken,’ antwoordde ik. Mijn riposte was natuurlijk treffender geweest als we zelf niet elke avond op die zender afstemden.

Paul Magnette: agrowth
     ‘Ik geloof in agrowth, de afwezigheid van economische groei,’ zegt Magnette. ‘In de jaren 1960 en 1970 moesten socialisten nog strijden voor economische groei en een hogere wereldwijde productie om scholen, ziekenhuizen, wegen, sportfaciliteiten en muziekacademies te bouwen … Vandaag zijn we rijk genoeg om de armoede te kunnen uitroeien als we de rijkdom beter zouden verdelen.’
     Ik laat het aan de politieke concurrenten van Magnette over om daar polemisch op te antwoorden, en aan de economen om daar wetenschappelijk op te antwoorden. Maar ondertussen heb ik enkele bemerkingen.

  1. Het is niet zeker dat Magnette – een academicus – zijn uitspraak helemaal letterlijk meent. Het is mogelijk dat ze vooral bedoeld is om het electoraat van Ecolo te charmeren. 
  2. Dat men armoede kan uitroeien door alleen te herverdelen, werd ook al beweerd in de 19de eeuw, weliswaar niet door de socialistische beweging. De armen van nu zijn heel wat beter af dan veel rijken van toen.
  3. De uitdrukking ‘armoede uitroeien’ kan op verschillende manieren worden begrepen. Als men bedoelt dat de armsten in de samenleving een consumptieniveau moeten krijgen vergelijkbaar met dat van een leraar, of, waarom niet, vergelijkbaar met dat van een politicus als Magnette, dan zal een loutere ‘herverdeling’ mathematisch niet volstaan. 
  4. Productiestijging betekent niet noodzakelijk meer auto’s maken, meer wegen aanleggen en meer gebouwen neerzetten – met misschien ecologisch nefaste gevolgen. Je kunt hetzelfde aantal auto’s, wegen en gebouwen efficiënter produceren en onderhouden, waardoor er meer mensen viool kunnen spelen en optredens geven – of iets anders kunnen doen waar vraag naar is. Ook dat is economische groei.

Marc Reynebeau: graaiflatie
     In De Standaard van 20/12 hangt Reynebeau zijn column op aan het woord van het jaar graaiflatie. ‘Bedrijven,’ schrijft Reynebeau ‘misbruiken de inflatiegolf … om hun prijzen excessief op te drijven … Van de graaiflatie is in Nederland al een schatting gemaakt. Die bedraagt zowat 20 procent, wat neerkomt op een geheel onverantwoorde, louter op misleiding gesteunde transfer van arm naar rijk van miljarden euro’s.’
     In Nederland? Jawel, dat is een moedwillige keuze van Reynebeau want ook de Belgische cijfers zijn bekend. En ze stonden in De Standaard van de dag voordien. ‘In juni stelde de Nationale Bank van België dat graaiflatie in ons land geen wijverspreid fenomeen was. Bij ons gingen de winsten in het gros van de sectoren naar beneden.’
     Die daling van de winsten, is dat in het wereldbeeld van Reynebeau, dan een transfer van rijk naar arm?

Luc Sels: het establishment
     Sommige mensen kunnen Rik Torfs niet uitstaan. Ze worden gek als ze alleen maar denken aan zijn monkellach en zijn opgetrokken wenkbrauw. Ik kan die mensen goed begrijpen, want ik heb het voor met zijn opvolger Luc Sels. Ik heb zojuist zijn lauw betoog gelezen over de Pisa-resultaten en de Comissie van Wijzen (DS 22/12). Er staat weinig in waar ik akkoord mee ga, en weinig waar ik niet akkoord mee ga. Maar dan stel ik mij voor dat hij dat komt vertellen op televisie en ik word gek. ‘Dat is nu het gezicht van het establishment,’ wil ik uitroepen. Terwijl ik al lang zou moeten weten dat elke maatschappij zoiets als een establishment nodig heeft. 

Paul Goossens: het gevaar komt uit het Westen
     Ik moet de opinieschrijvers in De Standaard nog gewoon worden. In Paul Goossens, bijvoorbeeld, zag ik een ‘goede Europeaan’, een beetje zoals Hendrik Vos. Maar nu lees ik Goossens zijn stuk over Oekraïne en hij blijkt, in zijn eigen woorden, een ‘deloyale Europeaan’ te zijn die ‘vragen stelt bij Europa’s uitbreiding naar het Oosten’. Hier is een schisma tussen politiek-correct-links-liberaal en links tout court. De politiek correcte links-liberaal is vóór Oekraïne en tegen de Russische expansie. Maar voor een deel van links zal het Westen altijd de hoofdvijand blijven. En Goossens hoort blijkbaar bij dát deel.

Bart Brinckman: de tweestatenoplossing
     Je hoort hoe langer hoe meer mensen die luidop twijfelen aan een tweestatenoplossing voor het Israël-Palestina conflict. ‘A two-state solution is off the table,’ zei John Mearsheimer onlangs. Maar is er een andere oplossing? Bart Brinckman (DS 26/12): ‘Elke dag wordt een tweestatenoplossing onrealistischer. Ofwel voltrekt de etnische zuivering zich en pronken de zionistische Joden met hun beloofde land. Ofwel komt er een binationale staat waarbij Joden en Palestijnen als siamese tweeling met elkaar samenleven.’
     Dat is sterk. De tweestatenoplossing wordt onrealistisch genoemd, maar de binationale staat waarin Joden en Palestijnen onafscheidelijke vrienden zijn, is wel realistisch? En is het die binationale staat waarvan de betogers dromen als ze roepen From the river to the sea?

Ive Marx: de spaarpot van de rijken
     Marx, Ive, heeft ook geantwoord op het limitarisme van filosofe Ingrid Robeyns. Een van zijn stellingen, die hij overneemt van Guido Alfani, is dat de superrijken een stabiliserende factor zijn omdat ze een enorme spaarpot hebben waarop beslag kan worden gelegd in tijden van crisis. Ik weet niet zeker hoe ik dat moet begrijpen. Hij heeft het voorbeeld van de Eerste Wereldoorlog toen de rijken verplicht werden, op straffe van confiscatie, weinig rendabele oologsobligaties te kopen. 
     Is dat een spaartpot die wordt aangesproken? Mij komt het voor dat de rijken van toen waarschijnlijk, net als nu, een groot deel van hun fortuin belegd hadden in de aandelen in de vredeseconomie. De rijken konden drie dingen doen: verder investeren in de vredeseconomie, hun geld oppotten of hun geld investeren in de oorlogseconomie. Met de maatregel werden ze tot de laatste keuze gedwongen. 

Gert Peersman: alle vragen beantwoorden
     Ik heb in een vorig stukje nog maar net de lof gezongen van Gert Peersman, en nu heeft hij besloten met zijn column in De Standaard te stoppen. Hij heeft daarvoor twee redenen. Hij is het beu om als econoom altijd maar goede raad te geven aan politici die dan in het beste geval hier een daar iets overnemen dat hen goed uitkomt. En hij wil meer tijd voor fundamenteel onderzoek.
     Dat laatste argument kan op het eerste gezicht verbazing wekken. Kost het dan voor zo’n professor in de economie zoveel tijd om maandelijks een column in elkaar te flansen? Reynebeau schrijft er een elke week, en als je het hem vraagt elke dag. Maar zo’n echt goede column over economie of politiek, daar moet inderdaad nogal wat tijd in kruipen. Marc Elchardus is met zijn column in De Morgen ook van wekelijks naar tweewekelijks overgestapt om meer tijd te krijgen voor diepgaander onderzoek.
    Als ik een stukje schrijf, heb ik daar evengoed veel tijd voor nodig. Een beginpunt kiezen, de verwoording afwegen, de logica wat in de gaten houden, de meeste spelfouten eruit halen. Maar ik heb gelukkig geen reputatie hoog te houden, geen specialiteit te demonstreren, geen gezag in stand te houden. Ik wil geen politici overtuigen, zoals Peersman dat wil. Als ik iets fouts schrijf, kunnen mijn critici mij corrigeren. En vooral: ik kan mij beperken tot randbemerkingen en invallen*. Mensen als Peersman en Elchardus worden betaald om naar de kern van de zaak te gaan, en dat is heel wat moeilijker. En tegelijkertijd moeten ze heel wat ballen in de lucht houden: helderheid, luchtigheid, logica, feiten.
     Vooral die helderheid is een moeilijke zaak. Ik merk het als ik het afscheidsinterview met Peersman in De Standaard lees. Dat is allemaal interessant wat de professor vertelt, maar bij elk van zijn antwoorden zit ik met nieuwe vragen. Ergens zegt hij dat stijgende productiviteit niet zorgt voor minder maar voor meer werkgelegenheid. Hé ja, hoe komt dat? En is dat goed nieuws? Dat heb ik altijd al willen weten.
       In de columns van Peersman was dat anders. Hoe dat bij andere lezers zit, weet ik niet, maar bij het einde van het stuk waren al mijn vragen beantwoord. Niet al mijn vragen natuurlijk, maar de vragen die naar boven kwamen bij het lezen van het stuk. Zoiets komt bij columns niet vaak voor.

* Zo kan ik Reynebeau jennen omdat hij moedwillig de Nederlandse cijfers kiest, en niet de Belgische. En ondertussen moet ik niet toegeven dat zijn hoofdstelling hout snijdt: de populariteit van het woord graaiflatie wijst op ongenoegen, argwaan en misschien paranoia. 

1 opmerking:

  1. Economische nulgroei, agrowth, krimping etc zijn verkeerd begrepen reacties tegen de nadelen van de voortdurend voortschrijdende ontwikkeling. Het menselijke bestaan is er voortdurend op verbeterd, maar er is geen "eindoplossing". Het is 'onnozele' romantiek te denken dat een bestaan in evenwicht met de natuur, een aards paradijs waar er altijd bessen en fruit en duurzame goederen ter beschikking zijn en je een gelukkig leven leidt. Onheil en ziekte, beperkte beschikbaarheid van voorzieningen, goed en slecht weer etc blijven aanwezig en leiden 'automatisch' tot economische activiteit.
    Wij zijn aan het einde van een enorme doch wat brutale industriële ontwikkeling, met enorme voordelen, maar ook nieuwe grote nadelen. Enkel verdere economische ontwikkeling zal die nadelen kunnen inperken. Technisch was de industriële ontwikkeling gesofisticeerd, doch w.b. impact op mens en omgeving was ze te lang niets ontziend.

    Er is geen einde van de economische ontwikkeling, net zoals er geen einde is van de geschiedenis. En geen einde van de wetenschappelijke en technologische ontwikkeling.

    Het enige waar ik wel over twijfel: is er een einde aan de politieke ontwikkeling gekomen (behalve verder optimaliseren)? Namelijk vrijheid en democratie zijn uitgekristalliseerd als het enige systeem dat een duurzame, weliswaar moeizame, politieke orde kan schapen. Er is weliswaar nog heel veel werk aan de winkel, internationale samenwerking, vermijden van oorlogen, zelfbestuur voor alle volksentiteiten, etc, maar de basis ellementen, vrijheid en democratie, lijken voorlopig zonder concurrentie. Elk illiberaal, autoritair en dictatoriaal model is achteruitgang. Burgerbesef moet wel drstisch toenemen.

    BeantwoordenVerwijderen