Bart Brinckman (DS 1/12) schrijft naar aanleiding van het klimaatarrest dat de kwestie van de ‘activistische rechtspraak’ zeker de kern van de discussie niet mag worden. De kern van de discussie voor hem moet zijn hoe de politiek ‘met vernuft en realiteitszin’ in zeven jaar tijd de uitspraak van het arrest – reductie van CO2-emissies met 55 procent – kan verwezenlijken.
Ik hoop dat Brinckman niet boos op mij wordt als ik een andere kern van discussie kies. Ik ga daarbij, om hem plezier te doen, het woord ‘activistische rechters’ en ‘activistische rechtspraak’ niet gebruiken. Maar ik wil graag iets zeggen over de rechtstaat en de scheiding der machten, een vraagstuk dat ouder is de klimaatopwarming.
Brinckman schrijft: ‘Op basis van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en het Burgerlijk Wetboek kon het Brusselse hof van beroep niet anders dan de Belgische overheden (op Wallonië na) op de vingers tikken.’ Kon niet anders … dat zou ik nog eens willen zien. Ik wacht Cassatie af. Maar mijn vraag is een andere: wat hebben de mensenrechten er überhaupt mee te maken?
Er zijn allerlei redenen waarom een scheiding der machten een goede regeling is, maar tegelijk een problematische. Een ervan is de politieke benoeming van de rechters. Je moet het nieuws niet nauwgezet volgen om te weten dat in de Verenigde Staten de rechters van het Supreme Court door de zittende president worden voorgesteld, en dat zoiets verstrekkende politieke gevolgen heeft. Je moet ook niet veel rechters in je familie of vriendenkring hebben – een paar is genoeg – om te weten dat er ook bij ons een probleem van politieke benoemingen bestaat, en dat in de PS-staat WalloBrux wel eens een rechter benoemd wordt die een PS-kaart in zijn portefeuille heeft steken.
Het zij zo. Ik heb daar geen oplossing voor. Ik kan ermee leven.
Een ander vraagstuk is veel lastiger. Waar wordt de grens getrokken tussen de politieke en rechterlijke bevoegdheid? Mark Elchardus heeft daarrond een hele redenering ontwikkeld in zijn boek Reset. Vanuit liberale hoek kwam daarop veel kritiek – kritiek die ik gedeeltelijk onderschreef*. De belangrijkste liberale kritiek was dat een ruime bevoegdheid van de rechtbanken een garantie is tegen de ‘tirannie van de meerderheid.’
Dat is, lijkt mij, de juiste benadering. De rechterlijke macht waakt onder andere over fundamentele mensenrechten. Die zijn geformuleerd als algemene rechten, die voor iedereen geldig zijn, maar in de praktijk dienen ze om de de minderheid te beschermen tegen de meerderheid**. Neem een recht als het vrije woord. In een goed functionerende democratie is dat vrije woord per definitie gegarandeerd voor de meerderheidsopinie. Niemand zal vervolgd worden omdat hij zegt wat de meerderheid – en dus de regering – denkt. Maar de minderheid met een andere mening moet worden beschermd, desnoods tegen de democratie.
Bij de klimaatkwestie is dat anders. Hier is geen minderheid die een speciale bescherming nodig heeft – behalve natuurlijk als je David Van Reybrouck en zijn 60.000 petitie-ondertekenaars als een te beschermen minderheid beschouwt***. We zitten voor het klimaat allemaal in hetzelfde schuitje, en we moeten meerderheid tegen minderheid, beslissen welke richting het schuitje uit moet, bijvoorbeeld inzake de afweging van klimaatdoelstellingen tegenover economische groei.
We moeten daarbij goed naar de specialisten van het IPCC luisteren, maar uiteindelijk beslissen wij als burgers, en moeten de politici volgen. De rechters hebben daar geen zeggenschap over. Maakt de democratische wetgever een wet die een CO2-reductie van 75 procent voorschrijft, dan is het die wet die door de rechter moet worden toegepast. Maakt de democratische wetgever een wet die een reductie van 25 procent voorschrijft, dan is het weer die wet die door de rechter moet worden toegepast. Toegepast – niets meer en niets minder.
‘Akkoord,’ zult u zeggen, ‘maar … kan elke regio, elk land, elk continent zo maar zijn eigen normen vastleggen?’ Dat is een heel ander vraag. Dat is een naar het schaal waarop de politieke democratie georganiseerd moet worden. Daar wil ik mij vandaag het hoofd niet over breken. Maar het is in elk geval een kwestie van politieke democratie, met meerderheden en minderheden, niet van rechtspraak.
Misschien zegt u nu nogmaals: ‘Akkoord, maar … zijn een stabiel klimaat, en een schoon milieu enzovoort ook geen mensenrecht?’ Voor mij is dat in orde. Als men dat woord graag in die betekenis wil gebruiken, vooruit dan maar. Maar in die betekenis zijn economische groei en betaalde vakantie en gratis onderwijs tot 12, 16, 18 of 23 jaar ook mensenrechten – maar dan mensenrechten waarvan de modaliteiten bepaald worden door het democratisch beslissingsproces. En niet door rechters, activistisch of niet.
We moeten daarbij goed naar de specialisten van het IPCC luisteren, maar uiteindelijk beslissen wij als burgers, en moeten de politici volgen. De rechters hebben daar geen zeggenschap over. Maakt de democratische wetgever een wet die een CO2-reductie van 75 procent voorschrijft, dan is het die wet die door de rechter moet worden toegepast. Maakt de democratische wetgever een wet die een reductie van 25 procent voorschrijft, dan is het weer die wet die door de rechter moet worden toegepast. Toegepast – niets meer en niets minder.
‘Akkoord,’ zult u zeggen, ‘maar … kan elke regio, elk land, elk continent zo maar zijn eigen normen vastleggen?’ Dat is een heel ander vraag. Dat is een naar het schaal waarop de politieke democratie georganiseerd moet worden. Daar wil ik mij vandaag het hoofd niet over breken. Maar het is in elk geval een kwestie van politieke democratie, met meerderheden en minderheden, niet van rechtspraak.
Misschien zegt u nu nogmaals: ‘Akkoord, maar … zijn een stabiel klimaat, en een schoon milieu enzovoort ook geen mensenrecht?’ Voor mij is dat in orde. Als men dat woord graag in die betekenis wil gebruiken, vooruit dan maar. Maar in die betekenis zijn economische groei en betaalde vakantie en gratis onderwijs tot 12, 16, 18 of 23 jaar ook mensenrechten – maar dan mensenrechten waarvan de modaliteiten bepaald worden door het democratisch beslissingsproces. En niet door rechters, activistisch of niet.
* Mijn stukje over Elchardus en de democratie vind je hier, dat over Elchardus en de mensenrechten hier.
** Dat is niet de enige rol van de mensenrechten. Maar het is de belangrijkste bij het afbakenen van de bevoegdheid van gerecht en politiek.
*** Voor wie graag in gekleurde woorden denkt: er is de tirannie van de meerderheid en er is de gijzeling door de minderheid.
Goede discussiepunten, wat is beleid, wat is wet, wat is rechtspraak.
BeantwoordenVerwijderenMaar er is een ander meer fundamentaal probleem: het verschil tussen doelstellingen en dat wat in de praktijk wordt gerealiseerd. Wallonië en de Belgische Franstaligen in het algemeen hebben een reputatie om hoge doelstellingen te proclameren, maar naderhand daar ver onder te blijven. Dit op veel terreinen, werkzaamheidsgraad, economische heropleving, millieu, modernisering van hun economie, etc... Ook betreffende de taalwetgeving is het meestal lippendienst.
Vlaanderen zou ook makkelijk kunnen schrijven, we gaan voor 55% CO2 reductie tegen 2030, of neen, beter nog, volgend jaar, wetende dat dit niet zal gehaald worden.
Er is het spreekwoord, het papier is geduldig, op papier kan men allerlei schrijven, zonder tegengesproken te worden, men schrijft wat men wil.
Dit is een techniek die door sommigen opzettelijk wordt gebruikt, ja zeggen, en dan zien we wel. Ik heb er geen respect voor.
Demir is een echte real-politicus die respect en steun verdient. Vlaanderen heeft geluk deze dame in z'n rangen te kunnen tellen.