maandag 24 augustus 2015

De Emser Dépêche

Met hoge hoed: Wilhelm
Met modieuze strooien hoed: Benedetti
   Een collega van mij haar man – zo mogen mijn leerlingen niet schrijven – een collega van mij haar man dus, is een bolleboos in geschiedenis. Elke keer als ik hem zie vraag ik hem om mij de Emser Depêche opnieuw uit te leggen. Ik kan maar niet onthouden hoe dat telegram, verzonden vanuit Ems, de vonk was voor de Frans-Pruisische oorlog (1870).
   Ik heb het zopas weer opgezocht. De Pruisische koning Wilhelm I verbleef in Ems voor een gezondheidskuur. Op 13 juli werd hij tijdens zijn ochtendwandeling lastiggevallen door de Franse ambassadeur. Of Zijne Majesteit kon verzekeren dat Pruissen zich nooit ofte nimmer zou inlaten met … Spanje? Dat was de koning helemaal niet van plan – Spanje, stel je voor – maar hij was van het principe dat je in de politiek nooit ‘nooit’ mag zeggen. De Franse ambassadeur werd wandelen gestuurd. Er werd van het gesprek een slordig verslagje opgemaakt en dat verslagje werd per telegram verstuurd naar Minister-President Otto von Bismarck. Dat was de Emser Depêche.
   Bismarck, dat is bekend, was een uitstekend stilist. Hij herschreef het slordige verslag in glashelder Duits, zonder iets aan de inhoud te veranderen, maar wel zó dat iedereen nu kon begrijpen wat erin stond, en gaf het door aan de pers. Gevolg: de Pruisen waren razend omdat hun koning was lastiggevallen en de Fransen waren woest omdat hun ambassadeur was wandelen gestuurd. Een oorlog was onvermijdelijk en dat was waar Bismarck op gerekend had. Was Bismarck een minder goede stilist geweest, dan was die oorlog er misschien nooit gekomen. Ik hoop dat ik dát tenminste kan onthouden.
  

Oorspronkelijk geplaatst op 21 november 2014
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten