zondag 23 augustus 2020

De meeste mensen deugen (1) - Een 'gevaarlijk idee'

    

 

     Dat boek van Bregman over de mensen die zouden ‘deugen’ kon ik onmogelijk op mijn e-reader lezen. Op mijn e-reader lees ik lineair, regel per regel, terwijl je bij Bregman meestal kunt volstaan met de eerste en de laatste zin van de alinea te lezen. Ik heb het boek dan maar op papier gekocht, 520 bladzijden. In het nawoord wordt vermeld dat het boek om ecologische redenen is gezet uit de ‘compacte Calicanto, een dunne letter waarmee we inkt besparen’. ’t Is waar, de letters zijn iets dunner dan die van een ander boek, maar ze zijn vooral veel gróter, wat weer heel slecht is voor de ecologie. Ook had Bregman de milieuschade kunnen beperken door zich compacter uit te drukken op, zeg, 260 bladzijden, of door een saaier onderwerp te kiezen. Er zijn nu al 300 000 exemplaren van zijn boek verkocht. Mensen lezen graag iets over eeuwenoude vragen. In dit geval dus: is de mens van nature goed, zoals Rousseau beweerde, of juist geneigd tot alle kwaad, zoals de Heidelberger Catechismus voorhield? Het antwoord lees je hier!
     Vooraf had ik mij proberen voor te stellen wat voor soort boek het zou zijn. Dat hoort, schijnt het, bij de eindterm ‘leesvaardigheid’. Ik dacht aan een auteur als Malcolm Gladwel die allerlei spectaculaire stellingen met tientallen of honderden voorbeelden staaft, zonder dat er ooit echte statistieken bij komen kijken, tot grote ergernis van een handenwringende Steven Pinker die zich bedwingen moet om zijn e-reader tijdens het lezen niet te beschadigen. Of aan een boek als Waren de Goden kosmonauten? waarin Von Däniken duizenden voorbeelden verzamelt uit de archeologie, prehistorische kunst en oude literatuur om zijn thesis te bewijzen.  Het aardige voor mij, blijkt nu, is dat zowel Gladwel als Pinker als Von Däniken een bijrolletje spelen in het boek van Bregman.
     Het boek is, zoals mijn leerlingen dat formuleerden, ‘vlot geschreven’. Sommigen zullen zeggen: te vlot. (Zie ook hier). Je vindt er zinnetjes als Toen ik dat ontdekte ...,‘Het idee liet mij niet meer los’, ‘Ik wilde er alles van weten’. Bregman heeft veel studies gelezen en houdt het leuk door de auteurs ervan op te zoeken en kort te portretteren. Je krijgt dan een beetje de Godfried Bomans-stijl van Kopstukken. ‘Professor X. staarde naar haar mooi gemanicuurde nagels alvorens te antwoorden.’ ‘De baardige geleerde Y. pufte even aan zijn pijp.’ Ach, ik overdrijf.
     Af en toe was ik bij het lezen aangenaam verrast. Zo vertelt Bregman over welke onderwerpen hij vroeger anders dacht en waarom hij daarover van mening is veranderd. Dat is sympathiek. Ook spreekt hij openlijk over zijn vooroordelen. Hij bekritiseert het Robbers Cave Experiment en het Stanford Prison Experiment waarin jonge proefpersonen onder uitgelokte omstandigheden elkaar als  vijanden gingen behandelen. Maar het ergste vond hij de Milgram-experimenten waarbij bleek dat proefpersonen bereid waren om op bevel elektrische schokken toe te dienen aan andere proefpersonen, zogezegd om na te gaan hoe dat hun leerprestaties beïnvloedde. ‘Laat ik maar gewoon eerlijk zijn,’ schrijft Bregman, ‘oorspronkelijk wilde ik geen spaan heel laten van de Milgram-experimenten.’ Achteraf geeft hij toe dat, hoe je het ook wendt of keert, Milgram iets diep verontrustends had ontdekt. Dat is een mooie toegeving van Bregman, gezien de strekking van zijn boek. Verder eindigt het boek met tien leefregels, zoals ‘Bij twijfel, ga uit van het goede’, ‘Denk in win-winscenario’s’ en ‘Temper je empathie, train je compassie’. Ik ben het met de meeste van die leefregels ongeveer eens.
     Ik zal het nog sterker zeggen: ik ben het ook ongeveer eens met de basisstelling van het boek. Welja, de meeste mensen deugen, vaak, soms, tot op zekere hoogte.  Zelf deug ik ook wel eens. Maar Bregman schrijft dat dat een ‘radicaal idee’ is, een idee ‘waar machthebbers al eeuwen benauwd van worden’, een idee ‘dat onderbouwing vindt in nagenoeg ieder vakgebied van de wetenschap’, een idee ‘dat een revolutie kan ontketenen’. Dat gaat voor een ouwe cynicus als ik wat te ver. Ik schrijf er morgen nog wel iets over.

1 opmerking:

  1. Weer geen reacties? Tp,tp, tp, dan doe ik het maar.
    Het is altijd fijn om je badineries te lezen.

    BeantwoordenVerwijderen