Er zijn weinig onderwerpen waar de moderne mens zo’n uitgesproken oordeel over heeft als over foltering, dat wil zeggen, over de verwerpelijkheid ervan. Zelfs als wetenschappelijk werd aangetoond dat openbare foltering op de Grote Markt als straf voor zware criminelen de misdaadcijfers gevoelig zou doen dalen, zouden we er nog altijd tegen zijn. We zouden ook geen foltering aanvaarden als de misdadigers zelf folteraars waren, want ‘we willen ons niet verlagen tot hun niveau.’ Er is een theoretische – en soms praktische – uitzondering: foltering van terroristen om inlichtingen te verkrijgen waarmee men aanslagen kan vermijden. Jeremy Bentham heeft aan dat dilemma een gedachte-experiment gewijd*.
De kwestie kwam ook vaak aan bod in de televisiereeks 24. Jack Bauer is een gedreven, erg idealistische anti-terreur-expert. Om bedreigde Amerikaanse levens te redden aarzelt hij geen seconde om een terrorist die in zijn handen valt, te folteren, of desnoods zelfs zijn vrouw of zijn kind. Het gaat allemaal zo snel dat je zonder er bij na te denken meegaat in de keuze van Bauer
Als je er achteraf over nadenkt, besef je dat het nog moeilijker is dan Bentham dacht. Bentham woog alleen de pijn die je toebrengt af tegenover de pijn die je vermijdt. Maar is er meer. Er is vooreerst de kwestie dat de echte folteraars van deze wereld geen idealisten zijn van het slag van Jack Bauer. Clive James komt daar verschillende keren op terug in Cultural Amnesia. Hij heeft de zaak bestudeerd en kwam tot de in zekere zin geruststellende conclusie dat de beulen in de kampen van Hilter, Stalin en Pinochet géén idealisten waren. Het waren geen ideologen zoals de beulen in Darkness At Noon en 1984, maar gewone sadisten. Je kunt uit die gedachte een zekere troost putten.
En dan is er de kwestie van het rendement van de foltering. De CIA heeft in de nasleep van 9/11 gedurende enkele jaren technieken van enhanced interrogation toegepast, waarvan waterboarding de bekendste is. Later zijn die technieken weer verboden. ‘Ze helpen toch niet,’ zei Obama op tv, ‘iemand die gefolterd wordt, is bereid om het even wat te bekennen.’ Ik vond dat niet overtuigend als argument, want het ging niet om ‘bekentenissen’ maar om informatie. Wat Clive James hierover vertelt, is minder geruststellend dan wat Obama zei. James haalt het voorbeeld van Algerije aan waar de folteringen onder leiding van kolonel Jacques Massu wel effectief waren om grote delen van het anti-Franse verzet uit te schakelen. Althans tijdelijk.
Maar nu zag ik de film Report (2019) en bekijk ik de zaak nog anders. Adam Driver speelt in de film de rol van CIA-agent Daniel Jones die in opdracht van de Senaat de foltering van terreurverdachten moet onderzoeken. Na jaren onderzoek legt hij een rapport neer van 6.700 pagina’s, met 38.000 voetnoten. Dit zijn zijn bevindingen. Er zijn minstens 119 gevangenen door de CIA of op initiatief van de CIA ondervraagd. Minstens 39 van hen werden gefolterd. En in geen enkel geval leverde dat informatie op waarmee mensenlevens konden worden gered. De keren dat dat wel het geval leek, betrof het informatie die men ook op andere manieren had verworven.
De film illustreert heel treffend het verschil tussen de fictie en de realiteit. In de fictieve wereld van 24 weet Jack Bauer precies welke informatie hij moet krijgen van de verdachte. Hij weet dat de verdachte die informatie heeft. De realiteit zag er anders uit. Van de meer dan honderd terreurverdachten was er een vierde waarvan men achteraf moest toegeven dat de aanhouding onterecht was. De ondervragingstechnieken werden uitgewerkt door twee psychologen die niets van inlichtingenwerk afwisten maar die vooral pretentieuze praatjes verkochten over een ‘wetenschappelijke aanpak’. En de ondervraagden werden bestookt met vragen: ‘Waar zal de volgende aanslag plaatsvinden?’ ‘Wanneer zal de volgende aanslag plaatsvinden?’ Het verwondert mij niet dat die vragen weinig informatie hebben opgeleverd.
Zelfs als Daniel Jones zijn onderzoek met een vooringenomen ingesteldheid heeft gevoerd, en zelfs als de film de zaken eenzijdig voorstelt, besef je dat je met een stuk realiteit te maken hebt. Zulke mensen als Jack Bauer bestaan niet echt. Zulke mensen als die pretentieuze psychologen, die bestaan wel echt. Daar ben ik zeker van.
Als je er achteraf over nadenkt, besef je dat het nog moeilijker is dan Bentham dacht. Bentham woog alleen de pijn die je toebrengt af tegenover de pijn die je vermijdt. Maar is er meer. Er is vooreerst de kwestie dat de echte folteraars van deze wereld geen idealisten zijn van het slag van Jack Bauer. Clive James komt daar verschillende keren op terug in Cultural Amnesia. Hij heeft de zaak bestudeerd en kwam tot de in zekere zin geruststellende conclusie dat de beulen in de kampen van Hilter, Stalin en Pinochet géén idealisten waren. Het waren geen ideologen zoals de beulen in Darkness At Noon en 1984, maar gewone sadisten. Je kunt uit die gedachte een zekere troost putten.
En dan is er de kwestie van het rendement van de foltering. De CIA heeft in de nasleep van 9/11 gedurende enkele jaren technieken van enhanced interrogation toegepast, waarvan waterboarding de bekendste is. Later zijn die technieken weer verboden. ‘Ze helpen toch niet,’ zei Obama op tv, ‘iemand die gefolterd wordt, is bereid om het even wat te bekennen.’ Ik vond dat niet overtuigend als argument, want het ging niet om ‘bekentenissen’ maar om informatie. Wat Clive James hierover vertelt, is minder geruststellend dan wat Obama zei. James haalt het voorbeeld van Algerije aan waar de folteringen onder leiding van kolonel Jacques Massu wel effectief waren om grote delen van het anti-Franse verzet uit te schakelen. Althans tijdelijk.
Maar nu zag ik de film Report (2019) en bekijk ik de zaak nog anders. Adam Driver speelt in de film de rol van CIA-agent Daniel Jones die in opdracht van de Senaat de foltering van terreurverdachten moet onderzoeken. Na jaren onderzoek legt hij een rapport neer van 6.700 pagina’s, met 38.000 voetnoten. Dit zijn zijn bevindingen. Er zijn minstens 119 gevangenen door de CIA of op initiatief van de CIA ondervraagd. Minstens 39 van hen werden gefolterd. En in geen enkel geval leverde dat informatie op waarmee mensenlevens konden worden gered. De keren dat dat wel het geval leek, betrof het informatie die men ook op andere manieren had verworven.
De film illustreert heel treffend het verschil tussen de fictie en de realiteit. In de fictieve wereld van 24 weet Jack Bauer precies welke informatie hij moet krijgen van de verdachte. Hij weet dat de verdachte die informatie heeft. De realiteit zag er anders uit. Van de meer dan honderd terreurverdachten was er een vierde waarvan men achteraf moest toegeven dat de aanhouding onterecht was. De ondervragingstechnieken werden uitgewerkt door twee psychologen die niets van inlichtingenwerk afwisten maar die vooral pretentieuze praatjes verkochten over een ‘wetenschappelijke aanpak’. En de ondervraagden werden bestookt met vragen: ‘Waar zal de volgende aanslag plaatsvinden?’ ‘Wanneer zal de volgende aanslag plaatsvinden?’ Het verwondert mij niet dat die vragen weinig informatie hebben opgeleverd.
Zelfs als Daniel Jones zijn onderzoek met een vooringenomen ingesteldheid heeft gevoerd, en zelfs als de film de zaken eenzijdig voorstelt, besef je dat je met een stuk realiteit te maken hebt. Zulke mensen als Jack Bauer bestaan niet echt. Zulke mensen als die pretentieuze psychologen, die bestaan wel echt. Daar ben ik zeker van.
Foltering en het geven van informatie in Guantanamo Bay detention camp, war on terror:
BeantwoordenVerwijderenHet is blijkbaar vastgesteld dat de informatie dat Saddam Hussein Weapons of Mass Destruction (WMD) had afkomstig is van een gedetineerde in Guantanamo Bay. Deze beweert de informatie gegeven te hebben onder 'foltering' (enhanced interrogation) en dat het fictief was. Amerikaanse hooggeplaatste regeringsleden (o.a. Collin Powell) hebben expliciet verwezen naar deze bron van informatie (zonder de expliciete naam of gebruikte ondervragingstechniek te onthullen).
WMD was één der hoofdargumenten, maar niet het enige, om Irak binnen te vallen en het regime van Hussein te beëindigen.
Die WMDs bleken niet te bestaan (er waren ook andere argumenten voor de inval). De verkregen WMD info, waarschijnlijk onder enhanced interrogation, was in dit geval onbetrouwbaar.
Interessante details: 1/ Guantanamo Bay is een soort niemandsland. 2/ De gedetineerden daar werden opzettelijk geen prisoners genoemd.
Op deze manier was men niet onderhevig aan de wetten van de VS en de internationale verdragen voor de behandeling van gevangenen.
Er zijn veel films gemaakt over het thema 'foltering' in kritische situaties, gewoonlijk volgens hetzelfde patroon: ergens is een bom geplaatst, en men heeft een terrorist die vermoedelijk meer info heeft gepakt. De tijd dringt, en de vraag komt op, folteren om info over de bom te krijgen of niet folteren. En de klok tikt terwijl de bedreigde schoolkinderen, winkelcentrum, metrolijn, etc in beeld worden gebracht.