Tom Naegels is van oordeel dat er een ‘enorme kloof’ bestaat tussen de uitspraken van Conner Rousseau (Vooruit) en die van Tom Meeuws (ook Vooruit). ‘De eerste heeft, als kandidaat-burgemeester, tegen agenten gezegd dat ze vaker hun matrak moesten gebruiken om op Roma te slaan. De tweede heeft een collega [Nabilla Ait Daoud van N-VA] mocroschepen genoemd … Meeuws’ gedrag is dat van wat in het Engels a boor wordt genoemd.’ Ik van mijn kant zie geen ‘enorme kloof’. Het zijn twee mannen die vulgaire uitspraken hebben gedaan. Mocht Rousseau als burgemeester tegen agenten het bevel hebben gegeven dat ze vaker hun matrak moesten gebruiken, dan was het wat anders. Maar is er iemand die gelooft dat Rousseau dat soort burgemeester zou zijn?
Voor mij is de zaak nogal eenduidig. Het naar buiten brengen van privé-conversaties is een schandelijke praktijk, die alleen kan verantwoord worden als de openbaarmaking harde en relevante informatie oplevert, zoals de Watergate-bandopnames.
Naegels is daar veel ruimer in. Hij citeert eerst de mening als zou het nodig zijn om openbaar te maken hoe mensen zich gedragen als ze denken dat er niemand meekijkt of -luistert. En hij gaat dan verder, refererend aan een voorval van enige tijd geleden: ‘[Die openbaarmaking] kan relevant zijn … Als twee docenten, alleen in een aula … tegen elkaar vooroordelen uiten over mensen van kleur, dan zou het kunnen dat ze die studenten negatief zullen beoordelen.’ Hier ben ik toch veel minder wantrouwig dan Naegels. Ik heb het vaak meegemaakt dat collega’s smalend spraken over rechtse leerlingen in hun klas. Ik heb er nooit aan gedacht dat ze die leerlingen negatief zouden beoordelen.
Het nadeel van mijn eenduidige mening is dat ik niet verder op zoek ga naar argumenten om private uitspraken beter te beschermen. Naegels geeft er twee waar ik zelf niet aan gedacht had. Het eerste nadeel is dat mensen be- en veroordeeld worden op één uitspraak, die juist vanwege haar negatieve klank de aandacht trekt. Andere uitspraken van dezelfde persoon die misschien een heel ander beeld geven, zijn niet geregistreerd. En ten tweede blijven alle andere politici en gezagsdragers buiten schot terwijl zij misschien ook verkeerde uitspraken hebben gedaan die toevallig, en gelukkig voor hen, niet werden geregistreerd. Ik zou eraan toevoegen: die enkele uitspraken die wel in de openbaarheid komen, kunnen onmogelijk een juist beeld geven van hoe verspreid zulke uitspraken eigenlijk zijn. Misschien komen ze in een partij als Vooruit wel vaker voor dan Tom Naegels denkt, of minder vaak dan ik denk.
Naegels verklaart de uitspraak van Meeuws vanuit de rivaliteit tussen Vooruit en N-VA. Hij verwijst naar een meningsverschil tussen Meeuws en N-VA-schepen Ait Daoud. Er was een richtlijn van de Dienst Vreemdelingenzaken die kinderen van Palestijnse ouders hun Belgische nationaliteit wilde afnemen. Ik citeer: ‘Meeuws was fel tegen. Hij vond dat Ait Daoud veel te gemakkelijk toegaf … Voor wie belang hecht aan een antiracistisch beleid, is dat verschil tussen die twee politici dan niet belangrijker dan de denigrerende, beledigende woorden?’ Suggereert Naegels hier dat de richtlijn van de Dienst Vreemdelingenzaken ‘racistisch beleid’ is? Het lijkt mij niet erg verstandig om de noodzakelijke discussie over toekenning van nationaliteit te voeren in termen van racisme en antiracisme.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten