Bedreigt N-VA de rechtstaat?
Nu wordt het nog mooier! Een grote kop in De Standaard: ‘Vooral voorstellen N-VA en Vlaams Belang bedreigen rechtstaat.’ De aanhalingstekens heb ik eraan toegevoegd, omdat ik citeer, maar misschien had journalist Jeroen Struys dat beter ook gedaan, want hij citeert evengoed, met name de Orde van Vlaamse Balies (OVB). De OVB heeft vijf juristen gevraagd om de partijprogramma’s door te lichten. Een van die juristen is Kati Verstrepen. Ken ik die ergens van*?
Bij het artikel staat een mooi grafiekje. Daarin worden per partij aangegeven hoeveel voorstellen de rechtstaat bedreigen, mogelijk bedreigen, dan wel versterken. Ik word een beetje wantrouwig als ik zie dat PVDA de meeste voorstellen heeft ter versterking van de rechtstaat.
Ik lees het stuk door, en ik begin mij af te vragen wat de vijf juristen begrijpen onder ‘rechtstaat’. Het lijkt wel of hun definitie is: een staat waarin zoveel mogelijk geregeld wordt door de Grondwet, door rechters en advocaten, en door internationale verdragen. Veel van de ‘rechtstaat-bedreigende’ voorstellen gaan over asiel. Een staat moet ruim asiel toekennen, anders is het geen rechtstaat, en kandidaat-vluchtelingen moeten dezelfde rechten hebben als de burgers van een land, anders is het – alweer – geen rechtstaat. Dat lijkt althans de redenering van de juristen.
Op Doorbraak staat een uitstekend artikel van Roan Asselman dat de puntjes op de i zet. Asselman legt uit dat democratie, rechtstaat en mensenrechten drie verschillende begrippen zijn. Heel kort samengevat: ‘democratie’ betekent dat de wetten worden gemaakt door een verkozen parlement, ‘rechtstaat’ betekent dat dezelfde wetten gelden voor iedereen, en ‘mensenrechten’ betekent dat de fundamentele rechten van burgers beschermd worden tegen de willekeur van parlement en wetgeving**. Asselman besluit: ‘De OVB fuseert echter de rechstaat en de mensenrechten, waarbij de organisatie het begrip mensenrechten bijzonder ruim invult.’
Asselman verduidelijkt zijn stelling door een aantal bedreigingen van de rechtstaat op te sommen: inburgeringstrajecten in het land van herkomst (N-VA), schrapping van ‘aanzetten tot haat’ als een misdrijf (N-VA), de ontbinding van Unia (Vlaams Belang) en het toelaten van avondwerk tot middernacht in plaats van tot 8 uur ’s avonds (Open VLD). Nu vraag ik mij af: wordt de rechtstaat bedreigd omdat mijn vrouw tot 10 uur ’s avonds werkt?
Misschien nog interessanter dan de ‘bedreigingen van de rechtstaat’ zijn de voorbeelden van ‘versterkingen van de rechtstaat’ die Asselman geeft: onder andere: recht op abortus, recht op euthanasie, praktijktests om discriminatie tegen te gaan, versterking van de openbare omroep, strijd tegen desinformatie, versterking van de sociale rechten, kwalificatie van ‘ecocide’ als misdrijf, verbod op het sluiten van de Europese buitengrenzen*.
’t Is een allegaartje van politieke keuzes, sociale rechten, groepsrechten en mensenrechten. Waarbij een aantal van de voorgestelde maatregelen eigenlijk bestaande mensenrechten dreigen te bederven. Neem de ‘strijd tegen desinformatie’. Moet straks een rechter, bijgestaan door twee factcheckers, beslissen of mijn stukjes al dan niet desinformatie bevatten? Heb ik niet het mensenrecht om te schrijven wat ik wil, met uitzondering van laster, bedreigingen en oproepen tot fysiek geweld?
In elk geval, met de rechtstaat heeft de analyse van de juristen heel weinig te maken. De rechtstaat betekent, zoals Asselman ons in herinnering brengt: onpersoonlijke, voorspelbare en uniforme toepassing van de wetten. Niets meer, niets minder.
Het ergert mij dat het begrip ‘rechtstaat’ op oneigenlijke manier gebruikt om politieke programmapunten met een plechtig woord goed te keuren of af te wijzen. Je krijgt dan conclusies als die van Peter Callens van Advocaat.be: ‘Draag zorg voor de rechtstaat en de rechtstaat draagt zorg voor jou.’ Als de juristen midden in de verkiezingscampagne zo’n boodschap willen uitdragen, dan moeten ze punt voor punt aantonen dat een partijvoorstel rechtstreeks of onrechtstreeks ‘zorg draagt’ voor de burger in plaats van hoog van de toren te blazen over de rechtstaat.
Ik wil echter niet te moeilijk doen over woorden. Ook het woord ‘democratie’ gebruikt men vaak nogal losjes, als vezamelbegrip voor parlementair systeem plus rechtstaat plus mensenrechten**. Het is, zoals Asselman betoogt, noodzakelijk om die drie begrippen te onderscheiden, maar het is eigenlijk nog noodzakelijker om het begrip mensenrechten zelf verder op te splitsen.
Als klassiek-liberaal erken ik alleen de zogenaamde ‘negatieve’ rechten als echte mensenrechten, zoals beschikking over het eigen lichaam, privé-eigendom, het vrije woord, gewetensvrijheid, vrijheid van eredienst, recht op een eerlijk proces, en bescherming tegen moord, diefstal, bedrog, onwettige opsluiting en slavernij. Die rechten – die liberale vrijheden – verdienen het om in de Grondwet te worden opgenomen. Andere ‘positieve’ rechten – zoals het recht op een fatsoenlijk inkomen – kunnen dan door gewone wetten worden beschermd, wetten goedgekeurd door eenvoudige meerderheden van verkozenen. En dan moeten klassiek-liberalen en socialisten het onder elkaar maar uitvechten of die ‘positieve’ rechten niet in strijd zijn met fundamenteler ‘negatieve’ rechten.
* Over Kati Verstrepen schreef ik laatst een stukje: hier.
**Democratie, rechtstaat en liberale vrijheden hangen ook echt wel samen. In een land waar mensen vervolgd worden voor een afwijkende mening (inbreuk op de liberale vrijheid), is het moeilijk om van eerlijke verkiezingen (democratie) te spreken. En zonder recht op een eerlijk proces (liberale vrijheid) is er weinig garantie van een een onpartijdige toepassing van de wet (rechtstaat).
Ook ik krijg horens bij dat soort perscampagnes, maar doe er maar iets tegen. In zijn Doorbraak-artikel slaat Asselman nagels met koppen: “De burgers van een land worden niet bestuurd op basis van de voorkeuren van de ene of de andere politicus of drukkingsgroep, maar door ‘het recht’: onpersoonlijk, voorspelbaar en uniform toegepast, inclusief (en dit is cruciaal) op de overheid.” Ik heb geen rechten gestudeerd, maar dit lijkt me vrij evident.
BeantwoordenVerwijderenMaar daar gaat het niet om. De titel waarin gesteld wordt dat de rechtse partijen de bijl aan de wortel van de rechtstaat liggen is de essentie van de boodschap. Heel wat mensen lezen niet meer dan die titel en de meesten zullen niet kritisch nadenken over de inhoud van het artikel. Heel wat zullen bevestigd worden in hun vooroordelen. En daar stopt het. Zoals ik ergens las: “You cannot unring a bell!” De woorden zijn gedrukt en blijven plakken en zullen ongetwijfeld een rol spelen bij de volgende verkiezingen.
Het is met verkiezingen zoal met andere vormen van oorlogsvoering: “The first casualty, when war comes, is truth.” Alle middelen zijn goed om de tegenstrever klein te krijgen. Dat 9 juni maar snel voorbij is, dan kunnen we beginnen met het spannende verhaal van de regeringsvorming. Met nieuwe insinuaties, geruchten, roddels en leugens. Groetjes, Marcus.
Gelukkig en helaas laaft de democratie zich al lang niet meer aan het publieke debat. -Dieter
BeantwoordenVerwijderenDe analyse van de advocatenbende betreft alleen de partij-programmapunten. We weten al dat daar weinig van in huis zal komen. De voorstellen van N-VA en VB worden hier door de linkse mangel gedraaid, waardoor het zich reduceert tot opportunistische anti-propaganda voor de gebashte partijen. Bovendien bedient de auteur zich van een bedrieglijke begripsverwarring door de betekenis van de term 'rechtstaat' op te rekken. Wat je overigens ook niet ontgaan is bij de commentaar op het DS-artikel. De vraag die zich stelt is : als de politieke overheid de burgerrechten van immigranten beperkt op wettelijke weg, is dat dan conform de principes van de rechtstaat? Als de overheid via wettelijke weg de immigratie beperkt en een rigoureuzer terugkeerbeleid uitwerkt, is dat dan een aanval op de 'rechtstaat'?
BeantwoordenVerwijderenCitaat: "Het ergert mij dat het begrip ‘rechtstaat’ op oneigenlijke manier gebruikt om politieke programmapunten met een plechtig woord goed te keuren of af te wijzen."
BeantwoordenVerwijderenZeer terecht. Dat geldt als uitbreiding voor veel academici vnl. van de menswetenschappen. Zij maken onbeschaamd gebruik van de academische dekmantel om persoonlijke meningen te ventileren, om bepaalde ideologiën te promoten. Zij mogen een mening hebben, maar doen er verkeerd aan de academische aanpak en analyse daarmee in diskrediet te brengen. Een deel van de pers schiet ook tekort om mee op die wagen te springen zonder kritische analyse.
Interessant in deze context, een artikel het voorbije weekend in De Morgen over intelligentie (link hierna). Citaat uit dat artikel: "Voor welke studierichtingen heb je een hoog IQ nodig?
“Het IQ van mensen die wiskunde of theoretische natuurkunde studeren, ligt gemiddeld hoger dan in de richtingen psychologie of rechten.”
Ik verdenk veel academici en journalisten ervan niet bijzonder intelligent te zijn, zij beseffen niet dat ze gewoon een mening naar voor brengen, vaak geīnspireerd door een ideologie, waarvan ze de waarde niet kennen.
https://www.demorgen.be/nieuws/ons-iq-daalt-maar-dat-komt-niet-door-de-computer-professor-over-onze-dalende-intelligentie~b6f0ffd9/
'Democratisch' is een term die journalisten beter achterwege kunnen laten. Te moeilijk. Zo las ik ergens dat de marathon 'democratisch' was geworden, want er liepen tegenwoordig meer en meer vrouwen mee.
BeantwoordenVerwijderenMisschien wordt bedoeld dat die vrouwelijke deelnemers na de marathon een democratisch pintje drinken.
Verwijderen