Premiernorm
Naar aanleiding van de artsenlonen werd de premiernorm weer bovengehaald. Wie door de staat betaald wordt, en daar horen artsen in zekere zin bij, zou niet meer mogen verdienen dan de premier. Maar het is nu eenmaal een oude gewoonte dat staats- en regeringsleiders, in tegenstelling tot de koningen vroeger, niet zo heel veel verdienen. Veel, maar niet zo heel veel. Ongeveer drie keer meer dan een leraar met een masterdiploma en dertig jaren dienst. Die ontvangt 6.677 bruto per maand.
Toen men aan de komiek Bob Hope vroeg waarom hij zich, met zijn populariteit, geen kandidaat stelde voor het presidentschap, zei hij: ‘The money isn’t good.’
Vechtjassen
In De Standaard van 9/8 worden twee biografieën van Elizabeth Taylor en Richard Burton besproken. ’t Is een uitstekende recensie. Er hoort ook een mooi foto bij uit de film Who’s Afraid of Virginia Woolf. Het bijschrift is echter misleidend: ‘Taylor en Burton als uitgeblust koppel’. Dat lijkt misschien zo op die foto, maar wie de film gezien heeft weet beter. Taylor en Burton, of beter George en Martha, zijn glorieuze vechtjassen in de film, van niets bang, behalve dan van Virginia Woolf. Als ik die film aan mijn leerlingen liet zien, zei ik altijd: ‘Ik hoop dat je later in de beste verstandhouding leeft met je partner. Maar als je liever ruzie maakt, doe het dan zoals George en Martha.’Kamala
Wie alleen op De Standaard is aangewezen en een dwars karakter heeft, kan moeilijk anders dan sympathie te ontwikkelen voor Donald Trump en een even grote antipathie voor Kamala Harris*. Maar ik ben minder dwars dan ik lijk, en het volstaat voor mij om Trump een minuut aan het woord te horen, om te weten dat ik op 13 oktober niet op hem zal stemmen, ook al omdat hij in Keerbergen niet op de lijst staat.
Harris komt overigens ook niet op. Dat ze aanstuurt op meer prijscontroles neemt mij tegen haar in, dat ze zich afzet tegen de invoertarieven die Trump nog wil verhogen, vind ik dan weer uitstekend. Ze heeft gelijk als ze dat een ‘taks op alle burgers noemt.’
Maar ik voel de Amerikaanse politiek niet aan. Voor het eigen land is dat makkelijker. We kunnen vrij realistisch voorspellen wat de politieke partijen echt proberen te bereiken en welke programmapunten ze in een coalitie zullen inslikken. Maar in Amerika, met dat tweepartijenstelsel? Zou Harris écht de prijzen gaan controleren**, of zouden haar adviseurs haar dat na de verkiezingen uit het hoofd praten? Zou Harris echt het de invoertarieven verminderen, of zou ze zoals Biden die tarieven verhogen om de vakbonden te vriend te houden?
* Een mooie quote van Rik Torfs: ‘De verslaggeving over de Amerikaanse verkiezingen in onze media lijkt op die van een sportwedstrijd waarbij Kamala Harris “onze landgenote” is.’
** In de hitte van de verkiezingsstrijd laten de Republikeinen uitschijnen dat Harris aanstuurt op een algemene prijscontrole. Het is waar dat heel koele minnaars van de vrije markt graag verwijzen naar uitzonderlijke omstandigheden, met als argument dat ze woeker, dumping of prijsafspraken willen bestrijden. Dat betekent niet dat die argumenten nooit juist kunnen zijn. Alleen tegen algemene prijscontrole volstaat een algemeen argument, zoals ik dat formuleerde in mijn vorige stukje. De rest is above my paygrade.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten